I0
De brief
Ik was van plan Lucille de volgende dag aan te spreken over de brief, maar ze was al weg toen ik beneden kwam om te ontbijten, en na het werk gingen zij en papa met mensen dineren. En die avond kwamen ze lachend thuis en dronken nog een slaapmutsje in de tv-kamer. Ik wilde er trouwens toch niet over beginnen waar papa bij was. Maar de volgende ochtend stond ik met opzet vroeg op en wachtte tot Lucille uit hun slaapkamer kwam. Papa ging als eerste weg, en toen zij tevoorschijn kwam, deed ik net of ik op hetzelfde moment naar beneden ging voor het ontbijt.
‘Goeiemorgen, Semantha.’ Ze bleef boven aan de trap wachten.
‘Goeiemorgen.’
‘Wat zijn je plannen voor vandaag? Ik ga naar Lexington om met de vrouw van de gouverneur te lunchen,’ zei ze voor ik kon antwoorden. ‘Ik zou je wel vragen om mee te gaan, maar het is niet netjes om iemand te overvallen met een onverwachte gast.’
‘Geeft niet. Ik ga wat lezen en bij het zwembad zitten. Oom Perry stuurt me een paar schetsen van ontwerpen om te bekijken – kleren voor meisjes van mijn leeftijd; ik gaf hem vroeger altijd mijn mening erover.’
‘Leuk. Ik heb even een blik geworpen op die sector van de zaak. Hij kan wel iets gebruiken om de verkoop te bevorderen.’
We liepen naar de trap.
‘Hij wilde dat ik vandaag naar zijn kantoor zou komen, maar ik heb hem gevraagd ze naar me toe te sturen.’
‘Goed. Ik vind het prettig als je hier bent om op het huis te passen,’ zei ze glimlachend. ‘Je kent dat oude gezegde: Als de kat van huis is, dansen de muizen. Wat lees je op het ogenblik? Mijn vader was altijd kritisch op alles wat ik las. Ik moest ervoor zorgen dat het een intrinsieke waarde had en niet alleen maar amusement was.’
‘The Magic Slipper.’
‘Dat ken ik niet.’
‘Het is een moderne versie van Assepoester, die zelfs je vader een intrinsieke waarde zou toekennen, zoals jij het noemt.’
Ze lachte. ‘Dat waag ik te betwijfelen. Ik moest mijn moeder omkopen om toestemming te krijgen om Beauty and the Beast te zien.’
‘Zielig. Maar over lezen gesproken,’ zei ik toen we onder aan de trap stonden, ‘ik vroeg me af of jij misschien per ongeluk post voor mij kan hebben opgepikt.’
‘Post?’ Ze bleef even staan. ‘Wanneer?’
‘Gisteren misschien?’
‘O, weet je, misschien heb ik dat wel gedaan. Ik heb de hele stapel opgepakt en naar het kantoor van je vader gebracht. Ik heb de helft ervan nog niet gecontroleerd,’ zei ze. ‘Verwacht je post?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Waarom denk je dat ik per ongeluk iets zou hebben opgepakt dat aan jou geadresseerd was?’ vroeg ze achterdochtig.
‘Ik vroeg het me alleen maar af. Een paar van de meisjes zeiden dat ze in contact met me zouden blijven.’
Ik wist dat mevrouw Dobson had gezegd dat ze niet bang zou zijn als ik zou vertellen dat ze de aan mij geadresseerde envelop had gezien, maar tenzij ik niet anders kon, zag ik geen reden waarom ik Lucille nog meer tegen haar in zou nemen.
‘O, ik begrijp het. Nou, ga rustig naar zijn kantoor en bekijk de stapel zelf,’ zei Lucille kalm. ‘Ik wil even iets ontbijten en dan ga ik. Het was zo’n toestand met al die voorbereidingen voor het huwelijk, en alle zakelijke en sociale dingen, dat ik geen seconde de tijd heb gehad om na te denken over de post. Ik hoop dat er iets gezelligs voor je bij is,’ ging ze verder en liep door naar de eetkamer.
Of ze was een uitstekende actrice, óf ze had echt per ongeluk een brief meegenomen die voor mij bestemd was, dacht ik op weg naar het kantoor. Cassie was er al. Ze stond achter papa’s bureau.
‘Per ongeluk. Of ze is een uitstekende actrice? Je mag drie keer raden,’ zei ze. Ik negeerde haar en liep naar de stapel brieven die op het bureau lag. Ik had de helft doorgekeken toen ik de brief vond. Hij was van Ethan.
‘Ze heeft hem gelezen,’ zei Cassie. ‘Ze heeft hem opengestoomd en gelezen.’ Ik draaide de envelop om en bekeek hem aandachtig. De gegomde rand was een klein beetje gescheurd en toen ik hem in het licht hield, zag het er inderdaad uit of er wat nieuwe gom was aangebracht. Maar zolang ik geen forensisch expert had om de vingerafdrukken op de brief zelf te identificeren, kon ik er niet zeker van zijn. Ik maakte de envelop open, haalde de brief eruit en ging achter het bureau zitten om hem te lezen. Aan de datum zag ik dat hij bijna een week oud was.
Lieve Semantha,
Het spijt me dat ik je afstudeerplechtigheid heb gemist. Eerlijk gezegd, ben ik ook die van mijzelf misgelopen. Ik werd naar huis geroepen omdat mijn vader een hartinfarct had gehad. De eerste dagen was het kantje boord, en toen besloten de artsen tot een operatie en een driedubbele bypass. Alles is goed gegaan, maar ik ben de eerste weken van zijn herstel hier gebleven. Natuurlijk heb ik in die tijd mijn eigen leuen op een laag pitje gezet. Het gaat hem nu goed.
Ik hoop dat de ceremonie goed is verlopen en je familie het fijn vond erbij te kunnen zijn. Ik weet hoe moeilijk die laatste weken op Collier voor je zijn geweest, en ik had er graag voor je willen zijn.
Misschien zien we elkaar gauw weer eens. Ondanks dat maffe gedoe aan het eind, heb ik echt genoten van onze tijd samen. Laat me weten hoe het met je gaat.
Liefs, Ethan
Onder aan de brief vermeldde hij zijn e-mailadres. Ik vouwde de brief op en stopte hem weer in de envelop. Dit was wel erg onverwacht. Toen Ethan de dag van de diploma-uitreiking niet was gekomen of had gebeld, had ik aangenomen dat hij na alles wat hij over mijn verleden had gehoord en alle opschudding vanwege Ellie, niets meer met me te maken wilde hebben. Ik had hem praktisch afgeschreven, alle leuke herinneringen onderdrukt die als luchtbelletjes in een vijver naar boven dreigden te komen. Zelfs Lucilles vragen wekten geen nieuwe hoop. Ik wachtte op Cassies sarcastische of valse opmerkingen over Ethans brief, maar ze hield haar mond.
‘Was er iets voor jou bij?’ vroeg Lucille toen ik in de eetkamer kwam. Ze las de societypagina en dronk haar koffie, zittend in papa’s lievelingsstoel.
‘Ja.’ Ik legde de envelop voor me neer op de tafel.
‘O, mijn excuses. Ik heb zo lopen draven de afgelopen dagen dat het me domweg ontgaan is.’
Mevrouw Dobson kwam binnen met mijn koffie en favoriete ontbijtgranen en fruit. Lucille wachtte tot ze weg was.
‘En,’ zei ze, met een knikje naar de envelop, ‘was het goed nieuws?’
‘Min of meer. Hij was van Ethan Hunter.’
‘Die jongeman met wie je omging?’
‘Ja. Hij legde uit waarom hij niet op de diploma-uitreiking was. Zijn vader had een hartinfarct gehad, en hij moest naar huis om bij zijn moeder te zijn.’
‘Heeft zijn vader het overleefd?’
‘Ja, maar hij kreeg een driedubbele bypass.’
‘Nou, dat is dus goed nieuws,’ zei ze glimlachend. ‘Ik herinner me nog dat ik zei dat je niet te snel moest oordelen. We zijn allemaal zo impulsief als we jong zijn. We hebben het geduld niet om de dingen wat te laten betijen. Aardig dat hij je heeft geschreven. Belt hij je?’
‘Dat weet ik niet,’ zei ik, en begon aan mijn ontbijt. ‘Ik denk dat hij wil dat ik eerst iets van me laat horen. Hij heeft me zijn e-mail-adres gegeven.’
‘Ik wil je niet vertellen wat je moet doen, maar hij klinkt heel attent en niet iemand die zijn tijd wil verspillen,’ zei ze. Ze pakte de krant weer op en las verder, waarbij ze nu en dan namen hardop uitsprak en uitlegde hoe zij ze kende. Er scheen tijdens haar leven geen liefdadigheids- of amusementsgebeuren te zijn geweest dat ze niet had meegemaakt. Na het ontbijt vertelde ze me dat ze nog een hoop dingen te doen had vóór haar afspraak met de gouverneursvrouw. Ze zei ook dat zij en papa die avond weer ergens gingen dineren
‘Ik vind het afschuwelijk dat je zo veel alleen bent, Semantha,’ zei ze terwijl ze opstond om weg te gaan.
‘Dat is niet erg.’
‘Dat is het wél. Ik weet wat je hebt doorgemaakt, en ik ben bang dat alle vorderingen die je hebt gemaakt bij je therapeut weer teniet worden gedaan. Ik beloof je dat ik, zodra het me mogelijk is, meer tijd voor je zal vrijmaken. Misschien moet je Ethan even schrijven om hem te vertellen dat je geen wrok koestert of zo,’ voegde ze er glimlachend aan toe, en vertrok.
Ze is zo verwarrend, dacht ik. Soms gaf ze me het gevoel dat ze alleen maar aan zichzelf dacht, en ze uiteindelijk de familie, of wat er nog van over was, schade zou berokkenen, en soms, zoals nu, leek ze oprecht bezorgd voor mijn welzijn. Zou ze werkelijk als een oudere zus voor me kunnen zijn, een beproefde, trouwe vriendin? Moest ik haar die kans geven?
Aan de andere kant van de tafel zat Cassie op haar stoel. Ze staarde me aan en schudde haar hoofd, alsof ik een verloren zaak was. Dat had ze vaker gedaan dan ik haren op mijn hoofd had. Mevrouw Dobson kwam om Lucilles ontbijt af te ruimen.
‘Ze heeft inderdaad een brief meegenomen die voor mij bestemd was,’ zei ik en liet haar de envelop zien. ‘Ik heb niet gezegd dat u het had gezien. Ze vertelde me dat ze een stapel post had opgepakt en die nog niet had nagekeken.’
Ze zweeg. ‘En?’
‘Ik heb de stapel doorgekeken en de brief gevonden. Ze zei dat ze het per ongeluk had gedaan.’
Mevrouw Dobson ging verder met opruimen, maar bleef toen even staan, keek naar de deur en toen naar mij. ‘Ik heb heel wat deftige mensen gekend in mijn leven, miss Semantha, mensen van standing, sommigen uiterst fatsoenlijk, sommigen precies het tegenovergestelde. Die vrouw,’ vervolgde ze met een knikje naar de deur, ‘doet nooit iets per ongeluk.’
Ze ging terug naar de keuken.
Aan de andere kant van de tafel liet Cassie een brede glimlach zien.
‘Je kunt denken wat je wilt,’ zei ik, ‘maar, als iemand weet hoe het is als mensen slecht over je denken zonder harde bewijzen, ben ik het wel.’
Ze bespotte me met een gezicht vol overdreven verdriet en medelijden. Ik maakte me snel uit de voeten.
Die middag, voor ik iets anders deed, ging ik achter mijn computer zitten en tikte een paar regels aan Ethan, zoals Lucille had gesuggereerd. Ik bedankte hem voor zijn brief, stuurde mijn beste wensen voor zijn vader, en gaf duidelijk te kennen dat ik graag iets van hem wilde horen als hij de gelegenheid had me terug te mailen. Ik beschreef de diploma-uitreiking en vertelde hem iets over papa en Lucille en de plannen voor een grootse bruiloft. Ik vertelde hem ook over de nieuwe eer die papa ten deel was gevallen, maar schreef niets over Lucilles politieke ambities voor hem.
Later trok ik mijn badpak aan, pakte het boek dat ik wilde gaan lezen, en liep naar het zwembad. Beneden zag ik dat oom Ferry’s ontwerpen waren bezorgd. Ik nam ze mee naar het zwembad en ging op een ligstoel zitten.
We hadden een lichtblauw betegeld zwembad van bijna olympische afmetingen, dat aan het verste eind diep genoeg was voor een duikplank. Er was een reusachtige cabine met badkamers en vijf kleedkamers met douches. Papa had een grootbeeldtelevisie met een plat scherm laten installeren onder het dak van de schaduwrijke patio, waar een mooie blauw-met-witte keramische bar was met een volledige keuken erachter. Rechts was een ingebouwde barbecue. Verspreid rond het zwembad stond een tiental tafels met parasols, en opzij stonden nog meer tuinmeubelen met tafels.
Ik leunde achterover en dacht aan de geweldige party’s rond het zwembad met livemuziek die papa en mama jaren geleden hadden gegeven. Ik mocht tot tien uur opblijven, maar daarna liet ik de ramen van mijn slaapkamer open, zodat ik de muziek en het gelach kon horen. Sinds mama’s overlijden waren zulke party’s niet meer voorgekomen. Ik stelde me voor dat Lucille wel wat party’s zou geven als zij en papa getrouwd waren, maar wat ze ook deed en hoe schitterend die feesten ook waren, voor mij konden ze nooit meer zo zijn als vroeger.
Ik begon oom Perry’s nieuwe ideeën te bestuderen voor de tienermode in de Heavenstone-lijn. Sommige tekeningen deden me denken aan de outfits die de meisjes op Collier droegen. Verder had hij een lijst opgesteld van mogelijke tijdschriften waarin hij wilde adverteren. Hij vroeg me te overwegen welke het meest effectief zouden zijn. Ik las niet één tijdschrift, maar een aantal ervan had ik gezien in het studentenhuis. Hij voegde er een kort briefje bij, waarin hij opnieuw schreef dat hij hoopte dat ik op zijn afdeling zou komen werken.
Ik was juist tot de conclusie gekomen dat ik daar wel wat voor voelde toen de telefoon ging. Ik zag dat het mijn privélijn was. Ik nam aan dat het papa was en nam snel op.
‘Hoi, bedankt voor je e-mail,’ hoorde ik Ethan zeggen. ‘Er schijnt een hoop te doen te zijn op Heavenstone. Hoe gaat het met je?’
‘Oké,’ zei ik. Het duizelde me. Hoe kwam hij aan mijn telefoonnummer? Ik kon me niet herinneren dat ik het in mijn e-mail vermeld had of het hem gegeven had toen we in Albany waren. Ik wilde niet geërgerd klinken, dus vroeg ik het niet. ‘Hoe gaat het met je vader?’
‘O, eigenlijk heel goed sinds de bypass. We hebben hem eindelijk zover gekregen dat hij stopt met roken. Feitelijk zijn we allemaal zelf onze ergste vijand. En, wat zijn je plannen? Ga je naar college?’
‘Misschien ga ik voor mijn oom Perry werken. Hij heeft de leiding over een aantal dingen, ook tienermode die onder ons handelsmerk op de markt komt.’
‘Klinkt heel interessant. Ik heb altijd het gevoel gehad dat je op een of andere manier bij het imperium van je vader betrokken zou raken. Ik kan het je niet kwalijk nemen.’
‘En jij?’
‘O, zoals ik je zei, ik neem rustig de tijd om mijn keus te maken. Na alles wat er gebeurd is, vind ik dat ik wel een adempauze kan gebruiken voor ik eventueel een baan ga zoeken.’
‘Wat rust kun je vast wel gebruiken. Soms lijkt het allemaal veel te snel te gaan.’
‘Ja. Dat is eigenlijk de ware reden waarom ik zo blij was van je te horen.’
‘O?’
‘Ik zat erover te denken naar Kentucky te komen. Ik ben daar nog nooit geweest. Misschien kan ik een paar dagen bij jou in de buurt blijven en kunnen we elkaar ontmoeten. Wat vind je daarvan?’
Mijn hart begon te bonzen bij het denken aan de mogelijkheden. Na wat Cassie had gedaan en de geboorte van mijn dochtertje, dacht ik dat de kans op een vaste relatie vrijwel nihil was. Ethans eerste reactie op mijn onthullingen had me ervan overtuigd dat ik gelijk had, en het feit dat hij niet op de diploma-uitreiking was gekomen of gebeld had, had me in die overtuiging gesterkt. Waarschijnlijk was ik daarom zo onwillig weer deel te nemen aan het sociale leven, hoe Lucille er ook op aandrong.
Nu vroeg ik me af of ik me zou kunnen vergissen. Kon ik aan dr. Ryans commentaar voorbijgaan dat ik weer ‘enigszins’ normaal kon worden? Was het mogelijk dat ik ook een gelukkig leven zou kunnen hebben? Als papa na al die tragedies weer optimistisch en hoopvol kon zijn, waarom ik dan niet?
‘Dat lijkt me een fantastisch idee, Ethan. Je zou hier kunnen logeren. We hebben ruimte in overvloed.’
‘Weet je het zeker? Zou je vader dat goedvinden?’
‘O, natuurlijk wel. Maar als je het prettiger vindt, zal ik het hem vragen zo gauw ik de kans krijg, en dan bel ik je.’
‘Geweldig, Semantha. Ik kijk ernaar uit je weer te zien.’
‘En ik kijk ernaar uit jou weer te zien.’
‘Oké, ik wacht op je telefoontje. Tot gauw.’
‘Wacht even.’
‘Wat is er?’
‘Je vergat me je telefoonnummer te geven.’
Hij lachte. ‘Ik denk dat ik zo opgewonden was dat mijn hersens niet meer werkten,’ zei hij, en gaf me het nummer.
Toen ik ophing besefte ik dat Ethan, omdat Lucille per ongeluk mijn brief in de grote stapel post had begraven, had kunnen denken dat ik niets meer met hem te maken wilde hebben. Ik had het aan mevrouw Dobson te danken, maar ik was te opgewonden om kwaad of verontwaardigd te zijn. Ik probeerde meteen mijn vader te bellen op zijn werk. Hij was in vergadering, dus moest ik bijna een halfuur wachten, maar eindelijk belde hij, blijkbaar bang dat er iets mis was. Toen ik hem vertelde wat ik wilde, begon hij te lachen.
‘Natuurlijk is hij welkom,’ zei hij. ‘Ik zal het meteen aan Lucille vertellen. Ze maakte zich meer zorgen over je dan ik. Ze zal blij zijn te horen dat je weer iets aan je sociale leven doet.’
‘Dank je, papa.’
‘Tot straks,’ zei hij.
Zodra hij had opgehangen, belde ik Ethan.
‘Fijn,’ zei hij, toen ik hem vertelde dat mijn vader hem graag wilde leren kennen. ‘Weet je, ik denk dat ik met het vliegtuig kom in plaats van met de auto, dan kan ik er morgen aan het eind van de middag zijn. Ik huur een auto op de luchthaven.’
‘Heus?’
‘Ja, heus. Ik zal je de tijden e-mailen, zodat je precies weet wanneer je me kunt verwachten. Ik popel van verlangen om jou te zien en je vader te leren kennen.’
Zodra ik had opgehangen voelde ik me doodzenuwachtig. Er was zoveel te doen voordat Ethan kwam. Welke slaapkamer zou hij willen? Wat zouden we samen kunnen doen? Wat zou ik hem kunnen laten zien?
Wacht maar tot hij mijn auto ziet, dacht ik. Natuurlijk zou ik hem laten rijden.
Ik was nu zo opgewonden dat ik bang was dat mijn zenuwen me de baas zouden worden. Haastig pakte ik mijn spulletjes en liep terug naar het huis om met mevrouw Dobson te praten. Toen ze hoorde dat Ethan zou komen en ik hem beschreef en vertelde wie hij was, was ze opgetogen.
‘Hij lijkt me heel aardig.’ Ze dacht even na. ‘Ik zou zeggen dat de logeerkamer naast jouw kamer het meest geschikt is. Die heeft het mooiste uitzicht op de achterkant van het landgoed. Maar Doris en ik zullen hem wel in gereedheid moeten brengen. We zijn al een paar weken niet meer in die kamer geweest, al weet ik zeker dat er alleen maar wat stof zal liggen. We gaan meteen aan de slag, Semantha. En ik neem aan dat je ook een etentje wilt plannen.’
‘Een etentje? O, ja! Kun je iets Italiaans maken? Ethan is dol op de Italiaanse keuken.’
‘Mijn werkgever, die een huis had in Mayfair in Londen, was altijd een fan van mijn kreeft Alfredo. Ik had het recept gekregen van de kok van zijn favoriete Italiaanse restaurant. Hij zei dat ik het nog beter klaarmaakte dan de kok zelf, en hij was niet iemand die gul was met complimentjes. Meer zal ik er niet over opscheppen,’ voegde ze eraan toe.
‘Klinkt perfect.’
‘Maar misschien kun je het beter eerst even overleggen met je vader en mevrouw Bennet.’
‘Papa houdt van kreeft. Ik weet zeker dat ze het goed zullen vinden. Als zij er niet zijn, neem ik dat soort beslissingen,’ zei ik, denkend aan wat Lucille tegen me had gezegd. Dit was immers wat ze wilde, dat ik de leiding op me nam in huis, zodat zij haar aandacht en tijd kon wijden aan de zaak? Bovendien vond ik het een prettig gevoel om de leiding te nemen, vooral zo vlak voor Ethans komst.
‘Oké. Ik zal naar de markt moeten, dus weet je het zeker?’
‘Ik weet het zeker.’
‘We zullen ook een speciaal dessert maken,’ zei mevrouw Dobson. ‘Dank u.’
‘Ik moet zeggen, miss Semantha, dat dit de eerste keer is sinds je school is afgelopen en je weer thuis woont, dat ik weer wat kleur zie in dat mooie gezichtje van je. Ik denk dat die jongeman heel wat meer voor je betekent dan je laat blijken,’ zei ze plagend.
Ik voelde dat ik bloosde.
‘Goed zo. Blijf zo opgewonden en enthousiast als je wilt,’ voegde ze eraan toe.
‘Ik moet gaan uitzoeken wat ik morgen aan zal trekken!’ riep ik uit, en liep haastig de deur uit, gevolgd door haar lach. Ik holde de trap op met het gevoel dat ik weer twaalf was toen ik alles wat er in ons huis gebeurde spannend vond. Dat wil zeggen, tot Cassie me te pakken kreeg. Dan zei of deed ze iets wat me weer met twee benen op de grond terecht deed komen.
‘Doe eens niet zo luchthartig en oppervlakkig,’ zei ze dan. ‘Wij zijn de zusjes Heavenstone.’
Ze wist mijn vrolijkste en opwindendste momenten op de vlucht te jagen. Zelfs mama bekritiseerde haar als ze haar zo tegen me hoorde praten.
‘Laat haar toch lekker jong zijn,’ zei ze dan.
‘Jong is tot daar aan toe, stom is heel wat anders,’ was Cassies antwoord. Ze liet zich nooit intimideren, niet door mama en niet door onze docenten. Alleen papa kon haar beteugelen en haar scherpe tong bedwingen. Zijn goedkeuring en afkeuring waren de enige volwassen reacties die ze belangrijk vond.
In ieder geval was ik vastbesloten me nu niet door haar te laten beïnvloeden. Ik zou haar negeren als ze tevoorschijn kwam en mijn oren dichtstoppen als ze iets zei. Ze moet het hebben geweten, want de rest van de dag fluisterde ze zelfs niet tegen me. Vlak voor het eten vond ik Ethans e-mail op mijn computer. Hij vertrok vroeg genoeg om tegen drie uur ’s middags bij ons te zijn. Ik brandde van verlangen het iedereen te vertellen tijdens het eten, en ook mevrouw Dobson, die me verzekerde dat alles in de logeerkamer in gereedheid gebracht was.
Papa leek plezier te hebben over mijn enthousiasme en blij te zijn voor me. Ik zag dat hij en Lucille veelbetekenende blikken uitwisselden, die me niet duidelijk waren, tot papa aankondigde dat hij op Lucilles voorstel geregeld had dat ik Ethan overmorgen een rondleiding zou geven door ons warenhuis in Lexington.
‘Dat lijkt me geweldig, papa. Bedankt.’
‘Ik wou dat ik de eer ervoor kon opeisen, maar het was helemaal Lucilles idee.’
‘Dank je, Lucille.’
‘Graag gedaan. Ik ben blij dat alles goed voor je is afgelopen. Een romantische teleurstelling is zo ingrijpend als je zo jong bent als jij.’
‘Wil je ons soms vertellen dat jij die hebt meegemaakt?’ vroeg papa op plagerige toon.
‘Laten we zeggen dat ik er een paar heb veroorzaakt,’ antwoordde ze. Ze moesten allebei lachen.
Zoveel in me verzette zich ertegen, maar ik kon er niks aan doen, ik was blij voor hen, blij met de manier waarop ze elkaar aankeken, elkaars hand vasthielden, zachtjes praatten en lachten, of alleen maar naar elkaar keken. Was het vroeger ook zo met mama? Ik voelde me schuldig dat ik het me zelfs maar afvroeg.
Die avond ging ik naar bed in de verwachting dat ik zou dromen van Ethan, zijn ogen, zijn glimlach, zijn fantastische kussen, en me zou voorstellen dat we ons net zo zouden gedragen als papa en Lucille. Ik had geen enkele gedachte meer had gehad in de trant van Cassie sinds ik had gehoord van Ethan. Ze was er zo zeker van dat het voorbij was, dat hij een Heavenstone onwaardig was. Misschien gedroeg ik me nu een beetje te zelfgenoegzaam, te overmoedig, en ergerde ze zich daaraan, maar toen ik in bed lag en mijn hoofd op het kussen legde, dat naar ik hoopte een bron zou worden van prettige dromen waaruit ik kracht zou kunnen putten, wist ik zeker dat ik haar hoorde fluisteren: ‘Doe niet zo naïef. Er is iets mis.’
Uit mijn ooghoek zag ik haar naast mijn bed knielen, maar ik reageerde niet. In plaats daarvan draaide ik haar mijn rug toe en begroef me halsoverkop in mijn fantasieën.
Vanaf het moment dat ik opstond rende ik als een bezetene rond. Ik was te opgewonden om trek te hebben, maar mevrouw Dobson stond erop dat ik fatsoenlijk at. Ze gaf me een knipoog en zei: ‘Iets zegt me dat je al je energie nodig zult hebben.’
Ik probeerde bezig te blijven. Ik wilde lezen, maar mijn blik dwaalde voortdurend af en mijn oren waren gespitst op elk geluid dat erop wees dat er iemand aankwam. Overdag werden er voortdurend dingen bezorgd, en door de omvang van ons terrein waren er mannen constant aan het werk in de tuin, bij het zwembad en met het dagelijks onderhoud. Twee keer holde ik de trap op en inspecteerde de logeerkamer waar Ethan zou slapen, om me ervan te overtuigen dat er genoeg handdoeken en washandjes waren, maar mevrouw Dobson had te veel ervaring om iets te vergeten. Ze had zelfs nieuwe tubes tandpasta in het kastje gelegd en nieuwe, nog niet uitgepakte stukken zeep op de wastafel en in de douche.
Ik dwong me de kipsalade te eten die mevrouw Dobson voor mijn lunch had klaargemaakt, en toen ging ik een lange wandeling maken om mijn bonzende hart en gespannen verwachting tot rust te brengen. Allerlei vragen tolden door mijn hoofd. Was ik in enig opzicht veranderd? Zou hij naar me kijken en denken: Wat haalde ik me in mijn hoofd haar hier te komen opzoeken? Zou dit alles, het landgoed van de Heavenstones, hem intimideren en hem van me doen afkeren? Toen ik jonger was, dachten de meeste meisjes en jongens dat we te hoog op de sociale ladder stonden. De meisjes dachten dat ik op hen en hun huizen neerkeek, en de jongens dachten dat ik mezelf als een soort prinses beschouwde. Hoe nonchalant ik ook deed over onze roem en rijkdom, ze konden het niet van zich afzetten. Natuurlijk was Cassie van mening dat als ze dat niet konden, het ook niet was voorbeschikt, en dat ik sowieso weinig of niets met ze te maken moest hebben. Ze bleef maar hameren op onze verantwoordelijkheid jegens de reputatie van de Heavenstones. Of ik het wilde of niet, ze dwong me te denken dat ik beter was dan de meeste mensen.
Het was voor Ethan iets heel anders om me te leren kennen en met me om te gaan op Collier – ver van ons landgoed en het imperium van de Heavenstone-warenhuizen – dan door onze indrukwekkende ingang te rijden, over onze lange oprijlaan met de prachtige tuinarchitectuur en mooie lantaarns, het oog gericht op het immense huis. Plotseling was ik bang hem mijn dure verjaardagscadeau te laten zien. Die auto zou zijn gehuurde vehikel overschaduwen. En in het omgekeerde geval? Als ik zijn vader zou ontmoeten, zou ik natuurlijk denken dat hij me niet goed genoeg vond voor zijn zoon.
Mijn elkaar afwisselende golven van opgetogenheid en spanning ebden weg. Ik verviel in een van mijn karakteristieke depressies en plofte neer op de stoel bij het zwembad, staarde naar het water en dacht: Hij zal hier in een oogwenk in en uit zijn, allerlei excuses verzinnen om zo snel mogelijk weg te kunnen. Dit wordt een ramp. Juist toen ik me op de bodem van die donkere put bevond, ging de telefoon. Ik was nog nooit zo blij geweest oom Perry’s opgewekte stem te horen.
‘Ik verlang ernaar die knaap te leren kennen. Ik heb gezien hoe gespannen je keek tijdens de diploma-uitreiking en hoe teleurgesteld je was toen hij niet kwam,’ begon hij. ‘Iedereen die dat licht in je ogen tevoorschijn kan toveren heeft mijn zegen.’
‘Ik wou dat je vanavond hier was, oom Perry.’
‘Ik had willen komen, maar een goede vriend van me viert zijn vijftigste verjaardag. Het is een speciale dag voor hem en…’
‘O, ik begrijp het.’
‘En jullie komen morgen bij mij, hè?’
‘Ja.’
‘Goed, probeer er vroeg te zijn, zodat ik met jullie allebei kan gaan lunchen. Ik weet dat je vader en Lucille voor ’s avonds een diner hebben geregeld, en het leek me beter als jullie met z’n vieren waren.’
‘Jij bent meer een deel van de familie dan zij ooit zal zijn,’ zei ik.
Hij zweeg even. Toen zei hij: ‘Ik waardeer het dat je dat zegt, Semantha, maar laat haar nooit merken dat je er zo over denkt. Ze wordt de vrouw van je vader.’
‘Dat weet ik,’ zei ik.
Hij lachte. ‘Het doet me goed te horen dat je je zo zenuwachtig maakt over een jongen. Ik bedoel, een jongeman. En hoe zit het met mijn ontwerpen? Ik durf te wedden dat je er zelfs nog niet naar gekeken hebt.’
‘Dat heb ik wél gedaan. Ik vind ze geweldig. Ik zal ze morgen meenemen met de lijst van tijdschriften die ik weet dat meisjes van mijn leeftijd lezen.’
‘Dank je, Sam. Ik wens je een heel prettige avond. Ik hou van je en ik wil dat je gelukkig bent.’
De tranen sprongen in mijn ogen. Ik bedankte hem en hing op. Zijn telefoontje was precies wat ik nodig had. Mijn enthousiasme en verwachting kwamen in volle vaart terug. Ik ging er weer tegenaan en rende rond in huis, tot mevrouw Dobson vriendelijk opmerkte dat ik me misschien wel wat zou willen optutten. Het was bijna drie uur!
Ik holde naar mijn kamer om te doen wat ze zei. Vervolgens ging ik voor het raam staan en staarde naar de ingang van het landgoed. Als mensen zenuwachtig zijn, zeggen ze dat ze vlinders in hun buik hebben. Mij leek het meer of ik een zak vol knikkers had ingeslikt, die nu in me rondrolden.
Toen ik zag dat het hek openging en een onbekende auto naar binnen reed, snakte ik naar adem en kon me even niet verroeren. Toen schoot ik zo snel naar beneden dat ik op de laatste paar treden bijna mijn enkel verzwikte. Ik hoorde mevrouw Dobson lachen, maar rende verder naar de voordeur en naar de trap van de veranda. Ethan parkeerde achter mijn auto en stapte langzaam uit. Hij droeg een dun hemd van geel katoen en met korte mouwen, en een spijkerbroek. Hij stond niet stom met open mond om zich heen te kijken, maar het was duidelijk dat hij diep onder de indruk was, en hij draaide zich langzaam om teneinde alles te overzien. Eindelijk zag hij me staan en lachte.
‘Hoi!’ riep hij en kwam naar me toe.
Ik liep langzaam de trap af. Ik zei niets. Hij lachte en zoende me, alsof we de laatste scène speelden van een romantische film, een lange, innige kus.
‘Je ziet er fantastisch uit,’ zei hij. Toen lachte hij weer. ‘Wat is er? Heb je je tong verloren?’
‘Ik kan gewoon niet geloven dat je er echt bent.’
Hij knikte, keek omhoog naar het huis en zei: ‘Ik ook niet. Je hebt niet overdreven. Het lijkt echt een paleis.’
‘Het is maar het huis waar ik woon,’ zei ik.
‘Nou, iets zegt me dat het wel wat beter is dan het motel waar ik mijn intrek had willen nemen als ik hier kwam. Maar het is leuk zoals je het omschrijft,’ ging hij verder. ‘Ik zal mijn koffer even pakken.’
Ik volgde hem naar de gehuurde auto. Hij pakte zijn koffer en bleef even staan om mijn auto te bewonderen.
‘Een Aston Martin,’ zei hij. ‘Hebben jullie nog meer bezoek?’
‘Nee, dat is mijn auto. Mijn eindexamencadeau.’
‘Dat meen je niet.’
‘Maak er niet zo’n ophef van,’ zei ik, en deed net of ik me ergerde.
‘Morgen mag jij erin rijden. We gaan naar Lexington om het warenhuis te bezichtigen, we lunchen met mijn oom en dineren met mijn vader en Lucille.’
‘Hm, in dat geval zal ik mijn afspraak met de president annuleren.’
‘Dat zou ik maar doen,’ zei ik. Lachend sloeg hij zijn arm om me heen toen we de trap opliepen en naar binnen gingen.
Ik merkte het pas toen ik hem had voorgesteld aan mevrouw Dobson en Doris en nadat ik hem zijn kamer had gewezen, maar het was iets dat ik de hele dag al gevoeld had.
Cassie was verdwenen.
En in mijn hart hoopte ik dat het voorgoed zou zijn.