31
TE LAAT!
Ze draaiden allemaal hun hoofd naar Palfijn, zelfs Katja, die er al de hele tijd bij zat alsof ze alle greep op het leven verloren had.
‘Geen spijt van wat?’ vroeg Thomas.
Palfijn mompelde iets onverstaanbaars. Hij pakte de fles en goot het laatste restje van de wijn in zijn glas. Thomas realiseerde zich dat hij haast in zijn eentje de chablis en de margaux soldaat had gemaakt. Was hij dronken of leed hij ook aan oververhitting?
‘Vooruit, Tobias’, zei Claude. ‘Gooi het eruit. Eens moet het van je lever.’
‘Ik volgde jullie tot aan dat vunzig hotelletje. Dat Renard je zoiets kon aandoen, deed voor mij de deur dicht. Ik wachtte buiten. Na een halfuur werd het me te machtig. Ik belde hem op en lokte hem naar buiten.’
‘Waarmee?’ vroeg Thomas. ‘Wat heb je hem verteld dat hij er zo halsoverkop vandoor ging?’
‘Ik zei dat…’ Palfijn zweeg abrupt. Hij dacht zo ingespannen na dat zijn gezicht nog lelijker werd dan het al was. ‘Ik… ik weet het niet meer.’
‘Daar geloof ik geen barst van. Maar goed. Wat gebeurde er toen?’
‘Dezelfde avond is hij mij thuis komen opzoeken. Hij zat diep in de put omdat Claude niet met hem wilde trouwen. Ik heb hem aan zijn verstand gebracht dat hij haar met rust moest laten. Hij werd hysterisch, zei dat hij niet zonder haar kon leven. Ik heb dat letterlijk genomen en hem een handje geholpen.’
Het werd heel stil in de kamer. Thomas voelde zich opeens weer zweverig, alsof hij op een hoge mast zat die lichtjes heen en weer zwaaide in de wind. Ook dat ging weer over.
‘Wil je daarmee zeggen dat je hem hebt omgebracht?’ vroeg hij ongelovig.
‘Misschien.’
‘Weet je het niet meer, Toby?’ teemde Claude. ‘Of laat je geheugen je in de steek?’
Palfijn masseerde zijn slapen. ‘Ik heb hoofdpijn’, klaagde hij.
‘Zal ik dan in jouw plaats een tipje van de sluier oplichten, Toby? Zal ik aan onze vrienden vertellen hoe diep je gezonken bent? Vergeleken met jou was Renard een heilige. Toen het met hem uit de hand liep, had ik dat tenslotte aan mezelf te wijten. Ik was er zelf mee begonnen. Met jou kreeg ik geen schijn van kans.’
Claude rechtte haar rug en gooide haar hoofd in haar nek. Ze richtte zich nu uitsluitend tot Thomas. ‘Renard en Palfijn waren goede vrienden. Renard riep Tobias' hulp in toen SGS dat ongunstige rapport over Propraxat uitbracht. Palfijn is een zeer bekwaam wetenschapper en kan als superintendent van het International Committee for Health onder deksels van potjes gluren die voor anderen gesloten blijven. Hij hielp mij het product opnieuw te laten goedkeuren. Geld wilde hij daar niet voor, maar nog dezelfde avond stond hij voor de deur van mijn flat. Hij wilde in natura betaald worden.’ Ze schudde het hoofd. ‘Ik ben geen twotimer. Ik had de deur in zijn gezicht moeten dichtsmijten. Maar die avond was ik zwak.’
Nu sprak ze tegen Katja. ‘Jij kunt erover meespreken, nietwaar Katinka? Hoe werkende vrouwen nog altijd om de haverklap het slachtoffer zijn van seksuele intimidatie. Geven we toe, dan zijn we hoeren. Wijzen we ze af, dan schoppen ze ons de straat op of maken ze ons bedrijf kapot.’
‘Is er nog wijn?’ vroeg Palfijn.
‘Je hebt al veel te veel gezopen’, zei Claude. ‘Van nog meer alcohol word je agressief. Of erger.’
Palfijn keek gebelgd. ‘Ik? Agressief?’ Hij trok diepe rimpels van argwaan op zijn hoge voorhoofd. ‘Hoezo erger?’
Claude negeerde hem. ‘Ik zat dus met twee mannen opgescheept die ik kwijt wilde, maar die dat niet zomaar zouden laten gebeuren. Een hachelijk probleem, want ze draaiden er geen van beiden hun hand voor om me te gronde te richten als ze hun zin niet kregen. Palfijn was daar trouwens al mee bezig. Hij lekte informatie naar de linkse moraalridders van Van Dubben in de hoop me volledig te kunnen inpalmen als hij zijn vriend en rivaal kon uitschakelen. Dat dat niet van een leien dakje ging en dat hij ten slotte een tandje bij moest zetten, hebben we zo-even van hem gehoord.’
Ze goot wat mineraalwater uit een karaf in een glas en dronk ervan met kleine teugjes. Ze zette het glas neer. ‘Ironisch genoeg was het Palfijn zelf die me de oplossing bezorgde.’
‘Ik?’ vroeg Palfijn met een stem bol van wantrouwen.
‘Jij, lieverd’, zei Claude. Lag er spot of minachting in haar stem? ‘Je was zo fel op mij gebrand dat je ongevraagd je functie misbruikte om bedrijfsspion voor me te spelen. Je verschafte me genoeg informatie over het resultaat van de wetenschappelijke onderzoeken bij onze concurrenten om me in staat te stellen een superversie van Propraxat te ontwikkelen.’
‘De vergeetpil’, mompelde Thomas.
‘Precies, Thomas. Santaxat. Het is een fantastisch geneesmiddel. Op de juiste manier toegediend kon ik er bij Renard en Palfijn iedere gedachte of verlangen naar mij mee uit hun geest bannen. Ze zouden zich er niet eens van bewust zijn. Kun je volgen, Thomas? Dát was de echte reden voor mijn afspraak met Renard in Hotel Apollo.’
Thomas sperde zijn ogen open. Het bezinksel in het champagneglas. ‘Je hebt het middel opgelost in zijn champagne?’ vroeg hij verbijsterd.
‘Goed geraden, Thomas. Onze vriend Palfijn had het niet nodig om Renard een handje te helpen toen hij een eind aan zijn leven wilde maken. Binnen de vierentwintig uur zou Renard het onderscheid niet meer hebben kunnen maken tussen mij en de toiletjuffrouw van de Vlaamse Opera.’
Palfijn maakte een sissend geluid. Thomas keek hem scherp aan van opzij. Palfijns ogen schoten schichtig heen en weer, en het was niet duidelijk of dat van angst of van woede was.
Claude klapte in de handen en als uit het niets verscheen Verloon. Hij legde twee manilla enveloppen neer op de tafel voor Claude en stelde zich op bij de deur met de handen op de rug en in zijn ogen een blik die deed denken aan de poster van I, the Jury.
‘Zo,’ zei Claude, ‘dan is nu de tijd aangebroken voor cadeautjes.’ Ze pakte een van de enveloppen en woog hem op haar hand. ‘Ik ben een vrouw van mijn woord. Ik had Thomas een voorschot beloofd van honderdduizend euro om alles wat hij weet over mij, Renard en Palfijn uit zijn geheugen te laten wissen. Katinka had nog zesduizend te goed voor haar rol als proefpersoon, waarmee ze hetzelfde doel diende.’ Ze schoof de envelop over de tafel naar Thomas toe. ‘Berg dat weg. Denk maar dat je gewonnen hebt met EuroMillions.’
‘EuroMillions?’
‘Precies. De avond van de trekking. Katja vertelde me dat die avond de romance tussen jullie begonnen is.’ Claude keek strak van de een naar de ander, haar ogen helder als rimpeloos water, zelfverzekerd en dwingend. ‘Jullie mogen alles wat in tussentijd gebeurd is nú vergeten.’
Thomas lichtte de flap van de envelop op. De kleur van de bankbiljetten was een feest voor het oog. Hij stak hem in zijn binnenzak.
‘Waar heeft ze het over, Thomas?’ fluisterde Katja naast hem.
Claude legde de tweede envelop voor Palfijn neer. ‘Aangezien jouw brein dezelfde herschikking ondergaat als dat van Thomas, krijg je hetzelfde loon.’
‘Wacht even’, zei Thomas. ‘Na wat ik hier gehoord heb, weet ik niet of ik er nog mee wil doorgaan.’
Claude schonk hem een van haar adembenemende glimlachjes. ‘Te laat’, zei ze. ‘De kuur is in volle gang.’