ROOD & ROOD
06 moorden
dinsdag
Klaas Uithuisje was blij dat hij de witte Volkswagen Golf niet zelf bestuurde. Het kostte hem moeite zijn ogen op scherp te krijgen en hij had een hekel aan overhaast wakker worden. De geüniformeerde agent achter het stuur praatte hem bij, in halve zinnen: 'Vrouw, ongeveer 25 tot 30jaar. Benedenlijf ontbloot, kleren vlakbij gevonden. Er zijn al patrouillewagens. Zullen zich wel met de afzettingen bezighouden. U heeft geluk dat u in het centrum woont. Het telefoontje kwam binnen om twee uur veertien. Nu twaalf minuten geleden. Opgegeven locatie Nieuwezijds Voorburgwal, vlak naast de Wereld. Dat was die failliete chique kroeg of sociëteit. Geen huisnummer doorgegeven. De man die haar vond en belde is op weg naar het bureau.'
Uithuisje geeuwde geluidloos, hoewel
de ander hem toch niet gehoord zou hebben; de sirene loeide ook
binnen de auto. Hij probeerde de correcte volgorde van handelen
vast te stellen. Afzettingen nalopen, lichaam bedekken met plastic
in verband met fotografen, kijken of er een identificatie te vinden
was, oppassen het niet te verknallen voor de mensen van het
laboratorium. De Golf draaide de Nieuwezijds op. Hij hoorde de
sirene van een ambulance. Zoals
altijd hoorde hij in zijn hoofd de woorden: 'Alweer een lijk,
alweer een lijk...' Eigenlijk wilde hij liever slapen.
Het was bijna drie uur 's nachts, en nog steeds drukkend warm. Volkomen routinematig drukte Sylvia de nummers 06-320 330 21 in. Uit ervaring wist ze dat ze zou blijven bellen totdat ze in bed stapte. Daarom had ze het zo lang mogelijk uitgesteld. Ze had zich al gedoucht en droeg een van haar ochtendjassen. Het wond haar op dat ze verder niets aan had. Maar nog spannender was de vraag of dc jongen die zich bekendgemaakt had als John ingegaan was op haar oproep, die ze de dag ervoor had ingesproken op het gratis nummer (dat helemaal niet gratis was maar gewoon 14 cent per tik kostte).
Sylvia was anderhalf jaar geleden begonnen met 06-nummers te bellen. In het begin was het volledig uit de hand gelopen: een uurtje kostte dertig piek en met elke dag bellen verspijkerde ze bijna duizend gulden. Toen haar telefoon werd afgesloten was het erg geweest, erger dan een gevangenis. Maar nu had ze het aardig onder controle, ze belde geen boxen meer maar vooral de afsprakenlijnen. Drie drieëntwintig achttien was de beste, vond ze; en het voordeel was dat je vaak een paar dagen moest wachten. Dagen die haar wel de aangename spanning in haar buik bezorgden, en toch geen geld kostten.
John stond inderdaad op de band: 'Ik wil je dolgraag in tweeën splitsen, blond poesje. Woensdagavond is ok. Zonder jouw tegenbericht op de band zie ik je om elf uur 's avonds op het pleintje voor de kerk in de Haarlemmerstraat. Ik heb een orchidee bij me. Tot dan, geile slet!' Sylvia legde nog niet meteen op, maar ze kon zich niet meer concentreren op de vele oproepen en voorstellen. Toen ze eenmaal in bed lag kwam ze snel klaar.
donderdag
Uithuisje zat aan zijn bureau en probeerde te denken. Het moeilijkste van het recherchewerk vond hij het verzinnen wat hij moest doen. De buurtondervraging liep, de ouders van het slachtoffer, dat geïdentificeerd was als Noortje Sparenburg, waren ingelicht en het forensisch laboratorium was bezig met de zaak. Er lagen natuurlijk dingen die hij uit. moest typen, maar het was een goede gewoon te die uit te stellen totdat de zaak opgelost was of ging aanslepen. Hij besloot het team dat opzoek was naar getuigen te versterken en stond op. Toen ging de telefoon. Misschien is het Tim, dacht hij, maar dat was natuurlijk onzin. Het was de meldkamer.
Sylvia Engels was gevonden door bouwvakkers, die Uithuisje en de agent met vier man te woord stonden. Het verhaal kwam er nogal onsamenhangend uit. Uithuisje stelde de vragen; dat was hij met zijn vaste partner Tim Pardoen ook zo gewend. Hij was lang, langer dan Pardoen, dus richtten de meeste mensen zich automatisch lot hem. Maar nu Tim er niet was had hij moeite met ondervragen, hij miste zijn partner, die luisterde, analyseerde en precies op het goede moment de cruciale vraag stelde. Van de agent kon hij dat natuurlijk niet verwachten. De bouwvakkers hadden in feite niet veel te vertellen. Ze hadden het half ontklede slachtoffer gevonden, een van hen had overgegeven en ze hadden direct de politie gebeld, die hun verzocht had niets te verplaatsen en geen aandacht van omstanders te trekken. Uithuisje wist het zeker: dezelfde dader als van de moord op het meisje Sparenburg. Weer gewurgd, ook het onderlijf ontbloot, weer geen penetratie (tenminste, op het eerste gezicht) en een detail dat misschien toeval was: de slachtoffers waren beiden blond en allebei chic, maar toch ook uitdagend gekleed. Dinsdag in de vroege ochtend een, vannacht een;
Uithuisje kreeg het moeilijk. Commissaris De Held knikte. Uithuisje beschouwde dat als een goed teken, want hij had geen idee gehad hoe De Held zon reageren op zijn verzoek Tim terug te roepen van vakantie. 'Je regelt het zelf,' stelde de commissaris meer vast dan dat hij het vroeg. Uithuisje kon gaan bellen.
Hij had Tim in Albufeira meteen te
pakken. 'We hebben een lustmoordenaar. Twee doden in twee dagen. Ik
red het niet alleen en De Held zei dat ik je kon bellen. Zou je...
vind je het erg om...?' Uithuisje hoorde Tims dochter vloeken en
tieren nadat Tim had aangekondigd dat hij zou overleggen. Maar het
antwoord was een opluchting: hij zou de volgende ochtend op
Schiphol kunnen zi jn. 'Ik pikje wel op, bel je vluchtnummer nog
even door,' zei Uithuisje en ze namen afscheid.
Het was haar Speciale Avond en Karin was vastbesloten er veel van te maken. Ze lag in bad, liet één been buiten de badkuip hangen en bewoog met haar tenen. Toen keek ze naar haar buik, waar tientallen jongens hun hoofd op hadden gelegd, terwijl zij met haar linkerhand door hun haar ging; ze stelde vast dat het een mooie, platte buik was met een minuscuul streepje blond haar tot haar navel. Karin was tevreden, maar ook vol verwachting: haar afspraakje van de lijn had veelbelovend geklonken en ze wist dal ze iedereen kon laten kronkelen. Dat gold ook voor haar vriend, die ze nu bijna een jaar kende. Maar hij kon haar natuurlijk niet de spanning van een avontuurtje bieden en gelukkig had hij na een paar keer niet meer gevraagd wat ze dan deed, op die Speciale Avonden van haar. Ze verheugde zich er nu al op straks zichzelf te bekijken in de grote spiegel, naakt, onopgemaakt, kwetsbaar maar vertrouwd en helemaal alleen. Ze overwoog of ze haar schaamhaar zou laten zitten, of de bikiniliner die haar moeder besteld had van de opgespaarde benzineze-geltjes, zou uitproberen. Misschien kon ze het beste alleen een beetje bijscheren. Haar ouders waren naar tante Emily en zouden wel in België blijven slapen of anders zouden ze in elk geval laat thuiskomen.
Drie kwartier later was ze
aangekleed en opgemaakt. Ze had nog even en belde de babbelbox.
Vooral prietpraat, niets te beleven; maar het doodde de tijd. Karin
tintelde toen ze met een blik op de antieke staande klok besloot
dat ze nu wel weg kon.
De moorden hadden nu zo'n hoge
prioriteit dat de hele uniformdienst overwerkte. 'Veel
patrouilles,' had De Held gezegd,'ik wil overal politie zien. En
alle honden die je kunt krijgen. Ben ik duidelijk?' Het was hun
vooral duidelijk dat De Held begon te voelen dat hij de pers in
zijn nek had. Uithuisje had besloten de politic vooral rond het
cs te concentreren. Nu hij dat geregeld
had boog hij zich over het daderprofiel. De opstellers hadden zich
vooral druk gemaakt over het feit dat er geen sporen van penetratie
waren. De voorlopige conclusie, onder alle voorbehoud, was dat de
moordenaar mogelijk impotent zou kunnen zijn. Uithuisje vroeg zich
af hoe dat het onderzoek zou kunnen helpen en borg het rapport
op.
Karin Walburg liep over de kade. Een
goede plek, dacht ze, rustig en het ruikt een beetje naar de zee.
Ze was iets te vroeg, maar had zich sinds de laatste keer
voorgenomen haar afspraakjes eerst te bekijken, zodat ze er altijd
nog tussenuit kon. Karin was wel geil, maar niet gek. Hel pakhuis
was nog zwarter dan de omgeving, stond zwaar en stevig tussen de
weg en het water. Karin besloot aan de zijkant van het gebouw te
gaan staan, zodat ze haar afspraakje eerder zou zien dan hij haar.
Ze veranderde op het laatste moment van gedachten, toen ze een
gestalte (een vrouw?) vlakbij dezelfde muur zag staan, aan de
kant van het water. Karin liep
zonder te kijken twee passen door en stopte abrupt. Nu stond ze
weliswaar aan de voorkant, duidelijk zichbaar voor John, maar zo
was ze tenminste uit het zicht van de figuur die aan de zijkant
stond. Wat deed die daar? Ook een afspraakje? Ga in godsnaam weg,
dacht Karin, laat je oppikken of doe iets. Straks denkt hij dat
jij... Karin zag haar Speciale Avond al de mist ingaan.
Klaas Uithuisje was thuis.Hij was
doodmoe. Hij had het gevoel dat hij op het bureau moest zijn, maar
wist tegelijkertijd dat hij daar toch niets constructiefs zou doen.
Hij was gefrustreerd en vroeg zich voor de zoveelste keer af waarom
hij Tim Pardoen zo hard nodig had. Hij wist dat hij naar bed moest
gaan, maar had geen zin om de handelingen die daarbij hoorden uit
te voeren en bleef dus zijn bierglas vullen uit de halveliterfles
die zijn vrouw hem had voorgezet. Twee moorden, dacht hij, en nog
niet één echt duidelijke aanwijzing. Het zoveelste journaal van die
avond ontweek hij door naar RTL 4
te schakelen: hij wilde niet eens weten of ze aandacht
besteedden aan de gevallen. Hij sloot zijn ogen maar opende ze
meteen weer: onmiddellijk waren de opengesperde benen van Katja
Engels op zijn netvlies geprojecteerd. Of waren het de benen van
Noortje Sparenburg? Uithuisje kwam overeind en kuste zijn vrouw
zwijgend op haar voorhoofd. Zij keek begrijpend en zei alleen
welterusten.
Karin Walburg gluurde om de hoek van het pakhuis. De persoon stond er nog, doodstil. Het was inderdaad een vrouw. Ze was lang, droeg platte schoenen, een soort maillot en een rok. Degelijk. Haar jas was dicht, hoewel het een warme avond was. Ze keek recht voor zich uit, hoewel aan de blinde muur van het belendende pand weinig te zien was.
Even verderop, op de Oostelijke Handelskade, liepen Jack Deruddere en Dominique Spanjaard te kibbelen. Jack wilde weten wat ze daar te zoeken hadden, maar Dominique hield voet bij stuk; dit zou een heel goede plek zijn voor de lustmoordenaar. 'Alleen lopen hier zo weinig vrouwen rond,' zei Jack, 'en bovendien moet ik pissen als een beer.' Dominique haalde haar schouders op. 'Ga dan, achter dat pakhuis. En trouwens, daar staat iemand. Eerst pissen en dan gaan we vragen wat die daar doet.'
'Op de tram wachten, natuurlijk,' zei Jack in een poging leuk te zijn, maar hij liep gehoorzaam langs de dikke muur van het pakhuis naar de achterkant aan het water.
Jack hoorde voetstappen en herkende het ritme van zijn partner. Dominique kon weer eens niet wachten, ze liep in de richting van hel meisje. Gehaast deed hij de rits van zijn uniformbroek dicht en zette het op een sukkeldrafje naar de voorkant van het pakhuis. Ze arriveerden tegelijkertijd bij het meisje. Uit gewoonte nam hij het woord.
'Wat sta je hier in godsnaam te doen?'
'Te wachten op mijn vriend,' fluisterde Karin.
'En jullie spreken hier altijd af, zeker.'
'Is dat verboden dan?' Ze sprak nu gedempt.
Dominique mengde zich in het gesprek.
'Nee, natuurlijk niet. Maar het is een gekke plek, vandaar. Hoe heet je?'
'Karin Walburg. En jullie?'
'Zou je het vervelend vinden je zakken leeg te maken?
'Nee, ik heb nooit een tas bij me. En ik maak mijn zakken ook niet leeg. Waarom zou ik?'
'Omdat wij dan kunnen zien dat je geen drugs bij je hebt.' Dominique besloot nog even geduldig te blijven. Ze zag er ook niet echt uit als een junkie maar xtc was altijd een mogelijkheid.
'Achter jullie staat nog iemand,' zei Karin. 'Fouilleren jullie die ook?' Ze fluisterde weer.
'Waar dan? Zie jij iemand, Jack?'
Ook Karin keek nu langs het gebouw, maar de vrouw was weg. Ze haalde haar schouders op; ze had toch niks bij zich dat verboden was. Bovendien kon haar afspraak er elk ogenblik zijn.
'Goed, ik laat mijn zakken zien,' zei ze. 'Als jullie dan weggaan.'
'Deal,' zei Jack. Hij hield niet van
moeilijkheden maken op niks af.
Toen Karin de agenten weg zag
kuieren, kon ze eindelijk uitgebreid om zich heen kijken. Waar
bleef John? En waar was die vrouw... Ze keek op haar horloge. Het
was vijf over. Toen ze nogmaals achterom keek, stond ze oog in oog
met de vrouw die haar jas dicht had. Ze leek dwars door haar heen
te kijken. Wat had ze in haar hand?
Dominique kon zo zeuren. Hoezo, nog iemand? Hij was aan de achterkant geweest om te pissen en had niemand gezien. 'Dat was maar een smoes van dat kind, natuurlijk,' legde hij vermoeid uit.
'Laten we er dan nog een keertje langsrijden,' zei Dominique. 'Ik blijf...'
Pas bij de tweede schreeuw begreep Jack waarom Dominique zich ineens had omgedraaid en terugsprintte. Wurging, zo klonk het.
Het zag er ook uit als wurging. Hij zag de krantenkop al voor zich: 'Agenten Deruddere en Spanjaard betrappen lustmoordenaar op heterdaad'. Hij trok zijn pistool. Om er mee in de lucht te schieten, nam hij zich voor. Maar het ging allemaal heel gemakkelijk. Het meisje lag huilend op de grond, Dominique eroverheen gebogen. Zolangje nog kunt huilen, red je het wel, dacht Jack. Hij stak zijn pistool terug in de holster en wendde zich tot de dader, die rechtop stond. Haar jas welfde licht: het was een vrouw. Toen de boeien klikten, barstte ze los. 'De sletten. Hoeren zijn het, erger nog, want ze vragen geen geld. Over de telefoon! En vrouwen zoals ik? Moeten wij dat allemaal maar goedvinden?'
Ze leek alleen maar kwaad. De tranen die over haar wangen liepen hadden weinig met verdriet te maken. Jack haalde diep adem. Een gestoorde.
'Ik ben ook van vlees en bloed maar ik ben mijn man trouw gebleven. En na zijn dood... Een vrouw blijft haar man ook na zijn dood trouw. Behalve hoeren!' Ze hapte naar lucht en Jack klopte op haar mouw.
'Vertelt u dat maar op het bureau, mevrouw.'
Maar ze was nog niet klaar. 'En hij was mij ook trouw, bleef mij trouw. Tot... totdat... Die dellen met hun onschuldige stemmetjes maakten hem gek. Ik heb het gehoord, ik draaide die nummers en luisterde totdat ik hem zelf hoorde. Op zo'n bandje. Die taal, zo was hij niet. Hoeren, sletten. Erger nog.' Ze was begonnen te snikken, maar nog steeds leek het meer op woede dan op verdriet.
'En nu nog ben ik hem trouw!'
Jack troonde haar mee naar de auto
en realiseerde zich dat ze een eindje zouden moeten lopen. Maar de
vrouw werkte niet tegen.
vrijdag
Tim Pardoen kwam energiek aangelopen, dwars door de aankomsthal. Uithuisje gaf hem een hand en zag het uitgeruste, verbrande voorhoofd van de kalende Pardoen. Hij herinnerde zich hoe zijn eigen gezicht er uit had gezien zo-even in de spiegel bij het toilet. 'Vannacht weer niet geslapen, Tim,' zei hij verontschuldigend.
'Het is jammer dat je er bent, al ben ik blij je te zien. We konden je niet meer bereiken. Maar de zaak is rond. Heterdaad, door een patrouille.'
Uithuisje geloofde niet in speurdersintuïtie. Maar het was onmogelijk dat Pardoen al over de afwikkeling had gehoord. Zijn mond viel daarom open toen Tim Pardoen de eerste van de twee vragen stelde: 'Was het een vrouw?'
En even later: 'Zijn jullie de
afsprakenlijnen gaan bellen?'