8. Gewond

De stilte die ik eens omhelsd had als een vriend veranderde al snel in een gehate vijand. Het was de stilte die ik hoorde groeien tussen Balwin en mijzelf, bijna op hetzelfde ogenblik dat het incident met het geld zich voordeed in zijn bijzijn. Zijn verdriet zat zo diep, dat ik dacht dat ik nooit ver genoeg zou kunnen reiken om dat uit te wissen met mijn uitleg. Hij zou me altijd blijven verdenken, wantrouwen, zelfs verachten, zolang hij enige reden had om te geloven dat ik had deelgenomen aan een samenzwering die door zijn vader op touw was gezet.

Angstig probeerde ik hem te bellen zodra ik thuiskwam van het concert, maar hij nam zijn te-lefoon niet op en toen zijn vader het hoofdtoestel opnam, zei hij dat Balwin al sliep.

'U hebt iets heel verachtelijks gedaan door me dat geld te overhandigen waar hij bij was, meneer Noble. Hij denkt dat alles tussen ons gepland, bedacht en gedaan was voor geld,' zei ik. De tranen brandden achter mijn oogleden.

'Dat was het toch?' vroeg zijn vader op kille toon.

Het bloed stroomde naar mijn wangen.

'Nee!' schreeuwde ik. 'En ik wil dat u uw geld terugneemt.'

Hij lachte.

'Natuurlijk,' zei hij. 'Stuur het maar per post,' daagde hij me lachend uit en hing op.

Ik zocht onmiddellijk een envelop en adresseerde die. Toen stopte ik het geld erin en besloot het de volgende ochtend meteen op de post te doen. De volgende dag nam Balwins moeder de telefoon aan en zei dat hij was gaan paardrijden met een paar vrienden. Ik wist niet of ik haar moest geloven of niet. Ik vroeg haar tegen Balwin te zeggen dat ik gebeld had en ze beloofde dat ze het zou doen, maar ik hoorde niets van hem en ik wilde niet blijven bellen.

Natuurlijk zagen we elkaar de volgende maandag op school, maar zodra hij me in het vizier kreeg, draaide hij zich om en liep de andere kant op. Het feit dat hij me vermeed veroorzaakte meer opschudding dan toen we begonnen met elkaar om te gaan. Iedereen wilde weten wat er aan de hand was, maar ik negeerde de vragen en commentaren, allemaal op één na: Thelma Williams' conclusie dat Balwin de pest in had omdat hij de prijs met mij had moeten delen.

'De enige reden waarom je niet snapt hoe stom dat is,' zei ik, 'is omdat je zo stom bent.'

Het draaide bijna op een enorme ruzie uit. Als Balwin erover gehoord had, hield hij de hele dag zijn mond erover. Het koor was afgelopen voor dit jaar, dus zagen we elkaar niet na school. Maar op weg naar huis zag ik hem met zijn auto mijn richting uit komen. En toen ik mijn straat in liep, stond hij bij het trottoir geparkeerd. Hij staarde voor zich uit en bleef met geopend portier wachten.

Ik stapte in en deed het portier dicht.

'Ik heb het gehoord van jou en Thelma Williams,' begon hij. 'Bedankt datje het voor me hebt opgenomen.'

'Het was stom van haar om zoiets te zeggen.'

Hij knikte en keek me toen van terzijde aan.

'Ik wil alleen maar weten of alles wat je gedaan hebt werkelijk betaald is met dat geld dat mijn vader je gaf.'

'Er is niets betaald, Balwin. Dat heb ik geprobeerd je te vertellen, maar je wilde niet luisteren.'

Hij staarde me aan. Pijn en verdriet stonden in zijn ogen te lezen.

'Waarom heb je me niet verteld wat mijn vader had gedaan? Waarom heb je daar nooit iets over gezegd?'

'Ik was bang datje dan altijd achterdochtig zou zijn. Ik dacht dat je niet zou geloven dat het niet waar was,' antwoordde ik. 'Ik dacht ook datje vader zo kwaad zou worden dat hij je zou verbieden me ooit nog te zien.'

'Je had het me moeten vertellen. Als je om iemand geeft, écht om iemand geeft, vertrouw je hem. Vertrouwen is iets heel belangrijks, Ice, heel belangrijk.'

'Ik weet het. Het spijt me, Balwin. Echt waar.

Ik heb hem het geld teruggestuurd. Toen ik belde om het hem te vertellen, zei hij dat ik dat toch niet zou doen en hij lachte om het idee.'

'Heb je gebeld?'

'Een paar keer. Ik heb naar jouw telefoon gebeld en ook met je moeder gesproken. Heeft niemand je mijn boodschappen doorgegeven?'

Hij schudde zijn hoofd.

'Waarschijnlijk dachten ze dat ik nu van geen nut meer was.' Ik had zo'n medelijden met mezelf dat ik wilde dat iemand een put voor me zou graven om in uit te huilen. 'Je vader hoefde me niet te betalen om jou aardig te vinden en je te helpen je beter te voelen, Balwin.'

Ik keek hem aan met ogen die brandden van de onvergoten tranen.

'Ik heb genoten van elk moment dat we bij elkaar waren en dat lied dat je voor me geschreven hebt, zal altijd iets heel bijzonders voor me zijn.'

Balwin keek me aan en ik staarde naar de grond. Ik durfde hem niet recht aan te kijken, bang dat ik werkelijk zou gaan huilen en niet meer ophouden. Ik geloof dat hij het voelde. Zijn stem klonk veel zachter.

'Ik had je meer de kans moeten geven het uit te leggen, Ice. Dat spijt me, maar ik was zo gekwetst, zo kwaad. Ik voelde me verraden.'

'Ik weet het.'

'Kom je terug?'

'Nee,' zei ik. 'Ik geloof niet dat ik me daar nu nog erg op mijn gemak zou voelen.'

'Goed, laten we dan op school repeteren. We zullen van meneer Glenn wel het lokaal van het koor mogen gebruiken. Oké?'

Ik zweeg.

'Oké, Ice?'

'Als je dat werkelijk wilt.'

'Ja.'

'Dan is het oké.' Ik stapte uit.

'Morgen na school?' riep hij.

Ik knikte.

Toen draaide ik me om en liep weg. Hij keek me na tot ik bij de deur van het flatgebouw was, voor hij de auto startte en wegreed.

Muziek, dacht ik, muziek was nog steeds de band tussen ons. Het ritme, de melodie en de woorden stroomden door mijn hart en mijn hoofd. Ik kon alles trotseren als dat altijd de waarheid zou blijven.

Ik zou algauw op de proef worden gesteld.

Die proef kwam vlak na elf uur diezelfde avond met een luid geklop op de deur van onze flat. Mama sliep al, en als ze sliep, was ze vrijwel dood voor de wereld. Soms stopte ze zelfs watjes in haar oren om te voorkomen dat iets haar zou storen.

Ik dacht dat het kloppen deel uitmaakte van een droom die ik had. Ik lag de hele avond te draaien en te woelen, kreeg steeds dezelfde nachtmerrie. Maar het geklop hield aan en ik deed eindelijk mijn ogen open. Ik luisterde, hoorde een stem, en weer kloppen en stond toen snel op, pakte mijn

ochtendjas en trok mijn slippers aan.

'Wie is daar?' riep ik door de gesloten deur. Er waren die maand twee diefstallen gepleegd in het gebouw, allebei omdat iemand te snel de deur had geopend.

'Mike Tooey, van de Agency,' hoorde ik. Ik wist dat dat papa's veiligheidsdienst was en ik kende Mike Tooey. Ik keek naar mama's slaapkamer, maar ze was nog niet wakker geworden.

'Een ogenblik,' zei ik en maakte de sloten en vervolgens de deur open. Ik keek hem aan. Hij stond met zijn pet in zijn hand en was in uniform. 'Wat is er?'

'Je vader,' zei hij, 'is ongeveer een uur geleden neergeschoten. Hij wilde een roofoverval verijdelen.'

Ik drukte mijn hand tegen mijn borst. Mijn hele lichaam voelde of het in een grote pot kokend water was gevallen. Ik kon me niet verroeren.

'Hoe gaat het met hem?' bracht ik ten slotte uit.

'Hij ligt in het ziekenhuis op de intensive care. Jij en je moeder moeten ernaartoe,' zei hij. 'Sorry.'

Sorry? Het klonk zo simpel, zo nonchalant, zo nietszeggend. Sorry dat ik je wakker maak. Sorry dat ik op je tenen heb getrapt. Sorry dat ik tegen je snauwde. Sorry dat ik tegen je opbotste. Sorry dat je vader is neergeschoten.

'Ik kan jullie erheen brengen,' bood hij aan. 'Ik wacht buiten in de dienstauto, oké?'

Ik knikte, deed de deur dicht, haalde diep adem en liep naar mama's slaapkamer.

Er klonk geen muziek in mijn hoofd, alleen maar het voortdurende, onheilspellende geroffel van drums.

Bijna alsof ze wist dat ze iets naars zou horen als ze wakker werd, klampte mama zich hardnekkig vast aan haar slaap toen ik haar heen en weer schudde. Ik schudde haar opnieuw en riep haar tot ze eindelijk met haar oogleden begon te knipperen.

'Wat is er?' gilde ze.

'Papa is neergeschoten,' zei ik.

Ze staarde me even aan en ging toen zo snel en vastberaden rechtop zitten, dat ik een stap achteruit deed.

'Wat zegje?'

'Mike Tooey wacht buiten om ons erheen te brengen met de dienstauto,' zei ik. 'Papa wilde een roofoverval verijdelen.'

'Jezus,' mompelde ze. 'O, mijn god.'

Ze stond op en begon zich aan te kleden. Haastig liep ik naar mijn kamer om haar voorbeeld te volgen. Nog geen tien minuten later was ik klaar, maar mama was nog steeds bezig haar haar te borstelen.

'Ik zie er niet uit,' kermde ze tegen haar eigen spiegelbeeld.

'Ik geloof niet dat dat nu erg belangrijk is, mama,' zei ik droogjes.

Ze zweeg even en keek me aan of ik gek geworden was.

'Het is altijd belangrijk, kind. Denk je dat ik wil

dat je vader een ouwe heks ziet als ik daar ben? Hoe beter ik eruitzie, hoe beter hij zich zal voelen,' voorspelde ze. Ze legde de laatste hand aan haar haar en kwam naast me staan bij de deur. 'Ik had laatst die pruik moeten kopen,' mompelde ze toen we naar buiten liepen. 'Als je een pruik hebt, zet je die op je hoofd en hoef je je verder geen zorgen te maken. Ik had hem moeten kopen.'

Tooey wist echt niet veel of hij was te bang om ons de bijzonderheden te vertellen. Maar we kregen alles te horen zodra we arriveerden op de Eerste Hulp. Papa was door twee kogels geraakt; de eerste zat in zijn schouder, maar de tweede had hem in de buik getroffen en zijn ruggengraat beschadigd toen hij langs die weg zijn lichaam had verlaten. Hij had een hoop bloed verloren en zijn toestand was kritiek.

'Blijft hij leven?' vroeg mama aan de dokter.

'We moeten afwachten,' was alles wat hij ant-woordde, al zette mama hem nog zo onder druk.

Verschillende plaatsen hebben verschillende stiltes, dacht ik toen we angstig in de wachtkamer zaten. Ziekenhuizen waren niet echt rustig. Staf-medewerkers, co-assistenten, verpleegsters spraken allemaal op luide toon tegen elkaar. Er heerste grote activiteit: mensen werden voortgeduwd in rolstoelen of op stretchers, dokters praatten met familieleden of met de patiënten zelf, technici rolden apparaten van de ene kamer naar de andere, verpleegsters en dokters schreeuwden bevelen door de gangen.

De stiltes die ik zag en hoorde waren de stiltes in de ogen van bezorgde vrouwen, moeders, echt-genoten, broers, zussen en vrienden, die rondhingen in de gangen, elkaar zachtjes troostten, elkaar vasthielden, in de schaduw stonden en afwezig naar de vloeren of muren staarden of uit de ramen keken zonder iets te zien, wachtend in een wereld waar de tijd leek stil te staan, waar alles wat er gezegd of gedaan werd, heel in de verte weerklonk in de duisternis.

Er waren hier veel facultatieve mutisten, veel mensen die niet wilden praten, het geluid van hun eigen stem niet wilden horen, uit angst dat ze zouden instorten of dat ze zouden gaan huilen en gillen van pijn en verdriet.

'Gaat mijn papa dood?'

'Wordt Bobby beter?'

'Wanneer komt de dokter ons wat vertellen?'

'Wanneer komt mijn mama thuis?'

Het was zoveel beter deze en soortgelijke vragen niet te horen, niet te hoeven antwoorden, niet de realiteit onder ogen te hoeven zien en te beseffen hoe de volgende dag eruit zou kunnen zien. Het was beter om rustig te wachten, je adem in te houden en aan niets, aan helemaal niets te denken.

Mama kon dat niet. Ze praatte aan één stuk door, klaagde tegen iedereen die het maar horen wilde dat ze moest wachten, over de wereld van tegenwoordig, de criminelen daarbuiten, het ellendige lot dat haar arme man had getroffen. Ze kermde en kreunde, trok alle sympathie zoveel mogelijk naar zichzelf, tot ze eindelijk uitgeput begon te sputteren als een boot met gebrek aan benzine op een meer. De pauzes tussen haar woorden werden steeds langer, de zinnen werden half uitgesproken en na een tijdje zweeg ze.

Ze staarde net als de anderen voor zich uit en wachtte en keek naar mij, haalde diep adem en sloot haar ogen.

De tijd was een marteling. Minuten leken langer. Uren strekten zich eindeloos uit. We verkeerden in de eeuwigheid, tot eindelijk, eindelijk, de dokter naar ons toekwam, met een somber gezicht, een gezicht vol 'als' en 'misschien'.

Papa leefde nog. De volgende vierentwintig tot achtenveertig uur waren kritiek. Als hij bleef leven zou het een lange herstelperiode worden met heel veel therapie. Hoogstwaarschijnlijk zou hij ook weer kunnen lopen, maar het was allemaal heel ver weg, als een belofte aan het eind van een regenboog.

We konden maar beter naar huis gaan en de vol-gende dag terugkomen. We konden niet veel meer doen dan wachten.

'Hij is sterk, mevrouw Goodman,' zei de dokter. 'Een zwakkere man zou er al onderdoor zijn gegaan.' Ik kon zien dat hij het oprecht meende.

Mama knikte. Bij uitzondering leek ze sprakeloos. Ze gaf me een arm en we liepen naar buiten om met een taxi naar huis te gaan. Tijdens de hele rit leunde ze met haar hoofd op mijn schouder. Zodra we thuis waren ging ze weer slapen.

Ik bleef een tijdje in de zitkamer, keek naar papa's lege stoel en neuriede wat muziek bij mezelf. Ten slotte ging ik naar bed en viel in slaap, te uitgeput voor een droom.

Zodra mijn ogen de volgende ochtend opengingen, stond ik op. Mama sliep nog. Ik liep meteen naar de telefoon en belde het ziekenhuis. Toen ze hoorden dat ik zijn dochter was, verbonden ze me door met de dienstdoende verpleegster, die me vertelde dat de toestand van papa stabiel was, maar dat ze verder niets kon zeggen voordat de dokter hem had onderzocht.

Ik holde rond in de flat en zette eerst koffie, want ik wist dat mama geen stap zou verzetten zonder dat ze koffie had gehad. Toen ging ik haar wakker maken. Ze mompelde en vloekte en schold, maar stond eindelijk op. Ik nam een douche, kleedde me aan, schonk koffie voor haar in en wachtte tot ze uit haar kamer kwam en praktisch slaapwandelend naar de tafel liep. Ik vertelde haar dat ik het ziekenhuis had gebeld en wat de verpleegster had gezegd.

'We moeten er zo gauw mogelijk naartoe, mama. We moeten de dokter spreken.'

'Waarom zo'n haast? Ze laten je alleen maar eindeloos lang wachten tot ze zover zijn.'

'We mogen hem niet mislopen. Als je niet klaar bent, ga ik zonder jou,' dreigde ik.

Ze keek verbaasd op en schudde toen haar hoofd en bleef tijdens de hele weg naar het ziekenhuis klagen en kermen dat ik haar zo haastig had meegesleept, dat ze geen tijd had gehad om zich voldoende op te knappen om de wereld tegemoet te kunnen treden. Het was mijn schuld dat ze er zo slecht uitzag. Ik deed mijn uiterste best haar buiten te sluiten en na korte tijd ketsten haar woorden op mijn oren af als regendruppels op een paraplu.

Ik had gelijk dat we zo snel waren vertrokken. De dokter stond op het punt naar een ander ziekenhuis te gaan nadat hij papa had onderzocht. We zouden geen rechtstreekse informatie hebben gekregen als we er niet tijdig waren geweest.

'Hij is veel sneller en beter vooruitgegaan dan ik had verwacht,' vertelde hij. 'Ik geloof dat hij buiten gevaar is, maar hij zal aan een lange herstelperiode moeten beginnen. Bereid u zich daarop voor,' waarschuwde hij, met zijn blik op mama gericht, alsof hij kon voelen hoe moeilijk het voor haar zou zijn, misschien zelfs nog moeilijker dan voor papa.

Hij zei dat we papa later op de dag konden be-zoeken als hij bij bewustzijn was. Het kostte me de grootste moeite mama zover te krijgen dat ze bereid was in het ziekenhuis te wachten. Ze wilde naar huis en zich opnieuw aankleden. We lunchten in de cafetaria van het ziekenhuis en gingen toen terug naar de wachtkamer van de intensive care, waar we wachtten tot de zuster ons kwam halen.

'U mag tien minuten bij hem blijven,' zei ze. 'Hij is nu bij bewustzijn.'

'Halleluja!' mompelde mama.

We volgden de verpleegster naar papa's bed. Zelfs nu hij op zijn rug lag, verbonden aan slangetjes en monitorapparatuur, vond ik hem nog fors en krachtig.

Hij glimlachte toen hij ons zag.

'Moetje toch eens zien watje nou weer hebt gedaan,' zei mama meteen. 'Ik wed dat je die dikke nek van je niet had hoeven uitsteken, Cameron Goodman. Je moest zeker zo nodig de held uithangen, hè?'

'Hoi, papa,' zei ik en gaf hem een zoen.

Mama keek om zich heen, bleef bestraffend kijken, maar gaf hem ook een zoen.

'En wat moeten we nu?' vroeg ze hem.

'Mama,' fluisterde ik, 'maak hem niet zo ongerust.'

'Met jou zal alles goed gaan,' zei papa. 'Het geld komt in ieder geval binnen. De verzekering. Maak je niet ongerust.'

'Geweldig,' zei mama. 'En jij krijgt een lange herstelperiode. Je zult nu dag en nacht in huis rondhangen en je muziek spelen. Ik waarschuw je maar vast, Cameron, ik ben geen goede verpleegster.'

Papa glimlachte naar mij.

'Nou, dat is zo. Ik sjouw niet met ondersteken en ik ben niet van plan mijn nagels te breken met het verschonen van verband en zo.'

'We krijgen een thuisverpleegster als we die nodig hebben,' zei papa. Zijn stem kwam niet boven een gefluister uit. 'Maak je niet ongerust,

Lena. Het komt heus in orde. Voor ons allemaal.'

'Precies. Een kogel tegenhouden... Ik heb nooit gewild, Cameron, dat je deze baan aannam. Je had... je had taxichauffeur moeten worden of zo.'

Papa's glimlach werd nog breder, maar ik zag dat hij snel wegzonk.

'Maak je niet ongerust,' fluisterde hij en viel in slaap.

'U moet weg,' zei de zuster snel.

'Weg? We zijn hier nog geen vijf minuten!' riep mama uit.

'Alstublieft,' drong de zuster aan.

Ik pakte mama bij haar arm en trok haar bijna met geweld de kamer uit. Ze mompelde bij zichzelf tot we in de gang stonden.

'Zag je zijn gezicht toen hij naar me keek? Ik wist dat ik er niet op mijn best uitzag,' klaagde ze. 'We zijn halsoverkop hiernaartoe gegaan voor vijf minuten! Ik ga naar huis,' zei ze. 'Ik kom morgen terug of wanneer ik een behoorlijk bezoek kan afleggen. Ik word hier zo moe van, Ice. Het is alsof die kogels ook mij hebben geraakt.'

Mama voelde zich beter als ze medelijden met zichzelf kon hebben en ik medeleven toonde. Ik bracht haar naar huis, informeerde later telefonisch naar papa en maakte toen iets te eten klaar voor mama en mijzelf. Ze wilde dat ik de volgende dag weer naar school zou gaan, maar dat deed ik niet. Ik ging naar het ziekenhuis en bezocht papa 's morgens zonder haar. Hij was weer wat aangesterkt en meer bij de tijd.

'Laat je hierdoor niet weerhouden je plannen door te zetten, Ice. Alsjeblieft,' smeekte hij. 'Ik was zo trots op je tijdens dat concert.'

'Ik weet het niet, papa. We hebben zoveel meer dingen om aan te denken.'

'Dat is niet waar. Met mij zal het goed gaan en met mama ook. Beloof het me,' drong hij aan. 'Beloof het.'

'Oké, papa. Ik beloof het.' 'Goed.' Hij sloot opgelucht zijn ogen. 'Goed,' zei hij weer en viel in slaap.

Het nieuws over papa verspreidde zich als een lopend vuurtje op school. Toen ik de volgende dag terugkwam vroeg iedereen naar hem, vooral de docenten. Balwin was heel attent; hij had veel spijt van het misverstand dat er tussen ons was geweest.

'Je gaat toch wel aan je auditie werken, hè?' vroeg hij.

'Ik weet het niet. Ons leven is nu zo veranderd. Papa zal heel lang nodig hebben om te herstellen en ik weet niet hoe het zit met de kosten en met geld.'

Hij leek het zich nog meer aan te trekken dan

ik.

'Nou, je moet in ieder geval blijven repeteren. Je moet volhouden. Voor het geval het allemaal lukt.'

'Ik weet niet waar ik de tijd vandaan moet halen.'

Nu haastte ik me elke dag na schooltijd naar het ziekenhuis om bij papa te zijn. Mama bezocht hem minder vaak; ze haatte ziekenhuizen. Ik begon erover te klagen, maar papa legde me het zwijgen op en zei dat hij beter af was met haar gezelschap als ze in een opgewekte stemming was. Ik negeerde haar egoïsme zo goed en zo kwaad als het ging.

Toen papa werd overgebracht naar een kamer, merkte ik dat ik me echt nuttig kon maken door de hulpverpleegsters een handje te helpen, dingen voor hem te halen die hij nodig had of wilde of gewoon door hem te amuseren. Zo nu en dan keek hij naar me op en liet me weer beloven mijn plannen door te zetten. Ten slotte drong het tot hem door dat ik niet kon repeteren als ik zoveel tijd doorbracht in het ziekenhuis.

'Je hebt je huiswerk en je eindexamen, dat weet ik,' zei hij. 'Waarom ben je zo vaak hier, Ice? Die jongen wil je toch nog steeds helpen?'

'Papa-'

'Wil je soms zeggen dat je je belofte niet nakomt? Ik heb al mijn hoop op jou gevestigd, Ice. Ik weiger dit bed uit te komen als je geen auditie doet. Nou?'

'Oké, papa. Goed. Ik zal weer gaan repeteren.'

Dat stelde hem tevreden. Maar we spraken af dat ik het er niet met mama over zou hebben. We wisten allebei dat dat meer spanning zou veroorzaken in een toch al gespannen huishouding.

Ze kwam op bezoek als ze vond dat ze er goed genoeg uitzag. Ze schreed naar binnen alsof ze een mannequin was die rechtstreeks van een modeshow kwam. We konden haar parfum tien minuten voor ze arriveerde al ruiken. Toen papa haar dat vertelde, schudde ze nijdig haar hoofd en zei: 'Nou, ik moet toch iets doen om die pestilente lucht van het ziekenhuis niet te hoeven ruiken. Jij stinkt straks als een verpleegster als je niet oppast,' zei ze tegen mij.

Toen papa voldoende hersteld was om aan therapie te beginnen, besloot ik naar Balwin te gaan voor mijn muziek. De datum voor mijn auditie voor de Senetsky School was vastgesteld. We repeteerden na schooltijd. Het viel me moeilijk om weer te beginnen. Het was of we die songs nooit eerder hadden gespeeld, maar Balwin was geduldig en bleef me aanmoedigen.

'Soms denk ik weieens dat jij het belangrijker vindt dan ik,' zei ik.

Hij lachte.

'Jij weet alleen nog niet hoe belangrijk het voor je is. Maar dat komt wel. Op een dag zul je het beseffen en dan zul je blij zijn datje dit gedaan hebt, Ice.'

Ik glimlachte naar hem en toen, bijna in een reflex, zoende ik hem. Zijn ogen begonnen te stralen als kaarsjes die net zijn aangestoken.

'Morgen,' zei hij, 'wil ik samen met jou je vader bezoeken. Ik zal je na school erheen rijden,' zei hij.

Ik vond het erg aardig van hem en toen we aan-kwamen, was papa erg blij hem te zien. Ze praatten over muziek alsof ze oude vrienden waren. Papa was onder de indruk van Balwins kennis van jazz. Hij bedankte hem omdat hij me zo goed hielp.

'Je vader is een geweldige man,' zei Balwin. 'Ik kan gemakkelijker met hem praten dan met mijn eigen vader.'

Ik had medelijden met hem. Ik had tenminste iemand die hetzelfde voor me wilde als ik, iemand die me aanmoedigde, die achter me stond. Balwin was veel eenzamer dan ik had gedacht, zelfs eenzamer dan ik.

De volgende dag kwam mama erachter dat Balwin me vergezeld had naar het ziekenhuis. Ze nam papa een kruisverhoor af en toen ik thuiskwam begon ze tegen mij.

'Wat heb je met die dikke jongen gedaan?' vroeg ze.

'Hij is geen dikke jongen meer, mama. Hij wordt steeds slanker en -'

'O, dat kan me allemaal niet schelen. Wat is er aan de hand, Ice?'

Onwillig bekende ik dat de repetities voor de auditie doorgingen en ze raasde en tierde tegen me als nooit tevoren. Ze schreeuwde zo hard ze kon, smeet dingen door de keuken, spande haar hals en haar ogen tot ik bang was dat haar bloedvaten zouden springen.

'Ten eerste, waar moeten we het geld vandaan halen voor die onzin, en ten tweede, hoe moet het met je vader als jij er niet meer bent, hè? Vergeet al dat geklets maar over die chique school en hou op met ieders tijd te verspillen, Ice. Ik heb je hier nodig.'

Ik sprak niet tegen, maar dat legde haar niet het zwijgen op. Ze dreigde zich erover te beklagen bij papa. Ze zwoer zelfs dat ze hem zou zeggen dat hij in het ziekenhuis zou moeten blijven als ik ooit naar een of andere school zou gaan. Doodsbang voor de schade die ze kon aanrichten, beloofde ik haar ten slotte dat ik zou ophouden met de repetities en de auditie zou afzeggen. Ze was voldaan en kwam langzaam tot bedaren, maar ze bleef mopperen tot ze in slaap viel.

Ik vertelde het Balwin de volgende dag. Hij probeerde me ervan af te brengen, maar ik wilde niet luisteren.

'We hebben nog maar één week, Ice. Geef het nu niet op,' smeekte hij.

Ik schudde mijn hoofd.

'Het was dom van me om hieraan te beginnen, Balwin, en verkeerd van me om ook jouw tijd te verspillen. Het spijt me. Het is allemaal zo onmo-gelijk, snap je dat dan niet?'

'Nee.'

'Nou, het is zo,' zei ik en liep weg.

Ik ging naar huis en borg mijn muziekbladen op, deed de karweitjes in huis en maakte het eten klaar, maar mama kwam niet thuis om te eten. Ik dacht dat ze misschien naar het ziekenhuis was, en ging erheen zodra ik had opgeruimd, maar ze was er niet. Ik wilde het niet aan papa vertellen, maar hij kon het aan mijn gezicht zien, alsof mijn gedachten zich achter een glazen wand bevonden.

'Die vrouw is gewoon gefrustreerd,' zei hij. 'Pieker niet over haar. Met haar komt het heus wel in orde zodra ik hier uit ben,' beloofde hij. 'Hoe gaat je werk met Balwin? De tijd begint op te schieten, hè?'

Ik deed mijn uiterste best de waarheid voor hem te verborgen te houden, maar de band tussen mijzelf en papa was zo hecht, dat hij de vibraties in mijn lichaam kon voelen. Hij kneep achterdochtig zijn ogen samen.

'Ice?'

'Het is dom om tijd te verspillen aan zoiets, papa. Waar moeten we het geld vandaan halen? En je zult me nog een hele tijd nodig hebben. Misschien -'

'Ice!' Hij schreeuwde bijna. Hij zat in een rolstoel en we zaten in de hoek van de recreatieruimte van de therapeutische afdeling. Een paar mensen keken naar ons. Papa pakte mijn hand.

'Je hebt geen idee wat dit voor mij is gaan be-tekenen,' begon hij. 'Ik heb al mijn dromen op jou geconcentreerd. Al mijn teleurstellingen liggen op een stapel en wachten erop om te worden verbrijzeld. Jij bent mijn hoop, lieverd. Ik heb je hiernaartoe zien groeien. Ik zie je in gedachten over het toneel schrijden. Jij hebt me de enige vreugde gegeven die ik in deze jaren heb gekend. En dit is pas het begin. Ik weet het, Ice. Ik weet het hier.' Hij legde zijn hand op zijn hart. 'Laat me nu niet in de steek.

'Doe niet wat ik heb gedaan. Van het ziekenhuis ga je rechtstreeks naar huis. Zoek in de derde la van mijn ladekast. Til de kleren in de rechterhoek op en pak dat mondstuk van mijn trompet. Begrepen?

'Hou dat stevig in je hand en denk eraan hoe ik mijn trompet heb verkocht en me de rest van mijn leven heb afgevraagd 'wat, als ik...' Neem dat mondstuk mee naar de auditie. Doe het voor mij en vergeet de hele rest.

'Zul je het doen? Doe je het?'

'Ja, papa,' beloofde ik.

Hij stak zijn hand uit en raakte de traan aan die zigzaggend over mijn wang rolde.

Hij glimlachte.

'Je smelt, Ice,' zei hij lachend, 'en dat is goed. Heel goed.'