.11.

Er ging een maand voorbij en alles dat aan de Indiaanse overval herinnerde, was opgeruimd. Er werd zelfs alweer een nieuw huis gebouwd, maar Luisa woonde er nog niet. 's Nachts sliep ze in de huiskamer op een matras op de grond en overdag was ze op de ranch om van alles met Mack en Doug te bespreken en te regelen. Twee dagen geleden was ze uit Houston teruggekomen, waar ze naar een notaris was geweest voor het testament van haar vader. Voordat ze wegging, had ze tegen Tilly gezegd: 'Het zou me niets verbazen als hij de hele handel aan een verre achterneef heeft vermaakt, om mij te pesten.' Maar toen ze terugkwam, verklaarde ze eenvoudig: 'Ik heb een nieuwe jurk en een nieuwe jas gekocht, want ik ben nu een erg rijke vrouw.' Het fortuin scheen haar niet veel te hebben veranderd, het enige verschil was dat ze altijd door Drie werd vergezeld als ze met Mack of Doug erop uit trok. Drie was aan de massaslachting ontkomen. Eerst dacht men dat de Comanches hem als gevangene hadden meegenomen, maar hij was een week later weer boven water gekomen en had verteld dat hij die nacht, zoals hij wel vaker 's nachts deed, naar de kraal was gegaan en op een van de paarden had gereden. Kennelijk waren Mack en Rod Tyler op de hoogte geweest van die escapades; deze had beslist zijn leven gered, want hij had juist het paard in de kraal teruggezet toen de voorhoede van de Indianen eraan kwam en de dieren naar buiten dreef, terug naar hun hoogvlakte om ze daar aan hun grote kudden toe te voegen. Er werd veel gepraat over nieuwe maatregelen tegen de Comanches. De autoriteiten maakten een hoop drukte over allerlei acties, maar al dit gepraat en deze opwinding ging aan Tilly voorbij. Het enige waar zij zich bezorgd over maakte was Matthew, Matthew die niet snel beter werd. De dokter was de vorige week twee keer langs geweest omdat hij niet tevreden was over de toestand van de arm en gisteren had hij Tilly terzijde genomen en gezegd: ''Ik ben bang dat hij er ernstig aan toe is. Er is een bloedvergiftiging opgetreden. We kunnen niets anders doen dan bidden.' Dat scheen een favoriete uitdrukking van de man te zijn, na elk bezoek zei hij altijd: 'We kunnen niet anders doen dan bidden.' Maar nu dacht ze voor het eerst gunstig over de dokter in het fort; hij zou niet op gebed alleen vertrouwd hebben, hij zou iets hebben gedaan. Gisteren had ze gezegd: 'Is er dan helemaal geen medicijn voor?' en hij had geantwoord: 'Ik heb alles geprobeerd. Maar hij heeft een sterk gestel, we kunnen slechts hopen... en bidden...' Het was nu één uur in de nacht. De lamp brandde laag. Ze zat al drie uur in een stoel naast Matthews bed en ze moest ingedommeld zijn, want ze sprong bijna overeind toen zijn hand de hare aanraakte. Ze boog zich over hem heen. 'Wat is er, liefste? Wil je wat drinken?' 'Nee... niets, ik... ik wil even met je praten.' 'Je kunt beter rustig blijven, liefste.' 'Ik ben nu al lang genoeg rustig geweest, Tilly. Hoeveel jaar lig ik hier nu al?' Ze lachte geforceerd en zei: 'Nog geen maand.' 'Ieder uur is als een dag geweest. Draai de lamp eens wat hoger zodat ik je gezicht kan zien.' Ze draaide de lamp hoger en ging tegenover hem zitten. Toen pakte ze zijn hand en wat hij nu zei, drong haar door merg en been: 'Ik maak het niet lang meer, liefste.' 'Alsjeblieft! Matthew toch!'-ze deed haar ogen dicht-'ik smeek je, praat niet zo.' 'Kijk me eens aan.' Ze deed haar ogen open. 'We moeten het onvermijdelijke onder ogen zien, ik weet wat er gebeurt, er valt niets meer aan te doen. Misschien is dit de laatste keer dat we ooit met elkaar kunnen praten.' 'O! Matthew! Matthew.' 'Alsjeblieft, lieverd, huil niet... luister goed. Ik ga geen woorden verspillen om je te vertellen hoeveel ik van je houd en hoeveel ik altijd van je heb gehouden, vanaf het moment dat ik je voor het eerst zag. Ik heb het je al zo vaak verteld, dus het moet je wel vervelen dit steeds weer te horen. Niettemin is het waar. Het is zo waar, dat het bijna een soort manie van me is geworden. Ik ben jaloers geweest op elke blik die je op een ander wierp, zelfs op je kind.' Hij schoof met zijn hoofd op het kussen heen en weer. Na een lange pauze zei hij: 'Ik weet dat ik geen goed mens ben, want als jij ooit gezegd zou hebben dat je me zou verlaten, dan weet ik dat ik je vermoord zou hebben. En als je me voor een ander in de steek had gelaten, zou ik hem ook vermoord hebben.' Zijn borst ging moeizaam op en neer en hij zuchtte diep. Ze greep zijn hand en zei: 'Matthew, alsjeblieft, ga niet verder. Je vermoeit je veel te veel.' 'Nee, nee, Tilly, lieverd. Het is vreemd, maar ik voel me niet moe, ik heb een soort tevreden gevoel over me, heel vredig, en dat is gek want ik heb nooit veel vrede gekend. Mijn hele leven ben ik door verlangen verteerd, door verlangen naar jou. Zoals ik al zei, is het een manie geworden en hoewel ik me nu vredig voel, blijft die manie.' Zijn vingers grepen haar ongewoon krachtig beet en zijn ogen gloeiden donker. 'Ik wil dat je me iets belooft. Wil je me beloven te doen wat ik vraag, Tilly?' Het duurde even voordat ze de woorden kon uitbrengen: 'Ja, ja, liefste. Alles, wat je maar wilt. Maar heus, je wordt echt weer beter.' Hij duwde haar hand geïrriteerd weg en hij zei met veranderde stem: 'Zweer je dat je me dit zult beloven?' 'Ja, ja, alles, liefste; alles.' 'Zweer dan, zweer dat je nooit zult hertrouwen.' Haar hoofd ging naar voren, haar ogen werden groot. Haar gezicht vertrok wanhopig terwijl ze fluisterde: 'O, Matthew!' 'Beloof je me dat? Ik wil het je horen zeggen.' Op dat moment herinnerde ze zich de stem van haar oma, hoe die eens had gezegd: 'Die arme Peggy Richardson, die stumper heeft haar moeder op d'r sterfbed moeten beloven niet met Billy Conway te zullen trouwen, omdat hij katholiek was, en kijk nu eens, wat een zielepiet het geworden is! O, de stervenden hebben veel op hun geweten.' Maar dit was haar Matthew van wie ze met heel haar hart hield en hij vroeg haar nooit te hertrouwen. Nou, zou ze dat ooit doen? Nee toch zeker! Nooit! Ze bracht zijn hand naar haar borst en verklaarde: 'Dat beloof ik je.' 'Zeg het. Zeg: Matthew, ik zal nooit hertrouwen, ik zal nooit een andere man in jouw plaats nemen.' De woorden kwamen moeizaam over haar lippen, ze wist niet waarom, want ze meende het met haar hele hart. 'Matthew, liefste, ik zal nooit hertrouwen, ik zal nooit een andere man in jouw plaats nemen.' Zijn hele lichaam scheen in het bed weg te zinken, hij sloot zijn ogen, de greep op haar hand verslapte. Plotseling voelde ze dat ze iets heel ingrijpends had doorgemaakt, nog erger dan de eerste overval, of zelfs de tweede, toen ze dacht dat de kinderen waren weggevoerd. Ze voelde zich slap, haar geest was verdoofd door de zware last. Ze keek naar hem. Als hij zou sterven, en ja, hij ging sterven, dat wist ze nu, ze had het al dagen geweten, nou, waarom zou zij dan niet met hem meegaan? En de kinderen? Marks kind en Matthews kind. Of hij het nu erkende of niet, ze beschouwde het als zijn kind. Ze leunde achterover in de stoel. Ze was zo moe, zo vreselijk moe... Ze sliep en het was Katie die haar wekte toen het eerste morgenlicht aanbrak. Ze moest al enige tijd in de kamer zijn geweest want ze was bezig geweest Matthews gezicht met een laken te bedekken. Tilly staarde naar het laken. Het was een wit laken; toen veranderde de kleur opeens in blauw, toen in zwart en het laken veranderde in een houten kist, een zwarte kist en ze zag hoe die kist in een zwart gat wegzonk en daarin was alles waarvoor ze geleefd had. Ze had de vader van deze man door de dood verloren, nu had ze hem verloren; alles wat ze aanraakte, ging dood. En dan was er nog de Kleine Hans Meyer en Hal McGrath. Ze had net zoveel mensen gedood als de Indianen. Nu zag ze de Indiaan. Hij liep over het bed naar haar toe, zijn gezicht zat onder de verf, toch zag ze de rimpels in zijn voorhoofd, zijn grote neus en het gat van zijn mond. Maar wat recht op haar afkwam was de buffelkop-de horens wezen recht op haar - maar vlak voordat hij bij haar was, bleef hij staan en ze keken elkaar aan, zoals ze dat kort geleden ook hadden gedaan. Toen tilde hij zijn tomahawk op en kliefde haar hoofd en op het moment dat hij haar raakte, besefte ze dat haar wens in vervulling was gegaan en dat ze zich bij Matthew zou voegen.