16

Christine Hoogpad was niet het kneusje met veel te dikke bril en weinig flatteus kapsel die met kruiwagens, politiek correcte keus of wegens gebrek aan gegadigden onderzoeksrechter wordt, maar een vlotte verschijning die goed in haar vel stak. Ze droeg een warmrood mantelpakje en hoge hakken, een gedurfd statement in het conservatieve milieu van de rechterlijke macht. Ze keek op van het proces-verbaal dat ze had geraadpleegd en wipte een lok donker haar uit haar ogen.

‘U weet dat de gerechtelijke politie vanmiddag uw vader een kort verhoor heeft kunnen afnemen?’

Sam knikte. Het hinderde haar dat de commissaris of zijn inspecteurs de eerste waren die met abba hadden gesproken. ‘Dat weet ik. Het gesprek heeft hem erg vermoeid. Sindsdien heeft hij de hele tijd geslapen.’

‘Dat spijt me.’ Haar medeleven klonk oprecht. Ze tikte met een roodgelakte nagel op het pv. ‘Ik lees hier dat uw vader buiten levensgevaar is. Dat is dan toch een positief element.’

‘Godzijdank, ja. Ik denk dat de onverwachte thuiskomst van Leon hem goed heeft gedaan.’

Zijn thuiskomst! Ze was meer dan een halfuur opgesloten gebleven in de vestiairekast. Na tien minuten had ze Leon en Henry horen aanbellen. Ze had op de deur gebeukt en geroepen, maar ze hoorden haar niet. De twee hadden eerst overwogen naar Henry's hotel te gaan om te douchen en wat te rusten en later terug te keren, maar Henry vertrouwde het zaakje niet. Hij vond het vreemd dat Sam niet reageerde op zijn boodschappen op het antwoordapparaat, net zomin als op die in de mailbox van de mobiele telefoon. Hij kon niet weten dat haar gsm buiten gebruik was omdat Sam al in dagen de batterij niet meer had opgeladen. Ten slotte waren ze bij Nechi Berger terechtgekomen die een reservesleutel van het huis bewaarde.

‘Het is wel merkwaardig dat Harry Berneman uw broer in zo'n korte tijd heeft weten te vinden, vindt u niet?’

‘Ja, ik moet toegeven dat hij goede relaties heeft. Berneman heeft Leon met een legerhelikopter aan de oevers van de Warren River opgepikt en naar Melbourne gebracht, van waar ze met een zakenjet via Londen naar Antwerpen zijn gevlogen.’ Ze kon niet nalaten er wat sarcastisch aan toe te voegen: ‘Commissaris Verleyen kan hem dus met een gerust hart schrappen van zijn lijstje van verdachten.’

De onderzoeksrechter ging daar niet op in. ‘We hebben nu toch ook wel wat meer zicht op wat er is gebeurd’, zei ze. ‘Resumerend: een man die zich uitgeeft voor Shmuel Levitt, een orthodox joodse diamanthandelaar uit Kaapstad, pleegt een roofoverval bij Blue Ground of Antwerp. Als hij het pand verlaat, stelt hij vast dat zijn auto verdwenen is. Om zijn vermomming te kunnen afleggen, dringt hij het huis van uw vader binnen. Daar scheert hij zijn baard af, trekt kleren aan van uw broer en dwingt uw vader hem met zijn auto naar Parking Roosevelt te rijden waar hij met iemand een afspraak heeft. We hebben het raden naar wat daar precies gebeurd is. Vermoedelijk ruzie over de verdeling van de buit.’

‘Die Levitt niet op zak had. Hij had hem verborgen in het dak van onze zolder.’ Nadat Henry en Leon haar bevrijd hadden, had de politie het hele huis opnieuw doorzocht. Deze keer ook de zolder en zo hadden ze de plaats gevonden waar Levitt de diamanten had verborgen. ‘Waarom had hij zijn buit bij ons achtergelaten? Was het omdat hij de man met wie hij een afspraak had toen al niet vertrouwde?’

‘Best mogelijk.’ Christine Hoogpad knikte nadenkend. ‘Of misschien was het alleen maar een voorzorgsmaatregel. Hij was mogelijk in paniek. Zijn vluchtauto is verdwenen. Hij is bang dat hij opgepakt zal worden en dus verstopt hij de diamanten onder de dakpannen. Pas daarna maakt hij een afspraak met Chinsky. Vermoedelijk om zich een nieuwe vluchtauto te laten bezorgen.’

‘Klinkt logisch’, zei Sam. ‘Dan volgt de ontmoeting in Parking Roosevelt waar Chinsky abba neerschiet en op zijn beurt door Levitt wordt koudgemaakt. Hij gaat ervandoor met de auto van Chinsky.’ Ze zweeg en fronste.

‘Ga door.’

‘Hij durft niet onmiddellijk terug te keren naar de Vestingstraat om de diamanten op te halen. Hij vreest terecht dat daar alles in rep en roer is. Dus verbergt hij zich ergens. Waar? In Antwerpen?’

‘Niet noodzakelijk. Dat kan ook in Nederland of Duitsland zijn. Een uurtje rijden met de auto. Maar hij heeft wel lef. Een paar dagen later keert hij terug naar de plaats van misdaad om de buit op te halen. U betrapt hem bij uw thuiskomst. Voor de tweede keer slaagt hij erin te ontsnappen.’ Christine Hoogpad maakte een notitie in de marge van het proces-verbaal. ‘Ik zal laten nagaan of hij vanuit uw woning telefoongesprekken heeft gevoerd.’

‘Nu pas?’

‘Ja. Dat had ook eerder kunnen gebeuren.’ De onderzoeksrechter zuchtte. ‘We doen dat alleen als het echt niet anders kan. Belgacom, onze nationale telefoonmaatschappij, is zo langzaam in het verstrekken van informatie dat we de zaak meestal rond hebben voor we erover kunnen beschikken.’ Haar mondhoeken vertrokken even. ‘U ziet het. Niet alleen de gerechtelijke politie bezondigt zich aan constitutionele bureaucratie.’

Ja, dacht Sam. En als de lokale politie de eerste keer wat intensiever in abba's huis naar sporen had gezocht dan zouden ze de diamanten gevonden hebben en Levitt bij de kraag hebben kunnen vatten als hij terugkwam.

Het was of Christine Hoogpad haar gedachten raadde. ‘We zouden u heel wat narigheid bespaard hebben als we meteen het hele huis hadden doorzocht.’

‘Ja.’ Het was mosterd na de maaltijd. Sam trok met haar wijsvinger een onzichtbare lijn over het bureaublad. ‘Niettemin is er iets grondig mis met Levitt. Hij pleegt een perfect georganiseerde overval en brengt de afloop in gevaar door zich seksueel aan zijn slachtoffer te vergrijpen. Liever dan onmiddellijk de plaat te poetsen.’

‘Helemaal ongewoon is dat niet. In de psychologie noemt men het bezetenheidstrance of ook nog dissociatieve identiteitsstoornis. De stoornis wordt gekenmerkt door het bestaan van twee of meer afzonderlijke persoonlijkheden in een individu, die beurtelings overheersen met elk hun eigen unieke gedragspatronen en sociale relaties. Voor de ene persoonlijkheid is dat bezit, voor de andere seksualiteit.’

‘Gespleten persoonlijkheid dus?’

‘Dat is nog anders. Bij schizofrenie betreft de gespletenheid die tussen gedachten en gevoelens en niet die tussen persoonlijkheden.’

Sam huiverde. Voor haar was Levitt een pervert zonder meer. Ze zou niet rusten voor hij achter de tralies zat.

‘Wat heeft het gesprek met abba opgeleverd?’ wilde ze weten. ‘Kon hij de dader identificeren?’

‘Hij herinnert zich niets. Gezien de traumatische ervaring was dat trouwens te verwachten.’

‘Maar we zijn het er wel over eens dat het één en dezelfde dader betreft?’

Hoogpad aarzelde. ‘Er blijven de vingerafdrukken op de Parker die verschillen van die bij u thuis.’

‘Misschien was de pen van iemand anders.’

‘Nee. Rawstorne en Bleicher herkenden de Parker Jotter formeel als de pen die door Levitt werd gebruikt.’

‘Jammer dat we geen DNA-onderzoek hebben laten uitvoeren. Het is een gemiste kans.’ Ze zei we maar bedoelde commissaris Verleyen.

De onderzoeksrechter spreidde de handen. ‘Als we alles op voorhand wisten…’

‘Ik neem aan dat u er nu alles op zet om Shmuel Levitt bij de kraag te vatten?’

‘Ik ben bang dat ik u ook daarin zal moeten teleurstellen.’

‘Hoezo?’

‘Zoals u weet hadden we meteen na de overval een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd tegen Shmuel Levitt. Van de Zuid-Afrikaanse politie kregen we de volle medewerking, niet alleen omdat Levitt van Zuid-Afrikaanse nationaliteit is, maar ook omdat de kans groot is dat hij de gestolen diamanten in zijn eigen land in het circuit van de bloeddiamanten zal proberen te verkopen. Toen de politie van Kaapstad bij zijn woning ging aankloppen, bleek dat hij met een zeiljacht een cruise maakt op de Indische Oceaan.’

‘Dat meent u niet.’

‘Heus. En net als uw broer had hij geen mobiele telefoon mee en in zijn bedrijf kende niemand de naam van het jacht of zijn radiofrequentie, zodat hij niet te bereiken was.’

‘En dat vindt u natuurlijk verdacht.’

‘In dit geval terecht. Vergeet niet dat de dader met een paspoort van Levitt het land is binnengekomen en door Rawstorne als Levitt werd geïdentificeerd.’

‘Akkoord. Wat is dan de tegenvaller die u aankondigde?’

‘Dit.’ Hoogpad pakte een drietal A4'tjes uit een van de dossiers voor haar en legde die voor Sam neer. ‘Het zijn print-outs van de bijlagen van een e-mail die ik vanmorgen kreeg van SAPS, dat is de South African Police Service. Het bovenste blad is een kopie van de registration form van Shmuel Levitt in het Oak Tree Guest House in George. Oak Tree is een exclusief hotel aan de Garden Route, een kustweg zo'n tweehonderd kilometer ten oosten van Kaapstad die in schoonheid te vergelijken is met La Corniche d'Or aan de Côte d'Azur in Frankrijk. Oak Tree Guest House maakt deel uit van Garden Route Medicare, een organisatie die volgens een uniek nieuw concept aan rijkelui eersteklas medische ingrepen aanbiedt, gecombineerd met verzorging en herstel in een veilige en spectaculair mooie omgeving. De datum van opname stemt overeen met de datum dat Levitt zogenaamd op cruise is vertrokken: een maand voor de overval in Antwerpen gepleegd werd.’

Sam bekeek het inschrijvingsformulier van Oak Tree Guest House. De kop luidde: Healthcare in Paradise. Op een kleurenfoto was een charmant Victoriaans landhuis te zien te midden van een verzorgde tuin met lommerrijke beplantingen. ‘Het feit dat Levitt een inschrijvingsformulier van een hotel tekent is nog geen bewijs dat hij er de hele tijd geweest is.’

‘Het tweede vel is een verklaring van dr. Rory Taylor, directeur-geneesheer van de Garden Route Clinic in George. Hij bevestigt dat Shmuel Levitt in de kliniek een belangrijke chirurgische ingreep onderging en in het Oak Tree Garden House tot op heden nog dagelijks medische verzorging krijgt. Het derde vel is van de lokale politie die een en ander bevestigt.’

Sam keek verbluft. ‘Dus heeft Levitt niets met de zaak te maken?’

‘Nee. Iemand heeft zich voor hem uitgegeven. Dat was iemand die hem na genoeg stond om te weten dat hij een zware operatie moest ondergaan en zich maandenlang zou afzonderen.’

‘Hoe reageert de Zuid-Afrikaanse politie?’

‘Heel simpel. Er is in Antwerpen een diefstal met geweld gepleegd. De Zuid-Afrikaan die wij als verdachte hebben gesignaleerd beschikt over een perfect alibi. Voor hen is de kous af.’

‘En wij gaan terug naar af?’

‘Dat klopt. Voorlopig zitten we op een dood spoor.’

Sam zweeg even. Ze had niet het gevoel dat het onderzoek naar de roofoverval voor het gerecht de hoogste prioriteit had. De moord op Chinsky nog minder. ‘U weet dat ik door Lloyd's of London werd aangezocht een onderzoek in te stellen?’

Hoogpad knikte. ‘Dat weet ik. Aarzel niet om een beroep op ons te doen als u hulp nodig hebt. Binnen de perken van de wet, vanzelfsprekend.’

‘Bedankt. De verzekeringsmaatschappij looft een beloning uit van een half miljoen dollar aan wie inlichtingen verschaft die leiden tot het recupereren van de gestolen waar. Dat bericht wordt vandaag verspreid in alle diamantcentra over de hele wereld.’

‘Dat helpt waarschijnlijk. Zodra ze me dit officieel bevestigen, zal ik het ook in onze kringen via de gebruikelijke kanalen bekendmaken.’ De onderzoeksrechter stond op. Tegelijk kwam een inspecteur binnen die haar uitnodigde mee te gaan. Sam nam afscheid van Hoogpad. Ze volgde de inspecteur naar een tekenkamer waar een andere inspecteur haar uitlegde hoe ze met een identity kit, niet meer dan een verzameling losse puzzelstukken, het hoofd van de man die haar had proberen te verkrachten kon reconstrueren.

Na meer dan een halfuur verliet Sam het gerechtshof met een paar afdrukken van de nieuwe robotfoto. Ze had zo goed mogelijk de onderdelen gekozen die het meest met de trekken van de valse Levitt overeenstemden, maar het resultaat was nietszeggend. De bezetenheid die de man uitstraalde en de bijna maniakale glans in zijn ogen waren in een statische constructie niet vast te leggen.