9

Politiek

 

Lucille beklaagde zich bij papa over haar crème zodra hij die middag thuiskwam. Na met mevrouw Dobson en Doris te hebben gesproken, kwam hij naar mijn kamer. Hij was van streek en liep te ijsberen omdat hij dacht dat een van hen loog. Dat kon ik niet over mijn kant laten gaan.

‘Het is allemaal een stom misverstand, papa. Dat wéét ik.’

‘Wat bedoel je? Hoe kun je daar zo zeker van zijn?’

‘Toen Lucille en jij vertrokken waren, heb ik een kleine rondgang gemaakt door het huis. Ik wilde zien of er veranderingen waren aangebracht in huis sinds Lucille hier is komen wonen. Ik wilde jullie niet bespioneren of zo, maar ik ging naar jullie slaapkamer. Ik dacht aan de veranderingen waar Cassie voor had gezorgd, en ik dacht aan mama.’

Hij staarde me even aan en deed toen een stap naar voren. ‘Heb jij die crème van haar toilettafel gestoten? Is dat wat je me wilt vertellen?’ vroeg hij.

‘Nee.’ Ik schudde heftig mijn hoofd. ‘Ik heb niets op die toilettafel aangeraakt.’

‘Wat wil je dan zeggen, Semantha? Waarom noem je dit een stom misverstand en weet je het zo zeker?’

‘Ik heb geen gebroken potje op de grond zien liggen, en mevrouw Dobson en Doris waren al in die kamer geweest om hun werk te doen, zoals elke ochtend. Toen ik boven was, waren zij beneden alweer druk bezig.’

Hij dacht even na en schudde toen zijn hoofd. ‘Ik heb die pot gezien. Hij was gebroken. Ik begrijp niet wat je bedoelt, Semantha. Zeg op. Wat wil je nou precies zeggen?’

‘Ik denk dat Lucille hem per ongeluk zelf eraf heeft gestoten toen ze terugkwam en het zich niet bewust was.’

Eerst, toen zijn mond open- en dichtging, dacht ik dat hij nog kwader zou worden, maar tot mijn verbazing glimlachte hij.

‘Lucille zou het zelf hebben gedaan? Je weet niet hoe belachelijk dat klinkt, Semantha. Om te beginnen had ze, als ze die pot per ongeluk eraf had gegooid, hem kapot horen vallen, en verder, als er iets is waarvan we Lucille nooit kunnen beschuldigen, dan is het dat ze niet goed oplet en verstrooid is. Het is gewoon onmogelijk dat ze zoiets zou doen zonder het te beseffen. Zij niet. Ik heb nog nooit iemand gekend die zoveel aandacht voor detaals heeft als zij.

‘Ik zeg alleen maar dat ik geen gebroken potje heb gezien, papa, en -’

‘Blijkbaar is mevrouw Dobson of Doris terug geweest in de kamer zonder dat jij het gemerkt hebt en heeft een van hen een ongelukje gehad. Misschien heeft Doris de tissuehouder bijgevuld of vervangen of zoiets.’

‘Ze zouden geen van beiden zoiets verbergen, papa. Ze zouden het onmiddellijk opbiechten.’

‘Er is geen andere oplossing, Semantha. Ik heb ze allebei een waarschuwing gegeven. Ze weten dat ik erg van streek ben. Ik wil eerlijkheid in dit huis. Voor mij is dit huis een tempel, en bedrog of oneerlijkheid wordt hier niet getolereerd.’

Waar was je toen Cassie nog leefde? wilde ik vragen, maar ik durfde het niet.

‘Voorlopig zullen we het hierbij laten, maar als er weer zoiets gebeurt, vertrouw ik erop dat jij bij me komt en me op de hoogte stelt. Ik wil aan ons drieën denken als aan een eenheid. Wat met een van ons gebeurt, gebeurt met ons allemaal, snap je? Begrijp je dat echt?’ vroeg hij nadrukkelijk en keek me scherp aan.

‘Ja, papa.’

‘Oké. Ik heb al een nieuwe pot voor haar besteld. Die zal vannacht worden verstuurd en morgen hier zijn. Ik wil er verder geen woord meer over horen.’

‘Goed,’ zei ik. Hij knikte en liep naar de deur. ‘Papa.’

‘Ja?’

‘Door al die opwinding ben ik het vergeten. Gefeliciteerd met je verkiezing tot Kentucky Citizen of the Year. Lucille heeft het me verteld.’

‘O, ja? Bedankt, Semantha. Het zal een heuglijke plechtigheid zijn voor ons allemaal.’ Hij glimlachte. ‘Ik geloof dat Lucille enthousiaster was dan ik.’ Hij liet zijn kin zakken en sloeg zijn ogen naar me op. ‘Ik denk dat zij en haar vader er iets mee te maken hebben gehad. Hoe dan ook. Het is een mooi huwelijkscadeau. We zullen het er tijdens het eten vast nog wel over hebben.’

Zodra hij weg was, verscheen Cassie in de deuropening. Ze keek hem na en draaide zich toen om naar mij.

‘Wat een stommeling is hij nu geworden. Als zij iets te maken had met zijn uitverkiezing, dan was het niet voor hem, maar voor haarzelf Ze zal alles doen om hoger op de sociale ladder te komen, daarvoor zal ze zelfs op zijn rug gaan staan. En jij hebt de moed niet hem dat te vertellen. Hij gedraagt zich meer als een devote bediende dan als een verloofde. Je -

Ik liep naar voren en deed de deur voor haar neus dicht.

Later, toen ik naar beneden ging, zag ik Lucille in haar eentje zitten op de patio aan de achterkant. Ze dronk een glas wijn en las in een groot aantekenboek. Ik was niet van plan bij haar te gaan zitten, maar ze draaide zich met een ruk om alsof ze kon voelen dat ik naar haar stond te kijken. Omdat ik niet wilde dat ze zou denken dat ik haar bespioneerde of zo, liep ik door de openstaande terrasdeuren naar haar toe. Het was een mooie schemeravond, met hier en daar melkwitte wolkjes, zo stil dat ze geschilderd leken op de donker wordende fluwelige lucht. Mama noemde dat de Nacht der Engelen en vertelde Cassie en mij dat de stralende sterren die in de lucht verschenen en steeds helderder werden, de ogen waren van de engelen die op ons allen neerkeken om te beslissen wie ze zouden helpen.

‘Als je heel goed kijkt,’ zei ze, ‘kun je ze zien.’

Cassie vond dat belachelijk, maar zelfs vandaag nog zou ik er een eed op kunnen doen dat ik inderdaad engelen zag.

Lucille glimlachte. ‘Ik ben blij dat je naar buiten bent gekomen, Semantha. Ga zitten,’ zei ze, en wees naar de stoel tegenover haar.

Toen ik zat, zag ik dat het aantekenboek van de weddingplanner was. Ze sloeg het snel dicht.

‘Het spijt me dat je me vandaag zo kwaad hebt meegemaakt,’ zei ze. ‘Geloof me, dat is niet mijn normale optreden tegen bedienden of welke werknemer dan ook.’

Ze nam een slokje wijn. Ik wist niet goed wat ze verwachtte dat ik zou zeggen, dus hield ik mijn mond.

‘Ik vind het bewonderenswaardig dat je je geroepen voelt mevrouw Dobson en Doris te verdedigen. Per slot kennen ze jou veel langer dan mij. Loyaliteit is heel goed als die gericht is op de juiste personen.’

Ik besefte dat papa haar moest hebben verteld wat ik tegen hem gezegd had. Het was geen echt verraad, maar het maakte me wél duidelijk hoe vastbesloten hij was toen hij zei dat we geen geheimen voor elkaar mochten hebben. Ik realiseerde me dat hij me ervan wilde doordringen dat het nooit hij en ik aan één kant en Lucille aan de andere kant zou zijn.

‘Mevrouw Dobson en Doris breken nooit iets, en zelfs al zouden ze het een keer doen, dan zouden ze er niet om liegen,’ zei ik.

Ze schudde haar hoofd en glimlachte weer. ‘Semantha, Semantha, ik benijd je om je onschuld, vooral als ik eraan denk wat je in je jonge leven al hebt meegemaakt. Ook ik wilde zo graag leven in een wereld vol zuurstokken en lolly’s, een wereld vol eerlijke en oprechte mensen. Het is vreselijk als je beseft hoe weinig mensen je maar echt kunt vertrouwen. Sommigen kunnen dat niet aan en brengen hun leven door met de kop in het zand. Ik stelde me ze altijd voor als oud en moe en eenzaam, niet meer in staat te rationaliseren of de andere wang toe te keren. Het moet voor hen veel moeilijker zijn dan voor de rest van ons, die volwassen en vroeg genoeg in ons leven de werkelijkheid onder ogen leren zien om pijn en verdriet te vermijden.’

Ze hield haar hoofd schuin en veranderde de toon van haar stem, alsof ze nu tegen een klein kind sprak.

‘Denk je dat je vader dit alles bereikt heeft met naïviteit en vermijding van de werkelijkheid? Nauwelijks. Hij is een van de emotioneel meest stabiele en sterkste mannen die ik ooit heb gekend, en daarom, buiten zijn andere geweldige eigenschappen, houd ik zoveel van hem.’

‘Noch mevrouw Dobson, noch Doris, heeft ooit over iets tegen mijn vader of mij gelogen,’ hield ik vol. Ik zou nooit iets anders zelfs maar in overweging nemen, wat ze ook zei.

‘Je mag geloven wat je wilt,’ zei ze. ‘Ik wil alleen dat je je plaats begrijpt in dit historische en belangrijke huis en in deze familie. Het is goed om je personeel fatsoenlijk en rechtvaardig te behandelen, maar het is iets heel anders je tot hun niveau te verlagen. Er moet een professionele afstand zijn tussen jou, mij, je vader, en hen, Semantha. Sommige bedienden zijn zich heel goed bewust van die afstand, en hoe ze ook glimlachen of tegen je spreken, in feite haten ze het om je op je wenken te moeten bedienen.’

‘Maar…’

‘En er zijn er ook die zich niet eens realiseren hoe erg ze het vinden om bediende te zijn. Zo komen mevrouw Dobson en Doris bij me over.’ Haar gezicht verhardde, haar ogen werden ijskoud en glashard. ‘Ik ben ook opgegroeid met huispersoneel, en de meeste vriendinnen van me ook. Ik kan personeel onmiddellijk beoordelen. Ik weet niet zeker of mevrouw Dobson en Doris zijn opgewassen tegen het werken in zo’n vooraanstaand huis, voor zo’n belangrijke familie.’

‘O, maar dat zijn ze absoluut!’ riep ik uit. ‘Mevrouw Dobson heeft gewerkt bij lords en lady’s in Londen.’

‘Titels kunnen worden gekocht, en sommige zijn zo twijfelachtig dat ze grenzen aan ridiculiteit.’

‘Hoe dan ook. Mevrouw Dobson is meer dan een oma voor me geweest en -’

‘Dat is nou precies wat ik wil zeggen,’ viel ze me in de rede. ‘Een bediende is geen lid van je familie, Semantha.’ Ze ontspande haar schouders en glimlachte weer. ‘Maar laten we het daar nu niet over hebben. Er zijn veel te veel belangrijkere dingen om over te praten. We moeten het huwelijk en de receptie zo goed mogelijk organiseren.’ Ze keek op haar horloge. ‘Manglesthorpe, mijn weddingplanner, komt straks. We hebben tijd genoeg voor we gaan eten. We zullen over het terrein lopen en alles regelen en een plek geven. Ik wil graag dat je met ons meeloopt. Hier.’ Ze schoof het aantekenboek over de tafel naar me toe. ‘Bekijk het serviesgoed maar even, en als je een suggestie hebt, laat het dan vooral weten. Ik wil de dingen graag door jongere ogen zien. Soms geeft onschuld je een verrassend nieuwe kijk op de dingen.’

‘Waarom vraag je mijn vader niet je hier bij te helpen?’

‘Waarom? Doodeenvoudig. Hij heeft alles op mij afgeschoven, wat ik prima vind,’ zei ze glimlachend. ‘Ik hoop alleen maar dat ik aan zijn verwachtingen beantwoord. Jouw mening is erg belangrijk voor me, Semantha, niet alleen over de bruiloft, maar ook over de manier waarop het huis zal worden gerund.’

‘Het huis?’

‘We zullen dingen moeten veranderen omdat de tijd en onze behoeften veranderen, toch?’

‘Waarschijnlijk wel, ja,’ antwoordde ik, al had ik geen flauw idee wat ze bedoelde met ‘onze behoeften’. Het leek me dat er al heel goed werd gezorgd voor de behoeften van mij en mijn vader. ‘Maar papa houdt niet erg van veranderingen in huis.’

‘O, geen dramatische veranderingen, niets dat afbreuk zou doen aan het Heavenstone-imago of zo, maar een huis is meer dan een collectie meubelen, beelden en schilderijen. Dit is als een levend, ademend dier.’ Haar ogen versmalden. ‘Dat is feitelijk de reden waarom ik voorstelde om de tijd te nemen voor je beslissing ten aanzien van je toekomst en niet halsoverkop te besluiten voor de zaak te gaan werken. Ik zal in en buiten het huis een hele hoop te doen hebben, en ik zal afhankelijk zijn van jouw interesse en je alertheid op wat er in het huis omgaat.’

Waar had ze het over? Interesse, en alertheid – op wat? Noch papa, noch ik of zelfs Cassie had het runnen van een huishouden ooit zo gecompliceerd gevonden.

Ze dronk haar glas leeg. ‘Kijk intussen het boek van de weddingplanner door. Ik ga gauw naar binnen om andere schoenen aan te trekken. We hebben nog tijd voor het donker wordt, maar ik weet zeker dat ik een hak breek als ik over het grasveld ga slenteren.’

Ze stond op en boog zich naar me toe om me een zoen op mijn wang te geven.

‘Ik ben zo blij dat we dit babbeltje hebben gehad. Ik verheug me enorm op al onze toekomstige intieme gesprekken. We zullen elkaars vertrouweling zijn en in de kortste keren onze diepste geheimen aan elkaar toevertrouwen.’

Ze draaide zich om en liep haastig naar binnen. Een ogenblik later voelde ik dat Cassie naast me stond. Ik keek haar niet aan en nam het woord voordat ze iets kon zeggen.

‘Dat is het soort vrouw dat jij zou zijn geworden,’ zei ik.

Toen ik me omdraaide, was ze verdwenen.

Nog geen tien minuten later hoorde ik mevrouw Dobson meneer Manglesthorpe begroeten. Lucille kwam ijlings de trap af en stelde hem aan me voor.

‘Ik heb meneer Manglesthorpe gevraagd nu te komen, wat ongeveer de tijd is waarop de receptie zal beginnen,’ legde ze uit. ‘Dat is de beste manier om te zien hoe het zal worden.’

‘Laten we hopen dat we net zo’n mooie avond zullen hebben als deze avond belooft te zijn,’ zei hij, meer tegen mij dan tegen Lucille. ‘Maar ik heb in ieder geval voor grote tenten gezorgd.’

‘Het zal niet durven regenen. Semantha en ik zullen het niet toestaan, hè, Semantha?’

Ik knikte. Normaal zou ik het een maffe opmerking hebben gevonden, maar Lucille klonk en keek alsof ze echt geloofde dat ze het weer haar wil kon opleggen.

We begonnen aan de wandeling over het terrein. Het gaf me een nogal raar gevoel achter Lucille en Manglesthorpe aan te hobbelen, zelfs al draaide Lucille zich nu en dan naar me om en vroeg: ‘Ben je het ermee eens?’

Mij maakte het weinig uit of de bar met softdrinks vlak bij de tweede bar stond of niet. Ik was het ook beslist niet oneens met hun besluit om de tafels in een U-vorm te plaatsen, zodat meer mensen het podium konden zien, en wat voor gecompliceerds was er aan de plek voor het altaar om te voorkomen dat de gasten in de zon keken?

Maar ik was verbaasd toen ze tegen Manglesthorpe zei dat de dansvloer vóór het podium moest worden opgesteld, zodat ik me meer betrokken zou voelen bij de activiteiten.

‘Ik wil niet dat iemand aan de kant komt te staan op deze bruiloft, vooral niet de jonge mensen. We willen er middenin zitten, hè, Semantha?’

‘Ja,’ zei ik snel, al had ik geen idee hoe ik er middenin zou kunnen zitten. Ze glimlachte naar me alsof zij iets wist wat ik niet wist.

Later, tijdens het eten, beschreef Lucille de arrangementen voor de bruiloft aan papa, en liet het weer voorkomen alsof ik wezenlijk deel uitmaakte van de genomen beslissingen. Papa was in een veel betere stemming en prees alles wat Lucille had besloten. Het enige moment waarop hij even van zijn stuk werd gebracht was toen ze vroeg of hij zeker wist dat hij oom Perry als zijn getuige wilde.

‘Natuurlijk wil ik dat. Hij is mijn broer,’ zei hij, en bleef glimlachen. Hij keek snel even naar mij. Ik wist zeker dat ik heel geschokt keek dat ze zoiets zelfs maar zou vragen.

‘Eh, ik dacht alleen… ik weet hoe close je was met senator Brice. Denk je eens in hoe dat eruit zou zien, hoe indrukwekkend dat zou zijn.’

‘Wat? Bedoel je dat je denkt aan kapitein Brice als getuige?’

‘Hij was een oorlogsheld, en ik weet dat hij voor die gelegenheid zijn uniform zou aantrekken,’ zei ze. ‘Dat zou een mooie foto zijn in de kranten.’

Weer keek hij even naar mij en toen glimlachte hij. ‘Dat klinkt alsof je het er al met hem over gehad hebt,’ zei hij.

‘Niet met hem. Je weet dat ik al jaren bevriend ben met Meg Brice.’

Hij zweeg. Ik zei niets, maar ik wist zeker dat hij mijn ogen op zich gericht voelde.

‘Ik wil Perry’s gevoelens niet kwetsen,’ zei hij.

Daar was ik dankbaar voor en ik hield niet langer mijn adem in. Ik dacht niet dat Lucille erop door zou gaan, maar ze verbaasde me.

‘Perry is een heel scherpzinnig man. Ik weet zeker dat hij het politieke voordeel ervan zou zien.’

‘Politieke?’ vroeg ik. Het woord vloog mijn mond uit alsof Cassie het eruit had geschoten. ‘Ik bedoel, het is een bruiloft, geen verkiezing.’

Lucille keek naar me met die glimlach die ze me gaf als ze wilde dat ik me een snotneus zou voelen, een kind dat deuren en ramen wijd opengooide om te kunnen zien wat er in de echte wereld gebeurde.

‘Als je het sociale niveau hebt bereikt van je vader en mij, Semantha, heeft alles wat we doen politieke consequenties.’ Ze keek vol bewondering naar papa en pakte zijn linkerhand met haar rechterhand. ‘Je vader weet dat ik heimelijke ambities voor hem heb.’

‘Wat voor heimelijke ambities?’

‘O, Lucille,’ zei hij. ‘Laten we het daar nu niet over hebben.’

‘Nee, Teddy, ze hoort het te weten. Ze is nu volwassen, en bovendien hoort ze van elk besluit in de familie op de hoogte te zijn.’ Lucille draaide zich weer naar me om. ‘Er is serieus over gesproken of je vader zich verkiesbaar zal stellen als de termijn van de huidige gouverneur is afgelopen. Dat is over amper twee jaar, en hij heeft duidelijk te kennen gegeven dat hij zich niet opnieuw verkiesbaar stelt.’

‘Maar…’ Ik keek naar papa. ‘Hoe kun je gouverneur zijn en tegelijk de Heavenstone Corporation besturen?’

Ook Lucille keek naar hem, wachtend op zijn antwoord.

‘Nou… Lucille komt aan boord om me te assisteren en enkele van mijn bestuurlijke verantwoordelijkheden over te nemen,’ antwoordde hij. ‘Mettertijd kan ze meer doen.’

Het klonk als een gerepeteerd en in het geheugen geprent antwoord, een antwoord dat zij in zijn hoofd had geplant.

Ze knikte, liet papa’s hand los en richtte zich weer tot mij.

‘Daarom drong ik er bij je op aan om er nog eens goed over na te denken voor je bij je oom gaat werken in een min of meer ondergeschikte positie in ons bedrijf. Naarmate ik meer zakelijke verantwoordelijkheden op me neem, zal het management van dit grote huis voor een groot deel op jou neerkomen. Ik zal je helpen de nodige ervaring op te doen zodra we terugkomen van onze huwelijksreis, maar onderschat niet het belang hiervan voor het imago en de reputatie van de Heavenstones.

‘En,’ ging ze verder, terwijl ze papa’s hand weer in de hare nam, ‘hoe belangrijk dit huis en de geschiedenis ervan zijn voor je vader. Ik weet zeker dat hij zou willen dat iemand die hij kan vertrouwen, die begrip heeft voor het erfgoed, de leiding op zich neemt als wij weg zijn voor ons werk. Natuurlijk zullen we allemaal verhuizen naar het gouverneurshuis als je vader tot gouverneur zou worden benoemd, maar we zullen geen kapotte gloeilamp hier onvervangen laten.’

Ze keek weer naar mij.

‘Tenzij je natuurlijk een romantische relatie hebt met iemand en misschien nog hier woont. Dan zijn al onze problemen opgelost.’

Ik staarde haar verbijsterd aan. Ze plande niet alleen de toekomst van papa, maar ook die van mij.

Een brede glimlach verscheen op papa’s gezicht. ‘Ze weet leiding te geven en ze denkt goed na, onze Lucille,’ zei hij. Hij gaf een klopje op haar hand. ‘Oké. Ik zal het bespreken met Perry en de zaak gladstrijken. Ga jij maar door met senator Brice.’

De adem stokte me weer in de keel. Natuurlijk zou oom Perry zich terugtrekken als papa het hem vroeg, maar ik wist dat hij zich diep gekwetst zou voelen. Hoe was het mogelijk dat papa dat niet besefte?

‘Dat is fantastisch, Teddy,’ zei Lucille.

Ze staarden elkaar een ogenblik verliefd aan en toen stond papa op.

‘Ik heb nog een en ander te doen op kantoor,’ zei hij. ‘Er zijn een paar dingen blijven liggen, en ik zou graag alles vóór morgen klaar hebben.’

‘Ik loop met je mee,’ zei ze en gaf hem een arm. Toen ze achteromkeek naar mij, meende ik een uitdrukking van volkomen zelfverzekerdheid en macht op haar gezicht te zien. Het was alsof ze zei: Zie je, hij is als was in mijn handen.

Ik keek hen na toen ze wegliepen en ging weer terug naar de patio aan de achterkant. Ik tuurde door de tuin naar de plek waar het altaar was gepland en waar ze elkaar trouw zouden beloven. Mijn hart zonk in mijn schoenen. Ik haalde een paar keer diep adem en liep naar het zwembad en de kleedcabine. Cassie kwam tevoorschijn uit de schaduw van een van onze grote oude eiken. Aanvankelijk zei ze niets en bleef slechts naast me lopen.

‘Wil je nog steeds de deur voor me dichtsmijten en me het zwijgen opleggen?’ vroeg ze ten slotte. Ik zei niks en liep gewoon door. ‘Als een man zich zo stom gedraagt voor een vrouw, kun je in geen enkel opzicht van hem op aan. Jij zult papa’s ogen en oren moeten worden, Semantha. Het zal jouw taak zijn hem wakker te schudden.’

Ik bleef doorlopen, al bleef zij staan.

Je zult mijn hulp nodig hebben!’ riep ze me achterna. ‘Wil je mijn hulp of niet? Ik ga het je niet smeken, Semantha. Nou?’

Ik dacht even na en draaide me toen om. ‘Ja,’ zei ik.

Ze haalde me in en naast elkaar wandelden we verder, zonder veel te zeggen. Het was net als vroeger, voordat al die verschrikkelijke dingen waren gebeurd, de tijd waarin ik dacht dat we echte zussen zouden worden, de Heavenstone-zusjes, de beroemdste zussen in heel Kentucky, wier gezamenlijke foto in kranten en tijdschriften stond. Het onderschrift zou luiden: SCHOONHEID EN INTELLIGENTIE. We zouden worden beschouwd als twee helften van één prachtige vrouw.

Ik voelde Cassies hand in de mijne. ‘Maak je maar niet ongerust,’ fluisterde ze. We zullen hem redden én onszelf.’

‘En mijn kleine meisje dan?’ mompelde ik. ‘Wie zal haar redden?’

Mijn hand voelde leeg aan, en toen ik opkeek, zag ik dat ze verdwenen was.

Maar de sterren fonkelden nu helder, en toen ik omhoogkeek en ze bestudeerde, zag ik mijn engel. En dat, meer dan Cassie, gaf me hoop voor de toekomst.

Ik ging terug naar huis met het plan om naar mijn kamer te gaan en televisie te kijken, maar toen ik binnenkwam en naar de trap liep, werd ik geroepen door Lucille.

‘Ben jij dat, Semantha?’

Ik keek in de zitkamer en zag haar zitten in papa’s lievelingsstoel.

‘Ik heb je gezocht na je vaders vertrek. Waar was je?’

‘Wandelen.’

‘Nou moet je even naar me luisteren, Semantha,’ begon ze. ‘Kom hier,’ beval ze. ‘Ga zitten.’

‘Wat wil je?’ vroeg ik, maar ik ging naar binnen en nam plaats tegenover haar.

‘Het bevalt me niet dat je zoveel tijd in je eentje doorbrengt. Het is niet normaal voor een meisje van jouw leeftijd met al jouw kwaliteiten om zo teruggetrokken te leven. En kom niet met je therapie en de hele rest. Ik heb ogen en oren en ik kan je zien en horen. Er is niks mis met je. Jij kunt ook gelukkig zijn.

‘Ik weet dat je een beetje van je stuk was gebracht aan tafel, maar je moet me geloven als ik zeg dat ik naar de toekomst kijk, voor ons allemaal, ook voor je oom Perry. Denk je niet dat hij trots zou zijn op zijn broer als zijn broer tot gouverneur werd gekozen? Denk je niet dat zijn leven erop vooruit zou gaan en dat hij er ook van zou profiteren? Nou?’

‘Misschien wel, ja.’

‘Loop dan niet te mokken over die kleine verandering in de trouwplannen. Hij zal het prima vinden.’

‘Ik loop niet te mokken.’

‘Je bent niet bepaald een geheim dat in raadselen is gehuld, Semantha. Je draagt je hart op de tong, om het zo maar eens uit te drukken. Ik leef nog niet zo lang met je samen, maar ik kan bijna net zo goed als je vader je emoties zien en voelen. Toen hij wegging was hij overstuur omdat jij overstuur was.’

‘Echt waar?’

‘Ja. Hij vroeg me er nog eens met je over te praten. Hij is erg gevoelig voor je stemmingen, en wat hém dwarszit, zit mij dwars. Je wilt toch dat hij gelukkig is?’

‘Ja, natuurlijk.’

‘Doe dan je best om de dingen op zijn manier te bekijken. Maak je kleine ongenoegens niet zo duidelijk zichtbaar. Als je je in de kaart laat kijken, verlies je het spel. Dat advies heeft mijn moeder me eens gegeven, en ik ben het nooit vergeten. Wil je het proberen?’

‘Ja,’ zei ik snel. Ik wilde bij haar vandaan.

‘Zeg geen dingen die je denkt dat ik wil horen, alleen om van me af te zijn, Semantha. Ik wil doen wat goed is voor iedereen, ook voor jou. Ik wil dat jij ook gelukkig bent, heel gelukkig. Ik ben vastbesloten je te helpen een prettig en productief leven te leiden. Het zal je vader goed doen, en daardoor zal hij zich gelukkiger voelen. Het is niet goed dat je geen vrienden van je eigen leeftijd hebt en niets doet wat een jong meisje hoort te doen.’

‘Ik ben drie jaar op een particuliere school geweest. Ik heb het contact verloren met iedereen die ik kende.’

‘Hm, misschien kunnen we daar iets aan doen.’

‘Hoe?’

‘Geef me tijd om erover na te denken. Ik bedenk wel wat. Je zult het zien. Geef me de kans om alles voor je te zijn wat ik kan. Vertrouw me een beetje, wil je?’

Ik wilde knikken, maar het leek of Cassie haar hand onder mijn kin legde en me belette mijn hoofd te buigen. Lucille keek misnoegd toen ik bleef zwijgen.

‘Oké,’ wist ik er ten slotte uit te brengen.

‘Goed,’ zei ze. ‘Je kunt naar je kamer gaan als je wilt.’

‘Ingerukt mars!’ fluisterde Cassie.

Ik stond op en liep langzaam de kamer uit. Ik had het gevoel dat mijn hoofd een bijenkorf vol boze bijen was. Gedachten, gevoelens, herinneringen, dwarrelden rond, keerden en draaiden alles in onontwarbare knopen. Ik zou willen schreeuwen om mijn oren te bevrijden van alle stemmen die ik hoorde.

Een van die stemmen was reëel, maar het duurde even voor dat tot me doordrong.

Mevrouw Dobson stond in de deuropening van de keuken, riep me fluisterend en wenkte me. Ik keek achterom naar de zitkamer om me ervan te overtuigen dat Lucille niet keek en liep toen naar de keuken. Doris zat aan de keukentafel, met haar handen rond een kop thee. Ze keek op. Mevrouw Dobson stond naast haar.

‘We willen dat je weet dat wij absoluut niets te maken hebben met het breken van mevrouw Bennets pot crème,’ zei ze.

‘Dat weet ik,’ antwoordde ik.

‘We wilden je alleen maar laten weten dat we nooit iets zouden doen om je vader of jou verdriet te doen, miss Semantha, en we zijn allebei verontrust omdat hij zich van streek maakte over ons.’

‘Ik weet het, mevrouw Dobson. Ik heb er met hem over gesproken. Hij zei dat we het voorlopig maar moesten vergeten.’

‘We dachten wel dat je het voor ons op zou nemen. Nietwaar, Doris?’

‘Ja, dank u,’ zei Doris. ‘Ik zou het vreselijk vinden om deze baan te verliezen voor iets wat ik niet gedaan heb.’

‘Die verlies je niet,’ beloofde ik. Ik glimlachte naar hen en liep de keuken uit.

Mevrouw Dobson volgde me naar de trap. Ik draaide me naar haar om teneinde haar gerust te stellen, maar ik kon zien dat ze nog meer op haar hart had.

‘Wat is er, mevrouw Dobson?’

Ze keek eerst naar de deur van de zitkamer en boog zich toen voorover om me iets in te fluisteren. ‘Ik zag dat mevrouw Bennet de post bekeek en er een envelop uit haalde die aan jou geadresseerd was,’ zei ze.

‘Wanneer?’

‘Gisteren. Ik dacht dat ze hem misschien per ongeluk had meegenomen, maar ik wilde het zeker weten. Heeft ze hem aan jou gegeven?’

‘Nee. Ik heb geen post ontvangen.’

Ze knikte. ‘Ik vermoedde al zoiets. Je vader vertelde ons dat hij geen bedrog wenst in dit huis. Het is een heel speciaal huis, en een heel speciale familie. Ik vond niet dat ik het recht had iets te zeggen over je post, maar ik wil ook niet ten onrechte beschuldigd worden.’

‘Nee, natuurlijk vind je dat niet prettig, en jullie horen ook niet beschuldigd te worden,’ zei ik.

‘Als je tegen haar zegt dat ik het verteld heb, zal ze heel kwaad op me zijn, dat weet ik zeker, en waarschijnlijk zal ze dan bij je vader gaan klagen, maar ik heb hier niet zo lang gewoond en voor goede, aardige mensen gewerkt om nu stilletjes te moeten rondsluipen en me onzichtbaar te maken. Als iemand je niet kan luchten of zien, wens je niet dat ze blind worden. Je loopt gewoon weg. Dat heeft mijn moeder me geleerd. Sorry dat ik je gestoord heb,’ voegde ze er nog aan toe en keerde terug naar de keuken.

Ik keek weer naar de zitkamer.

Wat deed Lucille met mijn post? Wie zou mij schrijven?

Na het gesprek dat we zojuist hadden gehad, leek het me niet het juiste moment om te informeren naar die brief die aan mij geadresseerd was en haar te beschuldigen. Ik liep de trap op met het vaste voornemen erachter te komen waarom ze, als ze die brief per ongeluk had meegenomen, hem nog niet aan mij had gegeven.

Ik kon niet vermoeden hoe gauw dat zou zijn en welke impact het zou hebben op de toekomst die Lucille zo graag voor me wilde uittekenen.