3
En zo werd Torka verstoten uit het kamp waar hij zijn volk naartoe had gebracht. Het was nu niet meer zijn volk en hij wist nu zonder enige twijfel dat het nooit zijn volk was geweest. 'Ga weg!' beval Teean.
'Ga weg!' drongen de zonen van Cheanah aan. 'Ga weg!' riepen Ekoh en Ram, Kap, Nuvik en Buhl. Hun vrouwen en kinderen namen hun roep over, schudden hun vuisten en stampten met hun voeten. De woorden werden herhaald tot ze woest in de menigte weerklonken. En van al die mensen zwegen alleen Simu en Eneela, de oude Grek, Wallah en hun dochter Mahnie, de vrouw van Karana.
'Ga weg!' zei Cheanah dringend, met een nieuw gezag, terwijl hij zich koesterde in de openlijke bewondering van zijn zonen en zijn vrouwen.
Torka keek hem boos aan. Niemand die Cheanah zag zou vermoeden dat de zoon van Zhoonali slechts enkele ogenblikken daarvoor languit op zijn buik had gelegen, hulpeloos spartelend en met zijn arm zo naar achteren getrokken dat hij om genade zou hebben geschreeuwd als Zhoonali en Karana Torka niet hadden afgeleid. Cheanah was breder en zwaarder, maar Torka had geweten dat hij ook langzaam en onhandig was en dat zijn opvliegendheid even snel verdween als zijn vastberadenheid. Zodra Cheanah op de grond lag, had Torka niet alleen de woede van de man voelen wegebben, maar ook zijn bereidheid om de volgens hem blijkbaar onnodige pijn of zelfs de dood te riskeren.
Maar nu kon Torka niet meer terug en kon hij het volk ook niet meer bewijzen dat hij de beste leider was. Zelfs als hij nog eens met Cheanah zou gaan vechten en zou winnen, zou dat geen verschil maken, want Karana had gesproken. Door zijn mond hadden de krachten der Schepping bepaald wie moest blijven en wie moest gaan.
Torka keek Cheanah woedend aan. 'Als iemand dit dal zou moeten verlaten, zou jij dat moeten zijn en niet ik,' verklaarde hij. De behoedzame blik in Cheanahs ogen gaf aan dat de zoon van Zhoonali wist dat dit waar was. Maar of iets waar was werd in dit kamp niet bepaald door gelijk of ongelijk, recht of onrecht. Het werd bepaald door het aantal jagers met speren dat nu naast Cheanah en tegenover Torka stond.
Het waren er heel veel. Torka stond alleen. Hij voelde hoe de mensen naar hem keken, hoe ze afwachtten wat hij zou doen. Hij deed niets. Hij bleef staan en wendde zijn blik rustig van Cheanah naar Karana. Het gezicht van de jongere man stond strak, zijn blik was kalm en onpeilbaar. Torka werd opeens woedend door de verontrustende en verbijsterende verandering in de tovenaar. Hij begreep niet waarom iemand die hij als een zoon had beschouwd opeens een tegenstander was geworden. Met een enkel woord of gebaar had de tovenaar de gebeurtenissen ten gunste van Torka kunnen keren. Maar Karana had besloten om juist het tegenovergestelde te doen. "Waarom? 'De tijd van de lange duisternis is nog niet voorbij,' bracht Torka naar voren, wanhopig zoekend naar een mogelijkheid om de tovenaar tot andere gedachten te brengen. 'De dagen zijn kort en de grote kudden zijn nog niet voor de opkomende zon uit naar dit land teruggekeerd. Heeft de wind van de geest je waarlijk opgedragen om iemand die je Vader noemt te vragen zijn pasgeboren zoon over te leveren aan een zekere dood, of anders samen met zijn vrouwen en kinderen alleen door de bevroren wereld te zwerven zonder de bescherming van een stam?'
Karana aarzelde even. 'De wind van de geest heeft gesproken. Geen enkele tweeling mag onder dit volk blijven leven. Vanwege die tweeling brandt de hemel van woede, beeft de aarde en huilt de Wanawut. Maar voor Torka geldt geen verbod op het leven van tweelingen. Voor hem stijgt de nieuwe ster ten hemel en trekt de mammoet naar het oosten, de nieuwe dag tegemoet.'
Verwarring maakte zich van Torka meester. Had de tovenaar misschien gelijk? Nee! Lonit was te zwak om te reizen en ze zouden misschien ver moeten trekken voordat ze een jachtgebied vonden dat even rijk was als dit.
Hij hoorde tot zijn vreugde Iana die in de luwte van hun kuilhut stond spreken. Ze bukte zich en legde haar sterke, troostende handen op de schouders van Zomermaan en Demmi. 'Wees niet bang,' zei ze dapper tegen de trillende meisjes. 'We zullen samen met Torka dit kamp verlaten en dat zal goed zijn. Zolang Torka hoofd is van het gezin, hebben we geen stam nodig om ons te beschermen!' De wind blies haar woorden door het kamp. Allen hoorden ze en ze gaven Torka een trots gevoel. Iana gaf uiting aan een diep vertrouwen, niet alleen in zijn vermogen om leiding te geven, maar ook in de voorspellende gaven van Karana. Helaas had Torka daar niet evenveel vertrouwen in.
Net als alle andere mannen, vrouwen en kinderen van de stam zag Cheanah de bezorgdheid en de besluiteloosheid op Torka's gezicht. Hierdoor aangemoedigd sloeg de zoon van Zhoonali zijn armen over elkaar, zoals een man die zijn meerdere buiten spel heeft gezet en weet dat hij het voor het zeggen heeft, ook al is dat niet terecht. 'Bedenk je dan en blijf bij de stam van Cheanah!' De stam van Cheanah. De woorden bleven in de lucht hangen en niemand sprak ze tegen.
Cheanah had iets langer moeten wachten voordat hij de stam voor zichzelf opeiste. Op den duur zou Torka het misschien een bevredigende oplossing zijn gaan vinden, maar Cheanah genoot te veel van de situatie om nog goed na te denken. Het was prettig om weer een leidinggevende positie te hebben. Hij vond het fijn dat de andere jagers en zijn vrouwen en zonen zo naar hem keken. En het was heerlijk om Torka te dwingen nu eens hem te gehoorzamen. Hij was Cheanah en leidinggeven zat hem in het bloed. Het zat hem ook in het bloed om kleingeestig, gemeen en haatdragend te zijn. Terwijl hij naar Torka keek en hem naar zijn idee een waarlijk edelmoedig voorstel deed, misbruikte hij dus zijn pas verkregen macht en vernederde iemand die hem op een haar na had verslagen, al zou Cheanah dat nog zo luidkeels ontkennen en niet eens tegenover zichzelf willen toegeven. De minachtende glimlach om zijn lippen en de gemene ondertoon van zijn hoogdravende edelmoedige aanbod maakten dat Torka's stekels overeind gingen staan.
'Ja,' zei Cheanah. 'Torka zou er eens over na moeten denken. Torka mag in dit goede kamp blijven bij degenen die Cheanah tot hun leider hebben gekozen. Maar net zoals Cheanah zijn tweeling heeft opgeofferd voor het welzijn van het volk, zo moet Torka dat ook doen. Onze vrouwen kunnen altijd meer baby's maken, ja? Tenzij Torka's vrouwen natuurlijk anders zijn, of Torka bang is dat hij geen zonen meer kan maken. In dat geval zal Cheanah ze graag bij Torka's vrouwen maken.'
Hij genoot van Torka's verbouwereerde blik en luisterde hoe zijn zonen grinnikten en de andere jagers instemmend mompelden. Als Torka hem iets zou willen doen, zouden de anderen ingrijpen. Cheanah gaf dus toe aan de onbedwingbare neiging om Man Uit Het Westen tot het uiterste te tarten.
Met een glimlach die alles behalve vriendelijk was, hief hij een verzoenende hand op die niet in overeenstemming was met zijn woorden. 'Niemand zal kunnen zeggen dat Cheanah niet edelmoedig was voor iemand die eens hoofdman was van deze stam. Iana, de tweede vrouw van Torka, kan dan wel zeggen dat ze niet bang is om weg te gaan uit dit kamp, maar Cheanah zegt haar nu dat zij mag blijven en bij Cheanahs vuur mag komen als Torka de zoon die hem verboden is toch wil houden.'
De zoon van Zhoonali had al eerder met het idee gespeeld. Het was toen, en nog steeds, een spannende en erotische fantasie. Hij merkte heel goed dat Xhan en Kimm die bij de andere vrouwen stonden, boos naar hem keken, maar hij richtte zich nadrukkelijk tot Iana. 'Als Torka uit dit kamp weggaat, heeft Iana meer aan deze man. Bij het vuur van een jager is altijd plaats voor nog een vrouw, om huiden te bewerken, vlees te bereiden...'
Torka verstijfde. Het was de allergrootste belediging om tegen de vrouw van een ander te spreken zonder diens toestemming. En dat was niet het enige wat de zoon van Zhoonali had gedaan: hij had Torka's mannelijkheid in twijfel durven trekken. De belediging was te groot om te negeren.
Torka deed een stap naar voren, en het zou ongetwijfeld tot een tweede vechtpartij zijn gekomen, maar Cheanah glimlachte voldaan toen de jagers Ram, Buhl en Teean zich strijdlustig tussen Torka en hem opstelden. Zelfs de kleine Anak kwam als een agressieve das aanschuifelen.
Cheanah straalde. Hij had zich in jaren niet zo goed gevoeld. Hij zou Zhoonali later met een nieuwe beddenvacht bedanken dat ze hem zo had opgestookt en Xhan en Kimm een speciale maaltijd voor haar laten bereiden. Hij keek met onverholen wellust naar Iana. 'Kom,' zei hij uitnodigend. Hij maakte een gebaar dat zij naar voren moest komen, hoewel hij wist dat het bij zijn eigen volk en bij dat van Torka gebruikelijk was dat Torka zou bepalen of ze het aanbod moest weigeren of aanvaarden. Als Iana Cheanah zonder toestemming van Torka zou accepteren, had Torka het recht om haar te achtervolgen en haar zo mogelijk te doden, tezamen met de man die haar ertoe had verleid om hem te schande te brengen. Maar Cheanah was ervan overtuigd dat Torka niet meer in staat was om dat te doen. En diep in zijn zo losbandige, naar vrouwen hongerende hart, dacht de zoon van Zhoonali dat de mooie Iana liever hem zou accepteren dan samen met Torka weg te gaan, een vrijwel zekere dood tegemoet. Tenslotte was ze nu al een tijdje de tweede vrouw van Man Uit Het Westen, maar had ze geen kinderen gekregen. Cheanah nam aan dat ze graag zou willen kijken of het met een andere man beter ging, vooral wanneer die man nu hoofdman was.
Maar Iana antwoordde met openlijke minachting. 'Zolang Torka Iana aan zijn zijde wil hebben, zal ze daar blijven, als een zuster voor Lonit en een tweede moeder voor Torka's kinderen!' 'Waarom zou Iana er genoegen mee nemen de tweede moeder voor de kinderen van een andere vrouw te zijn?' Cheanah dacht dat ze wel van gedachten zou veranderen wanneer hij aanhield. 'Torka is geen hoofdman meer. Torka heeft Iana nog nooit een kind gegeven. Nu durft hij haar te vragen om haar leven op het spel te zetten omwille van de baby van een vrouw die hij liever heeft! Wat betekent Iana weinig voor hem! En wat is het kamp van Cheanah warm en veilig en vol vlees!'
Iana verstrakte. 'Dit kamp is vol vlees omdat Torka ons naar dat vlees toe heeft geleid. Voor Iana zou geen enkel kamp warm genoeg of veilig genoeg zijn zonder Torka aan haar zijde.' Het antwoord van de vrouw beledigde Cheanah ten overstaan van zijn volk, zijn vrouwen en zonen en zijn moeder. Voor het eerst werd hij woedend. Hij keek kwaad naar Iana, naar Torka's dochtertjes en naar Lonit, terwijl hij bedacht hoe hij Torka via hen zou kunnen kwetsen.
'Vraag je dochters of ze niet bang zijn,' zei hij lijzig, op boosaardige toon, terwijl hij de kleintjes strak aankeek om hen bang te maken, maar intussen zoetsappig glimlachte en beloofde dat ze veilig zouden zijn wanneer hij voor hen zou zorgen. 'Ja. Torka zou met jullie het grote, onbekende Verboden Land in willen trekken, waar wolven en leeuwen graag het zachte vlees van kleine meisjes eten! En waarom wil Torka dat? Omdat hij het volk boos heeft gemaakt omwille van een klein broertje dat door te leven de hemel in vuur en vlam heeft gezet, de aarde heeft: doen beven en de Wanawut heeft laten brullen!'
Met grote ogen staarden de meisjes hem aan. Wat waren ze leuk om te zien, vooral de oudste. Over een paar jaar... Hij bleef daarover mijmeren, maar dacht intussen verder. 'Om het leven van een zuigeling te redden wil Torka zijn dochters op het spel zetten. Ze mogen bij deze stam blijven, of Torka nu wel of niet blijft. Cheanah zal ze in zijn gezin grootbrengen, voor zichzelf en voor zijn zonen, die een man voor ze zullen zijn als ze groot zijn.'
Torka keek hem even met kille verachting aan en nam toen blijkbaar een besluit. 'Is dat een uitnodiging of een dreigement? Of is daar bij jou eigenlijk wel een verschil tussen, Cheanah?' Cheanah haatte hem nu. Hij had Torka niet kunnen vernederen en wist dat zijn eigen status daardoor was verminderd. 'Mogen de geesten van de boze hemel naar beneden komen en jou treffen, Torka. Ik ben nu hoofdman en voor het welzijn van het volk zeg ik je je zuigeling mee te nemen en deze stam te verlaten, of hem te vondeling te leggen en hier te blijven. De krachten der Schepping hebben door de mond van Karana, je eigen zoon, gesproken! En om het volk duidelijk te maken hoe je in werkelijkheid bent, vraag ik voordat je gaat aan Lonit, die genoeg heeft van het mysterieuze lijden in de hut van het bloed, of ze niet bang is om zonder de bescherming van een stam, omwille van een zuigeling die nooit geboren had mogen worden, alleen door de wereld te trekken.'
'Ja! Het wordt inderdaad tijd dat iemand dat aan Lonit vraagt!' Iedereen keek naar haar, verrast door haar vijandige toon en de onverwachte kracht van haar stem. Torka draaide zich om en zag zijn geliefde eerste vrouw samen met Wallah bij de ingang van de hut van het bloed staan. Ze stond daar met de kleine Umak beschermend in haar armen onder de beddenvachten die ze om zich heen had geslagen, en aan haar houding was te zien hoe uitgeput ze was. Het ochtendlicht scheen op haar gezicht en op de donkere kringen onder haar ogen. Toch hield ze haar hoofd fier omhoog en klonk haar stem helder en duidelijk. Ze sprak hard zodat iedereen haar woorden en ook haar minachting voor Cheanah duidelijk kon horen.
'Lonit is Torka's vrouw, voor altijd en eeuwig. Waar Torka gaat, zal Lonit ook gaan, blij en zonder twijfel of vrees. Lonit is de moeder van Torka's dochters en van zijn zoon! Ja, deze vrouw is moe van haar beproeving, maar uitputtender nog is haar verdriet om haar gestolen baby die Zhoonali zo nodig aan de Wanawut moest voeren! Nee, Cheanah, Lonit is niet bang om dit kamp uit te trekken, alleen met Torka en haar kinderen. Maar ze zou werkelijk bang zijn om te blijven, want wat voor vertrouwen kun je hebben in een hoofdman die alleen maar tot actie komt wanneer zijn moeder hem opstookt en wanneer er sterke mannen naast hem staan om hem te beschermen tegen de gevolgen van zijn daden? En wat voor trouw kan worden verwacht van een volk dat zich zo gemakkelijk tegen zijn vrienden keert, dat zijn baby's aan de wilde beesten voert en het niet erg vindt om het leven van gezonde kinderen te verspillen omdat het liever toegeeft aan angst dan dat het in dit nieuwe land nieuwe gewoonten leert?'
Cheanahs ogen werden groot. Hij was sprakeloos door de vermetelheid en openlijke minachting van de vrouw. 'Geen enkele vrouw spreekt zo tegen een man in het kamp van Cheanah!' Lonit vertrok geen spier. Haar diepliggende, vermoeide ogen zochten die van Torka. 'Dan wordt het tijd dat wij dit kamp verlaten!' Torka had haar wel ter plekke, ten overstaan van iedereen willen kussen. Maar hij knikte alleen. Terwijl hij naar de hebzuchtige gezichten keek van degenen die hem nog maar enkele dagen geleden eeuwige trouw hadden gezworen, voelde hij voor het eerst geen enkele twijfel meer over de weg die hij had gekozen. Hij zou Umak niet in de steek laten om de angst te sussen van zo'n volk! Voor Cheanah en zijn volgelingen zouden de voortekenen altijd slecht zijn. Torka hoefde niet helderziend te zijn om hem dat te kunnen vertellen. Maar hij wachtte af tot Karana iets zou zeggen, wat het makkelijker zou maken voor hem, of zelfs het lot tegen Cheanah zou keren en Torka weer de macht zou geven.
Maar Karana stond daar onaangedaan en koel, alsof hij door de ogen van een blinde keek. Wat de jonge man ook dacht, wat hij ook kon doen, of niet kon doen, hij koos met opzet geen partij en gedroeg zich niet als een zoon, maar als een ongeïnteresseerde vreemde die op onverklaarbare wijze had bepaald welke weg Torka en zijn gezinnetje moesten volgen, en die geen belangstelling of verantwoordelijkheid had voor de gevolgen.
'Torka, zijn vrouwen en zijn ongeluksbaby zullen niet overleven!' voorspelde Cheanah koppig.
Torka wachtte of Karana het voor hem zou opnemen. Toen dat niet gebeurde, was het net of een klein stukje van Torka's hart begon te bloeden, zoals het hart van een man altijd bloedt wanneer hij weet dat een zoon zich tegen hem heeft gekeerd. Hij draaide zich snel om en terwijl hij Cheanah koel aankeek, stolde zijn hartenbloed tot bittere woede die hem nog vastberadener maakte. Hij voelde zich nu sterker, bijna alsof hij had gegeten. 'Maar we moeten wel overleven, Cheanah. En niet alleen voor onszelf. Want wanneer Cheanah Zhoonali niet meer heeft om hem te vertellen wat hij moet doen, en hij zwak wordt en niet meer opgewassen is tegen de logge last van de oude gewoonten, moet er toch iemand komen om hem te laten zien hoe hij in dit nieuwe land moet overleven.'
Cheanah reageerde alsof Torka hem had geslagen. Zhoonali die in de schaduw van haar zoon stond, was woedend en wachtte tot Cheanah zou reageren. Getergd door Torka's beledigingen en door Lonits toespelingen dat hij niet kon handelen zonder dat zijn moeder hem aanzette, richtte Cheanah zich op en nam hij voor zijn gevoel op indrukwekkende wijze de leiding.
'Ga weg! Wij praten verder niet meer. De geesten van de boze hemel en de bevende aarde hebben zich tegen je gekeerd. Ga dit kamp uit. Neem je vrouw, je kinderen en je zuigeling mee! Maar weet dat als je terugkeert naar dit land, Cheanah je zal doden!'