2I
Het ongeluk
Toen we in het ziekenhuis kwamen, had oom Perry al met de artsen gesproken. Hij begroette ons bij de ingang van de spoedeisende hulp. Hij werd even afgeleid toen hij zag wat ik met mijn haar had gedaan en wat ik aanhad, maar richtte zich toen snel tot Ethan.
‘Teddy’s arm is vlak onder de elleboog gebroken en zit al in het gips,’ zei hij. ‘De linkerkant van zijn gezicht was erg gehavend en zijn oorlelletje moest gehecht worden. Het portier bij het stuur is verpletterd door de botsing, maar als je de auto ziet, vraag je je af hoe iemand dat heeft kunnen overleven.’
‘En Lucille?’ vroeg Ethan.
‘Ik weet nog niet hoe ernstig haar verwondingen zijn. Ze had blijkbaar geen riem om.’
‘Is het bekend hoe het ongeluk precies is gebeurd?’ vroeg Ethan.
‘Ik heb met iemand van de verkeerspolitie gesproken die ter plekke was. Blijkbaar nam een vrachtwagen een te ruime bocht en kwam op Teddy’s rijbaan. Hij botste aan de kant van de bestuurder tegen de auto, die van de weg raakte, een paar keer over de kop sloeg en toen op zijn wielen tot staan kwam. Gelukkig is de vrachtwagenchauffeur er niet vandoor gegaan, maar heeft onmiddellijk het alarmnummer gebeld.’
‘Waar is papa?’ vroeg ik.
‘Hij is in een van de onderzoekkamers van de spoedeisende hulp, Sam.’
‘Kunnen we naar hem toe?’
‘Ja. Hij is bij bewustzijn. Kom mee.’
Ethan pakte me bij de hand, en we volgden hem door de hal naar een gang. Een arts en een verpleegster stonden zachtjes bij de onderzoekkamer te praten. Ze draaiden zich om toen we dichterbij kwamen, en oom Perry stelde ons voor.
‘Dit is de schoonzoon van meneer Heavenstone,’ zei oom Perry. ‘En dit is zijn dochter Semantha.’
‘Dr. Morris,’ zei de arts. ‘Hij rust nu. Volgens de röntgenfoto heeft hij een lichte hersenschudding. Zijn linkerarm is gebroken. We hebben geen breuk in zijn schouder kunnen constateren, maar die heeft een harde klap gehad en is ontwricht. Gelukkig had hij zijn riem om en is dus niet door de auto gesmeten toen die over de kop sloeg, anders zou hij veel ernstigere, misschien zelfs fatale verwondingen hebben gehad.’
Ik keek even door de deur naar binnen en zag papa in een ziekenhuishemd op een stretcher liggen. Ik kon zien dat zijn ogen al bont en blauw begonnen te kleuren.
Ethan knikte, keek naar mij, hield toen zijn adem in en vroeg: ‘Is er al wat bekend over mevrouw Heavenstone?’
‘Zoals ik al tegen uw oom zei, had ze blijkbaar geen riem om. Ik vrees dat ze een paar ernstige hoofdwonden heeft. Ze ligt op de intensive care. Dr. Neuberger is erbij gehaald om haar te onderzoeken. Hij is onze topneuroloog.’
‘Is ze bewusteloos?’
‘Ja. Misschien hebben ze intussen besloten of ze al dan niet zullen opereren. Ik zal even voor u informeren,’ ging hij verder met een blik vol sympathie naar mij. ‘Mijn medeleven.’
‘Ze is niet mijn echte moeder,’ zei ik. Zodra ik het gezegd had, liet Ethan mijn hand los en keek me verwijtend aan.
‘Weet meneer Heavenstone hoe ernstig zijn vrouw gewond is?’ vroeg Ethan.
‘Hij weet net zoveel als wij op het ogenblik. U kunt naar hem toe,’ ging hij verder, keek weer even naar mij en liep toen weg met de verpleegster.
Ethan, oom Perry en ik gingen langzaam papa’s kamer binnen. Hij lag met gesloten ogen.
‘Ethan en Sam zijn hier, Ted.’
‘Hoi, pa,’ zei Ethan zacht.
Papa deed zijn ogen open. Hij keek naar hem en schudde zijn hoofd. ‘Wat een zootje,’ zei hij. Toen draaide hij zich naar mij om en keek even totaal verward.
‘Hoi, papa.’
‘Semantha?’
‘Ik vind het heel erg dat je zo’n verschrikkelijk ongeluk hebt gehad, maar ik ben blij dat het goed is afgelopen voor je.’
Hij staarde me slechts aan en richtte zijn blik toen op Ethan, die knikte bij de zwijgende gedachten die tussen hen gewisseld werden.
‘Ik had moeten wachten, ik had je niet moeten bellen,’ zei Ethan. ‘Het spijt me.’
‘Nee, het is niet jouw schuld. We reden niet zo hard. De chauffeur van die vrachtwagen vertelde de politie dat hij verblind werd door iets, een lichtflits. Ze controleren of hij niet gedronken had. Ik heb geen flitslicht gezien. Het was bijna een frontale botsing geweest. Wie weet? Misschien was dat wel beter geweest. Weet je iets over Lucille?’
‘We weten geen bijzonderheden. Dr. Morris vraagt om nadere inlichtingen.’
‘Goed,’ zei papa. Hij keek weer naar mij.
‘Waarom heb je je haar afgeknipt, Semantha?’
‘Ik vond dat het nodig was,’ antwoordde ik. Hij sloot zijn ogen. ‘Heb je pijn?’
‘Ja. Ze willen me geen pijnstillers geven in verband met mijn hersenschudding. Ik ben een idioot. Lucille wilde dat we met de limousine zouden gaan, maar ik besloot zelf te rijden. Ik weet niet waarom,’ zei hij. ‘Ik weet niet waarom. Meestal ben ik juist bezorgd dat ik te veel gedronken heb. Wat ging er door mijn hoofd?’
Cassie, dacht ik. Cassie heeft het je ingefluisterd. Zij ging door je hoofd.
‘Het lijkt er niet op dat je het ongeluk had kunnen vermijden, maar waarom deed Lucille haar riem niet om?’ vroeg Ethan hem.
‘Dat heeft ze wél gedaan, maar hij moet opengesprongen zijn door de druk. Dus denken ze dat ze hem niet om had. Maar de auto geeft een alarm als je je riem niet omdoet, dus ik weet dat ze het gedaan heeft. Maar ik neem aan dat het nu geen verschil meer maakt.’ Zijn gezicht vertrok van de pijn.
‘Kalm aan, Teddy,’ zei oom Perry. Hij keek naar Ethan. ‘Misschien kunnen we hem nu maar beter met rust laten.’
Ethan knikte en zag toen uit zijn ooghoek dr. Morris in de gang staan. De arts wenkte Ethan.
‘Ik ga kijken hoe het met Lucille gaat,’ zei Ethan.
‘Ja, ga maar,’ zei oom Perry. Hij sloeg zijn arm om me heen. We keken allebei naar papa. ‘Alles komt goed, Sam. Hij komt er weer helemaal bovenop.’
Ik knikte. Oom Perry keek de gang in, waar Ethan hem wenkte.
‘Ik kom zo terug,’ zei hij.
Ik liep dichter naar papa toe en greep zijn hand vast. Hij deed zijn ogen open en keek me weer aan.
‘Dat zijn jouw kleren niet. Dat zijn Cassies kleren, hè? Waarom draag je Cassies kleren?’
‘Ik voelde de behoefte om dicht bij haar te zijn,’ zei ik.
‘Dus heb je geprobeerd je haar net zo te knippen als zij?’
‘Ja. Cassie is nog steeds bij me, papa. Ik heb geprobeerd je dat te vertellen.’
Hij staarde me even aan en deed toen zijn ogen dicht.
‘Ze is hier nu ook bij jou, papa.’
Hij schudde zijn hoofd en deed zijn ogen weer open toen Ethan en oom Perry binnenkwamen met de dokter.
‘Het gaat niet goed, pa,’ zei Ethan. ‘De hersens zijn te ernstig beschadigd. Ze ligt nu aan de beademing.’
‘Ik heb hier en daar getelefoneerd en om een second opinion gevraagd, Ted,’ zei oom Perry, ‘maar deze neuroloog heeft een uitstekende reputatie.’
Papa kreunde en knipperde met zijn ogen. De arts liep naar hem toe en legde alles in detaals uit, beschreef de gebieden van de hersenen die beschadigd waren. Ik liep langzaam achteruit en zag Cassie in de gang staan. Ik keek naar Ethan en oom Perry, die al hun aandacht bij de verklaring van de dokter hadden, en ging naar haar toe. Er was niemand anders op de gang.
‘Dat heb jij gedaan,’ zei ik. ‘Jij hebt die lichtflits veroorzaakt, hè? En de botsing met die vrachtwagen.’
‘Ik kon niet op jou vertrouwen. Zoals jij je gedroeg zou je in een mum van tijd alle geloofwaardigheid verloren hebben. Morgen zouden ze je hebben laten opnemen, en Lucille zou de Koningin van Heavenstone zijn geworden. Nu valt er niets meer te vrezen.’
‘Maar je had papa veel meer kwaad kunnen doen. Kijk eens hoe gewond hij is.’
‘Ik moest toch zorgen dat het er geloofwaardig uitzag? Met hem komt het allemaal goed nu.’
‘Wat doe je?’ vroeg Ethan die naar me toekwam. Hij sperde zijn ogen open. Hij keek links en rechts de gang in, alsof hij iemand was misgelopen. ‘ Waarom ben je hier?’
‘Ik vind het afschuwelijk om papa zo bedroefd te zien en met zoveel pijn. Al was hij nog veel droeviger toen mama overleed,’ voegde ik er snel aan toe, ‘en ook toen Cassie stierf.’
‘Dit is een verpletterende tragedie, Semantha. Hij heeft een tweede kans op geluk verloren, en hij was gelukkig, heel gelukkig.’
‘We zullen hem weer gelukkig maken,’ zei ik. Ik keek om me heen of ik Cassie zag, maar ze was verdwenen.
‘Je oom en ik nemen je vader mee naar Lucille. Ze ligt op de intensive care. Ze komen met een rolstoel. Daarna brengen we hem thuis. De huisarts is gewaarschuwd en komt naar huis – dr. Moffet. Hij komt met een verpleegster, die vannacht bij je vader zal blijven. Ze zal het hem zo comfortabel mogelijk maken.’
‘Ja, dr. Moffet,’ zei ik glimlachend. ‘Mooi.’
‘Misschien kun jij beter in de hal wachten en niet met ons meegaan naar Lucille,’ opperde hij.
‘Dat is goed, ja. Ik wacht wel in de hal.’
Hij ging terug naar papa en ik liep naar de hal. Het was er erg druk, maar ik vond een lege stoel naast een magere Afro-Amerikaanse met spierwit haar, die wezenloos voor zich uit staarde. Ze keek naar me toen ik ging zitten.
‘Mijn vader heeft een auto-ongeluk gehad,’ zei ik.
‘O, dat is erg. Mijn kleindochter lijdt aan epilepsie. Ze heeft een ernstige aanval gehad. Mijn dochter is bij haar. Het is deze maand al de derde keer dat we hier zijn.’
‘Wat afschuwelijk!’
‘Ja. Alles is nog erger als het arme mensen overkomt.’
Ze wendde zich af en bleef naar de grond staren. Het leek of ze niets hoorde of zag, maar na een paar ogenblikken draaide ze zich weer naar me om.
‘Hoe gaat het met uw vader? Is hij ernstig gewond?’
‘Bont en blauw, gebroken arm en een lichte hersenschudding, maar hij heeft geluk gehad.’
‘Was hij alleen?’
‘Nee. Mijn stiefmoeder was bij hem. Ze heeft ernstige hoofdwonden. Misschien overleeft ze het niet.’
‘O, wat vreselijk.’
‘Het was niet de schuld van mijn vader. Een vrachtwagen botste tegen de zijkant van zijn auto, waardoor hij van de weg raakte.’ Ze keek me bevreemd aan en staarde toen weer voor zich uit.
Ik keek om me heen om te zien of Cassie zich weer zou vertonen, maar ze leek verdwenen. Toen ze had gezegd: Nu valt er niets meer te vrezen, klonk het of ze afscheid nam. Ze wilde toch zeker wel weten dat het goed ging met papa, dat alles goed zou gaan? Ik sloot mijn ogen en leunde met mijn hoofd tegen de muur achter me. Het geroezemoes van stemmen werd een zacht gemompel. Ik voelde de spanning in mijn hoofd wegebben tot ik me heel relaxed voelde. Ik viel in slaap.
Ik werd wakker toen Ethan me zachtjes heen en weer schudde.
‘Hé,’ zei hij. ‘Gaat het een beetje?’
Even kon ik me niet herinneren waar ik was. Toen kwam alles met een schok bij me terug. De vrouw die naast me had gezeten was weg. Haar plaats was ingenomen door een tienerjongen met een verband om zijn hoofd, waarop zich een grote bloedvlek aftekende. Er leken ook veel meer mensen te wachten.
‘We brengen je vader naar huis, Semantha. Oom Perry helpt hem de auto in. Kom, we gaan,’ drong hij aan.
‘En Lucille?’ vroeg ik terwijl ik opstond.
‘Ze doen niets vóór morgen, als de arts om wie je oom heeft gevraagd er is en haar heeft onderzocht en de tests en foto’s die ze hebben gemaakt heeft bekeken. Kom.’
Hij gaf me een arm en we liepen de hal uit naar het parkeerterrein. Een verpleegster hielp oom Perry papa zo comfortabel mogelijk in de auto te installeren.
‘Oké,’ zei oom Perry toen we bij de auto stonden. ‘Ik volg jullie in mijn eigen auto. Als we thuiskomen zullen dr. Moffet en de verpleegster er al wel zijn.’
We stapten in en ik draaide me om, keek naar papa die met een kussen onder zijn hoofd lag en met een lichte plaid over zich heen. Zijn ogen waren gesloten.
‘Lig je comfortabel genoeg, pa?’ vroeg Ethan.
‘Ja. Dit is zo onwerkelijk,’ zei hij zonder zijn ogen te openen. ‘Het is een nachtmerrie.’
‘Dat is het,’ zei Ethan. Hij startte de motor en reed langzaam weg.
‘Misschien is het allemaal een nachtmerrie geweest,’ zei ik. Ik denk dat ik voornamelijk tegen mijzelf sprak. ‘Misschien word ik straks wakker, en leeft mama nog, en Cassie ook.’
Papa kreunde.
Ethan keek naar hem in de achteruitkijkspiegel en toen naar mij. Ik meende zijn gedachten te kunnen lezen.
Moet je die rijke en machtige familie nu eens zien, gebroken, met enorme fysieke en emotionele pijn. Er is een grens aan wat geld voor je kan doen in deze wereld. Met geld kun je geen liefde kopen en zonder liefde geen geluk, hoe groot je bankrekening ook is.
Zwijgend reden we verder. Dr. Moffet en de verpleegster die hij had meegebracht, zaten op ons te wachten toen we thuiskwamen. Terwijl hij en Ethan papa naar zijn kamer brachten, ging ik naar de keuken om de rest van de maaltijd op te ruimen. De dienstmeisjes zouden de volgende ochtend pas terugkomen, maar ik meende Gerad te horen in zijn kamer. Ik liep de keuken uit om me ervan te overtuigen. Ik hoorde zijn muziek, Edith Piaf, en heel even herinnerde ik me dat Ethan en ik haar ‘La Vie en Rose’ hadden gehoord en tot ons liefdeslied hadden gebombardeerd. Maar deze liedjes waarnaar Gerad luisterde waren anders en leken gepast droevig. Ik klopte op zijn deur.
‘Een ogenblik, s’il vous plaît,’ zei hij en deed de deur open nadat hij zijn badjas had aangetrokken. ‘Ah. Ja?’
‘Het spijt me dat ik u kom storen,’ zei ik, ‘maar ik dacht dat u hoorde te weten dat mijn vader en Lucille vanavond een ernstig auto-ongeluk hebben gehad.’
‘Nee!’
‘Ja, en Lucille komt niet naar huis.’
Een ogenblik leken zijn gelaatstrekken bijna weg te zakken in zijn schedel. ‘Wat zegt u?’
‘Ze heeft ernstige hoofdwonden en ze hebben niet veel hoop. Mijn vader is boven met onze dokter, een particuliere verpleegster, mijn oom en mijn man. Mijn vader heeft een gebroken arm en een lichte hersenschudding. We zullen morgenochtend zijn ontbijt boven moeten brengen.’
Hij staarde me sprakeloos aan.
‘Het spijt me,’ zei ik, ‘maar alles gaat hier nu veranderen.’
Ik draaide me om en liep weg. Hij kwam de kamer uit en keek me na, misschien om zeker te weten dat hij niet droomde. Ik kwam Ethan en oom Perry tegen in de gang, waar ze stonden te praten. De manier waarop ze naar me keken toen ik dichterbij kwam zei me dat ze het over mij hadden gehad en niet over papa.
‘Hoe gaat het, Sam?’ vroeg oom Perry.
‘Oké. Is dr. Moffet bij papa?’
‘Ja.’
‘Hij is meer dan onze dokter. Hij is een oude vriend,’ zei ik.
‘De naam van de verpleegster is Lila Millard. Ze zegt dat ze uitstekend kan slapen op de bank in de slaapkamersuite. Ik kom morgenochtend terug. Jij gaat naar kantoor, niet?’ vroeg hij aan Ethan.
‘Ja. Ik zal zoveel mogelijk zien te organiseren en dan kom ik naar het ziekenhuis.’
‘Ik weet zeker dat Teddy erop zal staan om mee te gaan,’ zei oom Perry. Hij keek me lange tijd aan voor hij iets zei. ‘Jij moet wat gaan rusten, Sam. Het zullen een paar moeilijke dagen worden.’
‘Het komt wel goed met haar,’ zei Ethan, met een blik op mij. ‘Ga nu maar je vader goedenacht wensen en ga dan zelf naar bed, schat. Je ziet er moe uit.’
‘Heus? Oké.’
Oom Perry omhelsde me en fluisterde: ‘Ik zal vaker bij je zijn, Sam. Ik beloof het je.’
‘Dat zou fijn zijn.’
Hij gaf me een zoen op mijn wang, knikte naar Ethan en ging weg.
‘Je draagt morgen toch niet weer de kleren van je zus, hè, Semantha?’
‘Nee, dat is niet nodig.’
‘Niet nodig? Waarom was dat nu dan wél nodig?’
Ik glimlachte slechts naar hem.
‘Zal ik een kapper laten komen om goed te maken wat je met je haar hebt gedaan?’
‘Ik kan zelf wel naar de kapper, Ethan. Maak je niet zo bezorgd.’
Ik liep naar de trap. Hij haalde me haastig in en pakte mijn arm beet om me tegen te houden.
‘Laat je vader vooral niet merken dat je blij bent over Lucille, Semantha. Dat zou een heel, heel erge fout zijn.’
‘Ik denk dat ik wel weet hoe ik met mijn vader moet praten, Ethan. Ik houd van mijn vader en hij houdt van mij. Ik zou nooit iets doen om hem te kwetsen of nog meer verdriet te doen.’
‘Goed,’ zei hij. ‘Ik ga slapen. Je oom heeft gelijk. Er wachten ons een paar heel moeilijke dagen.’
Hij liep langs me heen de trap op. Ik volgde langzaam en ging naar papa’s kamer. Dr. Moffet ging net weg.
‘Ah, Semantha, alweer een tragedie in Heavenstone. Ik leef met jullie mee,’ zei hij.
‘De familie Heavenstone is gewend aan tragedies en weet hoe ze eroverheen moet komen,’ zei ik. Ik wist zeker dat ik iets herhaalde wat Cassie had gezegd, misschien zelfs wel tegen hem na mama’s dood.
‘Ja. Het beste is om het leven te nemen zoals het valt.’ Hij gaf me een klopje op mijn arm en ging de deur uit.
Ik glimlachte bij mezelf. Die brave dr. Moffet, soms blind voor iets wat volkomen duidelijk was, maar met een microscopische blik als het ging om het analyseren van ziektes. Waren we op die manier allemaal dokters, blind voor duidelijke dingen, te eng gefocust? Ik wilde Cassies reactie horen, maar hoorde niets dan stilte.
‘Waar ben je?’ riep ik de gang in. Toen ging ik naar papa’s kamer. De verpleegster was bezig zijn bloeddruk te meten. Ze keek op toen ik binnenkwam. Papa lag met gesloten ogen in bed.
‘Hij is uitgeput,’ zei ze. ‘Niet langer dan een paar minuten.’
Ik negeerde haar, net zoals Cassie zou hebben gedaan en liep naar het bed van papa.
‘Je bent thuis, in je eigen bed, papa,’ zei ik en pakte zijn hand vast.
Hij deed zijn ogen open en keek me aan. ‘We raken onze Lucille kwijt,’ zei hij. Zijn lippen trilden.
‘Het komt goed, papa. We hebben elkaar nog.’
‘Ze was goed voor ons, Semantha, voor ons allemaal.’
De tranen sprongen in mijn ogen, niet voor Lucille maar voor papa, die nu al verdriet had.
‘Neem mijn raad aan, Semantha, en koester elkaar. Stop met die neerslachtigheid of wat er ook met je aan de hand is, en geniet van je man en je huwelijk. Ik ben nu meer dan ooit afhankelijk van jou.’
‘Ik zal het doen, papa. Ik beloof het je.’
‘U kunt hem nu beter laten rusten,’ zei de verpleegster, die voortdurend bij me in de buurt bleef.
‘Welterusten, papa. Ik kom terug zo gauw ik wakker word,’ zei ik, en kuste hem. Hij bleef mijn hand vasthouden, alsof hij hem nooit meer los wilde laten.
Papa is terug, dacht ik. Ik had Cassie niet nodig om me dat te vertellen.
Ethan lag al in bed toen ik in onze kamer kwam. Ik bewoog me zo stil mogelijk. In de badkamer keek ik in de spiegel en moest toegeven dat ik een enorme puinhoop had gemaakt van mijn haar. Ik zou meteen na het ontbijt de kapper bellen. Ik vertrouwde erop dat ze me tussen hun afspraken door zouden helpen. Iedereen in de wijde omgeving zou algauw op de hoogte zijn van papa’s ongeval. Het zou groot nieuws zijn op radio en televisie.
Toen ik onder het dekbed kroop, verwachtte ik dat Ethan zich zou omdraaien en met me praten, maar hij was blijkbaar al in diepe slaap. Ik wilde hem niet wakker maken, maar ik had moeite met in slaap te vallen. Ik staarde omhoog in het donker. Op het plafond flitsten scènes voorbij uit het verleden, voornamelijk blijde herinneringen aan mama en mij tijdens een wandeling of het schoonmaken van het huis. Ik kon me haar gemakkelijk lachend voorstellen; ze had het zo vaak gedaan.
Cassie had weleens gezegd dat mama zich gedroeg als een onschuldig, naïef jong meisje. Ze had zoveel vertrouwen gehad in mensen en was zo hardnekkig in haar geloof dat alles op zijn pootjes terecht zou komen.
‘Mama leeft in een sprookjeswereld,’ zou Cassie zeggen. ‘Ze denkt dat ijs op de weg een laag diamanten is, dat de meeste misdaden toeval zijn en onbedoeld, en de dood een onderbreking voor reclame is. Het geluk zal altijd overleven en terugkomen.’
‘Dat vind ik mooi om te horen, Cassie. Ik wil net zo zijn als zij en in dezelfde dingen geloven.’
‘Jij wel, ja. Als je niet oppast, word je net als zij, de gevangene van een begoocheling.’
‘Maar wel een gelukkige gevangene.’
‘Jemig. Tegen jou praten is net of je tegen een muur praat.’
‘Je zei dat deze muren oren hebben,’ bracht ik haar in herinnering.
‘Voorouderlijke oren. Heavenstone is geschiedenis. O, laat maar. Ik krijg hoofdpijn van je.’
Als twee samenzweerders glimlachten mama en ik even naar elkaar als Cassie iets onaangenaams gezegd had.
‘Ze is veel te intelligent om eeuwig pissig te blijven,’ zei mama dan. Maar in de loop van de tijd moest ik erkennen dat dat een waanidee was.
De beelden op het plafond begonnen te vervagen toen ik moe werd. Ik wilde niet in slaap vallen zonder Cassie te hebben gezien of gehoord, maar ik kon niet veel langer wachten. Misschien verschijnt ze in mijn dromen, dacht ik, en deed eindelijk mijn ogen dicht.
Niet dus. Ik sliep als iemand die onder narcose is. Het ene ogenblik was het donker en het volgende ogenblik was het licht. Ethan was al opgestaan en vertrokken. Ik sprong mijn bed uit en haastte me naar papa’s slaapkamer. Er ging een schok door me heen toen ik zag dat Mia De Stagen papa’s lege bed opmaakte.
‘Waar is mijn vader?’ vroeg ik. Ze zweeg even. Haar gezicht stond verdrietig.
‘Hij is naar het ziekenhuis met uw man.’ Ze haalde een papieren zakdoekje uit de zak van haar schort en bette haar ogen. ‘Het gaat heel slecht met mevrouw Heavenstone. Ik ben bang dat hij naar haar toe is om afscheid te nemen.’
‘Waar is de verpleegster?’
‘Ze is met hen mee om voor uw vader te zorgen.’
‘Waarom heeft niemand me wakker gemaakt?’
Daar had ze natuurlijk geen antwoord op. Ik ging naar beneden om een kop koffie te drinken en liep toen naar de telefoon om Ethan op zijn mobiel te bellen. Hij nam niet op, dus liet ik een bericht achter dat het me verbaasde dat hij me niet wakker had gemaakt en dat ik van plan was na het ontbijt naar de kapper te gaan. Ik vroeg hem me op mijn mobiel te bellen. Vervolgens maakte ik een afspraak met mijn kapper.
Gerad wachtte in de keuken op instructies. Het verbaasde me dat ik honger had en vroeg hem een van zijn befaamde omeletten te maken. Zoals de meeste mensen in verdrietige omstandigheden was hij dankbaar iets te doen te hebben. Net als Catherine De Stagen die om me heen hing bij de eettafel en bijna een uitval deed naar de pepermolen toen ik die wilde pakken. Ze keek net zo verdrietig als Mia. Ik kon moeilijk geloven dat ze zo’n emotionele band hadden met Lucille, maar misschien was dat wel het geval. Misschien was ze het soort werkgeefster dat ze bewonderden, of misschien vroegen ze zich af of ze nog langer in dienst zouden blijven.
Ethan had nog steeds niet gebeld toen ik op weg ging naar de kapper. Ik bleef wachten op zijn telefoontje toen ik al in de stoel zat en de kapster mijn prutswerk begon te herstellen. Ze vroeg niet hoe het kwam dat mijn haar zo verschrikkelijk toegetakeld was toen ik haar verteld had dat ik in een opwelling geprobeerd had het zelf te knippen. Ze vroeg niet waarom. Ik vond dat ze schitterend werk leverde met het puinruimen. Ik leek niet op Cassie en niet op mijzelf, maar het was een interessante new look. Ethan zou blij zijn, dacht ik. Toen ik bijna klaar was, ging eindelijk mijn telefoon.
‘Het is voorbij,’ zei hij. ‘De arts die je oom had laten komen kon niets doen dat enig verschil zou hebben gemaakt. Je vader heeft het besluit genomen de beademingsapparatuur uit te schakelen.’
‘Hoe is het met hem?’
‘Hij is er kapot van. Je oom en de dominee zijn bij hem. Waar ben je?’
‘Bij de kapper. Ik ben bijna klaar. Je zult het prachtig vinden wat ze met mijn haar heeft gedaan.’
‘Goed. Ik moet helpen met het regelen van de begrafenis. We willen je vader zoveel mogelijk ontlasten.’
‘Oké,’ zei ik. ‘Moet ik naar het ziekenhuis komen of zal ik naar huis gaan?’
‘Ga maar naar huis. Ik denk dat wij ook wel gauw zullen komen. Gaat het goed met je, Semantha?’ Ik kon de spanning in zijn stem horen. Hij hield waarschijnlijk zijn adem in.
‘Uitstekend, Ethan. Alles is oké. Maak je nu geen zorgen over mij.’
‘Blij dat te horen, Semantha. Ik heb het nodig dat je sterk bent. Nu klink je als een echte Heavenstone.’
Ik moest bijna lachen. ‘Natuurlijk, dat is wat ik geweest ben en altijd zal zijn, Ethan. En, Ethan?’
‘Ja?’
‘Ik heb de pil niet ingenomen en zal dat voortaan ook niet meer doen.’
Hij zweeg zo lang dat ik dacht dat hij had opgehangen. ‘Dat is goed,’ zei hij ten slotte.
Ik was de eerste die thuiskwam en wachtte zenuwachtig op papa. Ik liep te ijsberen en bleef toen voor een van de ramen aan de voorkant staan. Eindelijk zag ik de limousine op de oprijlaan. Ik holde naar de voordeur en naar buiten, terwijl Ethan papa hielp uitstappen. Ik zag dat de verpleegster niet bij hen was. Papa keek omhoog naar mij. Haastig liep ik naar hem toe en omhelsde hem.
Terwijl ik op hem wachtte had ik aan mama gedacht en hoe zij hem zou begroeten en zich zou gedragen. Iets wat zij had gezegd of beslist zou zeggen bleef door mijn hoofd malen: ‘Je geluk mag nooit afhangen van het ongeluk van een ander, Semantha. Papa heeft veel verdriet.’
‘O, papa, ik vind het zo erg,’ zei ik. ‘Ik weet hoeveel je van haar hield.’
‘Dank je, lieverd.’ Hij gaf me een kus.
Samen met Ethan hielp ik hem de trap op.
‘Waar is je verpleegster?’
‘Er hoeft niet voortdurend iemand om me heen te hangen. Het gaat goed met me. Mensen kunnen zich uitstekend redden met een gebroken arm en een lichte hersenschudding.’
‘Vooral Heavenstones,’ zei ik, en hij knikte.
Hij nam me aandachtig op. ‘Blij dat je je haar hebt laten doen,’ zei hij, ‘en weer je eigen kleren draagt.’
‘Het spijt me, papa. Het was niet mijn bedoeling je van streek te brengen.’
Toen we naar binnen gingen, stond hij erop naar zijn kantoor te gaan en niet naar zijn kamer.
‘Daar kan ik ook rust nemen en er zijn nu eenmaal dingen die geen uitstel dulden,’ zei hij.
We vergezelden hem naar het kantoor. Hij ging achter zijn bureau zitten en staarde even voor zich uit. Hij deed me denken aan de Afro-Amerikaanse vrouw in de hal van het ziekenhuis, overweldigd door verdriet en angst.
‘Weet je zeker dat je niet even wilt gaan liggen, papa?’
‘Laat maar. Ik ga straks wel liggen.’ Hij nam de telefoon op en begon te bellen.
Ethan keek naar mij en wenkte dat we moesten gaan.
‘Ik ga straks wel even naar hem kijken,’ zei hij toen we op de gang stonden. ‘Het is beter voor hem om bezig te zijn.’ Hij bleef even staan. ‘Je hebt gelijk, dit nieuwe kapsel staat je goed.’
‘Dank je.’
‘Laten we gaan lunchen,’ stelde hij voor.
Weer was Gerad blij iets te doen te hebben, evenals de beide Stagens. Ethan zei tegen ze dat ze mijn vader iets te eten moesten brengen.
‘De begrafenis lijkt bijna even groot te zullen worden als hun huwelijk,’ zei Ethan.
Hij moest Lucille nog een laatste compliment maken, een dat ik haar zelf ook in alle oprechtheid had kunnen geven.
‘Gelukkig voor je vader, hebben we ontdekt dat ze vooruit heeft gedacht en alles gepland,’ vertelde hij. ‘Ik denk dat het niet meer dan logisch is dat iemand die haar leven zo onder controle had, er ook voor zou zorgen haar dood onder controle te hebben. Het is of je alleen maar een route hoeft te volgen die is uitgestippeld op een wegenkaart. We hoeven niets anders te doen dan er getuige van te zijn en je vader te troosten.’
Ik hoefde Cassie niet naast me te hebben om me toe te fluisteren wat ik moest zeggen.
‘Dat heb ik al eerder gedaan,’ zei ik.
Hij knikte en hield mijn hand vast.
We zaten te luisteren naar de stilte die in Heavenstone was neergedaald en ons in haar ban hield.