12

 

De door Brady bedoelde bijeenkomst werd de volgende avond gehouden in de kantine van Sanmobil op het terrein van Athabasca. De kantine was weinig aantrekkelijk verlicht en geschilderd in vuilgele en hardgroene tinten, maar er viel toch wel iets positiefs te zeggen van deze ruimte als vergaderzaal, omdat het er goed warm was en omdat ongewenste publieke belangstelling buiten de deur kon worden gehouden. De tafeltjes en stoelen waren zo geplaatst, dat de mannen die de gang van zaken leidden als op een podium op een rijtje naast elkaar zaten met hun gezichten naar de zaal toe. De overige stoelen waren, gescheiden door een looppad, in twee vakken geplaatst. In het midden van de rij tafeltjes aan het hoofd van de zaal zat Willoughby, die als gastheer in eigen parochie optrad. Rechts van hem zat Hamish Black, de algemeen directeur van BP/Sohio in Alaska, die speciaal voor deze gelegenheid uit Prudhoe Bay was gekomen. Aan Willoughby's linkerhand zat Brady, die aan alle kanten uit zijn wankele houten stoel puilde. Naast Brady zaten zijn twee getrouwe handlangers. Tegenover hen in de zaal werd het bedrijf ter plaatse vertegenwoordigd door Bill Reynolds, Jay Shore en enkele andere chefs. Het bedrijf in Alaska werd door acht mannen vertegenwoordigd, onder wie dr. Blake, broodmager en lijkachtig als altijd, de commissaris van politie uit Anchorage Ffoulkes en de gerechtelijke geneesheerchirurg dr. Parker. In hun vliegtuig was Morrison van de fbi met vier van zijn assistenten meegekomen. Achter in de zaal zaten een stuk of dertig medewerkers van Sanmobil, die uitgenodigd waren om het hele verhaal van de gebeurtenissen te horen. Terzijde, op een niet opvallende plaats, zaten John Carmody en een paar van zijn collega's op een houten bank met hun ruggen tegen de muur en tussen die mannen in zat Corinne Delorme, die er kleintjes, bleek en een beetje angstig uitzag. Willoughby ging staan om de bijeenkomst te openen. 'Goedenavond, dames en heren. Als hoogste politievertegenwoordiger van Fort McMurray en als uw aangewezen gastheer wil ik graag alle mensen bedanken, die de moeite hebben genomen helemaal uit Prudhoe Bay, Anchorage en zelfs New York hierheen te komen.' Er ging een gemompel door de zaal. 'Inderdaad, ja,' bevestigde Willoughby. 'Op z'n minst twee heren zijn helemaal uit New York gekomen. Welnu, het doel van deze bijeenkomst is om alle chefs van Sanmobil en BP/Sohio uiteen te zetten wat er de afgelopen dagen is voorgevallen en, indien mogelijk, nog wat vragen op te lossen waarop we nog geen antwoorden hebben kunnen vinden. Ik wil de heer Hamish Black, algemeen directeur van BP/Sohio, vragen of hij voor u de achtergronden wil schetsen.' Black ging staan, zo te zien vol tegenzin. Maar toen hij eenmaal sprak, scheen hij toch een houding van beslistheid en gezag te verkrijgen, die Brady en zijn compagnons zeer verrasten. 'Ik behoef u nauwelijks te vertellen,' begon hij, 'dat zowel de trans-Alaska Pijpleiding en de teerzandverwerkingsfabriek hier in Athabasca onlangs zwaar te lijden hebben gehad van dodelijke en intensieve bedrijfssabotage. Die sabotage heeft er daadwerkelijk toe geleid dat beide industrieën de olietoevoer moesten afsluiten en tijdens het sabotageproces zijn ten minste vier onschuldige mensen vermoord, terwijl diverse andere mensen ernstig werden verwond. Wij hopen daarom vurig dat deze wrede en grove aanslagen tot het verleden behoren. Dat schijnt hier in Alberta al zeker het geval te zijn en hiervoor dient alle eer te worden gegeven aan het onderzoekteam van recherchebureau "Brady Enterprises", dat geleid wordt door de heer Jim Brady zelf en diens twee naaste assistenten, de heren Dermott en Mackenzie.' Met het kleinst denkbare glimlachje onder zijn potloodsnorretje knikte Black naar het Brady-team. Geërgerd merkte Brady dat het rood hem voor het eerst in jaren naar de kaken steeg. Hij beet op zijn tanden en probeerde zonder zijn hoofd te bewegen opzij naar Dermott te kijken. De kerel, die ze als oud vuil hadden behandeld, prees hem! 'Maar jammer genoeg,' vervolgde Black, 'kunnen we wat Alaska betreft niet tot zo'n prettige conclusie komen. In het hoge noorden hebben we nog geen absolute zekerheid dat aan de sabotage een eind is gekomen en wel om de simpele reden dat de verantwoordelijke figuren voor die misdadige handelingen nog niet zijn ontmaskerd. Het recherchebureau van Brady heeft even diepgaand met het onderzoek in Alaska te maken gehad als met het onderzoek hier, en aangezien zij de enige mensen zijn die een overzicht hebben van de hele situatie, zou ik meneer Brady zelf graag willen vragen ons verslag te willen doen.' Brady hees zich overeind en schraapte zijn keel. 'Dank u, meneer Black. Dames en heren, ik kan u beloven dat ik zo kort mogelijk zal zijn en dat we géén tijd gaan verknoeien. Om te beginnen wil ik iets laten zeggen door de heer John Young, directeur van "City Services", een door de fbigeruggesteund recherchebureau in New York. Eén van zijn functies bestaat uit het controleren en reguleren van het doen en laten van particuliere detective- en recherchebureaus in de staat New York. Meneer Young?' Op de voorste rij van de Sanmobil vertegenwoordiging verrees een lange, magere, kaalhoofdige man die een bril met dikke glazen droeg. Hij keek naar de paperassen in zijn hand, glimlachte naar Brady en wendde zich naar de zaal. 'De firma "Brady Enterprises" heeft "City Services" met toestemming van regeringszijde verzocht een onderzoek te willen instellen naar een particulier beveiligingsbureau, het eigendom van en geleid door ene Samuel Bronowski die later hoofd van de veiligheidsdienst van de trans-Alaska Pijpleiding werd,' begon Young. 'Afgezien van het feit dat een ongewoon hoog percentage aan waardegoederen, die ter bewaring aan de firma waren toevertrouwd, niet meer aanwezig waren - om voor de hand liggende redenen - hebben wij géén aanwijzingen van enig duidelijk wanbeleid kunnen vinden. Maar men heeft mij óók gevraagd om namen en persoonsbeschrijvingen van compagnons van genoemde Bronowski, die in dezelfde periode als hij uit dat bedrijf zijn gestapt, dat wil zeggen: binnen zes maanden vóór en na zijn eigen vertrek aldaar. Wij hebben tien namen gevonden. Op zichzelf is dat geen bijzonder hoog percentage voor een bureau van een dergelijke omvang, maar "Brady Enterprises" interesseerde zich vooral voor vier van die tien namen. Dat zijn...' - Young raadpleegde zijn aantekeningen - 'Houston, Brinckman, Jorgensen en Napier.' Young ging zitten en Brady bedankte hem. 'Welnu,' vervolgde Brady, 'voor degenen onder u die het nog niet wisten kan ik u zeggen dat drie van die vier genoemden al in de gevangenis zitten, op aanklachten van diverse misdaden tot en met moord met voorbedachten rade. De vierde man, samen met Bronowski zelf, kunt u thans met eigen ogen aanschouwen.' Brady gaf een teken aan Willoughby, die op zijn beurt naar een van zijn geüniformeerde agenten bij de deur knikte. Even later werden Bronowski en Houston, aan elkaar geboeid, de zaal binnengeleid. Ze werden naar stoelen op de voorste rij van de Alas-ka-afdeling geduwd. Bronowski had nog steeds zijn imposante hoofdverband om en daaronder stond zijn brede, krachtige gezicht duidelijk op bijzonder slecht weer. 'Wel,' sprak de heer Brady op tevreden toon, 'ik heb u beloofd het zo kort mogelijk te maken. Wij hebben kunnen vaststellen dat minstens twee bewakers van de Pijp en drie van Sanmobil oude kennissen waren, dat ze nauw met elkaar samenwerkten in het organiseren van wijdvertakte sabotage, dat ze codeberichten van de firma's uitwisselden en dat ze verantwoordelijk zijn voor de gepleegde moorden. Wij hebben bovendien vastgesteld dat Bronowski hun onbetwiste leider was. Deze feiten zijn inmiddels door tal van getuigen verklaard en deze getuigen zullen dat voor de rechtbank bevestigen. Maar laten we verder gaan, Ik wil graag het woord geven aan dr. Parker.' 'Ja, kijkt u eens.' Parker zweeg even nadenkend. 'Ik beoefen de gerechtelijke geneeskunde voor de politie te Anchorage. Meneer Dermott liet drie vermoorde mannen vanuit Prudhoe Bay per vliegtuig naar Anchorage brengen. Ik heb één van de slachtoffers nader onderzocht, een ingenieur die in Pompstation Vier is vermoord. Hij had een heel merkwaardige verwonding aan zijn rechterwijsvinger opgelopen. Ik heb begrepen dat dr. Blake hier die verwonding toeschrijft aan de kracht van de explosie, waardoor het pompstation werd verwoest. Maar ik ben het niet met hem eens. De vinger werd opzettelijk gebroken. Het kan niet op een andere wijze gebeurd zijn. Meneer Dermott?' George Dermott stond op. 'Meneer Mackenzie en ik hebben een theorie. Wij zijn van mening dat de vermoorde ingenieur een pistool bij zich had toen hij werd overvallen door degenen die de springstoffen aanbrachten. Wij zijn bovendien van mening dat hij zijn aanvallers herkende en dat de aanvallers, dit beseffend, hem vermoordden voor hij zijn eigen wapen in zelfverdediging kon gebruiken. Wij geloven ook dat de wijsvinger van de vermoorde man om de trekker van zijn pistool zat. Dat is toch mogelijk, dokter?' 'Zeker, dat is heel goed mogelijk.' 'Wij vermoeden daarom dat de moordenaars de wijsvinger van de man moesten breken om diens pistool te verwijderen. Als men namelijk een dode met een pistool in zijn hand zou hebben gevonden, zouden er van politiezijde ernstige twijfels zijn gerezen of de explosie wel als een ongeluk moest worden beschouwd.' Dermott zweeg even en vervolgde: 'Verder is in een later stadium een aantal papieren uit de binnenzak van de vermoorde man verdwenen. Mijn collega en ik hebben er geen idee van wat het voor papieren waren. We kunnen alleen maar veronderstellen dat hij bezwarend bewijsmateriaal tegen iemand had verzameld en dat zou ook het feit verklaren dat hij een vuurwapen bij zich had.' Weer liet Dermott wat hij zei goed tot de zaal doordringen. Daarop wendde hij zich naar Brady naast hem en zei: 'Ik zou nu graag aan meneer Brady willen vragen of hij de essentiële vraag aan de orde zou willen stellen wie er uiteindelijk voor deze stortvloed van misdaden verantwoordelijk moet worden gesteld.' Brady hees zich weer overeind. 'Meneer Carmody, wilt u zo vriendelijk zijn bij Bronowski te gaan staan? Ik weet wel dat hij handboeien aan heeft, maar ik ben er ook van overtuigd dat hij een gewelddadig man is. Dr. Parker?' Dr. Parker ging langzaam staan en liep naar Bronowski toe. Carmody stond er al. De arts zei tegen hem: 'Ga achter hem staan en houd zijn armen vast.' Carmody pakte Bronowski bij diens ellebogen. Bronowski gaf een kreet van pijn, toen Parker zich naar voren boog en het verband om Bronowski's voorhoofd en slaap wegrukte. Aandachtig tuurde dr. Parker naar de slaap en legde zijn vinger er op. 'Dit is een gevoelig gedeelte van het hoofd,' zei Parker. 'Een slag, zoals hij beweert te hebben gekregen, zou minstens veertien dagen lang een lelijke verwonding hebben achtergelaten. Misschien nog langer. Er is geen spoor van een bult, blauwe plek of kneuzing te bekennen. Met ander woorden: deze man werd nooit neergeslagen.' Brady zei: 'De toekomst ziet er donker voor u uit, dr. Blake.' 'Het wordt nog erger!' zei Parker. Hij was weer naar zijn eigen stoel gelopen. 'In Anchorage deed meneer Dermott mij een verzoek dat ik toen hoogst eigenaardig vond. Nu ben ik van mening veranderd. Ondanks het feit dat u, dr. Blake, al lijkschouwing op John Finlayson had verricht, vroeg meneer Dermott mij of ik nogmaals lijkschouwing wilde doen. Ongehoord, maar volkomen terecht. U hebt namelijk in uw attest verklaard dat Finlayson op het achterhoofd werd geslagen met een zak die gevuld was met vochtig zout. Maar zomin als dat bij Bronowski het geval is, kon ik bij Finlayson een buil of kneuzing waarnemen. De huid was wel een beetje geschaafd, maar dat kon ook na het intreden van de dood zijn ontstaan. Van groot belang is echter dat één van mijn jonge assistenten sporen van ethyloxide in het bloed van het slachtoffer heeft aangetroffen. Het is niet eenvoudig om dergelijke spoorelementen in het bloed weg te moffelen. Bij nader onderzoek vonden we een klein blauw gaatje vlak onder de ribben. Wij konden zonder enige twijfel vaststellen dat een injectienaald via dit gaatje het hart heeft doorboord. De dood moet vrijwel onmiddellijk zijn ingetreden. Met andere woorden: Finlayson werd eerst verdoofd en vervolgens vermoord. Ik denk niet dat enige medische autoriteit in Canada of in de Verenigde Staten mijn bevindingen zal betwijfelen.' Brady vroeg: 'Enig commentaar, dr. Blake?' Hij bleek geen repliek te hebben. Morrison zei: 'Ik wel. Hij is geen bevoegde arts. Hij is op een Engelse universiteit geweest, maar daar werd hij als vierdejaars verwijderd. De redenen daarvan weten we nog niet, maar ik denk dat we die wel spoedig te weten zullen komen. In zijn studietijd heeft hij ongetwijfeld een injectienaald leren gebruiken.' Brady vroeg: 'Enig commentaar, Blake?' Weer kwam er geen repliek. 'Precies weet ik het nog niet,' zei Dermott, 'maar ik ben er zo goed als zeker van dat het aldus is gegaan. Finlayson stuitte op Bronowski en Houston, die bezig waren het register met vinger-afdrukkaarten in de safe na te lopen. Volgens mij wilde Bronowski zijn eigen kaart uit het archief wippen en wilde hij de vingerafdrukken van iemand anders in plaats van de zijne erin stoppen. Van wie weet ik niet, maar ook dat kunnen we gauw genoeg vaststellen. Wat ik hieruit concludeer is even eenvoudig als duidelijk. De vingerafdrukken in de telefooncel van Anchorage waren van Bronowski. We hoeven alleen maar zijn vingerafdrukken te nemen om dat bevestigd te krijgen.' Brady vroeg: 'Enig commentaar, Bronowski?' Stilte. 'Nou!' Brady keek de zaal rond. 'Zo schuldig als wat. Dat rondt de zaak bijna af, maar nog niet helemaal. Géén van de beklaagden bezit de intelligentie of de kennis om een grote sabotagezaak zoals deze precies uit te dokteren. Daarvoor was heel wat nauwkeurige kennis van zaken nodig. Dat kon alléén iemand zijn die in het bedrijf werkt.' Willoughby vroeg: 'Hebt u zich enig idee kunnen vormen van de identiteit van die insider?' 'Ik wéét wie het is,' zei Brady. 'Maar ik vind dat meneer Morrison van de fbi het op dit punt maar van mij moet overnemen. Mijn collega's en ik hebben de nodige verdenkingen gekoesterd omtrent de identiteit van de "mastermind" achter alle moorden en sabotage hier in Athabasca en in Alaska, maar het was meneer Morrison die het bewijs in handen heeft gekregen.' 'Ik heb het bewijs wel in handen gekregen,' zei Morrison, 'maar uitsluitend omdat ik op het goede spoor werd gezet. Bronowski beweert dat hij de eigenaar is - en blijft volhouden dat hij daarvan nog steeds de baas is - van een recherchebureau in New York. Dat is niet juist. Zoals meneer Young in de loop van zijn onderzoek heeft kunnen vaststellen, fungeerde Bronowski alleen maar als stroman van die firma. De ware eigenaar, de hele drijfkracht achter de firma, was heel iemand anders. Nietwaar, Bronowski?' Bronowski fronste, kneep zijn lippen op elkaar en zweeg. 'Hindert niet. Je ontkent het in ieder geval niet. Meneer Young, begeleid door een aantal Newyorkse detectives en voorzien van een gerechtelijk huiszoekingsbevel, heeft de correspondentie van de firma aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. De firma is zo onverstandig geweest om belastend bewijs in de archieven op te slaan, in plaats van die papieren te vernietigen. Dit is voor hen fataal gebleken. Uit de correspondentie kwam niet alleen de identiteit van de ware eigenaar naar voren, maar bovendien kwamen we voor het verbazingwekkende feit te staan dat dezelfde man de eigenaar was van niet minder dan vier andere beveiligings- en recherchebureaus in de stad New York.' Morrison keek opzij. 'Meneer Willoughby?' Willoughby knikte en keek op zijn beurt naar Carmody. De Canadees knikte terug, stond op en wandelde langzaam tot achter in de zaal. 'Deze mysterieuze eigenaar,' vervolgde Morrison, 'woonde niet op zijn eigen grondgebied, althans niet in de afgelopen paar jaar. Vóór die tijd werkte hij in Wall Street aan de Newyorkse beurs en als investeringsadviseur. Veel succes had hij er niet mee, want hij had niet veel sjoege van het zakendoen in de grote stad. Je zou hem een olifant in een porseleinwinkel kunnen noemen. Te extravert. Zijn afwezigheid uit New York van de laatste tijd vond haar oorzaak in het feit dat hij het inmiddels elders erg druk had gekregen. Hij kreeg het heel druk in Athabasca, waar je een lastig eind weg van Wall Street zit. Hij had het druk als "Operation Manager" van de firma Sanmobil.' 'Niet bewegen. Heel stil blijven zitten.' Carmody boog zich over de schouder van Reynolds en nam hem een automatisch pistool met geluiddemper af, dat uit een holster onder zijn jasje begon te glijden. 'U zou zich kunnen verwonden. Wat doet een ordelievende burger als u eigenlijk met een gedempt pistool in zijn zak?' Kreten van geschrokken verbazing klonken alom in de zaal. Vrijwel iedereen ging staan om de ontmaskerde aartsschurk beter te kunnen zien. Het gezicht van Reynolds, meestal zo blozend, was asgrauw geworden en vormde een onaangenaam contrast met zijn stroblonde haar. Hij zat als verlamd, toen Carmody hem handboeien aandeed. 'Dit is géén juridisch proces!' riep Brady. 'Dus ik ben niet van plan hem te ondervragen. Evenmin wil ik dieper ingaan op de feiten, waardoor hij op hol is geslagen, behalve dat hij zich kennelijk diep gegriefd heeft gevoeld toen hij voor promotie werd gepasseerd. Hij zag zijn weg naar de hoogste top in het bedrijf afgesneden; zo ontstond het idee in zijn hoofd dat het altijd buitenstaanders waren die de hoogste functies in het bedrijf kregen toegewezen. Zijn reactie daarop komt u wellicht ietwat overdreven voor. Brady zweeg. Hij was, zover gekomen, van plan geweest om Black een flinke schop te geven door de eigenaardige praktijken van de oliemaatschappijen waarbij geregeld boekhouders op het hoogste directieniveau werden aangesteld, aan de kaak te stellen. Maar zoals de zaken er nu voor stonden vond Brady het beter daarover te zwijgen en hij vroeg Black alleen om alles te willen resumeren. Dat deed Black, op een verbazingwekkend warme en menselijke manier. Weer prees hij 'Brady Enterprises' uitbundig en hij besloot met iedereen de verzekering te geven dat er nu definitief een eind was gekomen aan de campagne van terreur en destructie. De vergadering werd gesloten. Politiemannen leidden Reynolds, Blake, Bronowski en Houston naar hun cellen en de mensen in de zaal verspreidden zich. Brady, die zich ongewoon gespannen voelde, liep langzaam naar Black toe. 'Mijn excuses,' mompelde hij. 'Ik moet u mijn oprechte verontschuldigingen aanbieden. Mijn compagnons zijn een paar dagen geleden vreselijk grof tegen u geweest... daar was geen reden voor.' 'Beste kerel, géén excuses, alstublieft!' zei Black grootmoedig. 'Ik moet zeggen dat het voornamelijk mijn eigen schuld was. Ik besefte nauwelijks in wat voor grote ellende wij beland waren. Ik dacht dat uw onderzoek oppervlakkig geschiedde. Nu weet ik wel beter.' 'Ik wil ook graag m'n excuses aanbieden,' mompelde Dermott, stug van verlegenheid. 'Het probleem was, als ik het zo mag uitdrukken, dat u zo weinig wilde meewerken.' 'Het waren dekosten die mij dwars zaten. Vergeet niet dat ik een volledige accountantsopleiding heb.' Tot stomme verbazing van de drie mannen lachte Black. Ze lachten mee om de laatste resten spanning van zich af te schudden, maar het volgende moment zorgde Black ervoor dat de drie mannen het lachen weer snel verging. 'En nu, meneer Brady,' begon hij opgewekt, 'wat de kwestie van uw honorarium betreft. 'Ho ho, wacht even!' sputterde Brady tegen. Black bracht hem volkomen uit zijn evenwicht. 'Ik heb nooit anders begrepen dan dat ik met uw hoofdkantoor in Londen onderhandel.' 'Dat hoeft gelukkig niet,' zei Black, een en al zonnige jovialiteit. 'Londen heeft mij gemachtigd regelrecht met u te onderhandelen.' 'Dat is... ja kijk eens... NEE! Ik bedoel, eh, honoraria bespreek ik zelf nooit.' Brady klonk weinig overtuigend, en hij wist het. Maar hij kwam snel tot zichzelf en zei: 'Ik moet eerst met mijn accountant overleg plegen, ook als u dat zelf niet doet.' 'Zwart speelt en wint...' mompelde Dermott, toen ze wegwandelden. Hij wilde zijn jas gaan halen, maar hij bleef abrupt staan. Op de houten bank aan de zijkant van de zaal zat Corinne Delorme, als in trance. Hij liep naar haar toe. 'Kom, schatje,' zei hij vriendelijk. 'Het is voorbij.' 'Ik kan het gewoon niét geloven,' zei ze. 'Het is niet mogelijk!' 'Toch is het gebeurd. Heeft het je aangegrepen?' 'Dat valt wel mee, hoor. Ik mocht hem niet zo erg. Het punt is alleen dat ik nooit anders dan gelóófd heb wat hij zei.' 'Dat begrijp ik. Maar je ziet wel hoe sluw hij was. Iemand die zichzelf laat kidnappen om wat zijn persoon betreft de nodige geloofwaardigheid aan de gang van zaken te geven kun je niet bepaald een oprecht mens noemen.' 'Ik denk dat je daar gelijk in hebt. Al die moordpartijen ook. Mijn God, het is vreselijk.' 'Het was vreselijk. Nu is het voorbij. Ga je mee?' 'Dat moet dan maar, hè?' Ze ging staan. Dermott hielp haar in haar jas. 'Jij en ik hebben in deze hele vervloekte geschiedenis wel het grootste geluk gehad!' zei hij. 'We hadden allebei dood kunnen zijn. Zonder jou was ik dat nu ook geweest.' Opeens lichtten haar nog steeds starende ogen op en ze glimlachte naar hem. Hij glimlachte terug. 'Wat ga je doen, nu je geen baas meer hebt?' vroeg hij. 'Weet ik nog niet. Ander werk zoeken, denk ik.' 'In Fort McMurray is niet veel bijzonders voor je. Hoor eens, zou je niet naar Texas willen komen om voor mij te werken?' 'Voor jou?’ Ze sperde haar ogen open. 'Daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht.' 'Doe het dan nu. Ga je mee?' 'Goed.' 'Ik zou je graag mijn arm willen aanbieden, als die niet zo verdomd zeer deed.' 'En misschien zou ik wel bij je inhaken.' Ze gaf hem een leep knipoogje en drukte zich dicht tegen hem aan toen ze naar de deur wandelden. De aanblik van dat tweetal gaf Brady en zijn enige overgebleven compagnon aanleiding tot onbedaarlijke lol. Ze rolden als clowns in hun stoelen heen en weer en slaakten geweldige kreten. 'Laaf mij met een overvloed van fraaie flessen, Donald,' riep Brady, toen hij op adem was gekomen. 'Ik heb zeer dringend vloeibare verkwikking nodig: ik denk dat wij thans met een romance te maken hebben.'