Human interest
Frank Habens bewerkte de poststempel met een gebarsten stuk vlakgom. Wanneer een envelop onzorgvuldig was afgestempeld, wilde hij per se de zegel redden. Die borg hij dan op in een blikken doos.
De voordeurbel deed hem plotseling opschrikken. Instinctief stopte hij de blikken doos in de keukenkast.
Toen er na een paar tellen opnieuw werd gebeld, maakte hij voorzichtig de tussendeur open en loerde de gang in.
'ik ben het,' hoorde hij iemand door de brievenbus roepen. 'Doe open, Frank. Ik weet dat je thuis bent. Door het matglas van de voordeur herkende hij het silhouet van Bianca.
'Ik stoor toch niet?' giechelde ze toen hij de deur openmaakte.
'Waarom denk je dat?' vroeg hij achterdochtig.
Ze huppelde naar binnen en drukte haar bolle lippen tegen zijn benige wang.
'Misschien heb je wel bezoek.'
'Ik was een boek aan het lezen.'
'Een spannend boek?' vroeg ze nieuwsgierig.
'Nogal.'
Frank hield niet van al dat gekwebbel. Hij vergrendelde de deur en liet haar voorgaan. Bianca was achtentwintig, mollig en een beetje naïef. Drie maanden geleden hadden ze elkaar op een voordracht ontmoet. Eerst had hij haar genegeerd. Pas toen het betoog oervervelend werd en de meeste toehoorders een voor een afdropen, had hij haar gelonk met een schrale glimlach beantwoord.
'Zeg het me als ik ongelegen kom.'
Haar gezeur begon op zijn zenuwen te werken.
'Doe niet flauw. Je weet toch dat ik alleen ben.'
Bianca lachte van oor tot oor. Nu voelde ze zich pas echt op haar gemak. Ze pakte een stoel. Haar rok was veel te kort en op haar blouse zaten chocoladevlekken.
'Heb je iets te drinken?'
'Er is nog wat wijn over van vorige week.'
'Ik heb geen trek in wijn,' pruilde ze. 'Geef mij maar een pilsje.'
'Je weet toch dat ik geen bier drink.'
'Heb je dan zin om naar de kermis te gaan?' stelde ze enthousiast voor. "t Is vandaag de laatste dag en alle attracties draaien tegen halve prijs.'
'De kermis wordt ieder jaar duurder,'jammerde hij.
'Ik zei toch niet dat jij moest betalen.'
Zijn gezicht klaarde op. Het was een eeuwigheid geleden dat hij nog naar de kermis was geweest.
'Is er vuurwerk?'
'Dat steken ze bij de opening af, stommetje.'
'Jammer,' zuchtte hij.
'Of bouwen we hier een feestje?'
Bianca likte haar bovenlip af. Frank fixeerde haar dijen en zij spreidde haar knieën. De autoscooters en de oliebollentent konden haar gestolen worden. Frank schuifelde dichterbij.
'Kom bij mama,' fleemde ze.
Hij knielde en legde zijn hoofd in haar school. Op zondagmorgen trakteerde Frank zich gewoonlijk op twee koffiekoeken. Vandaag kocht hij er met tegenzin vier. Bianca lag nog te snurken. Hij hoopte vurig dat ze tol na de middag zou doorslapen. Anders bestelde ze pizza en daar mocht hij dan weer voor opdraaien.
'Goeiemorgen, mijnheer Habens.'
'Dag, mijnheer Vranckx.'
Frank stak bij wijze van groet de zak met koffiekoeken omhoog.
'Lekker weertje, vind je niet?'
'Nogal fris,' reageerde mijnheer Vranckx sceptisch.
"s Morgens kan een mens gerust nog een beetje vuur verdragen.'
'Uiteraard,' knikte Frank.
'Wat zouden we zonder centrale verwarming doen, nietwaar mijnheer Habens?'
Frank hield wijselijk zijn mond. Zijn thermostaat hing aan de zuidkant en zelfs in de winter nam hij genoegen met achttien graden.
'A propos, mijnheer Habens. Als u de kranten wilt, spring dan gerust binnen. Ze liggen allemaal klaar.'
'Bedankt, mijnheer Vranckx,' riep Frank. 'Ik kom straks wel even langs.'
Mijnheer Vranckx liet zijn poedel
tegen een lantaarnpaal plassen. Habens was een aardige kerel.
Vranckx vond het niet erg dat zijn buurman iedere zondag de oude
kranten kwam ophalen.
Frank streek voorzichtig twee maten koffie af en zette de ketel op het vuur. Hij legde de dagbladen op volgorde en bereidde zich voor op een goedkope zondag.
Om halfnegen verorberde hij de eerste koek. De koffie geurde naar te lang gebrande eikels.
Frank las eerst de krantenkoppen, kwestie van op de hoogte te blijven van de actualiteit. Bij de tweede koffiekoek stortte hij zich op de faits divers.
In de krant van vrijdag viel zijn oog op een merkwaardige advertentie. 'Gehandicapte heer zoekt gezelschapsman (35-50 jaar) voor weekeinde. Royale vergoeding. Schrijven naar bureaunummer 1331.'
Frank spoelde de droge koek door met een slok slappe koffie.
'Tiens, tiens,' mompelde hij.
'Precies wat ik zoek.' Hij liep naar de keuken, haalde de blikken
doos met gerecycleerde postzegels uit de kast en pakte een nieuw
vel papier uit de secretaire die hij van zijn grootvader had
geërfd.
Op woensdagmorgen viel een dikke
envelop in de brievenbus. Het papier leek handgeschept en zag er
bijzonder indrukwekkend uit. Frank nam een aardappelschiller en
maakte de envelop open.
Geachte heer Habens,
Ik
heb uw sollicitatie in goede orde ontvangen. Het zou best kunnen
dat u voor de vacante betrekking in aanmerking komt. Daarom stel ik
voor dat wij elkaar op zaterdag
aanstaande
om 14 u ontmoeten. Mocht deze datum u niet schikken, gelieve me dan
te contacteren op het volgende adres: Damien Derycke,
Vesaliusstraat 42. U kunt natuurlijk ook
bellen op het nummer 524689. Met de meeste
hoogachting
Damien Derycke
Frank las de brief drie keer. Hij
genoot van de euforie en het vooruitzicht op een flinke
bijverdienste. Hij overwoog even een gebedje te zeggen en God te
danken voor deze onverwachte meevaller.
Voor de gelegenheid liet Frank zijn beste pak stomen en na lang beraad kocht hij ook nog een nieuwe das. Hij beschouwde die uitgaven als een nuttige investering. Trots als een pauw begaf hij zich naar de Vesaliusstraat. Het was een flink eind lopen en daarom vertrok hij om kwart over een.
Het huis stond hem meteen aan. Het trapje naar de voordeur had iets adellijks, alsof je op die manier automatisch in hogere kringen belandde. Hij kende de buurt. Hier resideerde het kruim van de stad.
Frank wachtte tot klokslag twee uur en belde aan. Hij schraapte zijn keel en keek verlangend naar de voordeur. Er gebeurde niets. Na vijf minuten begon hij ongedurig te worden. Hij haalde stiekem de brief uitzijn binnenzak. Vesaliusstraat 42. Het adres klopte.
Door het raam turen hielp evenmin. Het zestiende-eeuwse huis zweeg koppig. Er sijpelde zweet uit zijn poriën en een zure okselgeur ruïneerde de camouflage van goedkoop toiletwater. Tot overmaat van ramp begon zijn boord te knellen als een opdrogend wurgkoord.
Een jong stel dat voorbijslenterde bekeek hem meewarig. Het meisje, een fleurig kind van een jaar of zestien, maakte een grapje over de ouderwetse snit van zijn pak.
Frank begon zich op te winden. Hij voelde zijn bloeddruk stijgen en zijn hart tikte als een op hol geslagen metronoom.
Totaal overstuur belde hij voor de tweede keer aan. Het gerinkel klonk agressief. Frank schrok en zette beschroomd een pas achteruit.
Welke gehandicapte kon zich eigenlijk een gezelschapsman veroorloven, dacht hij bitter. Een royale vergoeding, pffft...
De Vesaliusstraat een chique buurt? Dat hadden zijn ouders hem altijd voorgehouden. Hoelang was dat al geleden?
Net toen hij wou afdruipen, zwaaide de zware eiken deur open.
'Mijnheer Habens,' zei een schelle stem.
Frank sloeg zijn ogen op. Op het eerste gezicht was de hal leeg. Hij zag alleen een driehoek Perzisch tapijt en een verticale streep schilderij.
'Ik had je vroeger verwacht,' klonk het verwijtend. 'Kom alsjeblieft binnen, mijnheer Habens. Het tocht hier en daar kan ik absoluut niet tegen.'
Frank beklom aarzelend het trapje. Hij was duidelijk bij een zonderling beland.
Damien Derycke zat in een hypermoderne rolstoel achter de halfopen deur. Frank schatte hem een jaar of zestig.
'Ik kom in verband met de advertentie,' zei hij schichtig. 'Neemt u me niet kwalijk dat ik vijf minuten te laat ben.'
De onderdanige toon beviel Derycke. Hij stak zijn hand uit.
'Wie valt er nu over vijf minuten,' zei hij plotseling olijk.
Frank pakte het knuistje en probeerde niet te hard te drukken.
Het mannetje zag er breekbaar uit.
'Ik ben blij dat je gekomen bent, mijnheer...'
Een hoestbui deed hem naar adem happen. De platte borstkas ging op en neer als een krachteloze blaasbalg. Frank stond er hulpeloos bij. Gelukkig duurde de aanval niet lang.
'Excuseer me, mijnheer Habens,' zei Derycke toen hij de laatste rochel had doorgeslikt. 'Als ik vijf minuten in de tocht zit, speelt die oude allergie me parten.'
Hij haalde een busje Ventoline uit zijn jaszak en pufte drie keer. Het geneesmiddel werkte binnen de vijf seconden. De grauwe kleur op zijn gezicht vervaagde.
'Nu weet je meteen waarom ik een gezelschapsman nodig heb,' lachte hij minzaam. 'Ik kom nauwelijks de deur uit.'
Hij manupileerde een hendeltje en de rolstoel kwam zoemend tot leven.
'Volg me,' zei hij met een hoge kinderstem.
De allergie was blijkbaar niet zijn grootste probleem, dacht Frank met enig leedvermaak.
Het huis was groter dan men aan de buitenkant kon vermoeden. De gang leek schier eindeloos. De tentoongestelde luxe deed Frank zwijmelen. Er stond voor een fortuin aan antiek, alles puntgaaf en perfect onderhouden. Derycke opende met een druk op de knop een van de deuren. Zijn rolstoel was met de nieuwste snufjes uitgerust.
De salon, een intieme ruimte met uitzicht op een verwilderde tuin, baadde in een getemperd zonlicht. De temperatuur voelde aangenaam aan en werd net als de vochtigheidsgraad kunstmatig geregeld.
'Ga zitten, mijnheer Habens.'
Derycke manoeuvreerde de rolstoel tot bij het raam en keek naar de weelderig bloeiende seringen.
'Ik zal meteen ter zake komen,' zei hij. Frank lette nog amper op de falsetstem.
'Ik ben gekluisterd aan deze rolstoel en ik heb behoefte aan gezelschap. Ik ben geen gemakkelijk mens maar daar staat wel iets tegenover. Ik bied je tienduizend frank per weekeinde. Maar in ruil daarvoor eis ik dat je iedere minuut voor me klaarstaat.'
Frank likkebaardde. Veertigduizend frank per maand betekende bijna een verdubbeling van zijn inkomen.
'Ik sta volledig tot uw dienst, mijnheer Derycke,' zei hij vastberaden.
Derycke keerde de rolstoel, bevochtigde zijn duim en wijsvinger en haalde een biljet van tienduizend uit zijn portefeuille.
'Er ligt een boodschappenlijstje in de keuken,' zei hij bazig.
'Ik verwacht je over anderhalf uur terug.'
Frank pakte het geld en bleef besluiteloos staan.
'De keuken, mijnheer?' vroeg hij wanhopig.
Tien maanden later had Frank Habens zich wonderwel aan zijn nieuwe baan aangepast. Iedere zaterdag meldde hij zich om acht uur aan in de Vesaliusstraat en hield Damien Derycke gezelschap tot de zondagavond. Boodschappen doen was een van zijn voornaamste taken. Derycke liet hem dure wijnen kopen of zond hem op pad om een zeldzaam boek op de kop te tikken. Iedere week had hij andere grillen en Frank zag met lede ogen aan hoe zijn werkgever soms vijftigduizend frank per week besteedde aan nutteloze luxespullen. Maar zolang Derycke zijn loon betaalde hield Frank de kiezen op elkaar.
Derycke leerde hem een Petrus appreciëren of vergastte hem op een stoofpot van lamprei. De man was veeleisend maar van gierigheid kon je hem niet beschuldigen.
Frank daarentegen voelde zich als Croesus. Naarmate de maanden verstreken, zwol zijn spaarrekening aanzienlijk aan.
De dode momenten vulden ze op met indringende gesprekken over de meest uiteenlopende onderwerpen. Frank begon Derycke sympathiek te vinden, want in wezen gingen hun discussies altijd over geld.
'Ik herinner me nog de tijd toen ik twintig was,' zei Derycke een beetje aangeschoten. 'Ik werkte voor een verzekeringsmaatschappij en verdiende net genoeg om niet van honger om te komen.'
Frank nam een slokje van de voortreffelijke champagne. Hij zweefde een beetje. Het luilekkerleven beviel hem. Toch voelde hij zich schuldig omdat hij de voorbije weken zijn turnoefeningen had verwaarloosd.
'Op een dag nam ik het besluit om rijk te worden.'
Derycke pakte de fles en schonk de glazen vol. Zijn korte beentjes bungelden nutteloos boven de grond.
'Wil niet iedereen rijk worden?' giechelde Frank. 'Geef mij het recept en ik koop een kaartje enkele reis naar de hel.'
Derycke schuddebolde van het lachen. Hij verslikte zich en begon vervaarlijk te hoesten. Frank sprong op en klopte de fluimen los. Derycke hoefde geen Ventoline te gebruiken.
'Je bent een gave kerel, Frank. Je weet hoe je een oude man gelukkig moet maken,' zei Derycke dankbaar.
'Ik ben alleen razend benieuwd hoe je fortuin hebt gemaakt,' zei Frank met een bescheiden glimlach.
'Geld ligt op straat, jongen,' zei Derycke vaderlijk. 'Laten we een bank als voorbeeld nemen. Die leent aan de dwazen en probeert hun wijs te maken dat geld gelukkig maakt.'
'Geld lenen is stom,' steigerde Frank. 'Wat je niet verdient, kun je niet uitgeven.'
'Precies, jongen. Maar daar denken de meeste mensen anders over. Geld is een merkwaardig goed. Wie het ontbeert wil het uitgeven en wie het bezit wil het zien groeien.'
'Zeker weten,' glunderde Frank.
Derycke knikte bemoedigend. Hij was er weer in geslaagd een perfecte leerling te recruteren.
'Tien jaar geleden heb ik samen met een paar vrienden een club opgericht,' fluisterde Derycke op vertrouwelijke toon. 'Wij lenen geld aan mensen die tijdelijk in de problemen zitten.'
'Je werkt dus toch voor een bank.'
Frank keek zijn werkgever ongelovig aan. Hij begreep er geen fluit van.
'Nee, Frank. Wij zijn de bank en we lenen alleen geld aan rijke mensen.'
Frank rook onraad. Rijke mensen deden zaken met grote banken.
'Hoe heet die bank wel?'
Derycke negeerde de vraag en maakte een bezwerend gebaar in de lucht.
'We leven in een bizarre wereld, Frank. De nieuwe rijken leven op het scherp van het mes. Vandaag kopen ze onroerend goed in Singapore en morgen verliezen ze miljoenen dollars op de beurs van Wall Street. Soms lijkt hun cashflow op een lekke emmer en dan moeten ze de gekste capriolen maken om die gaten te dichten. Volg je mij?'
Frank voelde de champagnebubbels naar zijn hoofd stijgen. Het koolzuur werkte op zijn lachspieren. Nee, dacht hij wanhopig. Laat me nu maar ernstig blijven want lachen met geld is zonde. Hij beperkte zich bijgevolg tot een peinzende knik.
'Onze club tracht op deze behoefte in te spelen. Stel je voor dat iemand morgen op de beurs voor achthonderd miljoen futures koopt omdat hij gisteren een gouden tip heeft versierd.'
Frank wist wat futures waren. Speculanten nemen een optie op een aandelenpakket, waarvan ze vermoeden dat de waarde eerlang flink zal stijgen. Ze storten een waarborg van 10% en als de aandelen binnen de afgesproken termijn de hoogte in gaan, verkopen ze de hele zwik en steken de meerwaarde op zak. Op die manier worden dagelijks miljarden verdiend of verloren. Frank huiverde. Iemand die goed bij zijn verstand is, springt anders om met zijn geld.
'Je gelooft me niet?'
Damien Derycke stuurde zijn rolstoel naar de andere kant van de kamer. Met behulp van zijn vernuftige afstandsbediening liet hij een van de radiatoren kantelen. Het ding was nep, niemand zou echter op die plaats een kluis zoeken. Damien boog voorover, tikte de code in en opende de gepantserde deur.
'Drie maanden geleden kocht een van onze cliënten via stromannen voor achthonderd miljoen futures, alles Samsung en Pony. Ik zal zijn naam niet verklappen, maar je kent hem vast wel. Hij komt minstens tien keer per jaar op de televisie. Onze cliënt wist dat bepaalde invoerbeperkingen voor de eeg binnenkort zouden sneuvelen en verdiende in minder dan zestig dagen 94 miljoen. De transactie bracht ons bijna de helft op.'
Damien pakte het dossier uit de brandkast en gaf het aan Frank, die de bundel gretig aanpakte en koortsachtig begon te lezen. Het jargon vormde geen enkel probleem. Woorden als dalowissel, pariteitentafel en gapkoers koesterde hij voor het slapengaan als kostbare verzen. Over die affaire had hij trouwens iets in de krant gelezen. De spectaculaire stijging van de Samsung aandelen had destijds de voorpagina's gehaald.
'We geven elke cliënt een nummer,' zei Damien droog. 'Hun namen zitten in de computer.'
Damien nam het dossier aan èn borg het weer in de kluis.
'We zorgen natuurlijk altijd voor een waterdichte borg. In dit geval waren de positie en de voorkennis van onze cliënt doorslaggevend.'
'Ik ben onder de indruk,' lachte Frank schaapachtig. Hij wist niet goed hoe te reageren.
'Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik je dit allemaal vertel,' anticipeerde Derycke.
Frank knikte. De harde cijfers werkten bijzonder ontnuchterend. Zijn hoofd was nu weer zo helder als een Noorse winternacht.
'Dat zou iedereen zich afvragen, neem ik aan.'
Damien lachte geheimzinnig. Zijn bolle kabouterwangen ondersteunden een triomfantelijke blik.
'Omdat jij over de gave beschikt, jongen,' zei hij. 'Dat wist ik meteen toen je hier voor de eerste keer over de vloer kwam. Mensen zoals jij zijn zeldzaam. Jij houdt van geld om het geld en geen offer is je te zwaar om je bezit uit te breiden en te koesteren. Onderbreek me als ik het verkeerd heb.'
Frank zat er bij als een mummie. De openhartigheid van Damien trof hem als een zweepslag.
'Is het dan zo duidelijk?' stamelde hij.
'Luister eens, Frank.'
Damien parkeerde de rolstoel handig naast zijn stoel.
'Ik word steeds zieker en ik heb nood aan een vertrouwensman.'
'Maar ik heb vast werk,' protesteerde Frank zachtjes. Hij hield niet van avonturen. Dat hadden zijn ouders hem altijd voorgehouden. Je moet werken voor je kost, jongen, en sparen. Laat nooit je hoofd op hol brengen door kwakzalvers die je de hemel op aarde beloven. Doe je plicht en de rest komt vanzelf.
Ze waren beiden jong gestorven en Frank had de niet onaanzienlijke erfenis veilig in obligaties belegd.
'Hemel nee. Ik vraagje niet om je werk op te geven. Het gaat om een bijverdienste, een heel lucratieve bijverdienste.'
Maar die heb ik al, wilde hij antwoorden.
Derycke rolde naar de compacte koelkast die net als de kluis in de muur was ingebouwd. Hij nam een nieuwe fles champagne en liet de kurk discreet knallen.
'Onze club bestaat uit oudere mensen. We beschikken over de nodige relaties en het geld stroomt probleemloos binnen. Wat we nodig hebben is een energieke kerel om de boel een beetje bij te houden.'
'Een boekhouder?'
'Precies,' snoof Damien. 'Ik ben gemachtigd je vijftigduizend frank per maand aan te bieden.'
Frank hoorde klokken luiden en sloeg verbijsterd een glas champagne achterover.
'We vergaderen één keer in de week. Op woensdag. Indien jij de besprekingen wilt notuleren en de dossiers wilt bijhouden zijn we al dik tevreden.'
Frank herinnerde zich het vuurwerk op het strand van
Knokke. In het zesde leerjaar had hij de prijs voor uitmuntendheid gewonnen en zijn ouders hadden hem met dit gratis spektakel verrast. In zijn hoofd knetterde een veelkleurige girandole. Hij juichte, maar zijn ingelepelde achterdocht gebood hem voorzichtig te reageren.
'Mag ik daar nog een nachtje over slapen, mijnheer Deryeke?'
'Natuurlijk, jongen. Als je er geen zin in hebt, blijven we even goede vrienden.'
'Er verandert dus niets aan onze vorige afspraak?'
'Wat dacht je?' schalde Damien.
Frank ging op het puntje van zijn stoel zitten. Vijftigduizend frank, dacht hij. Daar moest zijn directeur bijna drie weken voor zwoegen.
'Als je ons voorstel aanvaardt, zie ik je woensdagavond om acht uur. Akkoord?'
'Top,' knikte Frank opgelucht.
'Prima. Ik toon je ondertussen hoe de computer werkt.'
Op maandagavond hakte Frank de knoop door. Vanaf dat moment telde hij ongeduldig de uren af. Hij doodde de tijd met het maken van astronomische berekeningen. Na twee slapeloze nachten was het zover. Precies om acht uur belde hij aan in de Vesaliusstraat. Een grove kerel in een dure smoking liet hem binnen.
'Dag Frank,' zei hij joviaal. 'Blij datje er bent.'
In de salon dreef de geur van dure sigaren. De club bestond uit vijf oudere heren, inclusief Damien. Die knipoogde toen Frank binnenkwam. De andere vier veerden recht.
'Mag ik jullie voorstellen aan Frank Habens, onze nieuwe boekhouder,' zei Damien officieel.
Het applaus was spontaan en duurde minstens een minuut. Frank boog als een volleerd circusartiest. Niemand had ooit voor hem in de handen geklapt.
'Dokter Anton Vaes.'
'Aangenaam.'
Vaes nam hem bij de schouder. Hij was slank en de grijze ringbaard verleende hem een onmiskenbaar charisma.
'Dokter Vaes is chirurg,' zei Damien.
'Een van de beste,' hoorde hij iemand zeggen.
'En de duurste.'
'Zo is het wel goed,' grinnikte Vaes. 'Geloof vooral niet wat ze vertellen.'
'Hubert Goethals. Welkom, mijnheer Habens. Ik ben voorzitter van de rechtbank. Als je ooit in nood zit, aarzel dan niet. Bel me.'
De corpulente magistraat kneep zijn hand fijn. Het gezelschap lachte en Frank volgde hun voorbeeld. De gemoedelijke sfeer smoorde zijn argwaan.
Leo Bayard, een kloon van Orson Welles, stak zijn hand uit.
'Habere, Habens,' kirde hij.
'Bezitten, hij die bezit, een perfecte naam voor een boekhouder.'
'Professor Bayard doceert klassieke filologie aan de RUG,' verduidelijkte Damien.
'Vergeet niet dal hij Frank heet,' knorde Goethals
'Mark Habens had ook gekund,' zei Jozef Plets ernstig.
'De mark is een sterke munt.'
'Mijnheer Plets is bankier. Maar dat had je natuurlijk al begrepen,' schertste Damien.
Het gezelschap ging aan de ovale tafel zitten. Damien manoeuvreerde zijn rolstoel tussen Vaes en Plets.
'Haal jij de port en de kaas, Frank. Dan gaan wij alvast aan de slag.'
Hij vroeg het vriendelijk, maar maakte meteen duidelijk welke plaats de boekhouder hier bekleedde.
Frank bediende de heren van port en zette de stolp met oude stilton op de tafel. In de hoek van de kamer stond een krachtige IBM-computer en die plaats was voor hem gereserveerd.
'Wil je een uitdraai maken van dossier 95-36?'
Frank zette de computer aan en zocht liet gevraagde bestand. Damien had hem vorige zondag alles haarfijn uitgelegd.
'Hoeveel vraagt mevrouw Dierickx?'
Vaes sneed een korrelig stuk kaas af en nam een slok van de scharlakenrode port.
'Achttien miljoen,' zei Damien achteloos.
Terwijl de printer zoemde, luisterde Frank met een half oor mee.
'Reden?' grinnikte Bayard.
'Ze gokt en naar verluidt houdt ze er een gulzig vriendje op na.'
De deftige heren lachten boers.
'En wat zegt mijnheer Dierickx daarvan?' vroeg Goethals ontzet.
'Dierickx weet van niets,' zei Plets.
'Van het gokken of van die minnaar van haar?' meesmuilde Vaes.
'Hij tolereert haar gokverslaving en stopt haar iedere maand tweehonderdduizend frank toe,' zei Damien.
'Daar kan zij onmogelijk hel gevraagde bedrag mee afbetalen,' protesteerde Bayard.
Frank maakte vijf kopieën van het dossier en deelde ze rond.
'Dierickx heeft kanker,' kwam Vaes tussenbeide. 'In het beste geval geef ik hem nog twee jaar.'
Goethals bestudeerde aandachtig het dossier. Dierickx was miljardair. Als hij stierf, erfde zij alles.
'Ik stel voor dat we honderdvijftigduizend per maand vragen,' zei Damien zakelijk.
'Als hij sterft is ze bereid haar schuld tegen de gewone intrest te vereffenen.'
Frank maakte vlug een berekening. De lening zou haar 5,4 miljoen per jaar kosten.
'En wat doen we als er morgen een revolutionair geneesmiddel op de markt komt?'
Goethals zette zijn bril af. Als jurist had hij niet veel vertrouwen in het oordeel van een arts.
'Er zijn altijd mensen die in mirakels geloven,' zuchtte Vaes.
'Maar stel nu eens...' ging Goethals koppig door.
'Maak je niet ongerust, Hubert. Als het zover komt, geeft Vaes hem wel een spuitje. Is het niet dokter?'
Plets was een pragmaticus. Hij vond dat er voor ieder probleem een oplossing bestond.
'Hoe langer hij leeft, hoe meer we opstrijken,' wierp Bayard op. 'Maar hoe zit het met de borg?'
Bayard was de minst kapitaalkrachtige van het gezelschap.
'Maak je niet ongerust, Leo,' suste Damien. 'Mevrouw Dierickx is een respectabel lid van de gemeenschap. Ze is beschermvrouwe van tal van caritatieve instellingen en wordt op de thee gevraagd bij de plaatselijke adel. Ze zou die status voor geen geld ter wereld willen missen. Daarom heb ik haar het volgende voorgesteld.'
Iedereen luisterde gespannen.
'Morgen stuur ik Grégoire op haar af. Hij zal mevrouw Dierickx in een paar gênante poses fotograferen. Als ze zich niet aan de afspraak houdt, zorg ik ervoor dat iedereen uit haar kennissenkring een afdruk in de bus krijgt.'
Frank hield abrupt op met noteren. Hij kende mevrouw Dierickx niet, maar het idee om op die manier macht over een vrouw uit te oefenen, wond hem op.
'Is dat voldoende, Leo?'
Bayard haalde de schouders op en nipte quasi-ver-strooid van de port.
'Iedereen weet dat je geen fouten maakt, Damien,' zei hij luchtig. De anderen knikten en de professor beet op zijn tong.
'Uitstekend. Dan behandelen we nu
dossier 95-37. En breng ons nog een karaf port, Frank,' voegde hij
er minzaam aan toe.
Het volgende weekeinde haastte Frank zich met een popelend hart naar de Vesaliusstraat.
'Goeiemorgen, mijnheer Derycke.'
'Hoe gaat het Frank? Je ziet er vandaag een beetje verwaaid uit.'
Damien begroette hem vanuit zijn rolstoel.
'Je bent vroeg vandaag.'
Frank sloot de deur achter zich af en vergezelde Damien naar de salon.
'Ik weet dat het onbeschaamd klinkt,' hakkelde hij. 'Maar...'
'Wind je niet op, jongen. Ga zitten en neem een borrel.'
De vaderlijke toon gaf Frank moed. Damien rolde naar de mahoniehouten serveerboy en schonk een flinke bel cognac in.
'Dat zal je kalmeren.'
Hij liet zijn hand op Franks schouder rusten en reikte hem het glas aan.
'Ik ben misschien niet zo rijk als jullie.'
De cognac deed wonderen want hij stotterde niet meer.
'Maar ik heb altijd voorzichtig geleefd. Mijn ouders hebben me geleerd dat geld belangrijk is en dat ik voor bezit respect moest opbrengen.'
'Je ouders waren blijkbaar heel verstandige mensen, Frank.'
Damien stuurde zijn rolstoel naar het raam en keek naar de schuchter ontluikende paaslelies.
'Maar een mens oogst wat hij zaait,' zei hij zacht.
Frank profiteerde van de gelegenheid om stiekem een grote slok te nemen. Het weldoende vuur verspreidde zich in zijn maag.
'Ik heb acht miljoen gespaard,' flapte hij er overmoedig uit.
Damien keerde de rolstoel en bolde over de glanzende parketvloer.
'Dat is een mooi bedrag. Frank.'
'Maar is het genoeg?'
'Genoeg waarvoor?' vroeg Damien verwonderd. Frank ledigde het glas in een teug.
'Om lid te worden van de club.'
Zijn hand beefde. Eindelijk was het hoge woord eruit. Damien keek hem gelaten aan. Hij pakte het glas en vulde het bij.
'Ik wil je niet teleurstellen, mijn beste vriend. Acht miljoen is een flink bedrag voor een hardwerkende bediende, maar ik vrees dat...'
'Ik kan mijn huis verkopen,' riep Frank hysterisch.
'Hoeveel is je huiswaard? Drie miljoen, vier miljoen?'
'En de muntcollectie van mijn vader.'
Damien schudde het hoofd.
'De minimum inleg is dertig miljoen. Het spijt me, Frank.'
De dubbele dosis cognac maakte hem overmoedig. Hij sprong op en deed haast een knieval.
'Alsjeblieft, mijnheer Derycke. Als je me laat meedoen, ben ik over een paar jaar evenveel waard.'
In zijn ogen schitterde begeerte. De botte weigering van Damien maakte hem boos. Realiseerden ze zich dan niet dat hij de politie kon inlichten?
'Je bent nog jong,' zei Damien lijzig.
'Toe,' smeekte Frank.
Damien trok een verongelijkt gezicht. Hij wreef over zijn neus en zuchtte.
'De toelatingsvoorwaarden zijn heel rigoureus,' zei hij na een poos. Frank voelde zijn hart opspringen van blijdschap.
'Ik aanvaard iedere conditie. Zeg me wat ik moet doen.'
'Je begrijpt dat ik daar niet alleen over beslis.'
'Natuurlijk begrijp ik dat,' reageerde Frank bits.
'In de eerste plaats moet je het kapitaal aan mij toevertrouwen.'
'Geen probleem.'
'Alle financiële verrichtingen lopen via mij. Van kwitanties is er geen sprake.'
Frank probeerde zijn gevoelens onder controle te houden. Een botsing met een sidderaal had hem minder geschokt. Damien bedoelde natuurlijk dat er geen officiële kwitanties aan te pas kwamen.
'Onze onderneming is gebaseerd op vertrouwen. We houden alleen de dossiers van onze cliënten bij.'
'En de boekhouding dan?' vroeg Frank wanhopig.
'Na iedere bijeenkomst verander ik het paswoord van de computer. Dat heb ik je twee weken geleden toch uitgelegd? Niemand kan de bestanden raadplegen en in de dossiers komt geen enkele naam voor.'
Frank keek sip. Hij liep spontaan naar de serveerboy en schonk zich nog een cognac in. Damien zag hoe hij zijn onzekere pas trachtte te verbergen.
'Als ik jou was zou ik de zaak uil mijn hoofd zetten. Vergeel niet dat jij je hele bezit in de waagschaal stelt. Wij speculeren slechts met een deel van ons fortuin.'
Frank slurpte van de cognac. Zijn hoofd tolde en hij liet zich onhandig in zijn stoel neerploffen.
'En toch wil ik lid worden,' lalde
hij.
Binnen de maand verkocht Frank het ouderlijk huis. Hij verzilverde de obligaties en liet de verzameling van zijn vader veilen. Het geld, bijna dertien miljoen, plaatste hij op een nieuwe bankrekening. Frank maakte de stralende kantoordirecteur wijs dat hij de hoofdprijs in de lotto had gewonnen.
De volgende woensdag kocht Frank een duur streepjespak, een zijden das en een Samsonite-koffer. Hij bestelde een taxi en liet zich als een vorst naar de Vesaliusstraat rijden.
Grégoire maakte de voordeur open en schudde hem energiek de hand.
Toen hij de salon binnenkwam stond iedereen op en onthaalde hem voor de tweede keer op een daverend applaus. Op de ovale tafel lonkte een koud buffet en Grégoire ontkurkte handig een fles champagne.
'Proficiat kerel.'
Dokter Vaes feliciteerde hem als eerste. Damien wierp hem een steelse blik toe.
'Het heeft moeite gekost om hen te overtuigen,' fluisterde hij.
'Was het Bayard die dwarslag?' vroeg Frank op een toon van gabbers-onder-elkaar.
'Je kent hem toch,' lachte Damien.
Frank plaatste de koffer met het geld naast zijn stoel en liet zich bedienen.
'Nog een stukje kreeft, Frank?' stelde Plets vriendelijk voor.
'Frank staat droog,' zei Bayard bezorgd.
'Grégoire, nog een portie kaviaar voor onze vriend,' beval Goethals streng.
Het feest duurde tot laat in de
nacht. Frank had moeite om zijn tranen te bedwingen. Hij dacht aan
zijn ouders. Als ze hem nu konden zien zouden ze trots zijn.
Net voor de zomervakantie werd er gewoontegetrouw een algemene vergadering belegd. Dit was het tijdstip waarop de winst werd verdeeld. Frank ontving als jongste lid bijna een miljoen, een rendement van om en bij de 29 percent. Damien was koploper en incasseerde 26 miljoen.
Frank bekeek de computeruitdraai wel honderd keer.
Als hij alles weer in de pot stopte zat hij over vier jaar op het niveau van Bayard.
'Tevreden?' vroeg Damien.
'En of,' glunderde Frank.
'Fijn, dan kunnen we ongestoord met vakantie gaan. Waar ga jij naartoe?'
'Ik?'
' Je gaat me toch niet vertellen dat je de hele zomer thuisblijft?' zei Damien verontwaardigd.
'Ik ga nooit op reis.'
Frank was een beetje beschaamd.
'Onzin,' bulderde Damien. 'Geld moet rollen. Vakantie zorgt voor frisse ideeën. Daar kikkert een mens van op. Het wordt trouwens razenddruk volgend jaar en de firma wil montere, uitgeruste medewerkers.'
'Maar ik heb helemaal geen plannen gemaakt.'
'Tut tut tut. Dit jaar ben je mijn gast. Ik vlieg morgen naar Florida en ik sta erop dat je me vergezelt.'
'Dat is bijzonder vriendelijk, Damien...'
'Geen ge-maar. Ik reserveer meteen
een ticket.'
'Hallo, kan ik dokter Vaes spreken?'
'Een ogenblik, mijnheer. Wie mag ik aanmelden?'
De secretaresse van Vaes was een mooi ding en haar stem klonk bijzonder welluidend.
'Damien Derycke.'
'Ik verbind u onmiddellijk door, mijnheer Derycke.'
'Hallo, Vaes hier.'
Hij had net vier openhartoperaties achter de rug en liet zich doodmoe in zijn stoel vallen.
'Habens vertrekt vanavond. Is alles in orde?'
'Ik denk het wel,' zei Vaes.
'En nogmaals gefeliciteerd,' grinnikte hij. 'Habens is zijn gewicht in goud waard. Hart in perfecte conditie, lever onberispelijk, longen van een achttienjarige, prachtige nieren en een paar hoornvliezen om u tegen te zeggen.'
'En vergeet zijn bruidsschat niet,' zei Damien monter. 'Dertien miljoen is niet mis.'
Vaes stak een sigaret op en leunde achterover in zijn stoel.
'Regel jij alles met Florida?'
'Natuurlijk, Damien. Maak je geen zorgen.'
'Goed, dan plaats ik een nieuwe advertentie als iedereen weer thuis is. Wie weet welke vis we dan aan de haak slaan.'
'De potvis hebben we in ieder geval al gehad,' gniffelde Vaes.
'Zeg dat wel,' zei Damien.
'Prettige vakantie en tot in september.'
'Daag.'
Vaes legde de hoorn op de haak, drukte de toets van de intercom in en vroeg zijn secretaresse of ze even langs kon komen.
Hij kon er niets aan doen. Na iedere
succesvolle belegging stond hij zo heet als een bonobo.