4

Sam Keizer bleef staan aan de uitgang van het park tegenover het hotel. Ze tuurde omhoog naar de boogvormige ramen van de suite op de zevende verdieping. Ze gloeide. De seksscène in het park waarvan ze pas getuige was geweest had ongewilde gevoelens opgewekt. Met enige moeite duwde ze beelden die zich opdrongen naar de achtergrond.

Tussen twee auto's wachtte ze om de straat over te steken. Aan de overkant stopte een Renault Scénic vol modderspatten en parkeerde dubbel. De bestuurder, een onguur type, met zwart leren vest en een pet diep over de ogen getrokken, stapte uit en keek rond alsof hij met iemand een afspraak had. Uit het portaal van de hotelgarage om de hoek verscheen een tweede figuur. Hij was groot, met brede schouders. Zijn zijden overjas wapperde open en Sam zag onder het jasje van zijn zwarte pak de franjes tevoorschijn komen van de kleine tallith die aan de geboden van God herinnerden. Een orthodoxe jood. De twee mannen hadden woorden, vooral de chassied maakte zich boos. Hij bedaarde pas toen de ander hem een pakje in bruin papier overhandigde dat hij onder zijn overjas stopte. De geparkeerde Scénic hinderde het verkeer maar de twee mannen stoorden zich daar niet aan. Ze bleven discussiëren en even zag het ernaar uit dat ze op de vuist zouden gaan. Toen stapte de bestuurder in zijn auto en reed weg.

Sam stak de straat over. Ze bereikte de draaideur gelijktijdig met de orthodoxe jood. Hij bleef staan en keek haar vorsend aan, met de roodomrande ogen van iemand die een vermoeiende reis achter de rug heeft.

Sam bleef ook staan. Een chassied die een vrouw laat voorgaan is op zich al merkwaardig, maar ze was vooral van haar stuk gebracht door de blik in zijn ogen. Die was niet neerbuigend of minachtend, zoals je van sommige ultraorthodoxe joden kon verwachten, maar… maar wat? Begerig? Seksbelust? De chassied bezag haar of hij dwars door haar kleren kon zien.

Ze beantwoordde zijn blik met onverholen afkeer. Het was of hij zich er opeens van bewust werd dat hij over de schreef ging. Hij wendde met een ruk het hoofd af en liep de draaideur door.

Sam wachtte tot hij uit het gezicht verdwenen was voor ze naar binnen ging. Voorbij de draaideur bleef ze staan om zich te oriënteren. De balie bevond zich aan de rechterkant van de ruime lobby. Aan haar linkerkant was een Godivashop. Ze zag zichzelf in de spiegelende ruiten: een slanke, sportief ogende vrouw van drieëndertig met donkerbruin haar en volle beweeglijke lippen, met alleen wat lichtrode lipstick als makeup. Ze droeg wat ze haar werkoutfit noemde: een nauwsluitende donkerblauwe jeans, een zwart sweatshirt en kalfsleren mocassins. Ze begreep nu waarom Henry haar in de minder amoureuze momenten zijn intelligente, aantrekkelijke no-nonsensebrunette noemde. Haar kleding vormde een schril contrast met het chique mantelpakje van rulle, los geweven tweed en de dure juwelen van een vrouw die het hotel verliet met in haar kielzog een bagagist met een trolley vol met bij elkaar passende zwarte koffers. Nou ja, ze was niet gekomen om aan een modeshow deel te nemen. Ze draaide zich om en liep naar de balie.

Henry kwam uit het niets tevoorschijn en versperde haar de weg. Hij stak zijn armen uit alsof hij op het punt stond haar te omhelzen. ‘Je bent gekomen’, zei hij, breed glimlachend.

Sam deinsde achteruit. Nu ze hem voor zich zag, werd ze opeens weer boos. ‘Ja’, zei ze. ‘Maar niet voor wat jij denkt.’

Hij pakte haar hand. ‘Waarvoor dan wel?’

Ze trok haar hand los. ‘Om je aan je verstand te brengen dat het uit is tussen ons. Je hoeft me niet meer op te bellen. Het is gedaan. Finito. Ik ga nooit meer met je naar bed.’

‘Nooit?’

‘Nooit!’

Zijn glimlach werd onzeker. ‘Waarom?’

‘Omdat je… Dat weet je best.’

‘Vanwege de scène in Londen?’

‘Dat ook.’

‘Dat is niet helemaal eerlijk, Sammy. Je had het zelf uitgemaakt. Ik vroeg je naar Londen te komen om erover te praten, maar je wilde niet. Je kwam toch. Als ik dat had geweten zou ik…’

‘…niet met een hoertje naar bed zijn gegaan’, maakte Sam zijn zin af.

‘Het was geen hoertje. Het was de vrouw van de cultureel attaché van Japan.’

‘Kan me niet schelen. Al was het Michiko Kogo, de keizerin zelf.’

Hij grijnsde. ‘Je kent toch het Japanse gezegde: als je steelt, steel dan een miljoen, als je naait, naai dan een keizerin.’

Ze lachte meesmuilend. ‘Grappig hoor.’

Hij bracht zijn hand naar haar kin en beroerde haar lippen met zijn duim. ‘Het spijt me, Sammy.’

Ze zag warmte en vriendschap in zijn ogen maar geen oprechte spijt. Haar boosheid ebde weg. Ze kon niet ontkennen dat ze zich wat gevleid voelde omdat hij zich de moeite had getroost haar naar Antwerpen te volgen. Ze besefte dat ze van deze man had gehouden, en misschien zou ze dat altijd blijven doen, al was het maar om de eigenschappen waarin ze wilde geloven, zonder aandacht te schenken aan de eigenschappen die haar niet bevielen. Ze trok haar hoofd weg. ‘Oké. Zand erover.’

Hij glimlachte tevreden. ‘Zo ken ik je weer.’ Hij pakte haar bij de elleboog. ‘Zullen we samen eten? Ze hebben hier een eersteklas restaurant. De chef is een Compagnon de la Toque Blanche. Hij is die eretitel dubbel en dwars waard.’

In het Brabo-restaurant vierde romantiek hoogtij. Pianomuziek op de achtergrond, kaarsen alom, discrete bediening. Ze bestelden de suggesties van de chef: bisque van garnalen en langoustines, waterzooi van kreeft, lamscarré met kruidenkorst en flan uit de Provence. Henry zorgde voor aangepaste wijnen. Voor het aperitief was dat Veuve Cliquot. Hij tikte haar glas aan. ‘Op de liefde, Sammy.’

Ze nipte aan haar glas. ‘Laten we het houden op vriendschap.’

‘Ook goed. De rest komt wel weer.’

‘Hm. Vertel me liever hoe je wist dat ik in Antwerpen was.’

‘Dat was niet zo moeilijk. Na het eh… incident in Londen probeerde ik je te bellen. Zowel op je mobiele telefoon als je huistelefoon in Amsterdam kwam ik op het antwoordapparaat terecht. Je baas bij het Adviesbureau voor Beveiliging en Preventie had niets meer van je had gehoord sinds je er na de ontknoping van de affaire-Rozenburg boos vandoor was gegaan. Dus probeerde ik het vliegveld. Zo kwam ik erachter dat je je retourticket voor Schiphol had omgeruild voor een voor Antwerpen.’

‘En dus kwam je me achterna.’

‘Nou ja.’ Hij keek haar recht in de ogen, maar zijn stem klonk wel verontschuldigend. ‘Ik ben hier ook voor zaken.’

‘O.’

Ze dronk wat van de champagne en keek toe hoe de kelner bijvulde. Het minste wat je kon zeggen was dat hij eerlijk was.

‘Wat was dat met die affaire-Rozenburg? Waarom was je boos op je baas?’ vroeg Henry.

Sam was niet in de stemming daarop in te gaan. ‘Niets bijzonders. Het boterde al enige tijd niet meer tussen ons.’

‘Waarom begin je niet voor eigen rekening?’

‘Als wat?’

‘Privédetective. Hier in Antwerpen.’

Ze kneep haar ogen wat samen en bekeek hem wantrouwig. ‘Heb jij soms met abba gepraat?’

‘Nee. Waarom?’

‘Omdat hij ook al met dat voorstel op de proppen kwam. Al van toen hij met werken als edelsmid gestopt is, staan zijn winkel en atelier leeg. Hij wil ze voor me inrichten als kantoor.’

‘Geen slecht idee. Een uitstekende ligging. Je zit er in het midden van de diamantwijk. Je zou er aan klanten geen gebrek hebben.’

‘Als vrouw? Daar heb ik mijn twijfels over. De diamantwereld is erg behoudend.’

‘Als je wilt, kan ik je aanbevelen bij de Hoge Raad voor Diamant. Die zijn op zoek naar iemand als jij.’

‘Als ik? Wat bedoel je daarmee?’

‘Iemand die de branche kent.’

‘Om wat te doen?’

‘Fraude bestrijden. Vervalsingen opsporen. Diamantsmokkelaars bij de kraag vatten.’

‘Wacht even, Henry. We zijn hier niet in Amerika. Een privé-detective heeft hier geen speciale bevoegdheden. Hij mag niet fouilleren, arresteren, afluisteren, een huis doorzoeken, andermans post lezen.’

‘Dat weet ik. Dat heb je me al eens gezegd in de zaak van het verdwenen balletdanseresje.* Maar dat belet niet dat hij informatie mag vergaren over personen, goederen of feiten, of niet soms?’

‘Ja, dat mag. Op voorwaarde dat hij een vergunning van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft.’

‘Heb jij zo'n vergunning?’

‘Ja. Ik weet alleen niet of die vernieuwd moet worden als ik voor eigen rekening ga werken.’

‘Als dat zo is, zorg ik wel dat je snel een nieuwe krijgt. Heb je een wapen?’

‘Nee. Daar heb je ook een bijzondere vergunning voor nodig.’

No problem. Kun je ermee omgaan?’

‘Zo nodig.’

‘Goed zo. Zal ik een afspraak maken?’

‘Misschien. Als je me eerst vertelt wat jij ermee te maken hebt.’

‘Ik ben hier op verzoek van de Hoge Raad voor Diamant.’

‘Als wat? Als advocaat?’

‘Nee. Als adviseur. Ze willen een dam opwerpen tegen de toenemende invloed van allerhande maffieuze groepen op de goud- en diamantsector in Antwerpen.’

‘Is dat niet een wat vreemde opdracht voor een partner van een internationaal juristenkantoor?’

‘Niet echt. Onze maatschap werkt uitsluitend voor regeringsinstanties zoals de CIA, de FBI of de DEA.’

DEA?

‘Drug Enforcement Administration. Als onafhankelijk kantoor kunnen we daden stellen zonder dat daarmee de politieke verantwoordelijkheid van de Amerikaanse regering in het gedrang komt. Ik dacht dat je dat wist.’

‘Nee. Heb je nog meer van die geheimen?’

‘Er is niets geheimzinnigs mee gemoeid. Ons actieterrein is de strijd tegen de georganiseerde misdaad. We werken voor al wie onze hulp inroept. Dat kan een regering zijn, een bedrijfstak of zelfs een verzekeringsmaatschappij. We helpen met adviezen, misdaadanalyses, casestudy's en zo nodig met veldonderzoek. Zoals in dit geval als jij ermee instemt.’

‘Als ik het goed begrijp komt het erop neer dat ik voor jou zou werken.’

‘Vind je dat erg?’

‘Weet ik nog niet.’

‘Wanneer weet je het wel?’

Sam tuitte haar lippen en dacht na. ‘Om te beginnen noem ik je voortaan geen Henry meer, maar Harry.’

‘Waarom?’ vroeg Henry verbaasd.

‘Je medewerkers in Amerika noemen je allemaal Harry. Henry klinkt te intiem.’

‘Alles hangt af van de manier waarop je het uitspreekt.’

‘Daar houd ik rekening mee.’

‘Oké. Weet je wat? Als je wilt, kun je zelfstandig agent worden van Berneman & Partners. Dat betekent dat je te allen tijde een beroep kunt doen op onze logistieke steun. Ook voor je eigen dossiers. Zegt je dat iets?’

‘Misschien wel.’

‘Ik heb een voorstel. Ik heb morgenmiddag een lunchafspraak met Steve Maartens, een van de bestuurders van de Hoge Raad voor Diamant. Waarom ga je niet mee?’

‘Mij best. Maar wat vindt Steve Maartens daarvan?’

Henry keek haar recht in haar gezicht. ‘Eerlijk gezegd. Ik heb met hem al over jou gesproken. Hij is erg geïnteresseerd.’

‘De aanbeveling is dus al gebeurd?’

Henry zocht niet naar verontschuldigingen. ‘Nou ja. Je weet hoe ik ben. In alles een doordrijver. Hoe zit het? Ga je mee?’

Sam had meer belangstelling dan ze wilde laten zien. ‘Waar spreken we af? In de benedenzaal van de Hoge Raad?’ De gebouwen van de koepelorganisatie van de Antwerpse diamantsector bevonden zich in de Hoveniersstraat 22, midden in de beveiligde zone van de Diamond Square Mile en geen vijf minuten lopen van haar huis vandaan.

‘Nee’, zei Henry. ‘Ik kom je omstreeks halftwaalf bij jou thuis afhalen. Het is een eeuw geleden dat ik je vader heb gezien.’

‘Oké.’ Sam aarzelde. ‘Hoelang denk je in Antwerpen te blijven?’

‘Geen idee. Een week. Twee weken.’ Er verscheen een zinnelijke flikkering in zijn ogen. ‘Lang genoeg om de schade in te halen.’

Dat was nu precies wat ze niet wilde horen. Twee weken en daarna zou ze het hele ontwenningsproces moeten overdoen.

‘Vergeet het, Harry’, zei ze. ‘Ik ben niet van plan…’ Ze zweeg toen de kelner een bord voor haar neerzette. De bisque geurde heerlijk. Terwijl ze at, luisterde ze naar de muziek. Ze dacht aan maman. Ze wilde dat die nog leefde en dat ze haar om haar mening kon vragen over Henry en zijn aanbod om samen te werken. Als teenager had ze altijd met haar meest intieme vragen bij haar terechtgekund. Vaak luidde het antwoord: ‘Tja, Samuela, soms moet je je gewoon op de stroom laten meedrijven.’

Ze had die raad zelden opgevolgd. Het lag niet in haar aard. Ze legde haar lepel neer en dronk wat van de wijn. Voortreffelijk. De pianist zong een liedje. Zijn stem had wat weg van die van Elton John. Ze werd er zowaar sentimenteel bij. Misschien was het de champagne op een lege maag. Ze had sinds twaalf uur 's middags niet meer gegeten. Toen pas drongen de woorden van het liedje tot haar door. Hij zong: ‘Go with the flow, baby. Go with the flow.’

Ze vroeg zich af of Henry het hem had ingefluisterd. Hij was er best toe in staat.

_______________________________________

*  Zie Dirty Dancing.