I8
Gokspelen
Ethans moeder was lang niet zo bemoeizuchtig als hij had gesuggereerd. Misschien was ze bij haar aankomst overweldigd door het indrukwekkende Heavenstone en het grote aantal tuinlieden. Lucille had een paar belangrijke veranderingen laten aanbrengen, vooral bij het hek en langs de oprijlaan.
Papa vond Ethans vader sympathiek. Hij had weliswaar geen rijke klant, die zich met ons kon meten, maar hij wist precies hoe hij zich moest gedragen tegenover iemand als papa. Ze zaten op dezelfde lijn wat betreft zakenbelangen, de regering en belastingen, en klonken soms als elkaars echo. Er werd geen woord gezegd over de betrekkelijk recente hartproblemen van Ethans vader. Ik vond dat hij er nogal gezond en sterk uitzag. Ik vroeg hem hoe hij zich voelde, en hij antwoordde slechts: ‘Uitstekend.’
Toen ik het tegen Ethan zei, glimlachte hij en knikte. ‘Mijn moeder vindt het vreselijk om erover te horen of te praten,’ waarschuwde hij.
Lucille was vriendelijk tegen Ethans ouders, maar ik zag dat ze onmiddellijk weer hoog te paard ging zitten en sprak alsof ze in de wolken bivakkeerde. Ethans moeder was duidelijk bang haar in de rede te vallen, een opinie naar voren te brengen of haar een vraag te stellen. Voornamelijk zat ze er met instemmende knikjes bij en overlaadde haar met complimentjes.
Alle andere familieleden en vrienden van Ethan logeerden in het Glory, waar de repetitie van de plechtigheid en het diner werd gehouden. Iedereen was onder de indruk van het hotel en de arrangementen. Hoewel de repetitie van het diner speciaal bestemd was voor Ethans ouders, zat Lucille er bovenop, en Ethans moeder was er niet happig op haar uit te dagen of zelfs maar een andere mening te geven.
Op de ochtend van mijn trouwdag deed papa iets wat hij al een tijdlang niet meer gedaan had. Hij kwam naar mijn kamer voordat ik was opgestaan. Toen ik hoorde kloppen, nam ik aan dat het Ethan was.
Zodra papa binnenkwam, ging ik rechtop zitten. Hij lachte, ging op mijn bed zitten en pakte mijn hand vast.
‘Ik ben meer gespannen voor jouw bruiloft dan voor die van mij en Lucille, al was het er een die weinig mensen ooit zullen vergeten en waren er een hoop belangrijke mensen. Ik moet bekennen dat ik, toen ik pas hoorde had dat je een vast vriendje had op school, erg nerveus was, maar je hebt een prima man uitgezocht. Ik wilde je alleen maar laten weten dat ik heel erg blij voor je ben, Semantha.’
Hij bukte zich om me een zoen op mijn wang te geven, gaf toen een klopje op mijn hand en stond op. Lang bleef hij staren naar de foto van mij en mijn moeder.
‘Ze zou zich gelukkig hebben gevoeld,’ zei hij. ‘We zullen allebei aan haar denken als je je gelofte aflegt.’
Hij klonk zo triest dat de tranen in mijn ogen sprongen. Ik zag Cassie met gebogen hoofd aan mijn bureau zitten. Papa klapte in zijn handen, zoals hij vaak deed als hij een besluit nam.
‘Maar we zullen vandaag geen secondelang somber zijn. Vandaag is een blijde dag, vol vreugde. Ik ben trots op je.’
Hij knikte en liep de kamer uit.
‘Trots op je? Waarom?’ vroeg Cassie. Ze keek op. Haar ogen waren koud, staalgrijs en hard. ‘Omdat je gaat trouwen?’
‘Waarschijnlijk omdat ik iets normaals doe. Na wat mij is aangedaan, is dat een hele prestatie,’ antwoordde ik bits.
Ze wendde haar blik af en verdween toen zo snel als ze gekomen was.
Langzaam stond ik op om mijn trouwdag te beginnen. Een jaar geleden had zo’n dag een onmogelijke droom geleken. Mijn klasgenote Ellie zou zich nooit hebben kunnen voorstellen dat het zo snel zou gebeuren, zeker niet voordat zijzelf getrouwd was. Ik vroeg me af hoe het haar vergaan was en hoe verbaasd ze zou zijn als ze het van mij hoorde. Al die meiden zouden verbaasd zijn. Moet je zien wat er geworden is van dat kind dat ze spottend Norma Bates hadden genoemd.
De hele dag bleef ik me inprenten dat ik me gelukkiger moest voelen, enthousiaster moest zijn. Er gebeurde zoveel om me heen, en alles ter wille van mij. Ik was het middelpunt van de belangstelling, niet Cassie, niet papa en niet Lucille, maar Lucille behield de leiding. Zij had het programma opgesteld, bepaald wanneer we uit Heavenstone zouden vertrekken naar het hotel en wanneer elke stap tijdens de plechtigheid moest worden genomen. Ethan ging vroeg weg om de dag door te brengen met zijn familie en vrienden. Lucille had een kamer voor hem geboekt waarvan hij gebruik kon maken. Was er ook maar iets waar ze niet aan gedacht had?
Later op de ochtend kwam oom Perry bij me langs.
‘Klop klop,’ zei hij en bleef staan bij mijn deur. Ik zat aan mijn toilettafel en probeerde een andere haarstijl. ‘Hoi, Sam.’
‘Hoi, oom Perry.’
‘Voorbereidingen, voorbereidingen,’ zei hij en keek naar de jurk die op mijn bed was klaargelegd. ‘En? Opgewonden?’
‘Ja, nu het echt gaat gebeuren.’
‘Ja, het gaat gebeuren.’ Hij knipoogde. ‘Ik weet dat jij erachter zat dat ik werd gevraagd Ethans hoofdgetuige te zijn,’ zei hij. ‘Ik hoop dat ik dat voorrecht waardig zal zijn.’
‘Voor ons was er geen andere keus, oom Perry. Je zult altijd mijn beste vriend zijn.’
Ook hij keek naar mama’s foto. ‘Wat zou ze vandaag gelukkig zijn geweest,’ zei hij. ‘Ik ben ook trots op je, Sam.’ Toen lachte hij. ‘Ik geloof niet dat ik je vader ooit zo zenuwachtig heb gezien.’
Hij wenste me geluk en ging naar papa. Lucille was in het hotel om toezicht te houden op lastminutekarweitjes en op mogelijke verbeteringen.
Vlak na de lunch kreeg ik een verrassend telefoontje. Mevrouw Dobson belde me uit Londen. Ze had gelezen over mijn huwelijk en wenste me veel geluk. Toen ik haar stem hoorde, werden mijn ogen vochtig van de tranen. Ze vertelde me dat het haar heel goed ging en dat ze een andere baan had gekregen in een ander groot en imposant huis. ‘Wel niet zo imposant als Heavenstone, maar het komt er aardig in de buurt.’
‘Daar ben ik erg blij om, mevrouw Dobson. Ik mis je. Ik hoop dat we elkaar nog eens zullen zien.’
‘Ik wist wel dat het goed zou gaan tussen jou en die jongeman. Ik weet zeker dat jullie later zullen gaan reizen en Londen zullen aandoen. In dat geval kun je me bellen. Ik zal je mijn nieuwe nummer en adres sturen.’
‘Dat zal ik zeker doen.’
‘Blijf gezond en gelukkig,’ eindigde ze.
Het leek of ik mijn hart voelde breken toen de verbinding verbroken werd en ik besefte dat ze niet op mijn huwelijk aanwezig zou zijn. Toen ik had voorgesteld uit te zoeken waar ze was en haar uit te nodigen, keek papa geschrokken op en zei: ‘Ze is terug in Engeland, Semantha. Het is krankzinnig duur voor iemand in haar omstandigheden om op dit huwelijk te komen. Het zou niet eerlijk zijn haar uit te nodigen.’
‘En een klap in het gezicht van Lucille,’ had Cassie gemompeld, maar ik zei het niet.
Nu vond ik het verschrikkelijk dat ik niet had doorgezet en erop had gestaan haar een uitnodiging te sturen. Ze had kunnen weigeren, maar ze zou tenminste geweten hebben dat ik haar niet was vergeten en dat ook nooit zou doen. Het was de enige droeve klank op een verder fantastische dag, maar ik liet het niemand weten, vooral papa niet, die ik zag stralen van trots en blijdschap.
Onze bruiloft was een miniversie van die van papa en Lucille. Ere wie ere toekomt, moest ik steeds weer denken toen het hele feest zonder enig probleem verliep. De plechtigheid was mooi en de receptie geweldig. Ethans vrienden en familie amuseerden zich kostelijk. We dansten tot we nauwelijks meer op onze benen konden staan, en toen, zoals Lucille het gepland had, vertrokken Ethan en ik in de limousine van Heavenstone, die ons naar het hotel van de luchthaven bracht, waar we de nacht zouden doorbrengen voor we naar Nice vlogen. We waren allebei zo uitgeput, dat we meteen in slaap vielen. We sliepen zelfs tijdens het grootste deel van de vlucht.
Alweer met dank aan Lucille, was elk detail van ons verblijf geregeld. Op het vliegveld van Nice stond een auto op ons te wachten, die ons naar Monaco en het Hotel de Paris reed. Daar werden we naar een grote, luxueuze suite gebracht. Een fruitmand en een fles champagne stonden op ons te wachten, gestuurd door Claire Dubonnet, Lucilles vriendin. Er was een kaartje bij waarmee ze ons een heerlijk verblijf wenste en ons op het hart drukte haar te bellen in het onmogelijke geval dat we ons zouden vervelen.
Ethan vond dat we die eerste dag moesten rusten om bij te komen van de jetlag. We zouden roomservice bellen en ondanks het schitterende weer en de verleiding van een excursie, in bed blijven.
‘Per slot,’ zei hij, ‘heb ik je een romantische huwelijksreis beloofd, en dit is waar het allemaal begint.’
Over dingen gesproken die snel in hun werk gaan. Ik kon toch niet anders dan me aan de gebeurtenissen over te geven? We vrijden, aten, sliepen en vrijden. Toen ik wakker werd, stond Ethan al onder de douche. Ik riep hem en hij stak zijn hoofd om de deur van de badkamer.
‘Klaar om naar buiten te gaan?’ vroeg hij.
Ik keek op de klok. ‘Het is negen uur. Waar gaan we naartoe?’
‘Naar het wereldberoemde Monte Carlo-casino natuurlijk. Lucille heeft ons een extra cadeautje gegeven.’
‘Wat dan?’
‘Vijfduizend dollar om mee te gokken. Waarschijnlijk is het een lachertje voor de mensen hier, maar het is een begin. Trek een sexy outfit aan. Als we voorrijden, zul je tientallen paparazzi zien die staan te wachten om foto’s te nemen van iedereen die beroemd kan zijn. Als ze jou zien, denken ze dat ze beet hebben.’
‘Dat betwijfel ik.’
‘Nou, kleed je in ieder geval mooi aan. Het is leuk, en we zijn hier om plezier te hebben, toch?’
Hij ging zich scheren, en ik stond op. Overdenkend wat ik aan zou trekken, kon ik Lucilles keuzes waarderen. Ik koos een zwart strapless jurkje en haalde de juwelen tevoorschijn die ze me had geleend. Terwijl ik een douche nam, trok Ethan zijn smoking aan. Hij bleef me opjagen.
‘Jij bent degene die me nerveus maakt over mijn uiterlijk,’ zei ik. ‘We gaan niet naar een show en we hoeven niet bang te zijn dat we te laat komen en de voorstelling al begonnen is.’
‘Geloof me, dit is een geweldige show. Je zult het zien.’
Eindelijk was ik klaar en we arriveerden bij het casino toen het al bijna halfelf was. Ik was benieuwd hoe lang we daar zouden blijven. Het was precies zoals Ethan het had beschreven. Tientallen fotografen stonden bij de ingang en namen foto’s van ons terwijl we haastig Le Grand Casino, zoals het bekendstond, binnengingen. Ook bevonden zich daar het Grand Théâtre de Monte Carlo en het hoofdkantoor van het Ballet de Monte Carlo. Ik keek verbaasd op toen we ons paspoort moesten laten zien om te worden toegelaten.
‘Waarom?’ vroeg ik aan Ethan.
‘De speelzaal is verboden voor inwoners van Monaco,’ zei hij, terwijl we de doorwrochte en betoverende structuur bewonderden, met de rococo torentjes, groenkoperen koepels en gouden kroonluchters. ‘Het verbod geldt zelfs voor de koninklijke familie; ze maken gebruik van een zijingang als ze naar het theater willen.’ Hij betaalde de entreeprijs.
Het zien van zoveel elegant geklede vrouwen met verblindende juwelen en elegant geklede mannen was indrukwekkend. Ethan was kennelijk heel enthousiast.
‘Ik had nooit gedacht dat ik hier zo gauw zou komen in mijn leven,’ mompelde hij terwijl hij om zich heen keek, ‘maar ik heb ervan gedroomd. Kom,’ zei hij, nadat we een glas champagne hadden geaccepteerd. ‘Ik wil beginnen met craps. Zie me maar als James Bond.’
‘Ik weet niet hoe je craps speelt,’ zei ik terwijl hij geld ruilde voor fiches.
‘Ik heb het veel gespeeld op highschool, maar dit zal er wel officiëler aan toegaan.’
We bleven even aan de kant staan om toe te kijken. Ethan legde me het spel uit. Ik luisterde en was verbaasd dat hij er zoveel over wist en zo gretig was om mee te doen. Het duurde niet lang of hij was de shooter en begon de dobbelstenen te gooien. Toen hij de eerste keer won, wist ik dat hij er wel een tijdje zou blijven, dus terwijl hij speelde, liep ik rond om wat meer van het casino te zien, sommige mensen en een paar andere gokspelen te observeren. Voor de toegang tot andere zalen moest je weer entree betalen, en één zaal was voor de heel rijke pokeraars. Ik slenterde terug naar Ethan, zag dat hij nog steeds in het spel verdiept was en liep naar de achterkant.
Een lange, magere man die bij een deur stond, dacht dat ik naar buiten wilde en deed de deur voor me open.
‘S’il vous plaît,’ zei hij met een lichte buiging.
‘Merci,’ zei ik met een knikje.
Ik kwam op een terras dat uitkeek op fraaie, goed verlichte tuinen. Terwijl ik het uitzicht stond te bewonderen, kwam de lange man naast me staan.
‘Eerste keer hier?’ vroeg hij.
Ik draaide me om en keek hem aan. Hij stak een sigaret op.
‘Ja. Hoe wist u dat?’
‘U hebt die verbaasde blik in uw ogen van Amerikaanse toeristen die hier voor het eerst komen. Bent u met familie hier?’
‘Ik ben op huwelijksreis,’ zei ik.
‘O.’ Hij lachte. ‘U wilt uw nieuwe echtgenoot niet zien gokken?’
‘Niet de hele avond.’
‘Ziet u die lichten daar?’ Hij wees met zijn sigaret.
‘Ja.’
‘Dat is Bordighera, Italië.’
‘O, ja? Ik had geen idee dat we zo dicht bij Italië waren.’
‘Overal in Europa ben je dicht bij een ander land. U moet erheen gaan als u uw man los kunt rukken van het casino.’
‘O, dat lukt wel. Dank u.’
Hij boog. ‘Bonne chance, madame,’ zei hij. Hij maakte zijn sigaret uit en ging weer naar binnen. Ik staarde naar de lichten van Bordighera. Het was een mooi uitzicht en het vervulde me met nieuwe hoop. Ik wilde niets liever dan alles te gaan bezichtigen. Ik had er veel over gelezen en wilde vooral het paleis en het graf van prinses Gracia zien.
Toen ik terugkwam in het casino, zag ik dat Ethan de crapstafel in de steek had gelaten en bij de roulettetafel stond.
‘Heb je gewonnen?’ vroeg ik.
Met een stralend gezicht liet hij me zijn stapel fiches zien. ‘Tienduizend dollar! Ik had vijftienduizend gewonnen en verloor toen vijfduizend, dus besloot ik eens iets anders te proberen.’
‘Waarom houd je er niet mee op nu je op winst staat?’
‘Ophouden? We zijn er net.’
‘Iemand heeft me de lichten van Bordighera gewezen. Ze zijn te zien vanaf het terras.’
‘O, mooi.’ Hij keek naar de schijf van de roulette en toen hij stopte, klapte hij in zijn handen. ‘We zijn aan de winnende hand.’
Ik bleef een tijdje staan kijken. Hij verloor en won toen weer en toen nog eens. Ik kon wel zien dat het niet eenvoudig zou zijn om hem mee te krijgen, maar ik verveelde me en slenterde weer wat rond. Ik zocht de lange man maar zag hem niet. Tegen middernacht keerde ik terug naar Ethan, die me onmiddellijk vertelde dat we twintigduizend dollar gewonnen hadden.
‘Ik ben moe,’ zei ik. ‘En we willen morgenochtend toch vroeg op om de omgeving te verkennen, wat sightseeing te doen, hè?’
‘Natuurlijk, maar ik ben nog niet moe. We hebben vandaag zoveel geslapen. Weet je wat,’ zei hij, terwijl hij een paar euro’s uit zijn zak haalde. ‘Neem een taxi naar het hotel en ga vast naar bed. Ik kom over een uur of zo, oké?’
Het was niet oké, maar ik pakte het geld aan. Het was de schuld van Lucille, dacht ik. Als zij hem die vijfduizend dollar niet had gegeven, zou hij nu niet hier zijn. Geërgerd, maar te moe om er een punt van te maken, nam ik de taxi en ging naar onze suite. Ik probeerde wakker te blijven, maar zodra ik ging liggen vielen mijn ogen dicht en even later sliep ik.
Omdat ik de gordijnen niet stevig genoeg had dichtgetrokken, werd ik de volgende ochtend gewekt door het naar binnen schijnende zonlicht. Ik kreunde zachtjes en bedacht toen dat ik in slaap was gevallen voordat Ethan terug was. Ik voelde me schuldig en ging op mijn zij liggen om het goed te maken. Ik schrok toen ik zag dat zijn kant van het bed onbeslapen was.
‘Ethan?’
Ik keek naar de badkamer. De deur stond open, maar ik hoorde niets, en ook in de suite was hij nergens te bekennen. Er lag ook geen briefje dat hij om een of andere reden naar buiten was gegaan. Ik stond op, trok mijn slippers aan en ging naar de badkamer om me ervan te overtuigen dat hij er echt niet was. Nee dus. Ik besloot een douche te nemen en me aan te kleden. Voor ik weer uit de badkamer kwam, hoorde ik dat de deur van de suite werd geopend.
‘Ethan?’
Ik greep een handdoek en wikkelde die om me heen. Toen ik in de slaapkamer kwam, lag Ethan volledig gekleed, met gesloten ogen op bed.
‘Wat is er met jou gebeurd? Waar was je?’
Hij kreunde.
‘Ethan?’
Hij opende zijn rechteroog legde zijn hand op zijn voorhoofd en perste zijn vingers tegen zijn slapen.
‘Ik heb een beetje te veel op. Heb mijn verdriet in bier verdronken, om het zo maar uit te drukken.’
‘Waar heb je het over? Waar ben je geweest?’
‘In het casino. Ik bleef maar winnen en toen begon ik plotseling aan de lopende band te verliezen. Ik heb alles verloren. En nog iets meer.’
‘Wat bedoel je “en nog iets meer”?’
Hij gaf geen antwoord.
‘Ethan?’
‘Onze huwelijkscadeaus.’
Hij kreunde en draaide zich op zijn buik.
‘Wat? Je hebt niet alleen de vijfduizend dollar vergokt die Lucille je heeft gegeven, maar ook het geld dat we op ons huwelijk hebben gekregen?’
Hij hief zijn hand op en liet hem toen weer vallen. ‘Laat me eerst wat slapen,’ zei hij.
Ik ging achteruit alsof het bed op het punt stond in vlammen op te gaan. Het was alsof iemand anders in het lichaam van Ethan was gekropen. Waar was de verantwoordelijke, lieve jongen met wie ik getrouwd was? Als papa dit hoorde, zou hij woedend zijn, dacht ik. Ik plofte neer op een stoel en staarde naar zijn roerloze lichaam. Hoe langer ik naar hem keek, hoe kwader ik werd. Ik besloot me aan te kleden en naar beneden naar het restaurant te gaan om te ontbijten. Al die tijd gaf hij geen kik en bewoog zich niet. Ik keek nog even naar hem, kwam tot de conclusie dat het verspilde energie zou zijn om te proberen hem uit bed te krijgen, en smeet de deur met een klap achter me dicht.
Terwijl ik het menu zat te bekijken, voelde ik dat er iemand achter me stond.
Ethan, dacht ik verheugd, maar toen ik me omdraaide zag ik de lange, slanke man die ik in het casino had ontmoet.
Hij glimlachte en knikte naar me. ‘Hoe komt het,’ vroeg hij, ‘dat elke keer dat ik u tijdens uw huwelijksreis ontmoet, u alleen bent?’
‘Mijn man slaapt uit na een rampzalige avond,’ antwoordde ik.
‘Ik begrijp het. De gevaren van de verleiding. Mag ik u even gezelschap houden?’ Hij gebaarde naar de stoel tegenover me.
Zijn vraag overviel me. Ik aarzelde even en zei toen: ‘Ja.’
Ik vraag me altijd nog af waarom ik ja zei tegen een vreemde in een vreemd land. Ik wist niet eens hoe hij heette en hij kende mijn naam evenmin, maar iets in zijn gezicht, een zachte, kwetsbare uitdrukking, overwon elke angst die ik mocht hebben. Hij ging zitten, glimlachte, bestudeerde het menu en wenkte de serveerster. Hij bestelde café au lait en een croissant met jam.
Lachend keek hij naar mijn eieren met bacon, broodje, kaas en koffie.
‘Een Amerikaans ontbijt. Wij Fransen geven de voorkeur aan wat we noemen het petit déjeuner. Waar komt u vandaan?’
‘Kentucky.’
‘Ah, de Bluegrass State, niet?’
‘Ja.’
‘Hebt u ook paarden?’
‘Niet bij ons huis, maar mijn vader heeft er een paar.’
‘Een paar.’
‘Een paar,’ zei ik. Cassie had me altijd voorgehouden dat ik niet te rijk moest overkomen op onbekenden.
‘Mijn naam is Henri Beaumont,’ zei hij, en stak zijn hand naar me uit.
‘Semantha Heaven… Semantha Hunter.’
‘Enchante.’
‘Ik heb Frans geleerd op highschool, maar ik spreek het niet vloeiend genoeg om het te proberen.’
‘Heel verstandig. En college? Bent u niet doorgegaan met een taal?’
Ik lachte. ‘Zo oud ben ik nog niet. Ik ben nog niet eens begonnen op de universiteit, laat staan dat ik afgestudeerd ben.’
‘Ah, een kindbruidje.’
‘Peut-être,’ zei ik. Ik herinnerde me dat het ‘misschien’ betekende. Hij lachte weer.
De serveerster bracht zijn koffie en croissant.
‘Hoe lang bent u gisteravond nog gebleven?’ vroeg hij.
‘Niet veel langer nadat ik u ontmoet had. Bent u weggegaan?’
‘O, nee. Ik had even pauze. Ik ben een blackjackdealer. Kent u blackjack?’
‘Ja, maar ik houd niet van gok- en kaartspelen.’
Ik moest heimelijk even glimlachen toen ik eraan dacht dat Cassie bordspelen en kaarten haatte. Mama had vaak geprobeerd ons over te halen gin rummy met haar te spelen, maar Cassie had steevast geweigerd. ‘De tijd doden met zinloos amusement is alsof je al in je graf ligt,’ zei ze dan. Zij vond niets erger dan tijd te verspillen terwijl ze had kunnen lezen of iets doen wat ze de moeite waard vond.
‘En die nieuwe echtgenoot van u wél?’
‘Niet hiervóór. Althans niet als ik erbij was, niet zolang ik hem gekend heb,’ zei ik somber.
Henri hoorde de klank in mijn stem en zag mijn gezicht. ‘Heeft hij veel verloren… u had het over “rampzalig”?’
‘Ja.’
‘Dat is heel erg. Maar misschien is het een goede les voor hem en zal hij zoiets niet meer doen.’
‘Ik hoop het.’
Hij knikte en glimlachte weer. ‘Ik heb een dochter die nu ongeveer van uw leeftijd zal zijn.’
‘Hoezo “zal zijn”? Weet u dat dan niet?’
‘Helaas niet. Ik heb haar niet meer gezien sinds ze twee was. Mijn vrouw kon dit leven niet aan.’
‘O, wat triest voor u.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Maar ze is zo ver mogelijk bij me vandaan gegaan. Ze woont in Tahiti en is hertrouwd.’
‘O.’
‘Altijd als ik een jonge vrouw zie zoals u, denk ik aan mijn dochter. In uw gezelschap heb ik het gevoel dat ik tegenover mijn dochter zit. In ieder geval kan ik het me verbeelden. Begrijpt u dat?’
‘Ja,’ zei ik. ‘Werkt u dus allang als blackjackdealer?’
‘Heel lang. Het is niet zo’n slecht leven. Ik kijk graag naar de mensen die gokken. Sommigen prevelen een gebedje. Sommigen hebben een amulet, en sommigen vertrouwen op een eigen rekenkundige methode. Te veel mensen denken dat, als ze maar veel winnen, ze een of andere uitweg zullen vinden, een beetje geluk, iets om een hiaat in hun leven te vullen. En dan zijn er nog mensen die, zoals uw man, denk ik, zich laten meeslepen door de opwinding. Vertel niemand dat ik het gezegd heb, maar het is een gevaarlijke omgeving.’
‘Ja,’ zei ik. ‘En mooi. Ik heb gelezen over de architectuur.’
‘Schoonheid zonder onschuld is te vaak gevaarlijk. Begrijpt u?’
‘Ik geloof het wel, ja.’
‘U bent nog jong. Zelfs al begrijpt u het nu niet, dan komt dat later wel.’
Ik legde mijn bestek neer en keek op mijn horloge. ‘Ik kan maar beter teruggaan naar onze kamer en proberen mijn man weer in beweging te krijgen.’
‘Veel succes. Ga vooral naar Italië. U kunt daar heerlijk winkelen. Ik koop bijna al mijn kleren en schoenen in Italië.’
‘Ik zal het zeker doen.’
Ik keek om me heen naar de serveerster.
‘O, laat mij dat alstublieft aanbieden. U was zulk prettig gezelschap en bovendien, laat nu iemand van het casino maar eens betalen. Dat is wat men noemt gerechtigheid.’
‘Merci.’ Ik stond op, maar vroeg toen: ‘Schrijft u uw dochter wel eens of probeert u haar te bellen?’
‘Vroeger wel, maar mijn boze ex-echtgenote werkt niet echt mee. Dat is mijn hiaat in het leven, maar ik vul het niet met valse hoop.’
‘Hou vol,’ zei ik. ‘Ik weet zeker dat ze de inspanning waard is. Au revoir.’
Hij glimlachte. ‘Au revoir.’
Toen ik wegliep, bedacht ik dat het geen toeval was dat ik Henri Beaumont ontmoet had. Cassie had hem naar me toegestuurd.
Ze was bang dat ik, nu ik met Ethan getrouwd was, niet langer aan mijn dochter zou denken.
Zelfs hier, duizenden kilometers van haar graf verwijderd, was ze bij me. Per slot betekende ik haar opstanding, de enige manier waarop ze weer tot leven kon komen.
Haar buitensluiten zou zijn alsof ze opnieuw zou sterven.