JACQUES POST
Pleurodira
Op een winteravond lag ergens aan de oever van de Bergse Achterpias een man dood te gaan. Tijdens de laatste seconden die hem van de eeuwigheid scheidden, dacht hij:
De ene mens zoekt een moordenaar, de andere een slachtoffer.
Een van de twee is slimmer dan de ander.
Wie van de twee?
Waarom hij dat dacht, wist hij niet. Het interesseerde hem ook niet. Hij lag half ondereen steiger, in ondiep water en tussen bevroren rietstengels. Golfjes kabbelden tegen zijn wangen en om hem heen was het avond, donker en stil, tot een schoenzool het plankier boven zijn hoofd het kraken.
Wie van de twee?
Hij of zij?
Ook dat wist hij niet. Hij herinnerde zich alleen de laatste seconden voor de schoten vielen: het afmeren en de sprong van zijn jacht naar de steiger. En toen de vuurflits.
De eerste kogel had hem in zijn schouder geraakt; het tweede schot had hem een gevoel bezorgd alsof iemand met een gloeiende pook in zijn ingewanden roerde. Daarna? Een val, een plons in inktzwarte duisternis, tussen wal en schip. Toen even niets.
Hij luisterde naar de voetstappen boven zijn hoofd en bleef roerloos liggen. Bewegen ging niet meer. Toen de oorzaak daarvan tot hem doordrong, besefte hij dat het met hem gedaan was. Wist het - omdat? - omdat zijn gedachten over het spoor van zijn herinnering teruggleden naar een langwerpig houten schoolgebouw, naar een zonovergoten rolschaatsbaan op een zomerdag, lang geleden. Daar zat hij, zes jaar, in kniebroek en katoenen overhemd, aan een bank met ingekraste letters en houterige poppetjes. Hij had een vraag, stak een vinger op en was, zoals altijd, te laat. De schoolbel rinkelde. Zijn klasgenootjes gleden uit de banken en renden een lange zomervakantie tegemoet. Hij bleef alleen achter.
Het plankier kraakte opnieuw. Een slaapverwekkende warmte trok aan zijn oogleden. Hij werd er moe van. Hij sloot zijn ogen, heel even.
Dacht hij.
1
Toen twee dagen later in een winkel vol oosters antiek aan de Rotterdamse Goudsesingel de telefoon rinkelde, was hel buiten halfdonker. Een grauw wolkendek dat vanuit het westen langzaam over de stad heen was getrokken, had de heldere vrieslucht aan het zicht onttrokken. Kort daarop was de eerste sneeuw gevallen.
Toen het oproepsignaal voor de tweede keer om zijn aandacht vroeg, wendde Maalbeek zich af van het besneeuwde straatgebeuren en liep naar achteren. Zijn spiegelbeeld, dat van een gezette zestiger met een schedel die glom als een fietsbel, liep in het glaswerk van de vitrinekasten vol Kaboeki-maskers met hem mee. De telefoon stond verborgen achter een lakscherm.
'Maalbeek, antiek & curiosa.'
'Met Serviere,' zei een mannenstem. 'Meneer Maalbeek, ik heb uw telefoonnummer gekregen van een wederzijdse kennis, Corbijn.'
'Corbijn? Corbijn? Jacob Corbijn?' vroeg Maalbeek.
'Ja.'
De naam was die van een rechercheur, een man met wie Maalbeek vlak voordat hij ontslag had genomen bij het politiekorps enige tijd had samengewerkt. Het laatste wat Maalbeek van Corbijn had vernomen, was dat hij bij de fiscale recherche tot inspecteur was benoemd.
'Het gaat om het volgende,' zei Serviere. 'Mijn zoon is sinds twee dagen zoek en van de zijde van de politie weigert men enige actie te ondernemen.' 'O.'
'De rechercheur van Vermiste Personen die ik aan de lijn kreeg, zei dat ze wel iets beters te doen hebben dan op zoek te gaan naar een vierendertigjarige man. Ik wilde u...'
'Een ogenblik,' zei Maalbeek. 'Meneer Serviere, voor het geval u mij gaat vragen op zoek te gaan naar uw zoon, ik heb geen opsporingsbevoegdheid. Geen enkele bevoegdheid, eerlijk gezegd. Afgezien daarvan, een vierendertigjarige man loopt niet in zeven sloten tegelijk, nietwaar?'
'Corbijn waarschuwde me al dat u op deze wijze zou reageren. Hij zei echter ook dat u iemand bent die altijd op een uitdaging ingaat, mits die interessant genoeg is.'
'U weet het aardig te brengen.'
'Meneer Maalbeek, aan de verdwijning van mijn zoon is een en ander voorafgegaan. Ik denk dat ik weet waarom hij is verdwenen, maar bewijzen kan ik niets. Bovendien, ik ben invalide en derhalve immobiel. Wilt u me helpen? U hoeft het niet voor niets te doen. Ik ben bereid u twintigduizend gulden van mijn spaargeld te geven als u erin slaagt mijn zoon op te sporen.'
'Nee,' zei Maalbeek na een korte aarzeling. 'Daar begin ik niet aan. Als er sprake is van een misdrijf, is dit een politiezaak.'
'Jammer.' Een ogenblik stilte, toen:
'Wilt u toch mijn adres en telefoonnummer noteren voor het geval u
van gedachten verandert?'
'Henk!' zei een bekende stem anderhalfuur later achter Maalbeeks rug. Verrast draaide hij zich om. Hij stond aan de toog van De Windvaan, het café waar hij zijn dagelijkse lunch gebruikte: een kop soep, een broodje pekelvlees en koffie, zwart, in die volgorde.
Jacob Corbijn was lang en spichtig. Zijn magere hals stak als een periscoop uit zijn overhemdsboord omhoog. Hij sloeg de sneeuwvlokken van zijn regenjas en keek Maalbeek met vochtig-blauwe ogen vragend aan. 'En?' vroeg hij. 'Heeft Serviere je gebeld?'
'Ja,' zei Maalbeek na de gebruikelijke handdruk, 'maar ik heb nee gezegd.'
'Zomaar? Heeft Serviere het dan niet over Bardonk gehad?'
'Hij had het alleen over zijn zoon. En hij zei dat hij me een interessant verhaal te vertellen had. Is dat zo?'
'Nou en of!'
'Wie is die Bardonk?'
'Lees jij geen kranten? Adriaan Martinus Bardonk is een bouwer van luxejachten op bestelling. Hij en zijn partner hebben een BV, Vortex Jachtenbouw. Als je de kranten van de afgelopen week had gelezen, zou je weten dat de beide heren worden beschuldigd van flessentrekkerij en valsheid in geschrifte. En dat niet alleen. Vijf dagen geleden namen wij, de Fiscale recherche, de administratie in beslag. Een voorlopig onderzoek wees uit dat de fiscus waarschijnlijk voor een bedrag van ruim 670 000 gulden werd benadeeeld en de bedrijfsvereniging voor ten minste 82 000 gulden. Bovendien werden zes leveranciers van materialen niet betaald. Daarbij gaat het om een bedrag van 150 000 gulden. Het onderzoek wees ook uit dat over een periode van vier weken, vóór onze inval, een bedrag van 820 000 naar een Zwitserse bankrekening werd overgemaakt. Bardonk was degene die opdracht tot die overboekingen gaf', maar hij beweert dat zijn partner de schuldige is.'
'En die partner heet Marcel Serviere en is sinds twee dagen zoek,' stelde Maalbeek vast. 'Ik had al zo'n vermoeden dat er ergens een addertje onder het gras schuilging. Jij wilt Bardonk en zi jn partner te grazen nemen en ik mag het voorprogramma verzorgen. Heb ik gelijk of niet?' Hij schudde meewarig zijn hoofd en nam een hap van zijn broodje. 'Vergeet het maar.'
'Hoeveel bood de oude Serviere je?'
' Twintigduizend.'
Corbijn knikte alsof dat geen nieuwtje voor hem was. Hij leunde met één elleboog op de toog en boog zich naar voren. 'Henk, ik weet dat jij met die antiekzaak van jou de afgelopen vier jaren een belastingschuld van zo'n tachtig mille hebt opgebouwd. Weliswaar heb je een afbetalingsregeling getroffen, maar die zou gemakkelijk gewijzigd kunnen worden. En dan? Wat zou er van je zaak overblijven als je, bijvoorbeeld, het verschuldigde bedrag binnen twee jaar zou moeten voldoen?' Corbijn smakte met zijn lippen. 'Daar zou ik voor kunnen zorgen, weet je, en ik zou het je nog veel moeilijker kunnen maken. Ik heb er de contacten voor.'
'Is dat een belofte of een dreigement?' Maalbeeks broodje smaakte opeens naar karton, het pekelvlees naar as.
'Een beetje van allebei.'
'Meen je dat? Werkelijk?'
'Yep.'
'Jacob,' zei Maalbeek bedachtzaam. 'Als je me tien jaar geleden op deze manier zou hebben benaderd, zou je er ten minste een dichtgetimmerd oog aan hebben overgehouden. Ik vraag me af waarom ik alsnog geen poging waag. Weet jij het?'
'De tijden zijn veranderd. Wij zijn veranderd. Kies maar.'
'Heb je er rekening mee gehouden dat je mogelijk iets in beweging zet waarvan je later spijt zult krijgen?'
'Henk, ik heb de afgelopen zes maanden nauwelijks succes geboekt Mijn superieuren worden ongeduldig. Het wordt tijd dat ik scoor, en op een manier die indruk maakt.'
'Maar hoe, dat doet er niet toe?'
'Jij was de beste,' zei Corbijn met een knipoog. 'Zoek Marcel Serviere voor me op en laat me weten waar hij is. Meer hoef je niet voor me te doen.'
'Een hele geruststelling.' Maalbeek
veegde met een servet zorgvuldig zijn lippen schoon en keerde de
ander de rug toe. Hij nam niet de moeite nog iets aan het gesprek
toe te voegen.
Die middag ging Maalbeeks stemming er niet op vooruit. Hij liep van alles omver en morste koffie. Een klant die belangstelling toonde voor een samoeraihelm, werd zo onverschillig te woord gestaan dat de man geïrriteerd de winkel uitliep.
Om vier uur kreeg Maalbeek een telefoontje van het belastingkantoor. 'Meneer Maalbeek,' zei de inspecteur die hem belde, 'bij het vaststellen van uw afbetalingsregeling werden enkele zaken over het hoofd gezien. Een herziening van de afspraken lijkt daarom zinvol.'
Na dat gesprek had Maalbeek er
genoeg van. Vanuit een la onder de toonbank haalde hij een
kennisgeving tevoorschijn. Door omstandigheden
tijdelijk gesloten, luidde de tekst die om halfvijf achter
de etalageruit prijkte. Maalbeek was toen al op weg naar
Hillegersberg.
2
De villa van Serviere senior bevond zich aan de oostkant van de Bergse Achterpias, op de punt van Wilgenoord. Toen Maalbeek er aanbelde, hing de zon al laag boven de bomen en schilderde een gele landingsbaan op de bevroren plas. De huishoudster die opendeed, informeerde binnenshuis of hij welkom was en liet hem even later binnen.
Haar aanbod om zich over zijn jas te ontfermen, sloeg Maalbeek resoluut af. Hij schoof langs haar heen, liep de gang door en stapte als een vleesgeworden onweerswolk een woonkamer vol eikenhouten meubilair binnen.
Bij zijn binnenkomst keek een oude man op van zijn plaats bij het raam.
Grijs haar, een dunne grijze snor, een tweedjasje en een donker overhemd, dat waren de eerste indrukken die Maalbeek opdeed. Het uiterlijk van de man herinnerde hem aan de Engelse administrateurs die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Stille Oceaan had leren kennen. 'Serviere?' vroeg hij.
De man draaide zijn rolstoel een kwartslag en stak Maalbeek een hand toe. 'Meneer Maalbeek. Het doet me genoegen te constateren dat u van gedachten bent veranderd.'
'Maar niet vrijwillig.' De ex-politieman negeerde de uitgestoken hand en nam plaats op een fauteuil. 'Wat is uw relatie tot Gorbijn?'
'Hij is een, eh, huisvriend.'
'Aardige man.' Maalbeek kwam meteen terzake. 'Afijn, het gevolg van mijn gesprek met Jacob Gorbijn is dat ik nu hier zit én dat ik het honorarium voor het opsporen van uw zoon heb opgetrokken van twintig- naar veertigduizend gulden. Voorts moet ik kwijt dat ik noch van uw aanpak, noch van die van Gorbijn bepaald gecharmeerd ben.
Integendeel. Welnu, zullen we de beleefdheden verder maar overslaan?' Hij haalde diep adem. 'Vanochtend zei u te weten waarom uw zoon is verdwenen. Ik ben heel benieuwd naar het waarom.' In afwachting van het antwoord haalde Maalbeek zijn sigarenkoker tevoorschijn en stak een sigaar op. Toen de punt rondom mooi gelijk brandde, keek hij zijn gastheer aan.
Serviere legde zijn handen op de geruite deken die zijn knieën bedekte. 'Bent u op de hoogte van het bestaan van Vortexjachtenbouw?' vroeg hij afgemeten.
'Ja. En van de "problemen". En let u vooral op mijn cynische ondertoon.'
'Toen ik mijn zoon voor het laatst sprak, was hij in alle staten. Een dag eerder ontdekte hij dat zijn partner, vóór de inval van de fiscale recherche bij Vortex, ruim acht ton naar het buitenland had laten overmaken. Bardonk, de partner, ontkende echter. Twee dagen geleden belde mijn zoon Bardonk op om de zaak voor eens en voor altijd uit te praten, en voer nog diezelfde avond af.'
Maalbeek trok vragend een wenkbrauw op.
'Bardonk woont aan de overkant van de plas,' verklaarde Serviere, en knikte in de richting van de ijsvlakte. 'Ik heb Marcel sinds die avond niet meer teruggezien. Een onbekende bracht zijn jacht terug.'
'Hoe weet u dat?'
'Ik zag het jacht afmeren en dacht dat Marcel thuiskwam. Toen hij na een halfuur zijn gezicht nog niet had laten zien, begon ik ongerust te worden. Ik kan namelijk niet op eigen kracht naar boven en naar bed.'
'Marcel woont bij u in?'
De oude man knikte. 'Ik belde Bardonk. Hij ontkende botweg dat hij mijn zoon die avond had gezien. Ik vermoed' - Serviere balde zijn handen tot vuisten en begon opnieuw - 'ik vermoed dat Marcel ruzie kreeg met Bardonk en dat er iets... iets ergs is gebeurd.'
'Denkt u dat Bardonk uw zoon iets aandeed?' Maalbeek vroeg het spottend. 'Waarom zou hij dat doen?'
'Wat weet u van computers?' vroeg Serviere in plaats van de vraag te beantwoorden.
'Niet veel. Mijn zoon is er beter in thuis dan ik.'
'Mijn Marcel is een echte freak, zoals ze dat tegenwoordig zeggen.' Met een geroutineerde beweging ontgrendelde Serviere de wielklemmen van zijn rolstoel en zette die in beweging. Hij gebaarde Maalbeek hem te volgen. Ze gingen een zijkamer binnen. Op een tafel stonden twee toetsenborden met beeldschermen, vier diskdrives, een laserprinter en een modem. Onder de tafel stonden dozen met diskettes. Het vertrek was gespeend van meubilair.
Serviere draaide zijn stoer een halve slag en keek op naar Maalbeek, die somber de kamer rondkeek.
'Meneer Maalbeek, laten we er niet omheen draaien. Vortex bouwt jachten op bestelling, hetzij voor redelijk gefortuneerde lieden, hetzij voor mensen die niet weten wat ze met hun zwart verdiende geld moeten beginnen.'
'Interessant.'
'Die laatste categorie wil om begrijpelijke redenen niet als eigenaar van een jacht in de boekhouding van een werf worden opgevoerd. Er is dus altijd een dubbele boekhouding. Aangezien mijn zoon bij Vortex de financiële kant van de zaken onder zijn hoede heeft - Bardonk doet het uitvoerende gedeelte - bedacht hij iets om de zwarte boekhouding tegen inzage door derden te bechermen: een toegangscode tot de bedrijfscomputer, een wachtwoord, gebaseerd op persoonlijke identificatie.'
'Legt u dat eens uit.'
'Bij de meeste systemen is het zo dat een enigszins capabele kraker na een avondje werken elk systeem binnendringt. Alternatieve beveiligingssystemen, via zogenaamde "smartcards" of "toetsenbordsleutels", hebben andere nadelen. Ze kunnen worden gestolen of, nog eenvoudiger, worden verloren. Stemherkenning is een mogelijkheid, maar de vereiste apparatuur is niet te betalen. Kunt u me tot zover volgen?'
'Maakt u zich geen zorgen.'
Serviere schraapte zijn keel. 'Mijn zoon bedacht een oplossing. Iedereen die plaatsneemt achter een toetsenbord beschikt over een typkarakteristiek, zo redeneerde hij. Denkt u maar eens aan de morsemarconist die vroeger zijn collega's kon identificeren aan de manier waarop de sleutel werd gehanteerd. De keuze van een codewoord is daarbij niet belangrijk, maar de manier waarop het woord wordt ingetikt, de in nanoseconden berekende tijd tussen het intoetsen van de tekens, is dat wel. Elk te bedenken woord kent immers duizenden manieren van intikken. Met twee vingers, met vier, met tien, met een middelvinger die over het hele bord gaat of met een oplettende duim die boven de z hangt. Om kort te gaan, zowel Marcel als Bardonk oefenden een middagje op het intypen van een codewoord. De gegevens werden opgeslagen in de databank van Vortex, in de vorm van een tabel van de gemeten tussentijden van het getypte codewoord. Het bleek een identificatiemethode die net zo persoonsgebonden is als een vingerafdruk. Waarom lacht u?' vroeg Serviere scherp.
'Wat gebeurt er wanneer de gebruiker een schilderijtje ophangt en op de oplettende duim slaat die boven de Z hangt?' Maalbeek gaf zelf het antwoord: 'Die gebruiker zou een dag of wat geen toegang tot zijn administratie kunnen krijgen.'
Serviere wuifde de opmerking als onbelangrijk terzijde. 'De reden dat ik u dit vertel, is om duidelijk te maken hoe het systeem werkt en om duidelijk te maken dat alleen Marcel en Bardonk toegang tot de computer hadden. Daarom kon Marcel gemakkelijk natrekken dat het Bar-donk was die het geld naar Zwitserland liet overboeken, omdat de overboeking door zijn typkarakteristiek werd gemarkeerd.'
Maalbeek haalde zijn schouders op. 'Hij had gewoon naar de politie kunnen gaan.'
'En zodoende het risico lopen dat Bardonk na een eventuele arrestatie over het zwarte geld van Vortex zou beginnen? Nee.' Maalbeek slenterde naar het raam en keek in gedachten verzonken naar buiten. Ken troep meeuwen verzamelde zich krijsend boven het jacht aan het eind van de landpunt die enkele tientallen meters de plas instak. 'Kon uw zoon vanuit deze kamer, via de modem en de telefoon, contact met de computer van Vortex maken?'
'Ja, maar Bardonk beschikt thuis over dezelfde apparatuur.'
'Maar uw zoon bedacht het beveiligingssysteem. Wellicht vond hij een manier om zonder achterlating van zijn typkarakteristiek de centrale computer opdrachten te geven. Wie weet maakte hij die acht ton naar het buitenland over en ging hij op de loop voor de problemen die hier dreigden.'
'Nee! Hij verzorgde mij. Hij zou me nooit en te nimmer voor zo'n bedrag in de steek laten.'
'Maar Bardonk daarentegen is wel iemand die voor acht ton tot moord in staat is? Want dat suggereert u al een poosje.'
'Waarom vraagt u het hem niet zelf?'
'Dat ben ik ook van plan.'
'Mooi, dan zal ik voor een introductie zorgen. De vrouw van Bardonk liet enkele jaren geleden een gedeelte van hun bungalow verbouwen.' Bedroefd keek Serviere naar zijn verlamde benen. 'Dat was vlak voor mijn ongeluk. Mijn aannemersbedrijfje deed de verbouwing.' Vervolgens vertelde hij Maalbeek dat de Bardonks een gedeelte van de verbouwingskosten nog steeds niet hadden voldaan. 'U kunt die schuld als een binnenkomertje gebruiken,' besloot hij.
Maalbeek knikte en begon zijn jas dicht te knopen. 'Twee dingen nog,' zei hij. 'Morgen verwacht ik een voorschot op mijn honorarium. De helft.'
'Geen probleem. En verder?'
'Daarnet zei u dat het codewoord zelf in het door uw zoon bedachte systeem niet van belang was. Welk woord, op de juiste manier ingetikt, geeft toegang tot de computer van Vortex Jachtenbouw?'
'Pleurodira, meneer Maalbeek.'
Die avond werd Maalbeek in zijn vrijgezellenflat aan het Oostplein gebeld door Jacob Corbijn.
'En Henk, hoe staan de zaken er inmiddels voor?'
'Dat is voor jou een zaak en voor mij een weet,' zei Maalbeek. 'Voorts, ik doe dit op mijn manier en ik pieker er niet over om jou op de hoogte te houden. Dit zaakje stinkt.'
'Huh?'
'De administratie van Vortex werd door de fiscale recherche in beslag genomen, ja? Geconstateerd werd dat een bedrag van acht ton naar het buitenland was overgemaakt, ja? Maar Bardonk loopt nog vrij rond. Hoe zit dat?'
'Er waren geen cellen vrij.'
'Ha-ha,' zei Maalbeek humorloos, en smeet de hoorn op de haak. Nijdig verschoof hij zijn leesbril naar het puntje van zijn neus en las voor de tweede keer de tekst in het encyclopediedeel dat op zijn schoot lag:
Op grond van de manier waarop de kop
binnen het pantser wordt getrokken, worden de schildpadden
onderscheiden in een tweetal onderorden: de Cryptodira of
Halsbergers en de Pleurodira of Halswenders. De Cryptodira zijn
over het algemeen in staat de
kop volledig aan het zicht, te onttrekken. De Pleurodira kunnen de
hals niet zo ver intrekken, maar slechts tot een klein stukje onder
het pantser. Misschien als compensatie daarvoor zijn de Pleurodira
over het algemeen agressiever dan de Cryptodira.
De volgende dag, bij zijn eerste bezoek aan de bungalow van Bardonk, trof Maalbeek niemand thuis. Na drie keer naar de zachte ding-dong van de bel te hebben geluisterd, maakte hij eenmaal een rondgang om het witte stenen bouwsel. Zonder resultaat. Achter de grote donkere ramen was geen beweging, maar dan ook niet de minste, waarneembaar.
Bij zijn volgende poging, een uur later, had hij meer succes. Toen hij de oprijlaan opstapte, verlegde een knappend geluid zijn aandacht naar het opbergschuurtje.
De bungalow werd omringd door een gazon in hoef-ijzervorm, dat op zijn beurt werd begrensd door de struiken en bomen van een wilde tuin. Het schuurtje stond links van de oprijlaan, op de scheidslijn tussen gazon en wildgroei. Daar, vanachter de keet en vanuit de schaduwen van de struiken, stapte een man het winterse zonlicht binnen. Hij had een alledaags uitgestreken gezicht en vlasblond haar. Een buik met de omvang van een voetbal duwde tegen de voorkant van zijn blauwe overall. In zijn ene hand hield hij een spade vast. Met de tak in zijn andere hand veegde hij het blad van het werktuig schoon en wierp de spade het schuurtje in. Toen hij over het besneeuwde gazon in beweging kwam, zette Maalbeek zich op een koers die hem in dezelfde richting voerde, naar de achterkant van de bungalow. De man versnelde zijn pas toen ergens binnen een telefoon begon te rinkelen.
Maalbeek handhaafde zijn wandelpas. Op het ogenblik waarop hij de hoek rondde, zwaaide in de achtergevel een raam open. Een golf verschaalde sigarettenrook gleed naar buiten en verwaaierde. 'Bardonk,' zei een mannenstem.
Voorzichtig keek Maalbeek naar binnen. Bardonk, de man in de blauwe overall, bevond zich in een werkkamer waarin tientallen ingelijste foto's van jachten de aandacht opeisten. Hij stond met zijn rug naar Maalbeek gekeerd. Hij hield de hoorn tussen oor en schouder geklemd, luisterde en stak in tussentijd een sigaret op. Toen hij zich omdraaide, speurend naar een asbak, kreeg hij Maalbeek in het oog. 'Een ogenblik,' zei hij abrupt. 'Ik bel je zo terug.'
Hij deed twee stappen naar voren en steunde met beide handen op de vensterbank. Zijn oogleden zakten iets om de rook die van zijn sigaret omhoog kringelde van zijn netvlies te weren. Nu hij hem van dichtbij zag, schatte Maalbeek hem midden vijftig.
'Zeg,' begon Bardonk lijzig, 'je vindt het toch niet erg als ik vraag wat je daar staat te doen, hè? Je mag het gewoon zeggen, hoor. Je hoeft je niet in te spannen om smoesjes te verzinnen.'
'Bardonk?' vroeg Maalbeek onnozel.
'De enige echte.'
'Maalbeek,' zei Maalbeek. 'Meneer Bardonk, uw vrouw gaf drie jaar geleden opdracht tot een uitbouw aan de keuken en...'
'Heeft die ouwe Serviere een deurwaarder in de arm genomen? Jezus, man, je ziet eruit alsof je je eigen schoenveters nog niet kunt vastmaken.'
'Er staat nog een bedrag van achtduizend gulden open,' zei Maalbeek onverstoord. 'Het zou vorig jaar al worden overgemaakt.'
'Maar dat gebeurde niet?'
'Blijkbaar niet, nee.'
'Dat is vervelend voor jou. Mijn vrouw zit namelijk in Zwitserland en ik ben niet van plan haar grillen te bekostigen.'
'Wanneer verwacht u haar terug?'
'Over een dag of tien?'
'Ik vraag het u.'
'Luister eens, ouwe.' Bardonk wees met zijn duim naar rechts. 'Je kunt kiezen: neem die uitbouw op je schouder of kom over een dag of tien nog eens langs.' Het volgende ogenblik fronste hij zijn wekbrauwen. 'Heb ik jouw gezicht hier niet eerder gezien?'
'Voor zover ik weet niet.'
'Toch wel,' zei Bardonk langgerekt. 'En als je even binnenkomt, zal ik je laten zien waarom ik dat zo zeker weet.' Tevreden over de onverwachte meevaller ging Maalbeek via de achterdeur naar binnen. Eenmaal in de werkkamer werd hij door een lichte duizeling bevangen. Op een computerbeeldscherm zag hij een grafische afbeelding van zijn eigen gezicht.
'Buiten hangen twee camera's,' verklaarde Bardonk. 'Iedereen die het terrein opkomt, activeert een elektronisch oog dat automatisch de camera inschakelt. De beelden worden aan de computer doorgegeven en compleet met tijdmelding opgeslagen.'
Bardonk tikte enkele toetsen aan. Op het scherm verschenen digitale cijfers: 11.14. De opname moest zijn gemaakt toen Maalbeek tijdens zijn eerste bezoek rond de woning was geslenterd.
Bardonk stelde zich voor Maalbeek op en tikte hem legen zijn borst. 'Jij bent dus geen deurwaarder,' zei hij. 'Een deurwaarder zou na een vergeefs bezoek beslist een mooi papiertje in de bus hebben gestopt.' Hij zweeg een ogenblik. 'Maar je kent de oude Serviere, anders zou je niet van die uitbouw op de hoogte zijn geweest. Kan ik je misschien ergens mee helpen?'
'Als je me zou kunnen vertellen waar Marcel Serviere zich bevindt, ja, dan kunt u mij van dienst zijn.'
'In Zwitserland,' zei Bardonk afgemeten.
Maalbeek aarzelde. 'In gezelschap van uw vrouw?'
Heel even zag het ernaar uit dat Bardonk naar hem zo'n uithalen, maar het ogenblik verstreek. Wantrouwig bleef hij Maalbeek aankijken. 'Waarom denk je dat?'
'Gokje.'
Maalbeek maakte een trage pirouette. Archiefkasten, kantoormeubilair, een computer van het model dat hij bij Serviere had gesignaleerd en een levensgrote terrarium-bak, leeg. De glazen bak rook licht naar ether.
Bardonks schouders zakten. 'Hééft Serviere je gestuurd?'
'Ja.'
'Denkt hij dat ik zijn zoon heb vermoord?'
'Is dat zo?'
'Voor acht ton?' vroeg Bardonk verontwaardigd. 'Man, doe niet zo belachelijk.'
'Ik vraag het maar.'
'Nee, ik heb Marcel niet vermoord en ik was niet degene die 's avonds laat zijn jacht heeft afgemeerd. Of heeft die ouwe daar niets van gezegd?'
'Jawel.'
'Nou dan? Wat zoek je dan hier? Of heb je al een kijkje aan boord van dat bootje genomen? Een onderzoek begint toch altijd op de plek waar de vermiste persoon het laatst werd gesignaleerd?'
'Is dat zo?' vroeg Maalbeek opnieuw. 'Of is er een andere reden voor die opmerking?'
'Ja,' zei Bardonk. 'Eerlijk gezegd, ja, er is een andere reden voor. Als jij wilt rondsnuffelen, oké, maar als ik je hier, op mijn terrein, nog één keer betrap, neem ik je zodanig onder handen dat je er net zo of erger dan Serviere aan toe bent.'
Maalbeek knikte begrijpend en draaide zich om. In de deuropening wierp hij een blik over zijn schouder. Een grimmig gezicht keek hem aan. Bardonk zei hem niet gedag.
Gewoontegetrouw tikte Maalbeek
beleefd aan zijn hoed en deed wat er van hem werd verwacht. Hij
stapte op.
Tien minuten later arriveerde Maalbeek aan de andere kant van de plas. Op Wilgenoord belde hij niet aan. Hij liep naar de achterkant van het huis van Serviere en keek vanuit de tuin omhoog naar het raam. 'Serviere,' riep hij.
Het duurde even - Maalbeek herhaalde de oproep -maar tenslotte verscheen het gezicht van de oude man achter het raam van de computerkamer. Hij liet het raam openzwaaien en keek naar beneden. 'Wat wilt u? Waarom komt u niet gewoon binnen?' Bij elk woord kwam er een wolkje witte damp uit zijn mond.
'U hebt er zeker geen bezwaar tegen als ik even een kijkje neem aan boord van het jacht van uw zoon?'
'Geenszins. Hebt u Bardonk al gesproken?'
'Ja. Is het mogelijk dat zijn vrouw een verhouding met uw zoon had?'
Serviere knipperde met zijn ogen en slikte iets weg. 'Zei die schoft dat?'
'Niet met zoveel woorden.'
'En verder?'
Maalbeek begon in de richting van de landpunt te lopen. 'Hij gaf me een lip.'
'O ja? Waarover?'
Maalbeek gaf geen antwoord. De bevroren sneeuw knisperde onder zijn schoenzolen. De kale takken van de struiken rondom hem wezen als waarschuwende vingers omhoog.
'Maalbeek!' riep Serviere vergeefs.
De ex-politieman stak een hand op, wuifde en liep verder als een beer die honing ruikt. Bij de waterkant bleef hij staan. Het kajuitjacht was rank, wit en rondom uil het ijs gehakt. Het chroom- en koperwerk was glanzend gepoetst. Toen Maalbeek de loopplank opliep, werd hij meteen de wiegende beweging van de romp gewaar. Aan dek en in de kajuit zag hij niets dat zijn aandacht langer dan enkele seconden vasthield.Hij ging het vooronder binnen. Dc smalle ruimte telde vier slaapplaatsen, waarvan er maar een recentelijk was gebruikt. Het stijlbevroren beddengoed was gekreukt. Op de grond lag een halfvolle fles wijn. Ernaast stond een asbak met peuken, met en zonder filter. In een hoek van het loopoppervlak lag een verweerde portefeuille.
De inhoud bestond uit bevroren papieren, creditcards en een bankpas op naam van Marcel Serviere. Maalbeek keek er niet van op. Zijn belangstelling ging vooral uit naar een in metaalfolie verpakt plat vierkant dat een diskette bleek te zijn zodra hij het folie eraf had gepeuterd.
Toen hij weer aan dek verscheen,
werd op de plasoever de rode vlag gehesen die waarschuwde voor de
onbetrouwbaarheid van het ijs.
De vragen die Serviere senior op hem afvuurde toen Maalbeek het huis naderde, werden door de ex-politieman beantwoord meteen hoofdschudden. Hij stapte in zijn auto en ging op zoek naar een telefooncel. Vandaaruit belde hij zijn zoon op de economische faculteit en stelde twee vragen. De antwoorden waren bevredigend.
Ja, Victor had even tijd en
inderdaad, hij had op de faculteit de beschikking over een
Apple.
4
'Jij trekt moeilijkheden aan,' zei Victor toen Maalbeek zijn verhaal had gedaan. 'Dat kun jij niet helpen, maar dat je er onveranderlijk een persoonlijke zaak van maakt, daar snap ik niets van.'
Ze bevonden zich op de negende verdieping van het gebouw van de economische faculteit. In de verte, in de winterse schemering, kropen de auto's vier rijen dik over de Van Brienenoordbrug.
'Wat is dat?' vroeg Maalbeek schouderophalend. Hij wees.
Ze zaten in een TL.-verlichte ruimte, naast elkaar, en keken naar het monochrome beeld van een computerscherm. Victor, lang en sceptisch, reproduceerde het geluid dat Maalbeeks aandacht had getrokken. 'Een elektronische scheet,' zei hij, wijzend naar de modem. 'Kijk, daar heb je je tekst.'
Op het scherm kwam de cursor in beweging en liet een woord achter. PLEURODIRA, lazen ze.
'Staat dat op de diskette die ik je gaf?' wilde Maalbeek weten.
'Ja. Hetzij Bardonk, hetzij Serviere junior zette zijn typ-karakteristiek op deze schijf.'
'Betekent dit dat je nu met behulp van de karakteristiek kunt inbreken in de computer van Vortex?'
'Via modem en telefoon, ja.'
'Doen.'
Terwijl Victor de computer van opdrachten voorzag, zocht Maalbeek het telefoonnummer van Vortex Jachten bouw in het telefoonboek op.
Vijf minuten na het eerste modemcontact gleden de bestandsnamen van de administratie van Vortex over het scherm.
'Er zit een hiaat in,' zei Victor. 'Waarschijnlijk een bestand dat van een codenaam werd voorzien.'
'Probeer Pleurodira nog een keer.'
Victor voerde de typkarakteristiek in, keek en schudde zijn hoofd. Een gedeelte van de tekst bleef op het scherm achter. 'Alleen "odira" wordt geaccepteerd. De computer van Vortex vraagt om de rest.'
'Cryptodira,' zei Maalbeek.
'Pardon?' Zijn zoon keek hem bevreemd aan.
Maalbeek herhaalde het woord. Victor sloeg de toetsen aan. Enkele seconden later rolde een reeks namen, adressen en bedragen over het scherm. Specificaties ontbraken, maar het totaalbedrag van 1,2 miljoen zag er indrukwekkend uit. Daarna volgde een bestand met rekeningen.
'Ik denk,' zei Maalbeek tevreden, 'dat dit een gedeelte van de zwarte boekhouding van Vortex is, en dat werpt een verfrissend nieuw licht op de zaak. Stop!'
'Corbijn,' zeiden ze tegelijkertijd.
Victor wipte op zijn stoel naar voren. 'Corbijn. Een rekening. Je hebt 'm bij zijn ballen, ouwe.'
'En ik weet genoeg om een gokje te wagen,' zei Maalbeek. 'Kun jij gegevens aan de computer van Vortex toevoegen?'
'Traceren is onmogelijk?'
'Uitgesloten.'
'Dan doen we het als volgt: ik dicteer je een tekstje en ga vervolgens op bezoek bij Serviere omdat ik verwacht dat daar uiteindelijk de klappen zullen vallen. Een halfuur na mijn vertrek bel je Bardonk thuis op en zegt tegen hem dat "Cryptodira" met een interessante tekst werd aangevuld. Daarna leg je op. Oké?'
'Je zegt het maar.'
Maalbeek dicteerde. Victor
typte:
bardonk,
tegen je bezoeker zei je vandaag dat je voor acht ton' geen moord
zou plegen, en dat klopt. je hebt marcel vermoord vanwege de 1,2
miijoen aan illegaal verdiend geld, dat je ongetwijfeld op een
tweede buitenlandse rekening hebt overgeboekt. slim om de diske tte
met jouw karakteristiek op het jacht van marcel achter te laten. slim om de
indruk te wekken dat je vrouw er met marcel vandoor is. ze hadden
immers een verhouding, een feit waar iedereen in je omgeving van op
de hoogte is? waar is je vrouw nu? heb je haar ook uit de weg
geruimd?hoe het ook zit, ik bied je de kans om alsnog vrijuit te
gaan, vooropgesteld datje bereid bent een half miljoen aan mij over
te dragen. boek het bedrag maar af als smartengeld voor een
treurende vader.
'Keurig,' zei Maalbeck. 'Als Bardonk hapt, hangt hij. Zo niet, dan probeer ik het vanuit een andere invalshoek.'
Het volgende ogenblik verdween de tekst van het scherm en werd vervangen door een vraag: wie ben jij?
'Jezus, iemand heeft onze inbraak
gevolgd,' zei Victor. 'Serviere,' zei Maalbeek. 'Of Bardonk.' 'Of
allebei.'
Maalbeek trok zijn voet weg van het gaspedaal. Het hoge toerental van zijn Saab ging over in een laag gebrom en met een slakkengang reed de auto tot pal voor de woning van Serviere senior. Het schot viel tegelijkertijd met de klap waarmee Maalbeek het portier dichtsmeet. Hij aarzelde. Het tweede schot, afkomstig van de achterkant van de woning van Serviere, gaf hem zekerheid. Met flapperende jaspanden rende hij het tuinpad op en langs de zijgevel. Het grootste gedeelte van de tuin achter de woning baadde in het felle licht van de spots aan de achtergevel. Vanuit het duister buiten de lichtkring klonk het geluid van brekende takken en ritselend struikgewas.
'Maalbeek,' grauwde Serviere uit het openstaande raam op de eerste verdieping. 'Heb jij dat tekstje in de computer ingevoerd?'
Maalbeek begreep het meteen. Zowel Bardonk als de oude Serviere hadden de tekst tijdens de aanmaak onder ogen gekregen.
'Ik verwachtte hem, Maalbeek. Ik had hem bijna, toen hij via de achterdeur wilde insluipen. Goed werk, kerel.'
Het hoofd en de schouders van de man staken uit het raam naar voren. Zijn handen omklemden een ouderwets type jachtgeweer.
Maalbeek keek de tuin in. De landpunt werd aan twee kanten door water begrensd. Bardonk kon geen kant op, constateerde hij, tot het startende geluid van een dieselmotor tot hem doordrong.
'Hij is gek,' riep Serviere. 'Hij probeert er met het jacht vandoor te gaan, maar hij komt nooit door het ijs heen.' De dieselmotor ging naar een hoger toerental. IJs kraakte en knalde. Maalbeek rende naar het eind van de tuin. Daar bleef hij als aan de grond genageld staan.
Het jacht was inmiddels tien meter gevorderd. De lek-gevaren boeg kwam omhoog, schoof op het ijs en zakte er in een trage beweging doorheen. Harde knallen markeerden de plekken waar meterslange scheuren in het ijs ontstonden. Water borrelde uit de spleten omhoog. De boeg van het jacht schoof opnieuw ver op het ijs en scheurde verder open.
Het deurtje van de kajuit zwaaide open. De gedaante van Bardonk haastte zich over het dek.
'Springen,' schreeuwde Maalbeek.
De gedaante bleef in beweging. Bardonk liep terug naar de kajuit. De motor van het inmiddels licht hellende jacht maakte overuren en trok het vaartuig naar links.
Daarna volgden de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op.
Bardonk verdween in een reusachtige stoomwolk toen de dieselmotor in contact kwam met het ijskoude water.
Het ritmische gepuf miste enkele slagen en hield abrupt op.
Bardonk waagde de sprong. Zwaaiend met zijn armen belandde hij op een grote schots die door zijn lichaamsgewicht aan één kant omhoog werd gedrukt en kantelde. Instinctief gaf hij tegenwicht, raakte uit balans en ging kopje onder tussen het jacht en de schots, die langzaam, tergend langzaam, over de plek gleed waar hij onder water was verdwenen.
Maalbeek haastte zich naar de waterkant en beproefde de sterkte van het ijs. Na een waarschuwend gekraak trok hij zijn voet terug. 'Bardonk,' riep hij tegen beter weten in. Zijn stem en de rookwolken verwaaierden over de ijsvlakte en verdwenen in het niets.
Toen de dieselmotor explodeerde en
een dubbele vuurflits bloedrode sporen over het ijs trok, dook
Maalbeek ineen. Met een hand beschermend tegen zijn achterhoofd
haastte hij zich naar de woning en belde het hoofdbureau aan het
Haagseveer.
Schijnwerpers gaven als onontkoombare bakens de plaats aan waar Bardonk moest zijn. Binnen en buiten de periferie van het licht liepen politiemannen, journalisten en mannen in donkere overjassen wier functie niet duidelijk was. Aan het begin van de oprijlaan blokkeerden twee patrouillewagens de doorgang. Een lange rij personen-
auto's hield de lengte van de oprijlaan die naar de bungalow van Bardonk leidde, bezet.
Tussen degenen die van enige afstand het graafwerk achter de keet gadesloegen, ontwaarde Maalbeek een bekend gezicht. Geruisloos stelde hij zich naast de man op. 'Hebben jullie al iets gevonden?' vroeg hij.
'Schildpadden,' zei Corbijn. 'Zes stuks.'
'Hij begroef ze vanochtend,' zei Maalbeek. 'Hij verdoofde ze met ether. Hij wilde ervandoor gaan, denk ik.'
Maalbeek deed een stap naar voren en keek naar de schildpadden. De kopjes bevonden zich onder het pantser. Cryptodira. Maalbeek wendde zich tot Corbijn.
'Gelegenheidsmisdadigers zijn
allemaal hetzelfde,' zei hij. 'Als ze menen een vindingrijke vondst
te hebben gedaan, blijven ze die doorgaans in allerlei variaties
herhalen. Vanavond trof ik achter een schildpad een complete zwarte
boekhouding aan. Ik zou die lui maar adviseren door te graven.'
De twee lijken die ten slotte uit de bevroren aaide tevoorschijn kwamen, waren die van een man en een vrouw. De vrouw was met een nekschot gedood. De man tweemaal geraakt, eenmaal in de schouder, eenmaal in zijn maag.
'Triest,' zei Maalbeek zacht, en na een ogenblik stilte: 'Jacob...'
'Zeg maar meteen wat je kwijt wilt.'
'Toen je me in De Windvaan vertelde sinds een halfjaar geen successen te hebben geboekt, vond ik dat eigenaardig. Jij was goed, vroeger.'
Corbijn glimlachte wrang. 'De successen waren er wel, maar ze verschenen in geen enkel rapport.'
' Je liet je dus afkopen,' zei Maalbeek. 'En van het geld dat je zodoende binnenkreeg, kocht je bij Vortex een jacht. Vanmiddag zag ik zowel je naam als de koopsom op een computerscherm verschijnen. De oude Servierc wist ervan en dwong je tot actie tegen Bardonk toen zijn zoon verdween.'
'Ik kon er onmogelijk zelf op afgaan, Henk. Ik zat aan drie kanten klem. Door mijn collega's werd ik al met een scheef oog aangekeken omdat ik Bardonk, ondanks alle bewijzen, niet arresteerde. Maar Bardonk wist ook dat ik het jacht met illegaal verdiend geld had gekocht en inderdaad, Serviere dwong me met dezelfde wetenschap tot actie.'
'En daarom viel de keus op mij.' Een zucht. ' Je kunt kiezen, Jacob, jij gaat je collega's inlichten of ik doe het. Wat zal het zijn?'
'Laat de eer maar aan mij.'
Twee maanden later - drie dagen na Corbijns veroordeling-werd Maalbeek door een bevriende rechercheur gebeld. 'Serviere,' begon de politieman.
'Wat is er met hem?' vroeg Maalbeek.
'Hij werd gisterenavond gearresteerd toen hij vanuit Zwitserland probeerde 1,2 miljoen het land binnen te smokkelen. Hij was behoorlijk verontwaardigd toen we hem inrekenden. Bardonk had zijn zoon vermoord, zei hij, en hij beschouwde de illegale inkomsten als smartengeld voor het verlies.'
'Hoe kon hij dat geld in handen krijgen?' vroeg Maalbeek verbluft.
'Weet je dat dan niet? Hij deed de administratie van Vortex. Hij was degene die, met medeweten van zijn zoon, de afgelopen jaren grote bedragen zwart geld naar het buitenland overmaakte. Hij was ook degene die de typkarakteristiek bedacht. Bij het intypen van de karakteristieken maakte hij namelijk een kopie van die van Bardonk, en begon vervolgens driftig geld over te maken. Toen Bardonk erachter kwam, was dat voor hem de druppel die de emmer deed overlopen. De vader bestal hem en de zoon had een verhouding met zijn vrouw. Hij vermoordde zowel haar als Marcel en bedacht vervolgens het plannetje dat de indruk moest achterlaten dat Marcel er met zijn vrouw vandoor was. Serviere senior besloot dat Bardonk zou hangen en zocht naar een mogelijkheid om dat voor elkaar te krijgen. Via Corbijn kwam hij bij jou terecht. De rest is je bekend.'
'Dat betekent dat de oude Serviere indirect schuldig was aan de moord op zijn zoon?'
'Misschien dat hij het daarom heeft gedaan.'
'Wat gedaan?'
'Hij verhing zich vanochtend in zijn
cel.'
Die avond kon Maalbeek de slaap niet
vatten Ten slotte stapte hij uit bed en liep in gedachten verzonken
naar zijn boekenkast. Even later had hij gevonden waarnaar hij
zocht, en las: De Cryptodira zijn over het
algemeen in slaat de kop volledig aan het zicht te onttrekken. De
Pleurodira kunnen de hals niet zo ver intrekken. Misschien als
compensatie daarvoor zijn de Pleurodira over het algemeen
agressiever dan de Cryptodira. Bij verschillende gelegenheden werd
echter geconstateerd dat sommige Pleurodira in hachelijke
omstandigheden zelfmoord plegen door de kop zover mogelijk binnen
het pantser te trekken en als gevolg daarvan door verstikking
omkomen.