10
Whitlock kon zijn stemming met één woord beschrijven. Moedeloos. Wat had hij in die drie dagen in Mainz bereikt? Hij was al in het begin ontmaskerd door een mooie vrouw die, zoals door de UNACO was bevestigd, toevallig was omgegaan met een van de bekendste columnisten van de New York Times\ vervolgens was hij bijna overreden door een Mercedes, waarvan de chauffeur, voor zover hij dat had kunnen nagaan, daarna was verdronken. En hoewel hij geneigd was het met Karen eens te zijn dat Leitzig bij de plutoniumdiefstal betrokken was, had hij geen schijn van bewijs tegen hem. Al zijn pogingen om meer te weten te komen waren op niets uitgedraaid. Hij moest een doorbraak forceren. Maar hoe? De dag had beter kunnen beginnen. Hij versliep zich en werd pas om half tien wakker. Toen hij daarna de Golf achteruit de oprijlaan afreed, begonnen er een paar druppels te vallen en al spoedig stortregende het. Nadat hij kort in het hotel was geweest om zich te verkleden, ging hij op weg naar de fabriek over de oude weg naar Frankfurt, een route die hem de vorige dag door Karen was aangeraden. Er was bijna geen verkeer, want de meeste automobilisten gaven de voorkeur aan de brede rijstroken van de A66. Hij zette de Golf zo dicht mogelijk bij het bewakershuisje neer als maar mogelijk was en hij draaide zijn raampje een heel klein stukje naar beneden om de pas te laten zien die Karen hem op zijn eerste dag in de fabriek had bezorgd. Een van de bewakers deed een regenjas aan, trok zijn pet over zijn hoofd en trotseerde toen de neerstromende regen om naar de auto toe te lopen. 'Goedemorgen. Whitlock, New York Times,' kondigde hij aan. De bewaker liet zijn vinger langs het door plastic beschermde klembord lopen. 'We hebben orders u niet toe te laten.' 'Wie heeft mijn pas ingetrokken?' vroeg Whitlock woedend. 'Doctor Leitzig.' 'Waarom?' 'Ik heb geen idee, bel hem op als u thuiskomt.' ik wil hem nú spreken.' 'Uw pas is ingetrokken. Er is niets meer te zeggen. Deze fabriek is staatseigendom, u bevindt zich op verboden terrein.' Whitlock gooide zijn pas op het dashboard en schudde in frustratie zijn hoofd. Leitzig was hem te slim af geweest. Zonder twijfel zou hij een volkomen geldige reden hebben om de intrekking van de pas te rechtvaardigen. En hij had Whitlocks onderzoek vanuit de fabriek op een doeltreffende manier lamgelegd. De bewaker tikte tegen het raampje, ik heb u toch gezegd dat u zich op verboden terrein bevindt.' Whitlock wist dat het zinloos was met de bewaker in discussie te gaan. Leitzig zou hem waarschijnlijk toch in zijn zak hebben. Hij had tijd nodig om een nieuwe strategie te bedenken, tijd die hij niet had. Hij draaide de Golf voor de slagboom om en reed weg. De bewaker haakte de radio van zijn riem en bracht hem naar zijn mond. 'Hij komt eraan.' Whitlock nam de weg van Mainz naar Frankfurt weer. Zelfs de kuilen waren te prefereren boven de file op de grote snelweg. Hij zette de radio aan en draaide aan de afstemknop tot hij een muziekstation vond. Er werd een eentonige popsong gespeeld, wat altijd nog beter was dan een discussie over landbouw of politiek in het Duits. Rosie, zijn vijftienjarige nichtje, zou het waarschijnlijk mooi hebben gevonden. Zijn hart ging nog steeds uit naar de muziek van de jaren zestig, toen de zangers, in tegenstelling met die van tegenwoordig, goede stemmen hadden en de begeleidingsbands nog niet met elkaar hoefden te wedijveren om te kijken wie er het meeste lawaai kon maken. Rosie herinnerde hem er vaak aan: 'Het moet steeds moeilijker worden om maatschappelijke veranderingen bij te houden naarmate je ouder wordt.' Ze had de gave hem zich dubbel zo oud te laten voelen als hij was. Hij werd uit zijn gemijmer wakker geschud toen hij in de achteruitkijkspiegel een paar verblindende koplampen nog dichterbij zag komen. Hij mopperde in zichzelf over het gebrek aan goede manieren van sommige automobilisten en gaf de chauffeur een teken dat hij kon passeren. De koplampen bleven strak op de achterkant van de Golf gericht, zodat hij gedwongen was de achteruitkijkspiegel schuin naar de passagiersstoel te richten. Hij ging zelfs opzij, waarbij hij gevaarlijk dicht langs de berm reed, zodat de chauffeur zelf de weg voor zich uit kon zien. De koplampen zwaaiden van de achterkant van de Golf vandaan en hij ving een glimp op van de rode motorkap die was versierd met strips van chroom. Een Range Rover. De auto kwam naast de Golf rijden, maar Whitlock kon de chauffeur niet zien. 'Schiet op dan, schiet op dan!' schreeuwde hij, terwijl hij hem met armgebaren duidde door te rijden. De Range Rover zwenkte naar binnen en raakte de Golf in de flank. 'Vervloekte maniak,' schreeuwde Whitlock terwijl hij wild aan het stuur draaide om te verhinderen dat de Golf van de weg af zou raken. De licht hellende, tien meter brede grasberm aan zijn rechterhand eindigde abrupt bij een dicht bos. Bij een botsing met een van de bomen zou de benzinetank van een auto gemakkelijk kunnen openscheuren. De Range Rover raakte de zijkant van de Golf een tweede keer en instinctief trapte hij krachtig op de rem, omdat hij wist dat hij anders de macht over het stuur zou kunnen verliezen en de berm af zou kunnen schieten. Hij wist echter dat de Range Rover oneindig veel sterker was dan de Golf en het zou alleen maar een kwestie van tijd zijn voor hij van de weg zou worden gedrukt. De achterwielen zwenkten zijwaarts, van de berm vandaan, en de Golf kwam dwars over de weg te staan. De Range Rover keerde zorgvuldig en kwam recht op de stilstaande Golf af. Hij boog zich naar voren, trok het handschoenkastje open en tastte naar de Browning. Terwijl zijn vingers zich om de kolf sloten, schampte de Rover de Golf waardoor de rechterkoplamp in een regen van gebroken glas uit elkaar spatte. De Golf tolde honderdtachtig graden rond en door de snelheid van de draai sloeg Whitlocks hoofd tegen het stuur. Hij spande zich in om overeind te komen, terwijl zijn hoofd bonkte door de kracht van de klap. Toen hij voorzichtig de wond op zijn wenkbrauw betastte, voelde hij kleverig bloed op zijn vingertoppen. De Range Rover was gekeerd voor een nieuwe poging. De Golf stond bewegingloos op nog geen meter van de rand van de weg en de volgende klap zou hem bijna zeker naar beneden de berm in stoten. Whitlock probeerde zonder succes de motor te starten en greep toen naar de Browning die op de stoel naast hem lag. De Range Rover kwam recht op de Golf af en richtte zich op het portier aan Whitlocks kant, zodat de auto precies in de goede hoek geraakt zou worden om hem rond te draaien en zijwaarts de berm in te laten kiepen. Hij wachtte tot de Range Rover zes meter van hem vandaan was voordat hij de Browning met twee handen vastpakte en door het open raam naar buiten stak. Hij richtte op een denkbeeldige punt in het midden van de donkergekleurde voorruit en vuurde tweemaal. De kogels boorden op een centimeter of vijf van elkaar twee licht gekartelde gaten in het glas, die zich vertakten in een spinnenweb van talloze dunne scheurtjes. De Range Rover zwenkte uit zijn koers, miste op het nippertje de achterkant van de Golf, reed vervolgens rechtdoor de weg af en verdween om de volgende bocht. Toen zag hij de motor die verderop langs de weg stond geparkeerd. Het was een zwarte 1000 CC Suzuki. De in wit leer geklede motorrijder trapte de motor aan en schoot langs de Golf. Het lukte hem de Golf weer te starten en terwijl hij hem in zijn versnelling zette, begon hij over de Rover na te denken. Had hij hem wel eens eerder gezien? Had Karen het er tegen hem over gehad? Hoe meer hij erover nadacht, hoe zekerder hij wist dat iemand er terloops iets over had gezegd. Hij had de vorige dag in de fabriek met meer dan twaalf arbeiders gesproken, maar hij kon zich niemand voor de geest halen die er een opmerking over gemaakt zou kunnen hebben. Hij knipte met zijn vingers. 'Leitzig!' zei hij hardop. Leitzig had een Range Rover waarmee hij altijd op visexpeditie ging. Whitlocks hoofd bonkte tegen de tijd dat hij een openbare telefoon gevonden had. Zijn verdenking tegen Leitzig werd sterker toen hij van de telefooncentrale van de fabriek te horen kreeg dat Leitzig pas 's middags op zijn werk werd verwacht. Hij vond Leitzigs adres in het telefoonboek. Hij scheurde de betreffende bladzijde eruit en haastte zich terug naar de gehavende Golf. Hij zou de schade later wel opnemen en zijn credit card gebruiken om met Hertz af te rekenen. De UNACO ZOU hem terugbetalen wanneer hij weer in New York was. Kolchinsky zou het echter niet leuk vinden... Leitzig woonde in een vervallen huis met twee verdiepingen in de Quintinstrasse, dat uitkeek op de campus van de oude universiteit aan de oostkant van de Rijn. Whitlock parkeerde de Golf aan het eind van de straat, stak de Browning in zijn zak en rende door de stromende regen naar de garage naast het huis. Met zijn handen boven zijn ogen tuurde hij door het gebarsten glas. Hoewel er een stuk jute was opgehangen, dat dienst deed als gordijn, kon hij toch de Range Rover zien staan. Het lakwerk van het portier aan de passagierskant was beschadigd. Hij kon de voorruit niet zien, maar hij had voldoende bewijs om de confrontatie met Leitzig aan te gaan. Nu moest hij nog het huis binnen zien te komen. Hij klauterde over een gammel, twee meter hoog houten hek achter de garage en kwam soepel in de verwilderde achtertuin terecht, waar hij met getrokken Browning op zijn hurken bleef zitten om vast te stellen of er gevaar dreigde. Aan zijn rechterkant was een veranda, die waarschijnlijk op de keuken uitkwam. Hij liep er door het kniehoge gras, terwijl zijn steeds natter wordende voeten bij iedere stap met een plassend geluid in de bodem wegzakten. Zijn overhemd was bedekt met bloed, zijn flesgroene pak was drijfnat en zijn instappers waren doorweekt. Als zijn schoenen geruïneerd waren, zou de UNACO een nieuw paar moeten betalen, of Kolchinsky het nu leuk vond of niet. Hij bereikte de veranda en probeerde de deur. Hij ging open. Een Duitse herder versperde hem de weg, maar in plaats van hem aan te vliegen om zijn territorium te verdedigen, kwispelde hij wat met zijn staart en ging toen weer terug naar zijn mand om te slapen. Hij besloot de hond maar niet te aaien, omdat hij vond dat hij het lot al genoeg had getart. Hij glipte de keuken binnen, deed de deur zorgvuldig achter zich dicht en boog zich toen voorover om zijn schoenen uit te trekken. Leitzig zat met zijn rug naar de deur naast een klein kacheltje in de woonkamer Whitlock stond stil en keek vol verbazing de kamer rond. Het was een tempel die aan één vrouw was gewijd en er hingen foto's van haar vanaf haar jeugd tot haar middelbare leeftijd. Tientallen vergrote, ingelijste foto's bedekten de muren, de decoratieve schoorsteenmantel en het gehavende dressoir tegenover de deuropening. Al zijn opgekropte woede leek te verdwijnen en zijn stem klonk hol toen hij eindelijk sprak. 'Doctor Leitzig?' Leitzig sprong overeind en draaide zich naar hem om. Woede straalde uit zijn ogen. 'Eruit! Eruit!' Whitlock stapte instinctief naar achteren de gang in terwijl hij de Browning los langs zijn lichaam liet hangen. Leitzig ademde zwaar. 'Dit is haar kamer en ik ben de enige die hem met haar mag delen. Niemand anders.' 'Dan moeten we ergens anders praten. De keuken misschien?' 'Wie bent u? Wat wilt u?' Tot zijn verbazing gedroeg Leitzig zich onzeker. 'Whitlock. U hebt een half uur geleden geprobeerd me te vermoorden, weet u nog?' 'Ik weet niet waar u het over hebt. Uit mijn huis of ik bel de politie.' 'Ga gerust uw gang, maar vergeet niet hun te vertellen over de Range Rover in de garage. Ze zullen het misschien interessant vinden om het beschadigde lakwerk ervan te vergelijken met het lakwerk van mijn Golf. Ik weet zeker dat ze er een paar boeiende conclusies uit zouden trekken.' ik denk dat u de politie hier net zo min wilt hebben als ik.' Whitlocks geduld was op en zijn gelijkmoedigheid liet hem eindelijk in de steek. Hij greep Leitzig bij zijn kraag en kwakte hem tegen de muur. Zijn stem klonk laag en dreigend, ik ben het beu spelletjes met u te spelen. Ik wil antwoorden hebben en ik beloof u dat ik ze zal krijgen.' Leitzig schudde zijn hoofd. 'U kan me niet meer laten lijden dan ik al heb geleden. Ik ben immuun voor pijn geworden.' Whitlock duwde Leitzig opzij en liep de zitkamer in waar hij de dichtstbijzijnde foto oppakte, ik zal ze één voor één kapotslaan, net zo lang tot u me vertelt wat ik wil weten.' Leitzig staarde naar de foto die Whitlock wilde laten vallen alsof het een Ming-vaas van onschatbare waarde was. 'Alstublieft, ik smeek u, doe haar geen kwaad.' 'Als u mijn vragen beantwoordt, zal ik haar geen kwaad doen.' ik zal alle vragen die u stelt, beantwoorden. Alstublieft, alstublieft, doe haar geen kwaad.' Whitlock zette de foto terug op het dressoir en liep de kamer door naar de kachel. Leitzig pakte dezelfde foto van het dressoir en ging in de enige stoel zitten. 'Mijn vrouw,' zei hij zacht, terwijl hij met zijn vinger de omtrek van haar gezicht naliep. 'Dat dacht ik al. Wanneer is ze overleden?' 'Drie jaar geleden. Ik heb haar vermoord.' 'U hebt haar vermoord?' 'Ze was stervende aan kanker. Ik kon het niet verdragen haar te zien lijden, dus heb ik haar vermoord. Ik heb het alleen gedaan omdat ik zoveel van haar hield.' 'Euthanasie,' zei Whitlock. 'Noem het maar wat u wilt, maar ik héb haar vermoord,' vervolgde Leitzig. 'Ik ben met haar teruggegaan naar Travemunde waar we zesentwintig jaar geleden onze wittebroodsweken hebben doorgebracht. Ik wilde dat ze de vakantie van haar leven zou hebben. Op onze laatste avond heb ik haar bij het eten dronken gevoerd en toen ben ik met haar langs het strand gaan wandelen.' Hij greep de omlijsting met beide handen vast en slikte de emotie weg die naar boven dreigde te komen. 'Daar heb ik haar verdronken.' 'En dat is nooit uitgekomen?' 'Uit de lijkschouwing werd geconcludeerd dat haar dood aan een ongeluk te wijten was, als u dat bedoelt. Hierboven ben ik niet ongestraft gebleven,' zei Leitzig, terwijl hij op zijn voorhoofd tikte. 'Het schuldgevoel is net migraine. Het zal nooit verdwijnen. Ik heb vaak aan zelfmoord gedacht, maar ik heb niet de moed om het echt te doen.' Whitlock wreef over zijn eigen voorhoofd. Het bonkte nu onophoudelijk. Hij voelde aan de wond boven zijn oog en was opgelucht dat het bloeden was gestopt. Leitzig leek Whitlocks verfomfaaide uiterlijk voor het eerst op te merken. 'Wilt u wat droge kleren hebben? Ik heb genoeg truien en broeken.' Het was een verleidelijk aanbod, maar Whitlock was vastbesloten het heft in handen te houden. 'U blijft waar u bent.' 'Wat gaat er met me gebeuren?' 'Dat hangt ervan af of u meewerkt. Hoe bent u bij de diefstal betrokken geraakt?' Leitzig staarde naar de foto op zijn schoot. 'Ze hebben me door chantage gedwongen.' 'Wat wisten ze dan van u?' Ik zal het u laten zien. Mag ik opstaan?' 'Waar gaat u naar toe?' vroeg Whitlock. 'Naar het dressoir.' Leitzig opende een van de laden en haalde er een bruine envelop uit die hij aan Whitlock gaf, voordat hij weer ging zitten. Whitlock haalde de zes vergrote zwart-wit foto's eruit. Ze waren met een nachtlens genomen en ze lieten zien hoe Leitzig het hoofd van zijn vrouw met geweld onder water hield. De laatste foto had hem betrapt toen hij de zee uitliep, terwijl het levenloze lichaam van zijn vrouw met haar gezicht naar beneden in het water dreef. 'Die foto's zouden me voor de rest van mijn leven achter de tralies hebben gebracht.' 'Wie heeft ze genomen?' vroeg Whitlock. 'Dat weet ik niet, maar ik heb ze twee dagen na de lijkschouwing ontvangen.' 'En toen?' 'Aanvankelijk gebeurde er niets, maar ongeveer zes maanden later werd er contact met me opgenomen bij de Planck Universiteit waar ik werkte en er werd mij gezegd dat ik moest solliciteren naar de vacature van technisch-directeur bij de opwerkingsfabriek. Door mijn ervaring werd ik na het eerste gesprek aangenomen. Ik ontdekte later dat mijn voorganger onder geheimzinnige omstandigheden was omgekomen terwijl hij in Sankt Anton in Oostenrijk aan het skiën was. U kunt ervan denken wat u wilt, maar ik ben er zeker van dat hij is vermoord, zodat zij hun eigen man de fabriek konden binnenloodsen.' 'Hebt u ooit een van de chauffeurs gezien?' 'Ik werkte met twee van hen samen. De oudste van de twee was een Machiavellistisch type. Door en door slecht. Een krachtig gebouwde man met gitzwart haar en halfgesloten ogen.' 'Hoe heet hij?' 'Hendrick, Hendricks, zoiets. Hij was niet het soort man dat je vraagt iets voor de tweede keer te zeggen.' 'Hendrique... En de tweede?' 'Een Canadees, hij noemde zich Vanner. Blond haar, blonde snor en altijd een vilthoed op. Hij reed Hendrique rond in een zwarte Mercedes.' Er was weer een stukje van de legpuzzel in elkaar gevallen. 'En wanneer is de diefstal begonnen?' Leitzig haalde een pakje sigaretten uit zijn zak en stak er een op 'Ongeveer zes of zeven maanden nadat ik bij de fabriek ben gekomen. In de daaraan voorafgaande periode moest ik vier nieuwe technici aannemen en hoewel ik met tientallen sollicitanten heb gesproken, mocht ik alleen degenen aannemen die Hendrique me stuurde. Ze voldeden allemaal aan de eisen, dus het wekte geen onnodige argwaan. Doordat we met zijn vijven samenwerkten, liep de diefstal op rolletjes.' 'Ik heb stapels computeruitdraaien doorgenomen, maar ik kon geen verschillen vinden. U moet het plutonium op een of andere manier tijdens het eigenlijke opwerkingsproces hebben laten verdwijnen, maar hoe is u dat gelukt met zoveel andere technici in de buurt? Of deden er nog anderen mee?' 'Behalve een paar bewakers en chauffeurs was er niemand bij betrokken en zeker niet iemand van mijn personeel. Ik had mijn eigen team. We hevelden het plutonium niet tijdens de opwerking over, we deden het erna.' 'Erna? Maar die cijfers worden nog verscheidene malen gecontroleerd voordat ze in de computer worden opgeslagen.' 'Toegegeven, knoeien met de belangrijke cijfers is vrijwel uitgesloten. Er is een onbetekenende kolom op de lijsten met statistische gegevens onder het hoofd "Residu Cijfers". U hebt er waarschijnlijk niet eens aandacht aan besteed.' ik herinner het me wel. Die cijfers waren allemaal te verwaarlozen. Karen zei dat het iets te maken had met het splijtbare materiaal in het residuproduct. Ik begreep er niet veel van.' Leitzig drukte zijn sigaret uit. 'Zoals ik u toen ik u in de fabriek rondleidde heb verteld, doorlopen het uranium en het plutonium verscheidene extractiestadia om alle overgebleven onzuiverheden te verwijderen. Pas daarna scheiden ze zich van elkaar om respectievelijk uraniumnitraat en plutoniumnitraat te vormen. Uiteraard blijft er in het residuproduct zowel uranium als plutonium achter, zij het in zeer kleine hoeveelheden. Dat residuproduct ondergaat, dan zijn eigen extractie om het plutonium en het uranium dat het bevat, eraan te onttrekken. De hoeveelheden verschillen per extractiecyclus, zelfs al is het maar een paar gram. Dat loopt tenslotte toch op.' Hij stak nog een sigaret op en ging daarna verder: ik heb me van het begin af aan ingedekt door tegenover de directeur uiting te geven aan mijn ontevredenheid met het extractieproces. Hij speelde me in de kaart door me te vragen persoonlijk de supervisie op me te nemen. Ik had dus de vrije hand. Per drie werkdagen konden we acht, soms negen gram overhevelen zonder dat het in die statistieken tot uitdrukking kwam. We hebben dat over een periode van twee jaar gedaan. Zes kilogram hoog verrijkt plutonium, geschikt voor kernwapens.' 'Wat is de bestemming ervan?' 'Ik heb Hendrique toevallig eens horen zeggen dat het naar een geheim laboratorium in Libië verscheept zou worden.' 'Heeft hij de naam van het schip genoemd?' 'Dat is alles wat ik heb gehoord.' 'Heeft hij gezegd waarvoor het gebruikt gaat worden?' 'Gebruik uw fantasie. Het zou voor kernkoppen van raketten kunnen worden gebruikt, maar ik vermoed dat er een atoombom van gemaakt wordt. Zes kilogram is de ideale hoeveelheid.' 'Libië met een atoombom? Goeie God.' Whitlock voelde het gebonk in zijn hoofd erger worden, ik wil de namen van al uw medeplichtigen hebben. Technici, bewakers, chauffeurs, allemaal.' De deurbel ging. 'Kan ik opendoen, of ben ik nog steeds een gevangene?' 'Dat zult u altijd zijn,' antwoordde Whitlock, terwijl hij een van de foto's van de schoorsteenmantel pakte. Leitzig verliet de kamer en een paar seconden later hoorde Whitlock de deur opengaan en klonk er een gedempt kuchgeluid. De meeste mensen zouden het voor een of ander achtergrondgeluid hebben gehouden, maar hij wist precies wat het was: een schot uit een revolver met geluiddemper. Hij dook laag door de deuropening en rolde over de versleten loper terwijl hij de Browning heen en weer bewoog om het gebied vóór zich te kunnen bestrijken. Er was geen spoor van de schutter te bekennen. Hij krabbelde overeind en rende het portiek in, nog net op tijd om de motorrijder in de witleren kleding op zijn zwarte Suzuki te zien wegrijden. Leitzig hing ineengezakt tegen de muur, terwijl het bloed uit een schotwond in zijn maag gutste. Whitlock sloeg de voordeur dicht en rende de kamer binnen waar hij in de laden van het dressoir begon te zoeken naar een paar servetten om het bloeden mee te stelpen. Daarna haalde hij zijn schoenen uit de keuken en liet de bezwarende foto's in zijn jasje glijden. Leitzig was half bij bewustzijn en hij kon verder niets doen. Nadat hij via de telefoon in de gang anoniem een ziekenwagen had gebeld, verliet hij het huis. Hij ging eerst bij Karen langs. Hij parkeerde in de oprijlaan en haastte zich naar het portaal waar hij de deurbel liet overgaan. Er werd niet opengedaan. Hij stak zijn hand door het kapotte ruitje en deed de deur van het slot. 'Karen?' riep hij terwijl hij de gang inliep. Geen antwoord. Hij controleerde de keuken en de woonkamer voordat hij de trap naar haar slaapkamer opliep. Toen hij eerder die morgen naar haar was gaan kijken, had hij de deur op een kier laten staan en dat was nu nog zo. Hij stak zijn hoofd om de hoek. Ze sliep nog, met haar zwarte haar uitgewaaierd over het crèmekleurige kussen. Hij sloop de trap af en deed de voordeur achter zich op slot. Terwijl hij naar het hotel reed, overdacht hij de veelbewogen morgen en hij verheugde zich erop dat hij Philpott voor de verandering eens wat resultaten kon rapporteren. Maar allereerst wilde hij een warm bad nemen en de wond boven zijn wenkbrauw behandelen. Daarna zou hij de regen weer moeten trotseren om de Golf in een van de ondergrondse parkeergarages van de stad te dumpen en om bij een ander verhuurbedrijf weer een auto te halen. Een gedeukte, gele Golf waarvan de lak beschadigd was, zou moeilijk over het hoofd gezien kunnen worden, speciaal wanneer hij vlak bij de plaats waar was geschoten stond. Als de politie erachter zou komen dat hij van hem was, zou hij wel eens minder geluk kunnen hebben dan Sabrina in Zürich. Alle ogen leken zich op hem te richten, toen hij de hal van het hotel binnenkwam. Hij glimlachte meelijwekkend en liep, verlegen met zijn figuur, naar de receptiebalie om zijn kamersleutel te vragen. Toen de receptioniste hem die overhandigde, keek hij snel in het rond en leunde naar haar voorover. Ze keek ook in het rond en boog zich naar hem toe, terwijl ze haar hoofd een beetje opzij draaide om beter te kunnen horen wat hij wilde gaan zeggen. 'U zult het misschien niet geloven, maar het regent.' Er lag een verwarde glimlach op haar gezicht toen ze hem nakeek terwijl hij in de lift verdween.
***
Het eerste dat Sabrina zag toen ze haar ogen opende was een wazig gezicht dat op haar neerkeek. Ze wreef in haar ogen en het gezicht werd scherper omlijnd. Mike?' zei ze versuft. 'Mike, is alles in orde?' 'Ja, niks aan de hand,' antwoordde hij korzelig en hij bracht een glas naar haar lippen. 'Drink maar eens.' Ze nam een slokje van de cognac en begon te hoesten en te proesten toen ze de drank in haar keel voelde branden. Ze duwde het glas van haar gezicht vandaan. 'Je weet hoe afschuwelijk ik dit spul vind.' 'Mensen reageren het snelst op iets dat ze afschuwelijk vinden,' zei Philpott vanuit de hoek van de kamer. Ze lag op een eenpersoonsbed in wat duidelijk een hotelkamer was. 'Waar zijn we?' in het Da Francesca in Prato,' antwoordde Philpott en hij stond op. 'De Amerikaanse ambassade is anoniem opgebeld door iemand die zei dat jij en Mike bewusteloos waren achtergelaten in een kleine opslagloods bij het station van Prato. De opbeller zei ook dat de ambassade ons moest bellen. Hoe wisten ze voor wie jullie werkten? Mike heeft niets gezegd...' 'En ik ook niet, meneer,' zei ze fel en voelde toen voorzichtig aan haar slapen. 'Stefan Werner is een KGB-agent. Ze zijn er via hem achtergekomen.' 'Werner bij de KGB?' vroeg Kolchinsky vanaf zijn stoel bij de deur. Ze draaide zich naar hem om en er gleed een bezorgde uitdrukking over haar gezicht. Hij droeg een dikke, schuimrubber kraag om zijn nek die zijn hoofd schuin achterover hield. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ze verontrust. 'Een verrekte spier. Het is een lang verhaal. Michael geeft je later de details wel.' Hij stak zijn hand uit naar de sigaretten op de tafel naast zich. Ze zette het kussen rechtop tegen het hoofdeinde en ging overeind zitten. 'Hebben jullie iets te drinken voor me? Mijn tong voelt aan als een leren lap.' 'Koffie?' Philpott wees op het dienblad bovenop de televisie. 'Ja, graag,' zei ze gretig. 'Melk, zonder suiker, hè?' 'Ja, meneer.' Hij schonk de koffie voor haar in en ze boog naar voren om het kopje van hem aan te pakken. Ze nam een paar slokjes voor ze het kopje op het nachtkastje neerzette. Grondig en professioneel begon ze hun alles te vertellen wat er was gebeurd, waarbij ze zorgvuldig voor zich hield dat ze aan Hendriques eisen had toegegeven. Er zou alleen maar met een storm van kritiek op worden gereageerd, in het bijzonder door Graham. Ze had het voor hem gedaan en het was een beslissing waarvan ze wist dat ze er nooit spijt van zou krijgen. 'Dus deze hele operatie is gefinancierd door de KGB,' zei Philpott toen ze eenmaal klaar was. 'Dan weten we wat die glasnost van jullie voorstelt, Sergei.' 'Je moet ons niet allemaal over één kam scheren, Malcolm,' antwoordde Kolchinsky die zich vervolgens tot Sabrina wendde. 'Heeft Werner je nog een aanwijzing gegeven over de identiteit van zijn supervisor?' Ze schudde haar hoofd. 'Ik neem meteen contact op met Zürich en de VN .' Kolchinsky ging voorzichtig staan. Philpott liep naar de deur en legde zijn hand licht op Kolchinsky's schouder. 'Jij kent de top van de KGB als je broekzak. Er zijn toch zeker niet zo veel extremisten die hun toevlucht zouden nemen tot iets als dit?' 'Meer dan je denkt,' antwoordde Kolchinsky en hij liep vervolgens de kamer uit. 'Waarom belt hij niet hiervandaan?' vroeg Sabrina. 'Omdat ik een belangrijk gesprek verwacht,' antwoordde Philpott en hij nam plaats op de stoel waar Kolchinsky had gezeten. 'Er zijn de laatste paar uur wat nieuwe ontwikkelingen geweest. Ik had Mike net alles verteld toen jij begon bij te komen.' 'Waarom hebt u me niet eerder wakker gemaakt, meneer?' 'Dat was niet nodig. We kunnen toch niets doen tot na het telefoontje.' Philpott haalde zijn pijp te voorschijn en stopte hem met tabak uit een tabakszak. 'Nadat we de tip over jullie verblijfplaats hadden gekregen, heb ik een van onze helikopters opdracht gegeven de trein gedurende de verdere reis naar Rome te volgen. Er was maar één tegenvaller; de vrachtwagon was nergens te zien toen de helikopter de trein inhaalde.' 'U bedoelt dat hij ontkoppeld is?' Philpott stak zijn pijp aan en blies wat rook uit. 'Dat is precies wat ik bedoel. Ik heb onze mannen bij het volgende station op de trein 'aten stappen, maar Werner en Hendrique waren hem al gesmeerd. Volgens de conducteur waren ze al een paar uur eerder hier in Prato uitgestapt. De wagon was niet in Prato ontkoppeld, dus er moest met ieder station tussen Modena en Prato contact worden opgenomen om uit te vinden waar hij was.' 'En is dat gelukt?' 'Ruim een uur later. Een sjouwer in Montepiano, een stad vijftien kilometer ten noorden van hier, herinnerde zich vaag dat hij op een van de sporen een alleenstaande wagon had gezien. Dat klopt met de tijd dat de trein hier in Prato was. Het zou een afleidingsmanoeuvre kunnen zijn, maar het is het enige spoor dat we hebben. Het helikopterteam is naar Montepiano gegaan om te zien wat ze over de wagon kunnen ontdekken.' 'En dat is het telefoontje waarop u wacht, uit Montepiano?' Philpott knikte. 'Als we eenmaal de bestemming van het plutonium weten, kunnen jullie daar hopelijk eerder zijn om te zorgen dat het niet verder komt. Een van onze helikopters houdt zich niet ver hier vandaan paraat en Zürich heeft me verzekerd dat de piloot het land kent als zijn broekzak.' 'Dus u wilt dat we doorgaan, ondanks Werners dreigement?' 'Je kent het beleid van de UNACO...' 'Hou maar op, Mike. Als jij alles altijd volgens de regels deed, zou je zoiets gerust kunnen zeggen, maar als jij het Handvest citeert is het alsof Stallone Macbeth aanhaalt.' Sabrina lachte en sloeg toen haar hand voor haar mond. 'Neem me niet kwalijk, meneer.' Graham keek haar ijzig aan. 'We weten niet absoluut zeker of Werner blufte toen hij zei dat hij het plutonium zou laten ontploffen, maar op zijn eisen ingaan betekent dat we crimineel gedrag over onze kant laten gaan. De UNACO is juist opgericht om situaties als deze op te heffen. We kunnen niet opgeven.' Philpott trok aan zijn pijp. 'Een scherpschutter schiet gericht als hij een dolle hond in het nauw heeft gedreven. Als de hond alleen maar gewond is, kan hij nog steeds bijten. Ik denk dat jullie wel begrijpen wat ik wil zeggen.' Ze knikten allebei. Philpott wees met de steel van zijn pijp op de twee crèmekleurige reistassen die naast het bed stonden, ik heb ze gisteravond van de Zwitserse autoriteiten terug weten te krijgen. Ik denk wel dat je je zult willen verkleden.' Sabrina klom uit bed en pakte de tassen op. 'Dank u, meneer, het lijkt me prettig weer mezelf te zijn.' 'De badkamer is daar,' zei Philpott terwijl hij op de deur aan zijn rechterhand wees. Ze ging de badkamer binnen en sloot de deur achter zich. Philpott stond op en liep naar het raam alsof het verkeerd uitgelegd zou kunnen worden als hij in de buurt van de deur bleef zitten. 'Waarom stoor je je toch zo aan haar, Mike? Omdat ze een vrouw is? Of doordat ze niet zoveel veldervaring heeft als jij? Of is het omdat ze zo goed schiet?' 'Dat heeft er niets mee te maken,' antwoordde Graham afwerend. 'Heb je haar ooit op de schietbaan gezien? Ik vraag het alleen omdat ik weet dat je graag in je eentje schiet.' ik weet dat ze goed is, beter dan ik,' zei Graham terwijl hij onverschillig zijn schouders ophaalde. 'Ik heb een paar dagen over jullie tweeën nagedacht, daarom heb ik dit uit New York laten opsturen.' Hij deed zijn koffertje open en haalde er een map uit. 'Ze zijn natuurlijk vertrouwelijk, maar ik vond dat jij ze als haar partner moest zien. Dit zijn de doelen waar ze tijdens haar voorbereidende tests op heeft geschoten. Er zitten er maar een paar in. Ik kon natuurlijk de levensgrote niet laten opsturen. Kijk maar eens, dan kan je misschien nog iets leren.' Graham deed de map open en haalde het eerste doelwit eruit. “Beretta 92115 schoten” stond er in de rechterbovenhoek gedrukt. Er zat één enkel gat ter grootte van een gulden, in het midden. Op het tweede doelwit stond MunnlicherlLuxus/10 schoten in de rechterbovenhoek gedrukt. Behalve een verdwaald kogelgat in de cirkel rondom de roos had de rest van de kogels een griezelig perfecte cirkel in het midden van de roos gevormd. Het was alsof ze opzettelijk had geprobeerd een tweede, volmaakte cirkel binnen de roos zelf te maken. Philpott wees naar de enige misser op het doelwit. 'Dat was haar eerste schot, ze had het vizier nog niet helemaal goed bijgesteld. Niemand is nu eenmaal volmaakt.' Graham deed de map dicht en gaf hem aan Philpott. 'Ik heb nooit geweten dat iemand zo goed kon zijn.' Philpott hield de folder omhoog, ik weet dat sommigen van jullie het idee hebben dat ze bij de UNACO is gekomen dankzij de invloed van haar vader, maar het had niets uitgemaakt of hij nu president zou zijn geweest of een hotdogverkoper op Tweeënveertigste Straat. Dit was de doorslaggevende reden dat ze bij de UNACO is gekomen. Zij was die morgen op de schietbaan en niet haarvader.' 'Mag ik u een vertrouwelijke vraag stellen?' 'Dat hangt van de vraag af,' antwoordde Philpott terwijl hij de map in zijn koffertje liet glijden. 'Heeft haar vader hoe dan ook enige invloed op uw uiteindelijke beslissing gehad?' 'Als je George Carver ooit had ontmoet, zou je die vraag niet hoeven te stellen.' Graham wachtte tot Philpott verder zou gaan. In plaats daarvan viel er een lange stilte. 'Gaat u verder, meneer.' 'Dat is niet nodig. Ik heb je vraag beantwoord.' Sabrina kwam uit de badkamer voordat Graham Philpott zijn antwoord kon laten toelichten. Ze droeg een wijde, witte trui en een nauwsluitende spijkerbroek die in bruine, leren enkellaarsjes was gestopt. Haar haar was achter op haar hoofd met een wit lint samengebonden. 'Wat zijn jullie opeens stil,' zei ze en ze glimlachte. 'Had ik nog vijf minuten in de badkamer moeten blijven?' 'Mike vroeg naar je vader.' 'Hoezo?' Graham keek boos naar Philpott terwijl hij probeerde een antwoord te verzinnen. Hij kwam in de verleiding de waarheid te zeggen, maar hij wist dat niemand daarmee gediend zou zijn. 'Ik vroeg de baas of hij je vader ooit had ontmoet.' Ze fronste haar voorhoofd. 'En is dat zo, meneer?' 'Eén keer, in Montreal. Ik had die middag een lezing gehouden voor een congres van de politie en ik werd 's avonds uitgenodigd voor een cocktailparty bij de Amerikaanse ambassadeur, je vader. Het was de gebruikelijke, saaie ambassadeparty, op één incident na. Er kwam een klein meisje in haar pyjama de kamer binnenrennen dat vastbesloten was iedereen de gouden sterren te laten zien die de juffrouw die dag op school in haar boek had gestopt.' 'Heb ik dat gedaan?' Ze vertrok haar gezicht van afschuw. 'Wat gênant... Hebt u trouwens nog iets van C.W. gehoord, meneer?' 'Ja, vanmorgen voordat ik uit Zürich vertrok. Door alles wat er sindsdien is gebeurd, is het me helemaal ontschoten.' Nauwkeurig beschreef hij de gebeurtenissen die plaats hadden gevonden vanaf het moment dat Whitlock door Karens telefoontje was gewekt tot en met het neerschieten van Leitzig ongeveer negen uur later. 'Leeft Leitzig nog?' vroeg Graham. 'C.W. heeft een paar minuten voor hij mij belde, met het ziekenhuis getelefoneerd en hij kreeg te horen dat Leitzigs toestand kritiek was.' 'En C.W.? Hoe ernstig is de wond boven zijn oog?' vroeg Sabrina. 'Hij had vijf hechtingen nodig. Mike heeft ook een verwonding opgelopen. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ze bezorgd. Graham haalde zijn schouders op en zei: 'Hij heeft een schouderwond opgelopen toen hij op het dak van de wagon probeerde te landen. De dokter heeft hem pijnstillers gegeven. Het zal zo wel gaan tot we in New York zijn, waar hij goed behandeld kan worden.' De telefoon ging. Philpott liep naar het nachtkastje om hem op te nemen. Hij luisterde aandachtig, knikte af en toe en legde toen zonder een woord te zeggen de hoorn op de haak. 'De wagon is achter aan een trein naar Triest gekoppeld. Hij komt om 16.40 in Triest aan. Jullie hebben dus nog iets meer dan een half uur. Er is nog steeds kans dat jullie daar zijn voordat hij er is. Ik zal de piloot bellen.' Ze trokken hun jacks aan en staken de nieuwe Beretta's die Kolchinsky voor hen op het bed had achtergelaten, in hun zak en namen voor alle zekerheid nog een reservemagazijn mee. 'De piloot wacht in de hal,' zei Philpott nadat hij de hoorn had neergelegd. Ze haastten zich zonder een woord te zeggen de kamer uit.
***
De helikopter legde de driehonderd kilometer naar Triest in veertig minuten af en landde op een braakliggend stuk grond direct achter het station. Graham en Sabrina stapten uit nog voordat de piloot de motor had afgezet. Ze liepen naar het stationsgebouw. In de ruime hal wemelde het van de forensen en toeristen. Nadat ze kort in het rond hadden gekeken, pakte ze zijn arm en leidde hem naar de zijkant van een krantenkiosk die een meter verderop stond. 'Ik ga daar bij de informatiebalie inlichtingen over de trein vragen. Het heeft geen zin als we allebei gaan, we zouden elkaar in deze drukte gemakkelijk kwijt kunnen raken. Ik ben zo snel mogelijk terug.' Ze verdween. Toen ze vijf minuten later terugkwam, stond haar gezicht grimmig, ik zie het al aan je, hij is te vroeg aangekomen,' zei Graham. Ze knikte. 'Twintig minuten geleden.' 'Meer dan tijd genoeg om de wagon ergens anders heen te brengen. Welk perron?' 'Zeven.' 'We moeten terug naar de helikopter om te kijken of we daarvandaan op perron zeven kunnen komen. Philpott had eigenlijk moeten zorgen dat we hier overal toegang hebben, net als in Straatsburg.' 'Dan kan ik nu mijn troefkaart uitspelen.' Ze haalde twee plastic identiteitskaarten te voorschijn en gaf er een aan Graham. 'Die heb ik uit de zakken van die twee rechercheurs in Zürich gehaald. Je hoeft de kaart alleen maar even omhoog te houden en polizia te zeggen. Ik doe het woord wel.' 'Er zijn ogenblikken dat ik zou zweren dat je niet alleen maar mooi bent.' 'Dat is nog eens een compliment.' Het hek dat toegang gaf tot perron zeven was onbewaakt en ze konden er ongezien doorheen glippen. Ze wees op de locomotief. 'Het is een rapido, geen wonder dat hij te vroeg is aangekomen.' 'Wat is een rapido!' 'Er zijn verschillende soorten treinen in Italië. Een rapido is een sneltrein die alleen maar in de grote steden stopt. Heel snel en heel betrouwbaar.' 'En wat voor soort was die rammelkast waar wij mee reisden?' 'De langzaamste soort. Misschien een locale. Die stopt bij ieder station.' 'Cosa desidera!' hoorde ze een stem achter hen roepen. 'Houd je kaart klaar,' zei ze tegen Graham. Ze draaide zich om naar de naderende sjouwer en hield haar kaart omhoog, waarbij ze er op lette dat ze met haar vingers de foto bedekt hield. Ze barstte los in vloeiend Italiaans en binnen een paar seconden stond de sjouwer haar vragen te beantwoorden. Toen ze de gewenste inlichtingen had gekregen, bedankte ze hem en ze wachtte tot hij buiten gehoorsafstand was voor ze tegen Graham begon te spreken. 'De krat is vlak nadat de trein op het station aankwam in een witte bestelwagen overgeladen.' 'Zei hij nog waar de auto heen ging?' 'Hij zei dat een van hen het over een schip had, maar dat de naam ervan niet was genoemd.' 'Als het plutonium naar Libië gaat, kan het net zo goed in Triëst in een schip geladen worden als in een willekeurige andere haven.' 'Rechtstreeks over de Adriatische Zee en de Middellandse Zee.' 'Precies. Ik wil die goederenwagon toch bekijken. Ik vertrouw die Europese sjouwers niet helemaal, niet na wat er in Lausanne is gebeurd.' Ze verwachtten niet dat ze op verzet zouden stuiten, maar toen ze in de buurt van de goederenwagon waren, brachten ze toch de Beretta's uit hun schouderholsters over naar hun jaszakken. Sabrina drukte zich tegen de zijkant van de wagon en wachtte op Grahams teken voordat ze de deur openschoof. Hij was leeg. 'We verknoeien onze tijd hier alleen maar,' zei hij terwijl hij de deur dichtdeed. Het begon al donker te worden toen ze terugliepen naar de helikopter. Binnen een paar minuten waren ze in de lucht en zetten koers naar de haven. 'Kijk,' riep ze uit toen de helikopter laag over het havencomplex vloog. Graham keek in de richting waarin ze wees. Een afgebakend deel van het complex, van kade negen tot zeventien, baadde in het licht van talrijke schijnwerpers en was in de kenmerkende kleuren van de firma Werner geschilderd. Het W-logo stond op iedere pakhuismuur, op het onderstuk van alle kranen op de kades en zelfs de in het oog springende nummers waarmee iedere kade werd aangegeven, waren geel met een zwarte rand. Wat hun allebei opviel was dat Werners deel van het complex zo schoon was. Op de kades eromheen stond het vol met afgedankte kratten en stalen tonnen boordevol afval en vele van de pakhuismuren waren volgeklad met veelkleurige graffiti. Daarentegen waren de kades van Werner vrij van rommel en de pakhuizen zagen eruit of ze nog maar een paar uur geleden waren geschilderd. Wat er verder ook aan hem mocht mankeren, ze moesten toegeven dat Werner een zeer professionele ondernemer was. 'Willen jullie dat ik op een van de kaden land?' riep de piloot over zijn schouder. 'Nee, bij het kantoor van de havenmeester. Weet je waar dat is?' schreeuwde ze terug. De piloot stak zijn duim naar haar omhoog en binnen een paar minuten was de helikopter op een open plek neergezet. Hij wees op een gebouw van rode baksteen een meter of twaalf verderop. Ze volgde Graham over het gazon naar het gebouw. Toen ze binnen waren ging hij op de bank naast de deur zitten, terwijl zij naar de balie liep om met de dienstdoende functionaris te spreken. De man raadpleegde tijdens het gesprek verscheidene malen zijn register en schreef ten slotte iets op een velletje papier, dat hij haar overhandigde. Ze bedankte hem en liep terug naar Graham. 'Een van Werners vrachtschepen,' - ze keek op het papiertje - 'de Napoli, heeft tot een uur geleden aan kade elf gelegen.' 'Nou, daar hebben we niets aan,' viel hij haar in de rede. 'Laat me even uitpraten,' zei ze geïrriteerd, in ieder geval schijnt de Napoli al zes uur vertraging te hebben opgelopen, omdat Werner zelf de kapitein orders had gegeven op een krat te wachten die per trein naar Triest gebracht zou worden. Vervolgens kreeg de kapitein het groene licht om uit te varen zonder het krat, maar zodra de Napoli was vertrokken, landde er een bedrijfs-Sikorsky op kade elf. Die moest het krat naar de Napoli brengen zodra het bij het pakhuis was afgeleverd.' 'En de helikopter is al met het krat vertrokken?' Ze knikte grimmig. 'Vijfentwintig minuten geleden.' Hij sloeg woedend met zijn vuist op de leuning van de bank. 'Ze zijn ons altijd één stap voor.' 'Er is nog iets. De lading van de Napoli bestaat uit graan dat is bestemd voor Ethiopië. Ik kan me bijna niet voorstellen dat iemand daadwerkelijk misbruik zou maken van het leed van die mensen omwille van een politieke ideologie.' Ze schudde haar hoofd met een mengeling van woede en frustratie in haar ogen. 'We zullen het schip op tijd onderscheppen,' probeerde hij haar gerust te stellen. 'Wat is de volgende aanleghaven?' 'Dubrovnik. Het moet daar morgenochtend aankomen. De volgende haven is Tripoli.' 'Dan moeten we het tegenhouden voordat het Dubrovnik verlaat,' zei hij, terwijl hij opstond, ik stel me voor dat Werner bij het plutonium in de buurt blijft, dus er is een grote kans dat we hem morgen in Dubrovnik zullen zien.' 'Het is geen spelletje, Mike!' zei ze terwijl ze hem bij een arm pakte toen ze het kantoor verlieten. 'Dat ben ik met je eens. Het is een uitdaging.' Hij liep een paar meter door en draaide zich toen naar haar om. 'Jij bent de scherpschutter. Werner is jouw probleem. Hendrique is voor mij.' 'En het is ook geen vendetta!' schreeuwde ze hem na. Haar woorden gingen bijna in de snijdende wind verloren. 'We moeten vanavond Dubrovnik zien te bereiken,' zei hij tegen de piloot. 'Dubrovnik?' De piloot schudde zijn hoofd. 'Uitgesloten, vanavond niet.' 'Waarom in godsnaam niet?' ik heb contact gehad met de verkeerstoren. Een bijzonder sterke bora-wind heeft de hele Dalmatische kust in zo'n dikke mist gehuld dat alle vluchten van en naar het gebied zijn uitgesteld tot hij opgetrokken is.' 'Je zit bij de UNACO en niet bij een padvindersclub. Risico's horen nu eenmaal bij het vak of hebben ze je dat niet verteld toen je bij ons kwam werken?' De piloot keek Graham boos aan, maar was zo verstandig zijn woede te onderdrukken, ik zou de eerste zijn om het erop te wagen als er ook maar enig zicht was, maar ik heb gehoord dat de mist zo dicht is dat je geen hand voor ogen kunt zien. We zouden ons leven niet wagen, het zou zelfmoord zijn.' 'Wanneer zou de mist optrekken?' vroeg Sabrina. 'Volgens de verkeerstoren morgen vroeg.' 'En vlieg je ons dan naar Dubrovnik?' vroeg ze. 'Ik zal me door het vliegveld laten bellen zodra er tekenen zijn dat de mist begint op te trekken.' Graham keek behoorlijk chagrijnig, maar hij zei niets omdat hij wist dat de piloot gelijk had. 'Nog één ding. Wat zou een schip in deze omstandigheden doen?' vroeg Sabrina. De piloot staarde naar buiten in het duister. 'Het zou zijn anker moeten laten vallen zo gauw het door de mist was ingesloten. Alleen een krankzinnige zou proberen in die omstandigheden verder te varen.' Graham en Sabrina wisselden een blik en ze wisten allebei wat de ander dacht. 'Als jullie met me mee terug willen gaan naar het vliegveld, dan kan ik jullie een lift naar de stad geven, want ik heb daar een auto staan. We moeten voor vannacht een hotel nemen.' 'Bedankt, dat zouden we op prijs stellen,' zei Sabrina. Terwijl de schroeven al begonnen te draaien, kwam in hen allebei dezelfde vraag op. Zonder dat ze het van elkaar wisten, durfden ze er geen van beiden een antwoord op te geven.
***
Whitlock liep naar de spiegel aan de wand om zijn das recht te trekken. Hij bleef naar de hechtingen boven zijn oog staan kijken. Een levenloos voorwerp had gedaan wat geen enkele tegenstander gedurende vier jaar amateurboksen op school was gelukt. Het had zijn gezicht opengehaald. Het idee dat hij een litteken zou krijgen stond hem wel aan, maar dit zou nogal onopvallend zijn als het haar weer zou zijn aangegroeid. Een litteken had het vermogen een gezicht zowel kracht als karakter te geven. Hij herinnerde zich de drie littekens die zijn grootvader op beide wangen had gehad. Ze waren door een medicijnman in zijn huid gekerfd met de vlijmscherpe hoektand uit de bek van een gedode leeuw. Het was een onderdeel van de rituele inwijdingsceremonie, die hem van jongen tot man had gemaakt. Zijn grootvaders hadden niet sterker van elkaar kunnen verschillen. De vader van zijn moeder, met de littekens op de wangen, was een lange krijger die de jonge C.W. in vervoering wist te brengen met zijn opwindende verhalen over de oorlogen die de Masaï in het verleden hadden gevoerd. De vader van zijn vader was een kleine man met een rood gezicht. Hij was majoor in het Britse leger en werd bijna nooit gezien zonder een dikke sigaar in zijn mond en een fles goedkope whisky in zijn hand. Zijn eigen vader had een litteken van acht centimeter tussen zijn schouderbladen, dat hij, zoals hij zijn zoon eens had verteld, had opgelopen bij een stammenoorlog. Pas na zijn vaders dood had zijn moeder hem verteld dat het litteken het resultaat was geweest van een dronkenmans vechtpartij in een nachtclub in Nairobi. Hoeveel hij ook van haar hield, hij nam het haar nog steeds kwalijk dat ze het hem had verteld. Hij glimlachte, zijn Masaï-grootvader zou trots op hem zijn geweest. Hij keek op zijn polshorloge, 20.07 uur. Hij werd om 20.30 uur bij Karen thuis verwacht om te eten. Het laatste avondmaal, zoals hij het had genoemd. Zijn werk in Mainz zat erop. Het was vreemd te bedenken dat hij vierentwintig uur geleden in dezelfde kamer gefrustreerd had lopen ijsberen, omdat hij geen vooruitgang had geboekt. Hij stopte de Browning in de holster onder zijn linkerarm. In zijn achterhoofd hield hij er voortdurend rekening mee dat de mysterieuze motorrijder nog gevaar zou kunnen opleveren. De telefoon ging. Hij ging op de rand van zijn bed zitten, voordat hij de hoorn oppakte. 'Hallo?' 'C.W.?' 'Karen, ben jij het?' 'Help me alsjeblieft, ze hebben...' De hoorn werd uit haar hand gerukt. 'Zorg dat je om half negen in de fabriek bent, anders doden we de vrouw,' snauwde een mannenstem in het Duits. 'Onmogelijk. Mijn pas is vandaag ingetrokken,' zei Whitlock kalm, maar hij hoorde zijn hart in zijn borst bonken. 'Je komt er heus wel in, maak je geen zorgen. Half negen bij de koelvijver.' De verbinding werd verbroken. Whitlock verdween in de badkamer om een minuut later met zijn das los om zijn nek weer te voorschijn te komen. Hij knoopte hem voor de spiegel snel om, trok zijn colbert aan en liep naar beneden de hal van het hotel in. Nadat hij zijn sleutel bij de receptiebalie had afgegeven, haastte hij zich de kille nachtlucht in naar de overkant van de straat waar zijn nieuwe huurauto stond. Het was een witte Vauxhall Cavalier. Hij was vastbesloten deze heel te houden. Met die gedachte in zijn hoofd nam hij de snelweg in plaats van de oude weg naar Frankfurt. Toen hij het door schijnwerpers verlichte fabriekscomplex naderde, viel het hem op dat er in plaats van de gebruikelijke drie bewakers nu maar één stond. Pas toen hij voor de slagboom stopte, zag hij dat de bewaker een in Finland gemaakt Jatimatic machinepistool in zijn hand had. Het verbaasde hem. Niet alleen was de Jatimatic pas kort op de markt, maar het werd buiten de Scandinavische landen ook zelden gezien. Het was dezelfde bewaker die hem die morgen had weggestuurd. 'Ik hoop dat je betaald krijgt voor al die extra uren,' zei Whitlock door het open raampje. De bewaker beval Whitlock de achterdeur te openen. Toen hij was ingestapt, deed hij de deur dicht en drukte de Jatimatic in Whitlocks nek. 'Je revolver en haal hem langzaam te voorschijn.' 'Je zei me over de telefoon dat ik hem niet mee mocht nemen.' 'Je revolver,' snauwde de bewaker, terwijl zijn vinger zich om de trekker spande. 'Oké, oké,' zei Whitlock sussend en hij stak zijn hand uit naar de Browning. 'Ik zei langzaam.' 'Als ik het nog langzamer doe, staat mijn arm stil.' De bewaker griste de Browning uit zijn hand. 'Blijf rechtdoor gaan, maar in plaats van naar de parkeerplaats voor bezoekers te rijden, sla je linksaf en je rijdt nog honderd meter verder. Je ziet dan een witte deur waarop zeventien staat. Parkeer daar.' Whitlock volgde zijn instructies en stopte voor een witte deur waarop in zwarte verf '17' stond geschilderd. Eronder stond gestempeld: Streng verboden toegang voor onbevoegd personeel. Toen hij uit de Cavalier stapte, viel het hem op dat het licht van het spotlight boven zijn hoofd ergens door werd weerkaatst. De zwarte Suzuki 1000 CC was gedeeltelijk zichtbaar in de schaduw van een eikenboom aan de rand van de grasberm. De bewaker porde de Jatimatic onder in zijn rug en hij richtte zijn aandacht weer op de witte deur. Hij ging naar binnen open. 'Naar links,' beval de bewaker. Hij deed wat hem was opgedragen en een meter verder kwam hij bij de deur van de opslagvijver die Leitzig hem een paar dagen geleden had laten zien. De deur stond op een kier en hij duwde hem met zijn vingertoppen open. Hij keek over zijn schouder in afwachting van instructies. De bewaker gebaarde naar de metalen ladder aan de muur rechts van hem. 'Klimmen. Helemaal naar boven.' Whitlock hoopte dat hij de bewaker op de ladder zou kunnen ontwapenen, maar hij had geen geluk. De bewaker wachtte tot Whitlock halverwege was geklommen, voordat hij hem volgde en hij lette erop te allen tijde afstand te houden. Toen Whitlock de top van de ladder naderde, kon hij de witte leren laarzen en broek van de motorrijder zien die een paar meter verder op de loopbrug stond. Hij klom de loopbrug op en zag toen voor het eerst het gezicht van de motorrijder. Karen droeg een donkere bril om haar blauwe oog te verbergen en haar zwarte haar vormde een scherp contrast met het witte, leren jack. De bewaker verscheen zwaar ademhalend op de loopbrug en overhandigde haar de Browning. 'Fouilleer hem,' beval ze in het Duits. De bewaker fouilleerde Whitlock snel. 'Hij is ongewapend.' 'Je lijkt niet erg verrast nu je ziet dat ik alle troeven in handen heb. Heb ik het niet realistisch genoeg gespeeld door de telefoon?' vroeg ze. 'Het was de eerste keer. Wat me trouwens verbaast is dat je de moeite hebt genomen jezelf een blauw oog te bezorgen terwijl jij en Vanner me toch wilden vermoorden zodra ik in het huis was. Als ik het mis heb, moet je me maar verbeteren.' 'Hoe wist je dat het Vanner was?' 'Dat heeft Leitzig me verteld, voordat je hem neerschoot.' 'Nou, het blauwe oog was een ongelukje. Frankie, dat wil zeggen Frankie Vanner, sloeg de keukendeur tegen mijn gezicht in zijn haast het huis uit te komen toen hij de sirene in de verte hoorde. Op dat moment begon ons plan mis te gaan. We hadden verwacht dat je alleen zou komen.' 'Wie is die Vanner precies?' 'Hendriques rechterhand. Hij zou oorspronkelijk in de trein zitten, maar Werner heeft hem hierheen terug laten sturen toen jij eenmaal was aangekomen.' Ze stak haar hand omhoog toen hij wat wilde gaan zeggen. 'Mijn beurt om een vraag te stellen.' Hij wierp een blik op de loop van de Browning die op zijn maagstreek wees. 'Dat lijkt me geen onredelijk verzoek.' 'Wanneer verdacht je me voor het eerst?' ik heb je altijd verdacht, ook al was het alleen maar een knagend gevoel van twijfel in mijn achterhoofd. Het was iets dat Leitzig zei dat me echt aan het denken zette. Hij zei dat hij onder meer in de fabriek was neergezet om Hendriques vier technici aan te nemen die hem moesten helpen, samen met de chauffeurs en bewakers die ook bij de diefstal waren betrokken. In het Hilton vertelde je me dat jij onder andere was belast met het aannemen van de chauffeurs en bewakers. Het was een kwestie van de dingen met elkaar in verband brengen.' 'Ik ben onder de indruk,' zei ze zonder dat haar stem zo klonk, ik heb al het personeel aangenomen dat door Hendrique was geselecteerd, zonder dat een van hen vermoedde dat ik iets anders was dan afdelingshoofd. Het was een perfecte dekmantel. Er waren maar vier mensen die ervan op de hoogte waren. Werner, Hendrique, Frankie en mijn supervisor.' 'En Leitzig?' 'Leitzig?' zei ze honend. 'Een deel van mijn taak hier was de voortgang van de diefstal te controleren en daarover rapport uit te brengen aan mijn supervisor. Als Leitzig had geweten dat ik hem in de gaten hield, was hij waarschijnlijk in paniek geraakt. Wat hem betrof was hijzelf de belangrijkste figuur van de fabriek. Al ons personeel werkte voor hem. Hij betaalde hun en als ze te inhalig werden, riep hij Hendrique erbij.' 'En hoe zat het met zijn voorganger? Heeft Hendrique hem vermoord?' 'Hij was niet inhalig, hij weigerde alleen mee te werken. Hij dreigde ook het hele complot aan de kaak te stellen, voordat het zelfs maar was begonnen. Hendrique heeft hem vermoord en hij zorgde ervoor dat het op een ski-ongeluk leek.' Ze glimlachte verontschuldigend. 'Ik geloof dat ik genoeg van je vragen heb beantwoord.' Ze ging een stap naar achteren en hield de Browning op armlengte voor zich uit met de loop op het midden van Whitlocks voorhoofd gericht. Haar vinger kromde zich om de trekker. Hij staarde als verlamd naar het wapen. Hij wist dat hij er nooit bij zou kunnen komen voordat ze de trekker had overgehaald. Haar pols veranderde de seconde voordat ze vuurde van richting. De kogel raakte de bewaker in de borst en sloeg hem achteruit tegen de muur. Ze vuurde nogmaals en de bewaker tuimelde met zijn gezicht naar beneden op de loopbrug. De Jatimatic kwam een centimeter of tien voor Whitlocks voeten terecht. 'Je kunt het proberen,' zei ze toen ze zag dat zijn ogen naar het wapen heen en weer schoten. 'Schop het anders maar over de rand.' Hij schoof het met de zijkant van zijn voet van de loopbrug af. 'Dit deel van de fabriek is vanavond niet in werking en zelfs wanneer er iemand langsloopt, zou hij nog niets horen. Het is geluiddicht. We zijn helemaal alleen.' Whitlock keek neer op de dode. 'Je hebt een merkwaardige manier om loyaliteit te belonen.' ik heb je al verteld dat hij voor Leitzig werkte, niet voor mij. Trouwens, hij wist van mijn dekmantel. Ik heb hem in vertrouwen moeten nemen om hem zover te krijgen dat hij me hielp. In feite komt het zo allemaal goed uit. De bewaker betrapt je terwijl je in een verboden deel van de fabriek rondsnuffelt. In het daaropvolgende gevecht wordt hij doodgeschoten en jfj verliest je evenwicht en maakt een dodelijke val. Het is niet erg origineel, maar niettemin heel doeltreffend.' 'En als ik er nu eens in slaag mijn evenwicht te bewaren?' 'Dan schiet ik je neer. Het zou wel mijn kleine scenario bederven, maar daar hoef jij je in ieder geval geen zorgen om te maken.' 'Wat een consideratie.' Hij liep naar de reling en tuurde naar het kalme water twintig meter beneden zich. 'Mag ik nog een laatste vraag stellen?' 'Vraag maar.' 'Voor wie werk je precies?' 'De KGB, afdeling S. Ik werd aangeworven toen ik aan de universiteit studeerde en sinds die tijd ben ik voor hen blijven werken. Het enige dat ik van dit alles jammer vind, is dat we gisternacht de liefde niet hebben bedreven.' 'Nou, dat zou je in ieder geval de moeite bespaard hebben vanavond hierheen te komen.' 'Ik had je toen niet kunnen doden,' zei ze zacht, 'ik verlangde zo naar je.' 'We zouden kunnen proberen...' 'Drijf niet de spot met me,' barstte ze uit en vervolgens richtte ze de Browning op zijn borst, ik schiet als je niet over tien seconden naar beneden bent gesprongen.' Hij draaide zijn hoofd naar achter om naar de vijver beneden zich te kijken en greep met een van pijn verwrongen gezicht naar zijn nek. Terwijl hij de achterkant van zijn nek masseerde, tastten zijn vingers naar de stiletto in een schede, die hij met een riempje onder zijn boord had vastgemaakt. Hij had de beweging talloze malen op een pop geoefend, maar dit was de eerste keer dat hij de worp in de praktijk zou toepassen. Verrassing en nauwkeurigheid waren van essentieel belang voor het welslagen van zijn poging. De geringste misrekening zou hem het leven kosten. Hij greep het handvat en hield zijn hoofd een heel klein beetje schuin, zodat hij het mes gemakkelijk uit de schede zou kunnen halen om het dan in één vloeiende beweging te kunnen werpen. Ze zag de glinstering van het lemmet in de laatste seconde, maar in plaats van te vuren probeerde ze instinctief de Browning steviger vast te pakken. Het vlijmscherp geslepen lemmet maakte een snee over de rug van haar hand. Ze gilde, liet de Browning vallen en struikelde achterover, terwijl ze haar bloedende hand vastgreep en tegen haar maag drukte. Hij zag wat er vervolgens gebeurde, alsof het een vertraagde opname was. Ze kwam met haar rug tegen de leuning en verloor haar evenwicht. Ze tuimelde achterover, maar wist met haar gewonde hand een van de verticale stijlen te grijpen. Ze slaagde erin haar andere hand om de onderleuning te slaan en keek toen naar het water twintig meter beneden zich. 'Niet naar beneden kijken,' schreeuwde hij. Alleen haar handen waren net boven de loopbrug zichtbaar. 'Geef me je hand.' 'Dat kan ik niet, ze glijden weg,' gilde ze. Haar bebloede handen konden geen vaste greep krijgen op de gladde leuning. 'Help me, in godsnaam, help me.' Hij stak zijn handen door de spijlen naar beneden en greep haar pols met beide handen vast, maar zelfs toen hij begon te trekken, voelde hij al dat het bloed als een glijmiddel werkte. Hij begroef zijn vingers meedogenloos in haar vlees en in een laatste wanhopige poging vol te houden liet ze de leuning los en sloeg haar handen één voor één om zijn polsen. Hij probeerde haar omhoog te trekken, maar haar handen bleven wegglijden. Toen liet ze plotseling haar gewonde hand langs haar zij vallen, niet langer in staat de pijn te verdragen. Haar pols gleed tussen zijn handen door en terwijl haar vingers zich in zijn handpalmen groeven, keek hij één ogenblik in haar opengesperde, smekende ogen, die naar hem omhoog staarden. Toen was ze helemaal los van hem. Hij wendde zijn blik met een ruk af toen ze achteruit in de diepte stortte. Ten slotte stond hij op en keek naar beneden. Ze dreef met haar gezicht naar beneden in de vijver en alleen haar kleren waren boven het wateroppervlak zichtbaar. Hij haalde de identiteitskaart uit de zak van de dode bewaker, zodat hij de deur zou kunnen openen, raapte zijn Browning op en liep naar de ladder. Nadat hij de deur van de opslagvijver achter zich had gesloten, liep hij de gang af en ging de donkere nacht in. Hij reed de Cavalier langzaam de oprit af tot hij de slagboom bereikte, waar een bewaker uit het huisje kwam om zijn pas te controleren. Hoewel zijn pas was ingetrokken zou geen enkele bewaker de moeite nemen uitgaande voertuigen op zijn lijst te controleren. 'Hebt u misschien een andere bewaker gezien die net zo gekleed was als ik? Toen ik een paar minuten geleden mijn dienst begon, was de slagboom onbewaakt. Iedereen had naar binnen kunnen gaan.' 'Nee, het spijt me,' zei Whitlock met een verontschuldigende glimlach. De bewaker stelde de slagboom in werking. Whitlock reed vervolgens naar het ziekenhuis, want hij wilde naar Leitzigs toestand informeren. Het laatste dat hij had gehoord was dat Leitzig niet meer in levensgevaar verkeerde. Hoe eerder hij de namen van Leitzigs medeplichtigen zou hebben, hoe eerder hij zijn laatste rapport aan Philpott zou kunnen uitbrengen. En dan terug naar New York. Terug naar Carmen.