6

 

Largo Antiks was een kleine, onopvallende antiekzaak op de hoek van de Beethoven- en de Dreikönigstrasse in Zürich. Hij werd gedreven door twee kalende, bebrilde mannen van achter in de dertig die geen van tweeën Largo heetten. Hun uitgebreide kennis van antiquiteiten had ervoor gezorgd dat het een van de populairste en winstgevendste zaken in zijn soort van het hele kanton was geworden. Beide mannen werkten voor de UNACO. De zaak diende als façade voor het Europese hoofdkwartier van de UNACO. Hij was in 1980 gekocht met een subsidie van de Verenigde Naties onder de voorwaarde dat alle winsten discreet naar een Zwitserse bankrekening zouden worden overgeheveld die uitsluitend door UNICEF mocht worden gebruikt. Een bel rinkelde boven de deur toen Philpott de winkel binnenliep, gevolgd door Sabrina en Kolchinsky. De assistent achter de toonbank knikte kort ten teken van herkenning en zijn ogen schoten naar een deel van de winkel dat vanaf de ingang niet was te zien. Philpott begreep wat hij bedoelde en snuffelde tussen de antiquiteiten tot de eenzame klant de zaak had verlaten. De assistent leidde hen daarna door de deuropening achter de toonbank, haalde een sonische zender te voorschijn en richtte die op de lege boekenkast tegen de muur recht voor hen. Hij schakelde de zender in en de boekenkast draaide naar buiten waardoor een betonnen gang zichtbaar werd. Sabrina kreeg iedere keer weer een kick van de draaiende boekenkast. Het was net iets uit een Boris Karloff-film. Het was zo veel leuker dan Philpotts saaie muurpanelen in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. Ze liepen de gang in en de assistent sloot hen in voordat hij naar de winkel terugkeerde. In de gang bevonden zich zes deuren, die allemaal toegang gaven tot een geluiddichte ruimte waar zeer bekwaam UNACO-personeel met behulp van een paar van de geavanceerdste en gecompliceerdste computersystemen ter wereld trachtten de alarmerende stijging van de internationale misdaad een halt toe te roepen. Philpott leidde hen naar een lichtblauwe deur achter in de gang. Hij drukte op een zoemer. Een camera boven hun hoofd filmde hun gezichten beurtelings driedimensionaal voordat de deur werd geopend. Ze gingen het luxueuze kantoor van Jacques Rust binnen, die de leiding had over alle activiteiten van de UNACO in Europa. Rust sloot de deur met afstandsbediening, schakelde toen zijn elektrische rolstoel in en kwam naar hen toe rijden. Hij was een tweeënveertigjarige Fransman met een opvallend knap gezicht en sprankelende blauwe ogen. Hij had veertien jaar bij de Franse Service de Documentation Extérieure et de Contre-Espionage gewerkt, voordat hij bij de oprichting van de UNACO in 1980 een van Philpotts eerste operationele agenten werd. De teams bestonden toen nog uit twee personen en hij werd Whitlocks partner. Toen Philpott officieel toestemming kreeg om het aantal operationele agenten van twintig naar dertig uit te breiden, werd Sabrina aan het tweetal toegevoegd, en zo ontstond de oorspronkelijke Eenheid Drie. Nog geen jaar later voerden Rust en Sabrina een routinesurveillance uit in de haven van Marseille, toen ze door een bende drugsmokkelaars zwaar onder vuur werden genomen. Rust werd in de rug geschoten waardoor hij vanaf zijn middel blijvend verlamd raakte. Hij kreeg aanvankelijk een hoge positie in het Beleidscentrum in het gebouw van de Verenigde Naties, maar toen het hoofd van de Europese tak van de UNACO bij een auto-ongeluk om het leven kwam, (het bleek later een echt ongeluk te zijn geweest en er was niet, zoals eerst werd gedacht, met de wagen geknoeid) verraste Philpott vele van zijn medewerkers door hem, en niet Kolchinsky, tot opvolger van de overledene te benoemen. Het was niet alleen een sluwe, maar ook een verstandige beslissing geweest, en de banden tussen New York en Zürich waren nog nooit zo sterk geweest. 'Kolonel, ik verwachtte u pas morgen,' zei Rust terwijl hij beide mannen de hand schudde. 'U had me moeten laten weten dat u eerder zou komen, dan had ik gezorgd dat er op het vliegveld een auto op u wachtte.' Philpott liet zich in een leunstoel glijden en zette zijn wandelstok tegen de muur. Nadat hij aan het Militaire College van Sandhurst met het felbegeerde Erezwaard was afgestudeerd, had hij voor het eerst actieve dienst gedaan in Korea, waar hij ernstig beenletsel had opgelopen toen hij een gewonde strijdmakker probeerde te helpen. Als gevolg daarvan trok hij nog steeds duidelijk met zijn linkerbeen. 'We hebben de ochtendvlucht van Swiss Air genomen. Sabrina heeft ons afgehaald.' Sabrina kuste hem op beide wangen en streek hem zachtjes over zijn haar. 'Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat je je haar niet zo kort moet laten knippen? Je terugwijkende haargrens is te zien.' 'Nog steeds even complimenteus als altijd,' zei Rust. 'O, ik heb iets voor je,' zei ze terwijl ze hem het magazijn van de FN FAL overhandigde, dat nu in een verzegelde plastic zak zat. 'Er staat een stel vingerafdrukken op. Je experts zullen niet veel moeite hebben om met een naam op de proppen te komen.' Rust belde op een interne lijn en vroeg of iemand het magazijn kwam halen. Hij legde de hoorn op de haak en keek op. 'Wil er iemand iets drinken voor we beginnen?' Ze weigerden alle drie. 'Er is een nieuwe ontwikkeling sinds ik gisteren uw telex heb ontvangen. Een lawine heeft de spoorlijn buiten Sion geblokkeerd en volgens de eerste berichten zal hij niet voor zonsopgang zijn vrijgemaakt. Dat betekent dat de trein daar vannacht zal blijven staan.' 'Waarom krijg ik toch het gevoel dat dit niet alleen maar toeval is?' vroeg Philpott, terwijl hij zijn half opgerookte pijp in de asbak naast zich leegklopte. Rust glimlachte. 'De sneeuw op de Wildhorn is deze tijd van het jaar erg los en er was maar een kleine hoeveelheid springstof nodig om de bal aan het rollen te brengen, als u mij het woordgrapje wilt vergeven. Ik dacht dat we de extra tijd nodig zouden hebben om onze positie te versterken. Hoewel ik uit de telex heb begrepen dat u het plutonium al hebt opgespoord.' 'Misschien,' zei Kolchinsky, die zich voor het eerst in het gesprek mengde. 'De geigerteller heeft straling opgevangen, maar we wisten dat de vaten in die bewuste goederenwagon opgeslagen waren geweest. Nu zit er een verzegelde krat in van Werner Vrachtvervoer. Wat we niet weten, is of de vaten in die krat zitten. Als we ons vergalopperen door Stefan Werner te beschuldigen zonder voldoende bewijsmateriaal en we zouden ongelijk blijken te hebben dan heeft hij genoeg invloed om de UNACO met grote koppen in de kranten te krijgen.' Er flitste een lichtje aan op het bureau en na de video te hebben gecontroleerd, activeerde Rust de deur. Hij gaf de plastic zak aan de technicus in de witte jas en vroeg of hij de uitslagen kon krijgen zo gauw de vingerafdrukken waren geïdentificeerd. 'Ik denk niet dat hij dat zou doen,' zei Sabrina toen de technicus was vertrokken. 'Wat?' vroeg Philpott met zijn aansteker boven de kop van zijn pijp. 'Stefan. Hij is niet wraakzuchtig. Ik weet zeker dat hij er geen bezwaar tegen zou hebben dat de krat werd geopend als hij zou weten dat het een kwestie van internationale veiligheid was.' 'Stefan?' zei Rust terwijl hij zijn wenkbrauwen optrok. 'Ik wist niet dat we hem zo goed kennen dat we hem bij de voornaam noemen.' 'Ik ben een paar keer met hem uitgeweest, toen ik aan de Sorbonne studeerde.' 'Je hebt nooit gezegd dat je hem kende,' zei Philpott scherp. 'Ik ben met hem naar een paar feestjes geweest, dat is alles.' 'Hoe goed kende je hem?' 'Ik ben nooit met hem naar bed geweest, als u dat bedoelt, meneer,' kaatste ze woedend terug. 'We waren vrienden, dat is alles. Ik heb hem niet meer gezien sinds ik vijf jaar geleden uit Europa ben vertrokken.' 'Wat was het voor iemand?' vroeg Kolchinsky. 'Ambitieus,' antwoordde ze. 'Heel ambitieus. Zijn werk was zijn leven.' De telefoon ging over en Rust griste de hoorn van de haak. Hij stak zijn duim omhoog, legde de hoorn terug en manoeuvreerde zijn rolstoel achter zijn bureau waar hij zijn veiligheidscode intikte in de IBM-computer die verbonden was met de centrale databank elders in het gebouw. 'We hebben 'm,' zei hij toen de bewuste regel op het scherm verscheen. 'De vingerafdrukken blijken van een zekere Kurt Rauff te zijn.' 'Wat weet je over hem?' vroeg Philpott. 'Jullie Engelsen hebben er een term voor. Een internationale melkflessendief.' 'Met andere woorden een kleine jongen,' antwoordde Philpott met een lichte irritatie in zijn stem. 'Wat heeft hij uitgespookt?' 'Van alles en nog wat. Hij heeft een aantal veroordelingen achter de rug, allemaal korte straffen. Zakkenrollen, valse cheques, verduistering.' 'Niet wat je noemt een typische sluipschutter,' zei Sabrina. 'Niet zo haastig, chérie,' antwoordde Rust met zijn vinger in de lucht. 'Het lijkt erop dat hij de laatste vier jaar met de grote jongens meedeed. Hij was betrokken bij wapensmokkel voor mensen als Dauphin, Giselle en Umbretti.' 'Die hebben allemaal lef genoeg voor zoiets,' zei Philpott die peinzend op de steel van zijn pijp beet. 'Is het nog wat geworden met die twee mannen die Mike in de trein heeft gezien?' 'Ik heb een paar namen opgeduikeld. De meeste ervan staan ook op de lijst die jouw jongens bij de VN hebben opgesteld. Een paar van mijn mensen zijn aan het rondvragen.' 'Mag ik die telex even zien?' vroeg Sabrina. Rust wees naar de plaats waar hij op zijn bureau lag. Ze las hem door en keek toen naar Philpott. 'U hebt niet vermeld dat de zwartharige man verschillend gekleurde ogen had.' 'Wat?' vroeg Philpott stomverbaasd. 'Heeft C.W. u dat niet verteld?' 'Ik heb hem niet gesproken. Hij belde 's avonds en hij heeft de officier van dienst gesproken. Dat is de beschrijving die hij mij heeft doorgegeven.' 'Jacques, je zou misschien...' haar stem stierf weg toen ze Rusts grimmige gelaatsuitdrukking zag. 'Het ene bruin en het andere groen, n'est-ce-pas?' Ze knikte langzaam. Rust staarde naar het scherm. 'Zijn naam is Joachim Hendrique.' 'Balasjikha,' fluisterde Kolchinsky met een lijkwit gezicht. 'Balasjikha? Het opleidingscentrum van de KGB voor derde-wereldterroristen?' vroeg Philpott terwijl hij Kolchinsky aanstaarde. Kolchinsky knikte. 'Het wordt geleid door het Directoraat S, de meest gevreesde afdeling binnen de KGB.' 'Balasjikha wordt hier helemaal niet genoemd,' zei Rust nadat hij het scherm had gecontroleerd. 'Het verbaast me niets. De ware identiteit van degenen die van Balasjikha afkomen, is alleen bekend bij de belangrijkste leden van het Directoraat S. Het hele centrum is in geheimzinnigheid gehuld.' 'Maar hoe komt het dan dat jij wel van hem hebt gehoord?' vroeg Philpott. 'Hendrique had de reputatie dat hij de beste student was die Balasjikha ooit had gehad. Dat soort informatie lekt nogal eens uit naar andere leden van de KGB-top. Per ongeluk-expres, als je begrijpt wat ik bedoel.' 'Stond hij op de lijst?' vroeg Philpott aan Rust. Rust schudde zijn hoofd. 'De enige foto's van hem zijn een aantal onduidelijke kiekjes die een CIA-functionaris in Nicaragua van hem heeft gemaakt. Zijn gelaatstrekken moeten er te vaag hebben opgestaan om ze in de computer te kunnen stoppen. De computer kan alleen controleren of gezichten overeenstemmen als ze al in de geheugenbank zijn opgeslagen.' 'Toch wist je wie hij was zodra ik over zijn ogen begon,' zei Sabrina, die geïnteresseerd naar voren leunde. 'Hij heeft eens geprobeerd me te vermoorden. Dat gebeurde toen ik nog bij de SDECE zat. We kregen een tip dat er door een Zuid-Amerikaans vrachtschip een lading cocaïne in Nice zou worden binnengebracht, dus toen er werd uitgeladen konden we de hele bende zonder veel tegenstand arresteren. Een paar van hen probeerden te ontsnappen. Ik volgde een van hen een pakhuis in, waar hij kans zag me van achteren aan te vallen. Hij sloeg mijn revolver uit mijn hand en duwde me toen tegen de muur met zijn eigen revolver in mijn maag gedrukt. Hij droeg een bivakmuts, dus ik kon alleen zijn ogen zien. Een bruin en een groen oog. Hij haalde de trekker over, maar het magazijn was leeg. De meeste misdadigers zouden op zo'n moment in paniek zijn geraakt. Hij lachte alleen maar. Toen sloeg hij me met de kolf van zijn revolver en het volgende dat ik me herinner is dat ik weer bijkwam terwijl mijn collega's bezorgd naast me gehurkt zaten. Hij was ontsnapt. Ik zal die ogen van mijn leven niet vergeten.' 'Als je zijn gezicht nooit hebt gezien...' 'Het is al opvallend genoeg als iemand twee verschillend gekleurde ogen heeft, maar je moet niet vergeten dat hij ook de typische lichaamsbouw van een bodybuilder heeft,' zei Rust, Kolchinsky in de rede vallend. 'Het is dezelfde man, Sergei, ik durf er mijn carrière om te verwedden.' 'Wat zegt dat over hem?' vroeg Philpott op het beeldscherm wijzend. Rust las de tekst door en vertaalde de belangrijkste punten uit het Frans in het Engels. 'Hij is in 1947 in Tsjaad geboren en werd door zendelingen opgevoed. Hij liep op zijn vijftiende weg om te gaan varen en maakte naam als een goede, maar sadistische vuistvechter. Vervolgens dook hij in 1969 in Amsterdam op, waar hij zich onder de meer opstandige leden van de hippiegemeenschap mengde en meehielp botsingen tussen hen en de politie uit te lokken. Hij werd nooit gepakt. Daarna leidde hij een verborgen leven en er werd niets meer van hem gehoord tot de CIA in 1975 informatie in handen kreeg waaruit bleek dat hij in Angola de marxistische MPLA-soldaten trainde. Na Angola ging hij naar Nicaragua waar hij aan de zijde van de Sandinisten vocht tot Somoza's ondergang in 1980. Sinds die tijd is hij betrokken bij illegale wapenhandel door heel Europa. Het is ook bekend dat hij in en rond Amsterdam in drugs handelt en het gerucht gaat dat hij ergens in de Jordaan op een woonboot woont. Zijn favoriete wapens zijn een .357 Desert Eagle, die hij altijd bij zich draagt en een Franchi Spas geweer. Er is één punt dat niet in zijn dossier staat. Hij werkt nooit voor zichzelf. Hij neemt alleen de mensen aan en zorgt dat de hele operatie volgens plan verloopt.' 'Je moet hem wel nageven dat hij de goede wapens weet uit te kiezen, met name de Desert Eagle,' zei Sabrina. 'Kun je zijn medeplichtige ook thuisbrengen?' vroeg Kolchinsky. Rust deed het dossier op zijn bureau open en liet zijn vingers langs de lijst verdachten lopen. Een naam trok zijn aandacht en hij tikte hem in op de computer. 'Akkid Milchan. Zevenendertig jaar. 1.98 mtr. Egyptenaar. Doofstom. Zijn gezicht zit vol littekens ten gevolge van een explosie aan boord van een Liberische tanker in 1979. Hij woont ook in Amsterdam en werkt sinds 1982 zo nu en dan voor Hendrique.' 'We hebben er nu tenminste een idee van met wie we te maken hebben. Jacques, je zei dat die Rauff met mensen als Dauphin, Giselle en Umbretti samenwerkte. Zoek uit of een van hen de laatste paar maanden contact met Hendrique heeft gehad. Ik wil ook dat Werner nagetrokken wordt, maar zorg in Godsnaam dat het discreet gebeurt.' Philpott liep naar een kaart van Europa die aan de muur hing terwijl Rust de telefoon pakte om orders door te geven. 'Sabrina?' Ze sprong soepel op en liep naar hem toe met haar handen in de zakken van haar wijde camouflagebroek. 'De trein zit vast in Sion,' zei hij, terwijl hij met de steel van zijn pijp de naam op de kaart aantikte. 'En die blijft daar tot morgenochtend vastzitten,' voegde ze er aan toe. 'Precies,' zei hij, terwijl hij haar aankeek als een groot acteur die net hoort dat een ondeugend kamermeisje in het stuk zijn slotzin uitspreekt. 'Ik weet dat het een lange dag is geweest, maar ik wil dat je vanavond naar Sion rijdt. Er zal op de trein een couchette voor je besproken zijn zodat je wat zult kunnen slapen als je er bent. Mike moet van de laatste ontwikkelingen op de hoogte gebracht worden.' 'U denkt dat Stefan erbij is betrokken, nietwaar?' 'Dat hoeft niet, maar ik denk wel dat de vaten in de krat zitten.' 'Waarom bent u daar zo zeker van?' 'Instinct.' Ze glimlachte. 'U lijkt Mike wel.' Rust manoeuvreerde zijn rolstoel vanachter zijn bureau vandaan en zette hem in het midden van het kantoor stil. 'Heeft er iemand honger?' Ik weet hier een restaurantje om de hoek dat een verrukkelijke choucroutegarnie serveert.' 'Ik ben uitgehongerd,' zei Philpott terwijl hij zich tot Sabrina wendde. 'Eet nog wat met ons mee voor je gaat.' 'Dank u wel, maar ik eet onderweg wel een hapje.' 'Friture de perchettes geserveerd in botersaus? Je lievelingsgerecht, chérie,' zei Rust en hij kuste de toppen van zijn tegen elkaar gedrukte vingers. 'Een andere keer, Jacques. Ik wil zo snel mogelijk in Sion zijn.' Rust trok zijn colbertje aan en ging hen voor door de gang. Omdat de antiekzaak nu was gesloten reed hij door een zijdeur de straat op. Sabrina ritste haar parka dicht toen ze de koude avondlucht instapte en zocht in haar zakken naar de sleutels van de Audi Coupé. 'Kom mee, dan breng ik je naar de auto.' Philpott glimlachte geruststellend tegen haar en toen verdwenen hij en Kolchinsky om de hoek op zoek naar het restaurant. 'Zal ik je duwen?' 'Dan is het weer net als vroeger, toen je me rugdekking gaf,' antwoordde Rust met een grijns. 'En kijk eens waar dat toe heeft geleid,' zei ze bitter. Hij keek naar haar om. 'Waarom kun je niet accepteren dat het jouw schuld niet was? Als je je hoofd had uitgestoken om me vuurdekking te geven dan zou je nu die rolstoel niet duwen. Je weet verdomd goed dat ik je nooit heb verweten wat er die avond is gebeurd. Het was gewoon een van de risico's die we moesten nemen. Waarom moet dit onderwerp iedere keer dat ik je zie weer ter sprake komen?' Ze bleef zwijgen. 'Hoe gaat het tegenwoordig met Mike?' vroeg hij de stilte doorbrekend. 'Goed,' antwoordde ze afwezig. 'Doe hem de groeten van me,' zei hij toen ze bij de Audi Coupé kwamen. 'Zal ik doen.' Ze deed de deur open, omhelsde hem en stapte vlug in. Hij wachtte tot de Audi Coupé zich in het avondverkeer had gevoegd, voordat hij terugreed naar het restaurant. Philpott en Kolchinsky zaten aan de tafel die het dichtst bij de uit een lattenframe bestaande ingang van de kleine cocktailbar stond. 'Jullie hadden niet speciaal voor mij hier hoeven gaan zitten,' zei hij, terwijl hij zijn gebruikelijke handgebaar naar de barman maakte, hetgeen betekende dat hij hetzelfde drankje wilde als altijd. 'Dan hoef je tenminste niet tussen al die tafels en stoelen door te zigzaggen,' antwoordde Kolchinsky. 'Het is hier mijn eigen Monza,' zei Rust, terwijl hij zijn armen naar voren stak. 'Hoe lang duurt het voordat je wat meer gegevens over Werner en de anderen hebt?' vroeg Philpott. 'Zo gauw mijn mensen iets weten krijg ik het te horen. U verdenkt Werner, nietwaar?' 'Ik denk zeker dat zijn bedrijf op de een of andere manier bij de zaak is betrokken. Als zou blijken dat hij er ook persoonlijk bij betrokken is, denk ik dat het verdomd moeilijk te bewijzen zal zijn.' 'Herr Stefan Werner.' Hoofden draaiden zich automatisch om toen de ceremoniemeester hem aankondigde. Werner liep tegen de vijftig, had een korte, gedrongen gestalte, dunner wordend bruin haar en een keurig onderhouden, roodbruine snor die in punten over zijn mondhoeken naar beneden liep. Hij had een charismatische uitstraling, waardoor hij al lange tijd een van de begerenswaardigste vrijgezellen van Europa was. Hij liep de prachtige balzaal binnen en nam zijn omgeving op terwijl hij in gedachten de rijkdom van zijn gastheren probeerde in te schatten. Hij negeerde de geaderde marmeren vloer, de neo-Dorische pilaren en het eiken plafond met het ingewikkelde houtsnijwerk. Hij had alleen belangstelling voor de schilderijencollectie langs de met eikenhout gelambriseerde muren. Huizen konden geleidelijk afbetaald worden, bij schilderijen moest je meteen met geld over de brug komen. Hij beschouwde het als een tamelijk betrouwbare methode om het puikje van de financiële elite in Europa te zuiveren van degenen die alleen maar deden alsof ze veel geld hadden. De gastvrouw maakte zich los van een groepje vrienden en haastte zich met uitgestrekte armen naar hem toe. Ze omhelsden elkaar vluchtig. Ze was de kleindochter van een of andere, vergeten Pruisische edelman en zij en haar echtgenoot hadden eens een prachtig, zestiende-eeuws kasteel gehad dat uitzag op de stad Assmannshausen in de Rijnvallei. Ze hadden het verkocht om hun huidige herenhuis aan de rand van Berlijn te betrekken. Ze hielden vol dat het een stap omhoog was geweest op de maatschappelijke ladder, maar hij was het er in zijn hart niet mee eens. 'Ik ben zo blij dat je vanavond hebt kunnen komen, Stefan. Je weet hoe populair je bent bij de ongetrouwde dames.' 'Je vlijt me, Marisa,' antwoordde Werner met een gekunstelde glimlach. 'Je weet hoe leuk ik je feestjes vind. Het spijt me alleen dat ik nog een eerdere afspraak had, anders zou ik er veel vroeger zijn geweest.' Hij had al lang geleden geleerd tactvol te liegen. 'Je bent er, en dat telt. Je was toch naar de schouwburg?' 'Eigenlijk naar het concertgebouw. Een recital van Handels Messiah door het Berlijns Philharmonisch Orkest en het Schönberg Jongenskoor. Ik heb het de vorige keer gemist.' 'Je klinkt alsof je ervan hebt genoten,' zei ze terwijl ze hem door de zaal leidde. 'Het is geen genot, het is vervoering,' antwoordde hij en hij pakte een glas champagne van het dienblad van een passerende kelner. Hij ving het laatste staartje op van een fluisterend gesprek achter zich over hoe veel hij waard was en hij was geschokt te horen dat het groepje het eens werd over een bedrag van zeshonderd miljoen gulden. Als ze het hadden verdrievoudigd, waren ze dichter bij de waarheid geweest. Hij was niet alleen eigenaar van Werners Scheepvaartmaatschappij, een wereldomspannend transportimperium met meer dan honderdveertig zeewaardige schepen, maar hij was zich de laatste vier jaar ook op het vrachtvervoer over land gaan toeleggen en hij was erin geslaagd een belangrijk deel van die scherp concurrerende markt in handen te krijgen. Hij had hiertoe een reeks kleine bedrijven uitgekocht die zich met moeite staande konden houden en hen gefuseerd onder een ervaren raad van beheer die alleen aan hem verantwoording hoefde af te leggen. Door zijn vrachtbedrijf nauw samen te laten werken met zijn scheepvaartmaatschappij kon hij zijn concurrenten gevoelige slagen toebrengen door hun klanten het soort koppeltransacties te bieden die geen enkele bedrijfsdirecteur kon weigeren. Zijn succes kon worden afgemeten aan het aantal concurrenten dat het hoofd nauwelijks boven water kon houden. Veel van hen kocht hij later uit om hun bedrijven aan zijn steeds groeiend imperium toe te voegen. 'Stefan, dat vergat ik je bijna te vertellen. Er is hier iemand die je wil spreken.' Weer een van haar alleenstaande vriendinnen die altijd op de lijst van genodigden terechtkwamen, wanneer ze zeker wist dat hij op een van haar soirées zou verschijnen. Hij wist dat ze het beste met hem voorhad, maar hij moest de eerste nog ontmoeten wier belangstelling voor hem verder ging dan zijn bankrekening. Zijn maatschappelijke status was trouwens veel te hoog om er een smet op te laten werpen door de indiscrete trouweloosheid van een echtgenote die verveeld was door het succes van haar echtgenoot. Hij had al te vaak gezien hoe vooraanstaande Europese industriëlen van hun voetstuk werden gestoten door sensationele onthullingen over de meelijwekkende ijdelheid van hun echtgenotes, die het familiekapitaal over de balk smeten met een opeenvolging van oversekste gigolo's. Het vrijgezellendom beviel hem uitstekend. 'Hij is een half uur geleden gearriveerd en hij zei dat hij je dringend moest spreken. Hij zei dat ik "Brazilië 1967" moest zeggen en dat je het dan wel zou begrijpen.' 'Waar is hij, Marisa?' vroeg hij terwijl hij haar armen vastgreep. 'Ik heb hem in de studeerkamer gezet. Is hij een Rus?' vroeg ze met de nadruk op het laatste woord. 'Ja, een oude vriend van me.' 'Hij zal wel van de KGB zijn,' zei ze giechelend. Zijn ogen vernauwden zich dreigend maar hij had zich snel weer onder controle en glimlachte. 'Je hebt naar te veel nachtfilms gekeken.' 'Is hij getrouwd?' vroeg ze met een ondeugende glinstering in haar ogen. 'Nee, maar ik betwijfel of er hier veel dames rondlopen die de verrukkingen van het Westen willen opgeven voor een Russische dacha.' 'Misschien kunnen we zorgen dat hij... overloopt. Dat is toch het woord dat ze gebruiken?' 'Ik betwijfel of je hem zo ver kunt krijgen.' 'Ik zal iemand van het personeel vragen of hij je de weg wijst.' De butler leidde hem door de gang naar een houten deur die hij opende. 'Kan ik u iets brengen, meneer?' 'Nee, dank u.' De butler boog kort en deed de deur achter zich dicht. Benin omhelsde Werner en hield hem toen op armafstand van zich af. 'Je ziet er goed uit, mijn vriend.' 'Dat kan ik me permitteren,' antwoordde Werner glimlachend. Hij liep naar het dressoir. 'Scotch?' 'Alsjeblieft.' Benin schoofde fluwelen gordijnen opzij en keek uit over de helder verlichte tuin. 'Kunnen we hier veilig praten?' Werner schonk twee glazen Scotch in en gaf Benin er een. 'Heel veilig. Is er nog nieuws over de man die Hendrique heeft gezien? Of over die andere die in de fabriek in Mainz was?' 'Nog niets, maar ik heb er een team op gezet dat er dag en nacht mee bezig is, dus het is alleen een kwestie van tijd voor ze met de antwoorden op de proppen komen.' Benin liep naar het bureau en staarde afwezig naar de ingelijste familiefoto voor hij zich weer naar Werner omdraaide. 'Ik ben hierheen gekomen om je te vragen de operaties vanuit de trein te leiden.' 'En Hendrique?' vroeg Werner. 'Die zal van jou orders aannemen.' 'Je weet hoe onafhankelijk...' 'Hij heeft maar te doen wat hem wordt gezegd!' viel Benin hem scherp in de rede. Vervolgens liet hij zijn stem dalen. 'Ik heb zijn insubordinatie in het verleden getolereerd, maar hij weet precies wat er met hem zal gebeuren als hij deze keer niet in de pas blijft. Je zal wel merken dat hij zijn volle medewerking geeft.' 'Dat zal dan voor het eerst zijn,' zei Werner verrast. 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?' 'Ik heb een dossier samengesteld over zijn drug- en wapenhandel van de laatste paar jaar. Als hij deze keer niet in het gareel blijft, zal ik zorgen dat het dossier in de juiste handen terechtkomt.' 'De autoriteiten?' 'Sinds wanneer is hij bang voor de wet? Je hebt ongetwijfeld gehoord dat er een paar jaar geleden even buiten Amsterdam een overval heeft plaatsgevonden op een Venezolaanse vrachtboot, waarbij een bende, die zich voor de havenpolitie uitgaf, voor meer dan vier miljoen gulden aan Acapulco Gold buitmaakte?' 'Hendrique?' 'Precies. Hij dacht dat de marihuana werd ingevoerd door een onbeduidende Nederlandse gangster die zich een gedeelte van de markt van het Amsterdamse syndicaat probeerde toe te eigenen. Hij kon zich niet erger hebben vergist. Het was een zending van de mafia.' Werner floot zachtjes. 'De mafia heeft onmiddellijk opdracht gegeven de bende op te sporen en om zeep te brengen. De opdracht loopt nog steeds.' Benin keek toe hoe Werner een sigaret opstak en ging toen weer verder. 'Ik heb Hendrique telefonisch gesproken voordat ik Oost-Berlijn verliet. De trein vertrekt morgenochtend om negen uur uit Sion. De volgende stopplaats is Brig, het laatste station voor de Simplon Tunnel. Stap daar op, hij verwacht je.' 'Ik zal opdracht geven een bedrijfshelikopter bij te tanken en binnen een uur startklaar te maken.' 'Er is nog iets,' zei Benin en hij pakte een diplomatenkoffertje vanachter zijn stoel. Hij gaf het aan Werner. Werner wist wat erin zat, ook al had hij het nog nooit gezien. Hij slikte nerveus en haalde het van het slot. Toen deed hij het, bijna met tegenzin, open. Midden op een laag sponsachtig schuimrubber lag een zilveren doos die niet groter was dan een zakrekenmachientje. 'Er is een miniatuurcomputer ingebouwd aan de binnenkant van het deksel.' Werner wierp er een steelse blik op. Een smal, leeg scherm boven een rij getallen van één tot negen. 'Wat zijn de coördinaten?' 'Een-negen-zes-zeven,' antwoordde Benin. 'Dat had ik kunnen weten,' antwoordde Werner en hij stak zijn hand uit naar de nummertoetsen. 'Niet aankomen!' Werner trok zijn hand terug alsof het toetsenbord hem een elektrische schok had gegeven. Benin glimlachte verontschuldigend. 'Hij kan maar één keer geopend worden.' Werner voelde dat er een zweetdruppeltje vanonder zijn haargrens te voorschijn kwam en hij veegde het weg voordat het langs de zijkant van zijn gezicht naar beneden zou lopen. 'Hij mag alleen in het alleruiterste geval gebruikt worden.' 'Dat wil ik graag van je aannemen,' zei Werner. Hij sloot het koffertje en deed het daarna op slot na de combinatie in zijn geheugen te hebben geprent. Benin stak zijn hand uit. 'Veel succes, mijn vriend.' Werner schudde hem stevig de hand. Benin ging de kamer uit. Werner zette het diplomatenkoffertje naast de stoel en schonk zichzelf uit de karaf op het dressoir een flink glas Scotch in.

*** 

Graham gooide de paperback op de couchette tegenover zich en ging op weg naar de restauratiewagen. De restauratie was op een steward met slaperige ogen na leeg en de man staarde hem aan of hij op verboden terrein kwam. 'Koffie,' zei Graham, terwijl hij ging zitten. De steward wierp hem een onverschillige blik toe en verdween toen door een van de klapdeuren. De trein was al uit Sion vertrokken toen de lawine neerstortte en omdat de mogelijkheid bestond dat er nog kleinere sneeuwmassa's naar beneden zouden komen, reed hij terug naar het veilige station, waar de passagiers te horen kregen dat de trein pas de volgende morgen weer zou vertrekken. Om het ongerief te verzachten was er toestemming gegeven de stationsrestauratie tot middernacht open te houden, terwijl de reizigers de hele nacht in de restauratiewagen terecht konden voor kleine hapjes en drankjes. Graham keek op zijn horloge. Bijna één uur 's nachts. De steward zette de kop gloeiendhete koffie voor hem op tafel, waarbij hij op het schoteltje morste. 'Zouden de natuurkrachten zijn geschapen om ons te laten zien hoe nietig de mens is?' Geschrokken van de stem achter zich draaide Graham zich om. Hendrique, die in Vetroz, het vorige station, weer was ingestapt, staarde uit het raam achter Graham. 'Het spijt me als ik u heb laten schrikken. Ik neem aan dat u Engelssprekend bent?' 'Ja.' 'Hebt u er bezwaar tegen dat ik bij u kom zitten ?' vroeg Hendrique, terwijl hij op de twee stoelen tegenover Graham wees. 'Ga uw gang.' Hendrique knipte met zijn vingers om de soezende steward wakker te maken. 'Cameriere! Un cappuccino, perfavore.' De steward klauterde van de barkruk af en verdween door de klapdeur. 'Bent u Italiaan?' Hendrique trok een van de stoelen naar achteren en ging zitten. 'Nee, maar het is één van de talen die ik in de loop van de jaren heb leren spreken.' 'Dat is niet mis,' zei Graham met nauwelijks verholen sarcasme. 'Hoe veel in totaal?' 'Een stuk of wat," antwoordde Hendrique schouderophalend. 'Het is mijn ervaring dat je gemakkelijker door de mensen wordt opgenomen als je hun taal spreekt. En u? Bent u geïnteresseerd in talen?' 'Maar in één, Amerikaans.' Hendrique wachtte tot de steward de koffie had neergezet en de restauratiewagen had verlaten voor hij verder sprak. 'U ziet eruit als iemand die graag een uitdaging aanneemt.' Graham was geïntrigeerd. 'Misschien.'  'Ik heb een spel ontworpen om in dit soort situaties de verveling te verdrijven. De bedoeling is de tegenstander door bluf tot overgave te dwingen. Er zit echter één addertje onder het gras. We spelen om pijn, niet om geld. Overgevoelige lieden zullen dat ongetwijfeld als sadistisch beschouwen; ik zie het als een middel om karakter en innerlijke kracht te testen. Geïnteresseerd?' 'Zoals u al zei, ik zie eruit als iemand die graag een uitdaging aanneemt.' 'Uitstekend.' Hendrique stond op. 'Ik ga het uit mijn coupé halen. Ik ben zo terug.' Graham had nog maar net zijn koffie op, toen Hendrique terugkwam met een bruinieren diplomatenkoffertje. Hij zette het koffertje op tafel en deed het open. Nadat hij het had leeggemaakt, deed hij het deksel dicht en zette het naast zijn stoel op de vloer. De inhoud van het koffertje bestond uit een vijf centimeter dikke plank van vijfendertig bij twintig centimeter. Een schaalverdeling met de cijfers één tot en met tien erop gedrukt, liep over de gehele lengte van het bord en verdeelde het in twee gelijke helften. Aan weerszijden van de schaalverdeling bevonden zich een rijtje van drie even ver uit elkaar liggende lampjes en een metalen steun die net niet evenwijdig aan de plank liep. Twee metalen armbanden waren door snoeren met het circuit onder de beide steunen verbonden. Hendrique beschermde zijn handen met twee papieren servetten en haalde de tl-buis recht boven de tafel uit zijn houder. Vervolgens haalde hij een snoer te voorschijn met twee krokodillenklemmen aan het ene uiteinde. Hij rolde het uit en sloot de beide klemmen aan op de twee contactpunten boven zijn hoofd. Daarna stak hij de stekker aan het andere uiteinde in de contactstekker aan de zijkant van het bord. 'De regels zijn heel simpel. We doen allebei een armband om onze pols en drukken dan de palm van onze hand op de metalen steun. Zodra de steun evenwijdig aan de plank komt te staan wordt het elektrisch circuit geactiveerd en het spel begint.' Hendrique liet zijn vingers langs de schaalverdeling lopen. 'Hierop kan ieder moment de stroomsterkte in het circuit worden afgelezen. Het cijfer één licht op zodra we het circuit activeren. Als de stroom sterker wordt, lichten de volgende cijfers één voor één op. Bij de cijfers één tot en met vijf is het licht groen, bij zes tot en met acht oranje, en bij negen en tien rood. Ik denk dat de kleuren wel voor zichzelf spreken. Degene die zijn tegenstander kan overbluffen en zijn hand het langst op de steun kan houden heeft gewonnen en krijgt één punt. Wie de meeste punten uit drie spelletjes heeft is de uiteindelijke winnaar. Zodra de verliezer zijn hand van de steun aftrekt gaat het lampje aan zijn kant branden. Dat is alles.' 'Hoeveel tijd verstrijkt er tussen het oplichten van de cijfers?' 'Vijf, zes seconden. Dat is het enige nadeel van het spel. Het is zo snel voorbij.' 'Het is toch ingenieus,' zei Graham. 'Het is leuker dan Monopolie.' Hendrique haalde het tafelkleed van tafel en zette het bord vast met zijn vier krachtige zuignappen. Ze klikten allebei een armband om hun pols, deden ze op slot en legden de piepkleine sleuteltjes midden op het bord. Hendrique knikte en ze drukten hun handen tegelijkertijd op de metalen steunen. Graham kreeg onmiddellijk een prikkelend gevoel in zijn hand dat zich snel over zijn arm en zijn borst verspreidde. Hoewel Hendrique hem aanstaarde, vond Graham het interessanter om de oplichtende cijfers op de schaalverdeling in de gaten te houden. Toen de kleur van groen naar oranje oversprong werd de stroom abrupt sterker en voordat hij zich kon weerhouden, trok Graham instinctief zijn hand van de steun. Hij was niet voorbereid op de pijnlijke schok die door zijn andere arm schoot, maar hij kon hem maar een klein stukje van de tafel vandaan trekken omdat het snoer zo kort was. 'Het spijt me,' zei Hendrique zonder erg overtuigend te klinken. 'Dat vergat ik u te vertellen. Wie een spel verliest, krijgt als extra straf een schok, die via de elektrode aan de binnenkant van de armband wordt toegediend.' 'Dat had ik van tevoren moeten weten,' zei Graham kortaf. 'Er is nog iets. De strafschok wordt iedere keer drie maal zo sterk. Als u een zwak hart heeft, moeten we nu stoppen. Een schok die negen maal zo sterk is als die u net heeft gekregen, kan dodelijk zijn. Dat is in het verleden ook gebeurd.' 'Laten we verder spelen.' 'Ik heb de regels voor we begonnen niet goed uitgelegd, dus het is niet meer dan eerlijk als we opnieuw beginnen...' 'Ik hoef niet bemoederd te worden,' viel Graham hem in de rede. 'U staat een punt voor.' 'Zoals u wilt,' antwoordde Hendrique en hij legde zijn hand weer terug op de steun. Deze keer hield Graham Hendriques blik vast. De kleur van de schaalverdeling veranderde van groen naar oranje. Grahams ogen vernauwden zich nauwelijks waarneembaar en zijn blik hield dezelfde intensiteit. Hendrique merkte dat hij Grahams blik niet meer kon vasthouden en in zijn verwarring wendde hij zich af, waardoor hij onbewust de druk op de steun verlichtte. De schok schoot door zijn arm omhoog en hij greep naar de armband alsof hij hem van zijn pols wilde rukken. Hij sloot zijn ogen totdat het gebons in zijn hoofd was weggeëbd en hij veegde met de achterkant van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd. 'Dan staan we nu weer gelijk,' zei Graham met kennelijke voldoening. Hendrique haalde een paar keer diep adem, maar zei niets. Het was de eerste keer sinds hij het spel drie jaar geleden had ontworpen, dat hij een nederlaag had geleden. Hij schoof iets naar voren en legde zijn hand op de steun, terwijl zijn handpalm nog natintelde van de schok. Het vorige spel was bij acht geëindigd. Graham wist al dat hij de tien kon halen zonder zijn hand weg te trekken. Hendrique had gelijk: het was een test voor innerlijke kracht. Ze drukten allebei hun hand op de steunen. Hendrique die van zijn fout had geleerd, concentreerde zich nu op de schaalverdeling in plaats van op Grahams gezicht. Graham keek ook naar de schaalverdeling en vertrok zijn gezicht meer van irritatie dan van pijn, toen de groene vijf veranderde in de oranje zes. Als Hendrique hem er in het begin voor had gewaarschuwd dat de stroom plotseling sterker zou worden als de kleuren versprongen, zou het spel misschien al voorbij zijn geweest. Zeven. Acht. Hij klemde zijn kaken op elkaar terwijl zijn pijngrens met iedere volgende seconde doorbroken leek te worden. Negen rood. Zijn hand begon te trillen en zijn ogen traanden. Eén ogenblik voelde hij een vreemd soort kameraadschap met Hendrique. Toen was het ogenblik voorbij. Hij ving door de vervormde mist van pijn een glimp van Hendrique op. Hendriques hoofd hing schuin achterover en zijn mond hing open in een geluidloze schreeuw. In dat ondeelbare ogenblik wist Graham dat hij had gewonnen. Hendrique stond op de rand van de nederlaag. In die veilige wetenschap zette Graham zich schrap en hij trok zijn hand van de steun. Verder herinnerde hij zich niets meer. Toen hij bij bewustzijn was gekomen bleef Graham een tijdje in de verlaten restauratiewagen zitten, terwijl hij met bevende vingers zachtjes zijn slapen masseerde om het gebonk in zijn hoofd te laten verdwijnen. Toen hij ten slotte overeind kwam, stond hij wankel op zijn benen en hij moest op weg naar de deur houvast zoeken aan de tafels. Hij ging de volgende wagon binnen en met zijn hand stevig aan de leuning liep hij de gang door tot hij zijn eigen coupé bereikte. Hij rukte de deur open en struikelde naar binnen. De verbindingsdeur ging onmiddellijk open en Sabrina kwam binnen met de Beretta vast in haar hand geklemd. Ze liep naar de deur van de coupé, tuurde de verlaten gang in, deed hem toen dicht en sloot hem af. 'Heb je gedronken?' was haar eerste reactie toen ze hem met zijn hoofd in zijn handen zag zitten. Geschrokken van haar stem bracht hij zijn hoofd met een ruk omhoog en vertrok zijn gezicht door de pijn die de plotselinge beweging veroorzaakte. 'Wat doe je hier?' 'Ik ben je partner, weet je nog?' 'Je begrijpt best wat ik bedoel,' snauwde hij en opnieuw schoot de pijn door zijn hoofd. 'De baas heeft me teruggestuurd,' zei ze zonder verdere omhaal en ze hurkte voor hem op de grond. 'Wat is er gebeurd?' 'Mijn hoofd,' mompelde hij. Ze verdween in haar eigen coupé en kwam terug met een glas water en twee aspirines. 'Ik dacht dat je nooit pijnstillers gebruikte,' zei hij terwijl hij naar haar geopende hand staarde. 'Maar jij wel en ik wed dat jij ze niet bij je hebt.' Hij pakte de tabletten van haar aan en slikte ze met een slok water door. Toen leunde hij achterover en sloot zijn ogen. Ze zat op de couchette tegenover hem en pakte de paperback op die hij had gelezen. Weer een James Hadley Chase. Niet haar soort schrijver. Ze las heel weinig thrillers. Ze deden haar aan haar werk denken. 'Je zou er niets aan vinden.' 'Dat weet ik,' antwoordde ze en ze liet het boek op de couchette vallen. 'Wat is er met je hoofd gebeurd?' Hij vertelde haar over zijn confrontatie met Hendrique. Toen ze klaar was, schudde ze ongelovig haar hoofd. 'Het is niet de eerste keer dat je je leven op het spel zet omwille van een uitdaging en ik weet zeker dat het niet de laatste keer zal zijn.' 'Je begrijpt het niet, hè? Het gaat niet om de uitdaging zelf. Het gaat om de psychische instelling waarmee je erop ingaat. Bij dit soort confrontaties tussen twee mensen die ongeveer even sterk zijn, wint degene met de meeste wilskracht. Neem bijvoorbeeld twee boksers. Beide mannen zijn even sterk en even zwaar, maar degene die zich van tevoren op de juiste manier heeft opgepept, zal de wedstrijd winnen. Kundigheid en ervaring zijn niets waard als een bokser geestelijk niet is voorbereid als hij de ring instapt. Iemand die geïntimideerd raakt, zal altijd verliezen.' 'Jij hebt verloren, dus waar blijf je dan met je theorie?' 'Ik heb niet verloren, ik heb hem laten winnen. Dat is een groot verschil. Ik heb de theorie alleen omgedraaid.' 'Met andere woorden, als jullie tweeën weer tegenover elkaar komen te staan, weet jij dat je van hem kunt winnen. Hij denkt alleen maar dat hij van jou kan winnen.' 'Eindelijk,' zei hij. 'Maar wat gebeurt er als ik degene ben, die tegenover hem komt te staan?' Hij staarde haar aan. 'Die vraag kun jij alleen beantwoorden.' Ze overdacht zijn woorden en stond toen op. 'Laat me je arm eens zien.' 'Mijn arm?' 'Waar de elektrode in contact is geweest met je huid.' 'Het is niets,' mompelde hij, maar hij rolde toch de mouw van zijn sweatshirt op, zodat de verbrande plek aan de binnenkant van zijn pols zichtbaar werd. Terwijl ze de wond verzorgde, vertelde ze hem over de laatste ontwikkelingen in Zürich en ze bracht hem op de hoogte van de achtergronden van Hendrique en Milchan. Daarna gaf ze Philpotts instructies door. 'En je moet de groeten van Jacques hebben,' besloot ze terwijl ze het verband met een pleister vastzette. Hij ging achterover zitten en masseerde met gesloten ogen zijn slapen. 'Je bent erg op hem gesteld, niet?' 'Ja, al vanaf het moment dat we samen gingen werken.' 'Hebben jullie...' Zijn stem stierf weg en hij opende zijn ogen. 'Laat maar.' Het was een kant van Graham die ze niet kende. Hij leek zich meer open te stellen dan normaal. Terwijl hij zijn hoofd in zijn handen koesterde, concludeerde ze dat hij tijdelijk niet helemaal zichzelf moest zijn, maar ze besloot toch het gesprek zo lang mogelijk op gang te houden. 'Of Jacques en ik ooit wat met elkaar hebben gehad, wilde je dat vragen?' 'Dat gaat me niets aan.' 'Waarom niet? Je bent verdomme toch mijn partner,' zei ze fel. Hij vertrok zijn gezicht. 'Niet schreeuwen.' 'Sorry,' zei ze met een verontschuldigende glimlach. 'En nee, er was nooit iets tussen ons. Hij was de broer die ik nooit heb gehad, iemand die ik vertrouwde en om advies kon vragen wanneer ik het nodig had.' 'Is er ooit wel eens een speciale man in je leven geweest?' 'Nou, Rutger Hauer...' zei ze en begon toen te giechelen. 'Nooit een speciale man, nee. Ik heb een paar oppervlakkige relaties gehad nadat ik van de Sorbonne afkwam. Tegenwoordig slokt mijn werk de meeste tijd op.' 'Zie je jezelf ooit trouwen?' 'Dat staat niet echt hoog op mijn verlanglijstje, maar ik denk dat ik snel genoeg van gedachten zou veranderen als ik tegen de juiste man aanliep.' 'Daar gaat het allemaal om. De juiste man of de juiste vrouw.' Ze wist wat er in hem omging. Hij had nog nooit tegen haar over zijn vrouw en zijn zoontje gesproken. 'Carrie was de juiste vrouw,' zei hij ten slotte. 'Waar heb je haar ontmoet?' 'In Elaine's.' 'Dat restaurant op Second Avenue?' 'Ja ik was daar met een paar jongens van Delta. We hadden net verlof gekregen na het fiasco van Operatie Adelaarsklauw in 1980, de zogenaamde poging om de Amerikaanse gijzelaars uit onze ambassade in Teheran te redden. Zij was daar met een paar vriendinnen van Van Cleef & Arpels; daar werkte ze vroeger. We wisten hen over te halen bij ons te komen zitten en zij kwam naast mij terecht. Wel, we raakten aan de praat en ze stemde erin toe de volgende avond met me uit eten te gaan. Vijf maanden later waren we getrouwd.' Zijn glimlach was treurig. 'Ze was erg verlegen. Dat vond zijn oorsprong in haar jeugd toen ze door schoolkameraadjes werd geplaagd omdat ze stotterde. Tegen haar achttiende was ze ervan af, maar het was nog te merken als ze ergens opgewonden over raakte.' 'En wanneer werd je zoon geboren?' 'Bijna op de dag af een jaar na ons huwelijk. Ze wilde altijd dat Mickey naar de universiteit zou gaan om dokter of advocaat te worden. Ik wilde altijd alleen maar dat hij later beroeps footballspeler zou worden. Ik heb hem voor het eerst meegenomen naar een wedstrijd van de Giants toen hij drie was. Hij voelde zich er als een vis in het water en vanaf dat moment vroeg hij me urenlang achter elkaar uit over de verschillende speltypen, speciaal als we er op de televisie naar keken. Ik stelde me altijd voor dat ik in het Giants Stadion nog eens de man naast me aan zou stoten en zou zeggen "Dat is mijn jongen die daar speelt". Ik zou de trotste vader in de geschiedenis van het spel zijn geweest.' 'Leek hij op die leeftijd op jou?' 'Volgens zijn moeder was hij mijn evenbeeld.' Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn, deed hem open en overhandigde haar een foto. 'Dat is de laatste foto die ik ooit van hen heb genomen. Hij zat nog in het fototoestel... toen ze werden ontvoerd. Ik had hem bijna niet laten ontwikkelen, maar nu ben ik blij dat ik het wel heb gedaan. Ik heb er een vergroting van op mijn nachtkastje staan.' Ze bekeek de foto aandachtig en zag onmiddellijk waarom hij zich tot Carrie aangetrokken had gevoeld. Ze zat gehurkt op de foto en Sabrina schatte dat ze ongeveer een meter vijfenvijftig moest zijn geweest. Ze had een slank, sierlijk figuur en een lichte, melkachtige huid. Ze had de soort grote, verleidelijke, bruine ogen, die de schrijvers uit de jaren vijftig beschreven zouden hebben als 'zo groot dat een man erin kan verdrinken'. Mike junior stond naast haar in een sweatshirt van de Giants met een voetbal onder zijn arm. Hij had een brutaal, ondeugend gezicht en zijn prachtige, blonde haar hing bijna tot op zijn schouders. 'Hij ziet eruit alsof hij behoorlijk ondeugend moet zijn geweest,' zei ze en gaf hem de foto terug. 'Net zo ondeugend als de meeste vijfjarigen, denk ik,' antwoordde hij, terwijl hij de portefeuille in zijn zak stak. 'Ik lig 's nachts nog steeds wakker en probeer de beslissing die ik in Libië heb genomen te rechtvaardigen. Ik heb mijn gezin opgeofferd omwille van zeven terroristen die van plan waren bomaanvallen uit te voeren op een paar van de grootste Amerikaanse steden. Mijn bevel om aan te vallen, heeft ongetwijfeld een hoop onschuldige levens gered, maar het geeft me nog steeds geen gemoedsrust. Moreel gezien was het juist, persoonlijk gezien was het verkeerd. Er is geen tussenweg.' 'Zoals je al zei, een mens is zelf de enige die zijn eigen innerlijke kracht kent. Het is iets waarmee je zelf in het reine moet komen.' 'Bedankt.' 'Bedankt?' 'Omdat je me niet bevoogdend behandelt zoals alle anderen. Je praat verstandiger dan al die psychiaters bij elkaar.' Hij keek op zijn horloge. 'Kom, het is tijd om te gaan slapen.' Ze stond op en bedwong een geeuw. 'Hoe gaat het met je hoofd?' 'Het duizelt,' zei hij, terwijl hij de couchette opklapte om te gaan slapen. 'Ik zie je morgenochtend,' zei ze, terwijl ze naar de verbindingsdeur liep. 'Sabrina?' Ze stond stil toen ze net de deur dicht wilde doen en keek naar hem om. 'De man die Carrie en Mickey heeft gekidnapt is getraind in Balasjikha.' 'Het was toch niet...?' 'Nee, het was niet Hendrique.' Het cynisme leek in zijn ogen terug te vloeien. 'Je vroeg me straks wat er zou gebeuren als jij degene zou zijn die tegenover hem zou komen te staan. Maak je niet bezorgd, dat gebeurt niet. Hij is van mij.' Ze voelde een rilling over haar rug lopen toen ze de deur achter zich sloot.