MAMMA DOET VREEMD

In de maanden die volgden op Eugenia's overlijden, werd het leven in huis steeds somberder. Om te beginnen hoorde ik mamma niet meer vroeg opstaan om de dienstmeisjes opdracht te geven de gordijnen open te trekken, en evenmin hoorde ik haar jubelen dat mensen, net als bloemen, zon, zon, en nog eens zon nodig hadden. Ik hoorde haar lach niet meer als ze zei: 'Je houdt mij niet voor de gek, Tottie Fields. Dat lukt geen van mijn dienstmeisjes. Ik weet dat jullie allemaal bang zijn de gordijnen open te schuiven, omdat ik dan de stofjes kan zien dansen in de zon.'

Vóór Eugenia's overlijden zette mamma elke ochtend al het huispersoneel aan het werk om overal de gordijnen open te trekken en het daglicht binnen te laten. Er was gelach, muziek en een gevoel dat de wereld ontwaakte. Natuurlijk waren er delen van het huis die te achteraf of te ver van een raam lagen om door de ochtend- of avondzon, of zelfs onze kroonluchters, te worden verlicht. Maar toen mijn kleine zusje nog leefde, liep ik door die lange, brede gangen zonder de schaduwen te zien, en voelde ik me nooit koud of gedeprimeerd, want ik wist dat ze op me wachtte om me met een stralende glimlach goedemorgen te wensen.

Vlak na de begrafenis werd Eugenia's kamer zoveel mogelijk ontdaan van alles wat aan haar herinnerde. Mamma kon er niet tegen om Eugenia's bezittingen te zien. Ze beval Tottie al Eugenia's kleren in een hutkoffer te pakken, waarna ze de koffer naar de zolder liet brengen, weggestopt in een hoek. Voordat Eugenia's persoonlijke dingen - haar sieradenkistje, haarborstels en kammen, parfum en andere toiletartikelen - werden ingepakt, vroeg mamma of ik iets wilde hebben. Ik wilde wel, maar ik kon het niet. Deze keer was ik net als mamma, een beetje tenminste. Het zou me te veel verdriet hebben gedaan als ik Eugenia's spulletjes in mijn kamer had zien liggen.

Maar Emily toonde plotseling belangstelling voor shampoo en badzout. Plotseling waren Eugenia's kettingen en armbanden geen waardeloze prullen meer die bestemd waren om de ijdelheid te strelen. Ze streek als een roofvogel in Eugenia's kamer neer en zocht in laden en kasten om van alles op te eisen, wraakgierig, dacht ik. Met een scheve glimlach paradeerde ze langs mamma en mij, haar lange, magere armen beladen met Eugenia's boeken en andere dingen die mijn zusje gekoesterd had. Ik had Emily's glimlach als schors van een boom van haar gezicht willen trekken, zodat ze zich zou tonen zoals ze was - een slecht, gemeen wezen dat zich tegoed deed aan het verdriet en de pijn van anderen. Maar het kon mamma niet schelen dat Emily zich Eugenia's bezittingen toe-eigende. Ze opbergen in Emily's kamer was ongeveer hetzelfde als ze opbergen op de vliering, want mamma ging zelden naar Emily's kamer.

Toen Eugenia's bed was afgehaald, haar kasten en laden leeg en haar planken kaal waren, werden de luiken en gordijnen gesloten. De kamer werd als een graftombe op slot gedaan en verzegeld. Ik zag aan de manier waarop mamma een laatste keer naar Eugenia's deur keek, dat ze nooit meer een voet in die kamer zou zetten. Net als al het andere dat ze wilde negeren of ontkennen, bestonden Eugenia's kamer en haar omgeving niet meer voor haar. Mamma wilde wanhopig graag een eind maken aan het verdriet, de tragedie en haar verdriet over het verlies uitwissen. Ik wist dat ze haar herinneringen aan Eugenia zou willen wegsluiten, zoals ze een boek dat ze gelezen had dichtsloeg. Ze ging zelfs zo ver dat ze een paar foto's van Eugenia die in haar leeskamer hingen, van de muur haalde. De kleinste verborg ze in een van haar laden en de grootste liet ze achterin een kast wegzetten. Als ik ooit Eugenia's naam noemde, deed mamma haar ogen dicht en kneep ze zo stevig samen dat het leek of ze aan een hevige migraine leed. Ik wist zeker dat ze haar oren ook dichthield, want ze wachtte tot ik uitgesproken was en ging dan verder met wat ze aan het doen was toen ik haar had gestoord.

Papa noemde zeker Eugenia's naam nooit, behalve misschien een enkele keer in een gebed aan tafel. Hij informeerde niet naar haar spullen, en voorzover ik wist, vroeg hij evenmin aan mamma waarom ze Eugenia's foto's van de muur had gehaald en opgeborgen. Alleen Louella en ik schenen aan Eugenia te denken en nu en dan over haar te praten.

Van tijd tot tijd bezocht ik haar graf. Lange tijd ging ik erheen zodra ik uit school kwam, en babbelde tegen de grafsteen, met tranen in de ogen. Ik vertelde wat er die dag gebeurd was, zoals ik deed toen Eugenia nog leefde en ik uit school regelrecht naar haar kamer ging. Maar langzamerhand begon de stilte daar op me in te werken. Het was niet voldoende om me voor te stellen hoe Eugenia zou glimlachen of hardop lachen. Elke dag werden die glimlach en die lach zwakker. Mijn kleine zusje begon te vervagen. Ik begon te beseffen dat we de mensen van wie we houden niet vergeten, maar dat het licht van hun leven en de warmte van hun aanwezigheid verflauwen als een kaars in het donker; het vlammetje wordt kleiner en kleiner naarmate de tijd ons verder wegvoert van het laatste moment van hun leven.

Ondanks haar pogingen om de tragedie te negeren en te vergeten, was mamma er dieper door getroffen dan ze dacht, meer zelfs dan ik voor mogelijk had gehouden. Het hielp niet om Eugenia's kamer af te sluiten en alles wat aan haar herinnerde weg te stoppen; het hielp niet om haar naam te verzwijgen. Ze had een kind verloren, een kind dat ze had gekoesterd en liefgehad, en langzamerhand, aanvankelijk in heel kleine dingen, verviel ze ongemerkt in een rouw die haar elk wakend moment in beslag nam.

Plotseling kleedde ze zich niet meer zo mooi, en deed ze geen moeite meer om zich netjes te kappen en op te maken. Ze droeg dagenlang dezelfde jurk, alsof ze niet merkte dat hij gekreukt of vuil was. Niet alleen miste ze de kracht om haar haar te borstelen, maar ze bracht zelfs de belangstelling niet op om het aan Louella te vragen. Ze ging niet meer naar de bijeenkomsten van haar vriendinnen en liet maanden voorbijgaan zonder hen zelf uit te nodigen. Het duurde niet lang of de uitnodigingen stopten en er kwam niemand meer op The Meadows.

Ik zag hoe bleek mamma was en hoe haar droevige ogen steeds groter en donkerder werden. Ik liep langs haar leeskamer en zag haar op haar sofa liggen, maar in plaats van een boek te lezen, staarde ze in de ruimte, het boek gesloten op haar schoot. En meestal was er ook geen muziek.

'Gaat het, mamma?' vroeg ik dan, en ze draaide zich naar me om alsof ze niet meer wist wie ik was. Ze staarde me heel lang aan voor ze reageerde.

'Wat? O, ja, ja, Lillian. Ik zat een beetje voor me uit te dromen. Het is niets.' Ze keek naar me met een wezenloze glimlach en probeerde te lezen, maar als ik weer bij haar binnenkeek, zat ze weer net zoals de vorige keer - wanhopig, het boek dicht op haar schoot, met glazige ogen in de verte starend.

Als papa er al iets van merkte, liet hij dat nooit blijken als Emily of ik erbij waren. Hij maakte geen opmerking over haar langdurige zwijgen aan tafel; hij zei niets over haar uiterlijk en evenmin klaagde hij over haar bedroefde ogen en haar periodieke huilbuien. Kort na Eugenia's dood kon mamma zonder enige aanleiding plotseling beginnen te huilen. Als ze dat aan tafel deed, stond ze op en liep de eetkamer uit. Papa knipperde even met zijn ogen, keek haar na en at verder. Op een avond, bijna zes maanden na Eugenia's overlijden, toen mama weer een huilbui kreeg aan tafel, kon ik mijn mond niet houden.

'Het gaat haar steeds slechter, papa,' zei ik, 'niet beter. Ze leest niet meer, luistert niet meer naar haar muziek en bekommert zich niet om het huis. Ze wil zelfs haar vriendinnen niet meer zien en gaat nooit meer ergens theedrinken.'

Papa schraapte zijn keel en veegde het vet van zijn lippen en snor, voor hij antwoordde.

'Ik kan het niet zo erg vinden dat ze niet meer rondhangt met dat stelletje bemoeials,' antwoordde hij. 'Daar gaat niets aan verloren, geloof me. En wat die stomme boeken van haar betreft, ik vervloek de dag waarop ze die in huis heeft gebracht. Mijn moeder las nooit romans of zat de hele dag naar grammofoonmuziek te luisteren, dat kan ik je wèl vertellen.'

'Wat deed ze dan, papa?' vroeg ik.

'Wat ze deed? Nou... nou, ja, ze werkte,' stotterde hij.

'Maar ik dacht dat u zoveel slaven had.'

'Die hadden we ook! Ik heb het niet over werk op het veld of in huis. Ze zorgde voor mijn vader en voor mij. Ze leidde de huishouding, controleerde alles. Ze was als een kapitein op een schip,' zei hij trots, 'en ze zag er altijd uit als de vrouw van een voorname landeigenaar.'

'Maar het is niet alleen dat ze geen boeken leest of haar vriendinnen niet opzoekt, papa. Mamma zorgt niet meer voor zichzelf. Ze is zo bedroefd dat ze zich niet meer om haar kleren bekommert of haar haar of...'

'Ze was toch altijd te veel bezig met zichzelf aantrekkelijk te maken,' zei Emily berispend. 'Als ze wat meer tijd had besteed aan het lezen van de bijbel en het regelmatig naar de kerk gaan, zou ze nu niet zo gedeprimeerd zijn. Wat gebeurd is, is gebeurd. Het was Gods wil en het is voorbij. We moeten het accepteren en dankzeggen.'

'Hoe kun je zoiets zeggen? Haar dochter is gestorven, onze zuster!'

'Mijn zuster, niet de jouwe,' antwoordde Emily kil.

'Het kan me niet schelen wat je zegt. Eugenia was mijn zusje ook, en ik was meer een zusje voor haar dan jij ooit geweest bent,' hield ik vol.

Emily lachte, hard en vreugdeloos. Ik keek naar papa, maar hij kauwde op zijn eten en staarde voor zich uit.

'Mamma is zo bedroefd,' herhaalde ik hoofdschuddend. Ik voelde de tranen in mijn ogen prikken.

'De reden waarom mamma zo gedeprimeerd is ben jij!' zei Emily beschuldigend. 'Jij loopt hier rond met een somber gezicht, met tranen in je ogen. Jij herinnert haar er dag in dag uit aan dat Emily dood is. Je geeft haar geen moment rust,' viel ze uit. Ze strekte haar lange arm en benige vinger over de tafel naar me uit.

'Niet waar!'

'Afgelopen!' zei papa. Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek me woedend aan. 'Je moeder zal uit zichzelf berusten in de tragedie, en ik wil niet dat er aan tafel over gediscussieerd wordt. En ik wens ook geen sombere gezichten te zien in aanwezigheid van je moeder,' waarschuwde hij. 'Hoor je me?'

'Ja, papa,' zei ik.

Hij pakte zijn krant en begon te klagen over de prijs van de tabak.

'Ze wurgen de kleine boeren. Het is weer een manier om het Oude Zuiden te vermoorden,' bromde hij.

Waarom vond hij dat belangrijker dan wat er met mamma gebeurde? Waarom was iedereen behalve ik blind voor de vreselijke tijd die ze doormaakte. Zag niemand dan hoe ze was veranderd en het licht in haar ogen was gedoofd? Ik vroeg het aan Louella en toen ze zich ervan overtuigd had dat noch papa, noch Emily binnen gehoorafstand was, zei ze: 'Niemand is zo blind als wie niet wil zien.'

'Maar als ze van haar houden, Louella, en dat moeten ze toch doen, waarom willen ze het dan negeren?'

Louella keek me veelbetekenend aan, een blik die alles zei zonder iets te zeggen. Papa moet toch wel van mamma houden, dacht ik, op zijn eigen speciale manier. Hij is met haar getrouwd, hij wilde kinderen met haar; hij koos haar uit om de meesteres te zijn van zijn plantage en zijn naam te dragen. Ik wist hoeveel dat alles voor hem betekende.

En Emily - ondanks haar gemene, hardvochtige gedrag, haar fanatieke religieuze devotie en haar hardheid - was toch mamma's dochter. Het was haar moeder die op allerlei manieren langzaam maar zeker bezig was af te sterven. Ze móest medelijden met haar hebben, medeleven voelen en haar willen helpen.

Maar helaas, Emily's oplossing was nog meer te bidden, nog langer in de bijbel te lezen en nog meer psalmen te zingen. Altijd als ze las of bad waar mamma bij was, bleef mamma roerloos zitten, haar mooie gezicht versomberd, haar ogen glazig, als iemand die gehypnotiseerd is. Als Emily's religieuze momenten voorbij waren, keek mamma naar mij met een blik van diepe wanhoop en ging naar haar kamer.

Maar al had ze niet behoorlijk meer gegeten sinds Eugenia's dood, toch merkte ik dat haar gezicht boller werd en haar taille dikker. Toen ik dat tegen Louella zei, antwoordde ze: 'Geen wonder.'

'Wat bedoel je, Louella. Waarom, geen wonder?'

'Dat komt door al die mint juleps met de cognac van meneer Booth, en die bonbons. Ze eet ponden bonbons,' zei Louella hoofdschuddend, 'en ze wil niet naar me luisteren. O, nee. Wat ik zeg gaat het ene oor in en het andere zo snel weer uit dat ik mijn eigen echo hoor in die kamer.'

'Cognac! Weet papa dat?'

'Ik denk het wel,' zei Louella. 'Maar het enige wat hij deed was Henry opdracht geven een nieuwe kist boven te brengen.' Ze schudde vol afkeer haar hoofd. 'Dat loopt slecht af,' zei ze. 'Dat loopt slecht af.'

Wat Louella me vertelde bracht me in paniek. Het leven op The Meadows was al triest zonder Eugenia, maar zonder mamma zou het ondraaglijk zijn, want dan zou ik alleen met papa en Emily moeten leven. Haastig ging ik naar mamma en vond haar zittend achter haar toilettafel. Ze was in een van haar zijden nachthemden gekleed met bijpassende peignoir, de donkerrode, en ze borstelde haar haar, maar zo langzaam dat elke streek langer duurde dan vijf of zes normale. Even bleef ik in de deuropening staan en staarde naar haar. Ze zat doodstil, haar ogen strak gericht op haar spiegelbeeld, zonder zichzelf te zien.

'Mamma,' riep ik, en liep haastig naar haar toe om naast haar te gaan zitten, zoals ik zo vaak had gedaan. 'Zal ik het voor je doen?'

Eerst dacht ik dat ze me niet gehoord had, maar toen zuchtte ze en draaide zich naar me om. Ik rook de cognac en mijn hart zonk in mijn schoenen.

'Hallo, Violet,' zei ze, en glimlachte. 'Je ziet er zo knap uit vanavond, maar ja, je ziet er altijd knap uit.'

'Violet? Ik ben Violet niet, mamma. Ik ben Lillian.'

Ze keek naar me, maar ik wist zeker dat ze me niet hoorde. En toen draaide ze zich weer om en keek naar zichzelf in de spiegel.

'Je wilt dat ik je vertel wat je met Aaron moet doen, hè? Je wilt dat ik je vertel of je meer moet doen dan alleen zijn hand vasthouden. Moeder vertelt je niets. Nou,' zei ze, met een brede glimlach en stralende, maar vreemd glinsterende ogen, 'ik weet dat je al meer hebt gedaan dan alleen zijn hand vasthouden, ja, toch? Ik kan het aan je zien, Violet, dus het heeft geen zin het te ontkennen.

'Protesteer maar niet,' ging ze verder, en legde haar vingers op mijn lippen. 'Ik zal je geheim niet verraden. Waar zijn zusters voor als ze eikaars geheimen niet veilig in hun hart kunnen bewaren? De waarheid is,' zei mamma, weer naar zichzelf starend inde spiegel, 'dat ik jaloers ben. Jij hebt iemand die van je houdt, echt van je houdt; jij hebt iemand die met je wil trouwen niet alleen om je naam en je plaats in de society. Jij hebt iemand die het huwelijk niet beschouwt als een zakelijke overeenkomst. Jij hebt iemand die je hart doet zingen.

'O, Violet, ik zou onmiddellijk met je ruilen, als ik kon.'

Ze keek me onderzoekend aan.

'Kijk niet zo naar me. Ik vertel je niets dat je niet al weet. Ik haat mijn huwelijk; ik heb het vanaf het begin gehaat. Die kreten die je uit mijn kamer hoorde komen op de avond voor mijn huwelijk waren kreten van ellende.

Moeder was zo van streek, omdat vader woedend was. Ze was bang dat ik hen te schande zou maken. Wist je dat ik het belangrijker vond hun een plezier te doen door met Jed Booth te trouwen dan mijzelf een plezier te doen? Ik voel me... ik voel me als iemand die is opgeofferd voor de eer van het Zuiden. Echt waar,' zei ze vol overtuiging.

'Kijk niet zo geshockeerd, Violet. Je hoort medelijden met me te hebben. Medelijden, omdat ik nooit de lippen van een man zal voelen die zoveel van me houdt als Aaron van jou. Heb medelijden met me omdat mijn lichaam nooit gelukkig zal zijn in de armen van een man die me liefheeft. Ik zal een half leven leiden tot ik sterf, want dat is het gevolg van een huwelijk met een man van wie je niet houdt en die niet van jou houdt... een onvervuld leven,' zei ze, en keek weer in de spiegel.

Haar arm ging omhoog en langzaam, met diezelfde automatische bewegingen, begon ze haar haar weer te borstelen.

'Mamma,' zei ik, terwijl ik haar schouder aanraakte. Ze hoorde me niet; ze was verdiept in haar eigen gedachten; beleefde opnieuw een moment van jaren geleden met mijn eigen moeder.

Plotseling begon ze een van haar liedjes te neuriën. Ze bleef even zitten en slaakte toen een diepe zucht. Haar boezem ging op en neer, alsof een loodzware sjaal om haar schouders werd gedrapeerd.

'Ik ben zo moe vanavond, Violet. We praten morgenochtend wel verder.' Ze gaf me een zoen op mijn wang. 'Welterusten, lief zusje. Slaap lekker. Ik weet dat je dromen mooier zullen zijn dan de mijne, maar dat geeft niet. Je verdient het; je verdient alles wat mooi en goed is.'

'Mamma,' zei ik met overslaande stem, toen ze opstond. Ik hield mijn adem in en drong mijn tranen terug. Ze liep naar haar bed en deed langzaam haar peignoir uit. Ik wachtte tot ze onder de dekens lag, en ging toen naar haar toe en streek over haar haar. Haar ogen waren gesloten.

'Welterusten, mamma,' zei ik. Ze zag eruit of ze al sliep. Ik draaide de olielamp op haar tafel uit en liet haar alleen in de duisternis van haar verleden en haar heden, en wat ik vreesde dat de afschuwelijke duisternis van de toekomst zou zijn.

In de daaropvolgende maanden kreeg mamma herhaaldelijk van die verwarde dagdromen. Als ik bij haar kwam in haar kamer of tegenkwam in de gang, wist ik pas als ik tegen haar sprak of ze in het heden of het verleden leefde. Emily's reactie was het te negeren en papa's reactie was om steeds intoleranter te worden en steeds meer tijd buitenshuis door te brengen. En als hij terugkwam, had hij meestal bloeddoorlopen ogen, stonk naar bourbon of cognac, en was zo woedend over iets dat hem op zakelijk gebied dwarszat, dat ik geen klacht durfde te uiten.

Als papa weg was kwam mamma soms aan tafel en soms niet. Meestal waren Emily en ik alleen. Ik at zo snel mogelijk en ging weg. Dat wil zeggen, als Emily me excuseerde. Papa liet heel duidelijke instructies achter hoe het in huis moest toegaan als hij er niet was.

'Emily,' verklaarde hij op een avond na het eten, 'is de oudste en verstandigste, misschien zelfs verstandiger dan je moeder tegenwoordig. Als ik weg ben en je moeder voelt zich niet goed, heeft Emily de leiding, en je bent haar evenveel respect en gehoorzaamheid verschuldigd als mij. Is dat duidelijk, Lillian?'

'Ja, papa.'

'Hetzelfde geldt voor de bedienden, en zij weten het. Ik verwacht dat iedereen dezelfde regels volgt en alles net zo in zijn werk gaat als wanneer ik thuis ben. Doe je werk, bid en gedraag je behoorlijk.'

Emily genoot van het gezag en de macht die haar werden verleend. Nu mamma steeds verstrooider werd en papa steeds vaker wegbleef, speelde ze over iedereen de baas. Vaak liet ze de dienstmeisjes hun werk overdoen, omdat het niet naar haar zin was, en ze droeg de arme Henry het ene karwei na het andere op. Op een avond vóór het eten, toen papa weg was en mamma zich in haar kamer had opgesloten, smeekte ik Emily niet zo hardvochtig te zijn.

'Henry is oud, Emily. Hij kan niet meer zo veel en zo snel doen als vroeger.'

'Dan moet hij zijn baan opzeggen,' zei ze vastberaden.

'En dan? The Meadows betekent meer voor hem dan alleen een werkkring; het is zijn thuis.'

'Dit is het thuis van de Booths,' bracht ze me in herinnering. 'Het is alleen een thuis voor de familie en voor degenen die geen Booths zijn maar hier wonen omdat wij dat goedvinden. En vergeet niet, Lillian, dat geldt ook voor jou.'

'Je bent in- en ingemeen. Hoe kun je beweren dat je zo godsdienstig en vroom bent, als je zo wreed bent?'

Ze glimlachte kil.

'Jij kunt zoiets beweren en het anderen nog laten geloven ook. Het is Satans manier om de ware gelovigen in diskrediet te brengen. Er is maar één manier om Satan te verslaan en dat is met gebed en devotie. Hier,' zei ze, en stopte de bijbel in mijn handen. Louella bracht het eten binnen, maar Emily verbood haar het op tafel te zetten.

'Neem het weer mee tot Lillian haar pagina's heeft gelezen,' beval ze.

'Maar u hebt al gebeden en alles is klaar, juffrouw Emily,' protesteerde Louella. Ze was trots op haar kookkunst en vond het vreselijk om iets op te dienen dat koud en te gaar was.

'Neem het mee,' snauwde Emily. 'Begin waar ik het heb aangegeven,' beval ze, 'en lees.'

Ik sloeg de bijbel open en begon. Louella schudde haar hoofd en ging terug naar de keuken. Ik las pagina na pagina, tot ik vijftien pagina's had gelezen, maar Emily vond het nog steeds niet genoeg. Toen ik de bijbel wilde neerleggen, beval ze me door te gaan.

'Maar, Emily, ik heb honger en het wordt laat. Ik heb al meer dan vijftien pagina's gelezen!'

'Je leest er nog eens vijftien,' eiste ze.

'Nee, dat doe ik niet,' zei ik uitdagend. Ik smeet de bijbel op tafel. Haar lippen verbleekten en haar woedende blik, vol minachting en haat, was als een klap in mijn gezicht.

'Dan ga je naar je kamer zonder eten. Vooruit,' beval ze. 'En als papa thuiskomt, zal ik het hem vertellen.'

'Dat kan me niet schelen. Hij moet maar eens horen hoe gemeen je tegen iedereen bent als hij er niet is en dat iedereen zo van streek is dat ze erover denken om weg te gaan.'

Ik zette mijn stoel met een klap tegen de tafel en holde de eetkamer uit. Eerst ging ik naar mamma's kamer om te zien of zij iets kon doen, maar ze sliep al. Ze had bijna niets gegeten van het eten dat Louella haar gebracht had. Gefrustreerd liep ik naar mijn kamer. Ik was kwaad en moe en ik had honger. Even later werd er zachtjes op de deur geklopt. Het was Louella. Ze bracht me een blad met eten.

'Als Emily je ziet, zegt ze tegen papa datje ongehoorzaam bent geweest,' zei ik, aarzelend om het blad aan te nemen en Louella in moeilijkheden te brengen.

'Het doet er niet toe, juffrouw Lillian. Ik ben te oud om me er nog zorgen over te maken, en eerlijk gezegd zijn mijn dagen hier toch geteld. Ik was van plan het deze week tegen de kapitein te zeggen.'

'Wat bedoel je, Louella?'

'Ik ga The Meadows verlaten en bij mijn zuster in Zuid-Carolina wonen. Ze is opgehouden met werken, en het wordt tijd dat ik mijn werk ook neerleg.'

'O, nee, Louella,' riep ik uit. Ze was meer familie voor me dan personeel. Ik kon de keren niet tellen dat ik naar haar toegehold was als ik me in mijn vinger had gesneden of op mijn knie was gevallen. Louella had me tijdens al mijn kinderziekten verpleegd, en al mijn kleren versteld en gezoomd. Toen Eugenia was gestorven, had Louella mij getroost en ik haar.

'Het spijt me, lieverd,' zei ze, en glimlachte toen. 'Maar maak je niet ongerust. Je bent nu een grote en verstandige meid. Het zal niet lang meer duren of je krijgt je eigen huishouding en gaat hier ook weg.' Ze omhelsde me en liep de kamer uit.

Alleen al de gedachte dat Louella The Meadows zou verlaten, maakte me misselijk. Ik had geen trek meer en staarde nietsziend naar het eten dat ze me had gebracht. Ik prikte lusteloos met mijn vork rond in de aardappels en het vlees. Een paar ogenblikken later ging de deur open en Emily keek naar binnen. Ze knikte.

'Dat had ik wel gedacht,' zei ze. 'Ik heb Louella wel zien rondsluipen. Jullie zullen er allebei spijt van hebben,' dreigde ze.

'Emily, het enige wat me spijt is dat Eugenia is gestorven, en niet jij,' snauwde ik.

Ze werd vuurrood en even was ze sprakeloos. Toen trok ze haar schouders op en draaide zich om. Ik hoorde haar met klikkende hakken door de gang lopen en toen haar deur dichtslaan. Even bleef het doodstil. Ik haalde diep adem en begon weer te eten. Ik wist dat ik al mijn kracht nodig zou hebben voor wat er zou volgen.

Ik hoefde niet lang te wachten. Toen papa die avond terugkwam stond Emily bij de deur om hem te begroeten en hem te vertellen over mijn ongehoorzaamheid aan tafel en wat ze zou karakteriseren als een samenzwering van Louella en mij om haar bevelen in de wind te slaan. Ik was vroeg gaan slapen en werd wakker door het geluid van papa's zware voetstappen in de gang. Zijn laarzen stampten op de vloer, en plotseling vloog de deur van mijn kamer open. In het licht achter hem zag ik zijn silhouet. Hij had een dikke leren riem in zijn hand. Mijn hart begon te bonzen.

'Doe de lamp aan,' beval hij. Haastig gehoorzaamde ik. Hij kwam binnen en deed de deur achter zich dicht. Zijn gezicht zag rood van woede, maar hij was nog niet binnen of ik rook de whisky. Het leek wel of hij er een bad in had genomen. 'Je hebt de bijbel getart,' zei hij. 'Godslasteringen aan mijn eettafel!' Hij tierde niet alleen met zijn stem maar ook met zijn gitzwarte ogen die zo intens op me gericht waren dat ik nauwelijks adem kon halen.

'Nee, papa. Emily vroeg me om te lezen en dat heb ik gedaan. Ik heb meer dan vijftien pagina's gelezen, maar ze wilde me niet laten ophouden en ik had honger.'

'De behoeften van je lichaam vond je belangrijker dan die van je ziel?'

'Nee, papa. Ik had genoeg in de bijbel gelezen.'

'Jij weet niet wat genoeg is en wat niet. Ik heb je gezegd dat je Emily net zo moet gehoorzamen als mij,' zei hij, dichterbij komend.

'Ja, papa. Maar ze was onredelijk en onrechtvaardig en wreed, en niet alleen tegen mij, maar ook tegen Louella en Henry en...'

'Haal die deken weg,' beval hij. 'Haal weg!'

Ik gehoorzaamde.

'Ga op je buik liggen.'

'Papa, alsjeblieft,' smeekte ik. Ik begon te huilen. Hij pakte me bij mijn schouder en draaide me abrupt om. Toen schoof hij mijn nachthemd omhoog, zodat mijn billen bloot waren. Even voelde ik alleen de palm van zijn hand erop. Het leek of hij ze zachtjes streelde. Ik wilde omdraaien, maar toen bulderde hij: 'Wend uw gezicht af, Satan!' En vervolgens voelde ik de eerste klap. De riem sneed in mijn vlees. Ik gilde, maar hij sloeg me steeds opnieuw.

Papa had me al eerder geslagen, maar nog nooit zo hard. Na een ogenblik was ik te geschokt om nog te kunnen huilen. Ik snikte gesmoord. Eindelijk vond hij dat ik genoeg gestraft was.

'Weiger nooit een bevel in dit huis op te volgen en smijt nooit de bijbel op tafel alsof het een gewoon boek is,' zei hij.

Ik wilde iets zeggen, maar ik kon geen woord uitbrengen. De pijn was zo hevig dat hij tot in mijn borst doordrong. Mijn hart gloeide zo dat het leek of de riem door mijn lichaam heen was gegaan. Lange tijd bewoog ik me niet. Ik hoorde dat hij zwaar ademend naast me stond. Toen draaide hij zich om en liep mijn kamer uit. Ik bewoog me nog steeds niet; ik drukte mijn gezicht in het kussen tot ik mijn tranen de vrije loop kon laten.

Maar korte tijd daarna hoorde ik weer voetstappen. Ik was doodsbang dat hij terug zou komen. Een tintelend gevoel waarschuwde me dat er iemand naast me stond. Ik draaide me een klein eindje om en zag dat Emily met gebogen hoofd naast me knielde. Ik keek haar vol haat aan. Ze hief haar hoofd op en boog zich met haar puntige ellebogen over mijn ontvelde huid, zodat het scherpe bot me pijn deed. In haar handen klemde ze de dikke, zwarte bijbel. Ik kreunde en protesteerde, maar ze negeerde me en drukte nog harder, zodat ik niet weg kon komen.

'Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in,' begon ze. 'En wie door een afrastering heenbreekt, zal gebeten worden door een slang,' begon ze.

'Ga van me af,' zei ik schor. 'Je doet me pijn, Emily.'

'De woorden uit de mond van een wijze zijn genadig,' ging ze verder.

'Ga van me af. Ga weg. Ga weg!' gilde ik, en vond eindelijk de kracht om me om te draaien. Ze stond op, maar bleef bij me staan tot ze klaar was met lezen en sloeg toen de bijbel dicht.

'Zijn wil geschiede,' zei ze, en liet me alleen.

Papa's aframmeling deed zo'n pijn dat ik niet kon zitten. Ik kon alleen maar blijven liggen en wachten tot de pijn minder zou worden.

Even later kwam Louella naar mijn kamer. Ze had een zalf bij zich, die ze op mijn wonden smeerde. Toen zij ze zag slaakte ze een onderdrukte kreet.

'Arm kind,' zei ze. 'M'n arme baby.'

'O, Louella, laat me niet alleen. Alsjeblieft, laat me niet alleen,' smeekte ik.

Ze knikte.

ik ga niet meteen weg, kindje, maar mijn zuster heeft me ook nodig, en ik moet gaan.'

Ze omhelsde me en samen wiegden we even heen en weer op het bed. Toen trok ze mijn deken recht en stopte me in. Ze gaf me een zoen op mijn wang en ging weg. Ik had nog steeds veel pijn, maar haar zachte handen hadden me getroost. Gelukkig viel ik in slaap.

Ik wist dat het geen zin had om me bij mamma te beklagen. Ze verscheen de volgende ochtend aan het ontbijt, maar zei geen woord. Telkens als ze naar me keek, leek ze in tranen te zullen uitbarsten. Ze merkte zelfs niet hoe ongelukkig ik me voelde, zittend op mijn pijnlijke achterwerk. Ik wist dat papa woedend zou worden als ik ook maar één klacht liet horen.

Emily las voor uit de bijbel en papa zat aan tafel op zijn gebruikelijke autoritaire manier. Hij keek nauwelijks naar me, terwijl ik heen en weer schoof op mijn stoel om de pijn niet zo erg te voelen. We aten zwijgend. Eindelijk, toen we bijna klaar waren, schraapte papa zijn keel voor een aankondiging.

'Louella heeft me verteld dat ze van plan is haar diensttijd over twee weken te beëindigen. Ik had er al zo'n idee van, en ik heb een echtpaar laten komen om haar te vervangen. Ze heten Slope, Charles en Vera. Vera heeft een zoontje van een jaar, Luther, maar ze heeft me verzekerd dat zijn opvoeding geen nadelige invloed zal hebben op haar werk. Charles zal Henry helpen, en Vera werkt natuurlijk inde keuken en zal doen wat ze kan voor... voor Georgia,' zei hij, met een blik op mamma. Ze zat met een domme grijns op haar gezicht en luisterde als een klein kind. Toen papa uitgesproken was, legde hij zijn servet neer en stond op.

'De komende weken moet ik een paar belangrijke zaken afwikkelen, en zal van tijd tot tijd een dag of twee weg zijn. Ik verwacht dat we geen herhaling zullen beleven van de problemen die we hebben gehad,' zei hij, en keek dreigend naar mij. Ik sloeg mijn ogen neer. Toen draaide hij zich om en liet ons alleen.

Mamma begon plotseling als een schoolmeisje te giechelen. Ze sloeg haar hand voor haar mond en bleef giechelen.

'Mamma? Wat is er?'

'Ze is gek geworden van verdriet,' zei Emily. ik heb het tegen papa gezegd, maar hij wilde niet luisteren.'

'Mamma? Wat is er?' vroeg ik, nog veel angstiger.

Ze trok haar hand los en beet plotseling zo hard op haar lip dat de huid wit werd.

ik weet een geheim,' zei ze, en keek steels naar Emily, en toen naar mij.

'Een geheim? Wat voor geheim, mamma?'

Ze boog zich over tafel, keek eerst naar de deur waardoor papa verdwenen was en toen weer naar mij.

ik zag papa gisteren uit de gereedschapsschuur komen. Hij was er met Belinda, en hij had haar rok omhoog- en haar broek omlaag geschoven,' zei ze.

Even kon ik geen woord uitbrengen. Wie was Belinda?

'Wat?'

'Ze praat gewoon onzin,' zei Emily. 'Kom, we moeten weg.'

'Maar, Emily...'

'Laat haar met rust,' beval Emily. 'Louella zorgt wel vóór haar. Pakje spullen, anders komen we te laat op school. Lillian!' snauwde ze, toen ik me niet bewoog.

Ik stond met tegenzin op, mijn ogen strak op mamma gericht. Ze zat weer te giechelen met haar hand voor haar mond. Ik huiverde toen ik haar zo zag, maar Emily stond als een gevangenbewaarster met een zweep te wachten tot ik haar bevel zou opvolgen. Het was of er een steen op mijn maag lag. Haastig ging ik mijn boeken halen en volgde Emily naar buiten.

'Wie kan die Belinda zijn?' vroeg ik me hardop af. Emily draaide zich meesmuilend om.

'Een slavin op de plantage van haar vader,' antwoordde ze. ik weet zeker dat ze zich iets herinnert dat echt gebeurd is, iets walgelijks en slechts, iets datje ongetwijfeld heerlijk vond om te horen.'

'Dat is niet waar! Mamma is erg ziek. Waarom laat papa geen dokter komen?'

'Geen dokter kan genezen wat zij heeft,' zei Emily.

'Wat heeft ze dan?'

'Gewetenswroeging,' antwoordde Emily voldaan. 'Gewetenswroeging omdat ze niet zo vroom is geweest als ze had moeten zijn. Ze weet dal haar zondige gedrag en haar slechtheid de duivel de macht gaven om in ons huis te wonen. Waarschijnlijk in jouw kamer,' ging ze verder. 'Zo heeft hij Eugenia mee kunnen nemen. Nu heeft ze spijt, maar nu is het te laat en is ze gek geworden van gewetenswroeging.

'Het staat allemaal in de bijbel,' voegde ze er met een wrange glimlach aan toe. 'Je kunt het er allemaal in lezen.'

'Je liegt!' schreeuwde ik. Ze glimlachte slechts op haar kille manier en ging vlugger lopen. 'Je bent een gemene leugenaarster! Mamma heeft geen schuld. Er was geen duivel in mijn kamer en hij heeft Eugenia niet meegenomen. Leugenaarster!' riep ik, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Ze verdween om een bocht. Opgeruimd staat netjes, dacht ik, en volgde langzaam. De tranen rolden nog steeds over mijn wangen toen ik Niles ontmoette, die aan het eind van zijn oprijlaan op me had gewacht.

'Lillian, wat is er?' riep hij, terwijl hij naar me toegerend kwam.

'O, Niles.' Mijn schouders schokten zo hevig dat hij snel zijn boeken neerlegde en zijn armen om me heen sloeg. Tussen mijn snikken door vertelde ik wat er gebeurd was, dat papa me had geslagen en mamma zich steeds vreemder ging gedragen.

'Kom, kom,' zei hij, en zoende me zachtjes op mijn voorhoofd en wangen. 'Het spijt me dat je vader je heeft geslagen. Als ik ouder was zou ik naar hem toegaan en hem eens goed de waarheid zeggen,' verklaarde hij. 'Echt waar.'

Hij zei het zo vol overtuiging dat ik ophield met huilen. Ik veegde mijn tranen weg en keek in zijn ogen. Ik zag dat hij woedend was en besefte toen hoeveel hij van me hield.

ik wil graag de pijn van papa's pak slaag verdragen als er iets voor die arme mamma gedaan kon worden.'

'Misschien kan ik mijn moeder overhalen bij haar op bezoek te gaan om te zien hoe het met haar is. Dan kan zij je vader vragen iets te doen.'

'O, Niles, zou je dat willen doen? Dat zou kunnen helpen. Ja, misschien wel. Niemand komt meer bij mamma op bezoek, dus niemand weet hoe slecht ze eraan toe is.'

ik zal het er vanavond tijdens het eten over hebben,' beloofde hij. Hij veegde mijn tranen af met de rug van zijn hand. 'We moeten opschieten,' zei hij, 'anders maakt Emily hier ook weer iets zondigs van.'

Ik knikte. Hij had gelijk, dus haastten we ons om op tijd op school te komen.

Een paar dagen later kwam Niles' moeder inderdaad in The Meadows op bezoek. Helaas sliep moeder toen net en was papa op zakenreis. Ze zei tegen Louella dat ze een andere keer langs zou komen, maar toen ik Niles ernaar vroeg, zei hij dat zijn vader zijn moeder had verboden er nog een keer heen te gaan.

'Mijn vader zegt dat het ons niets aangaat en dat we onze neus niet in jullie zaken mogen steken. Ik denk,' zei hij, en boog enigszins beschaamd zijn hoofd, 'dat hij gewoon bang is voor jouw vader en zijn driftbuien. Het spijt me.'

'Misschien ga ik op een dag zelf wel naar dokter Cory,' zei ik. Niles knikte, al wisten we allebei dat ik het waarschijnlijk niet zou doen. Wat hij over papa had gezegd was waar - hij was verschrikkelijk opvliegend en ik was bang voor zijn woedeuitbarstingen. Hij zou waarschijnlijk de dokter beletten om te komen en mij een pak slaag geven omdat ik het gevraagd had.

'Misschien wordt ze uit zichzelf wel beter,' hoopte Niles. 'Mijn moeder zegt dat de tijd alle wonden heelt. Papa zegt dat het bij jouw moeder alleen wat langer duurt, maar dat we geduld moeten hebben.'

'Misschien,' zei ik, zonder veel hoop. 'De enige die oprecht bezorgd is, is Louella, maar je weet dat ze nu gauw weggaat.'

De rest van de tijd die Louella nog bij me was ging veel te vlug voorbij. De ochtend van haar vertrek brak aan. Toen ik wakker werd en het besefte, wilde ik niet opstaan en naar beneden gaan om afscheid te nemen, maar toen bedacht ik hoe erg Louella het zou vinden als ik haar geen vaarwel zou zeggen. Ik kleedde me zo snel mogelijk aan.

Henry zou Louella en haar bagage naar Upland Station brengen, vanwaar ze door zou reizen naar haar zuster in Zuid-Carolina. Hij laadde haar koffers op het rijtuig, terwijl alle knechten en bedienden om haar heen stonden om afscheid te nemen. Iedereen hield van Louella en bijna iedereen had tranen in de ogen. Sommige dienstmeisjes, vooral Tottie, huilden openlijk.

'Nou moeten jullie eens goed luisteren,' verklaarde Louella, die met haar handen op haar heupen op de veranda stond. Ze droeg haar zondagse kleren en haar bonnet. 'Ik ga niet naar mijn graf. Ik ga alleen mijn oudste zuster een handje helpen die met pensioen is gegaan. En zelf ga ik nu ook van mijn oude dag genieten. Sommigen van jullie huilen alleen maar omdat ze jaloers zijn.' Er klonk gelach. Toen liep ze de veranda af en omhelsde en kuste iedereen en stuurde ze toen terug naar hun werk.

Papa had de vorige avond afscheid genomen, toen hij haar bij zich had geroepen in zijn kantoor om haar geld te geven voor haar pensioen. Ik stond bij de deur en hoorde hoe hij haar vormelijk bedankte omdat ze een goede huishoudster was geweest, trouw en eerlijk. Zijn stem klonk kil en officieel, ook al was ze al zo lang op The Meadows dat ze zich hem nog als kleine jongen herinnerde.

'Natuurlijk,' zei hij ten slotte, 'wens ik je veel geluk en een lang en gezond leven.'

'Dank u, meneer Booth.' Even bleef het stil, toen hoorde ik Louella zeggen: 'Als ik één ding zou mogen opmerken, meneer, voor ik wegga.'

'Ja?'

'Mevrouw Booth, meneer. Ze ziet er niet goed uit en ze gedraagt zich niet normaal. Ze kwijnt weg na de dood van haar dochtertje en...'

ik ben me heel goed bewust van mevrouw Booths belachelijke gedrag, Louella, dank je. Ik weet zeker dat ze binnenkort weer bij zinnen komt en een moeder zal zijn voor onze andere kinderen, zoals het hoort, en een echtgenote voor mij. Maak je daar geen moment zorgen over.'

'Goed, meneer,' zei Louella teleurgesteld.

'Goedendag dan, en goede reis,' eindigde papa. Haastig liep ik weg, zodat Louella niet zou weten dat ik had staan luisteren.

Toen ik naar haar toeliep om afscheid van haar te nemen, barstte ik in tranen uit.

'Maak Louella nu niet verdrietig, lieverd. Ik heb een lange reis voor de boeg en er wacht me een nieuwe, moeilijke taak. Dacht je soms dat het gemakkelijk was, twee oude vrouwen, die gewend zijn hun eigen gang te gaan, samen in een klein huis? O, nee!'

Ik glimlachte door mijn tranen heen.

'Ik zal je missen, Louella... heel erg.'

'O, ik zal jou ook missen, juffrouw Lillian.' Ze draaide zich om en keek naar het huis. Toen zuchtte ze. ik denk dat ik The Meadows erg zal missen, elk hoekje van elke kast. Er is veel gelachen in dit huis, maar ook veel gehuild.'

Ze draaide zich weer naar me om.

'Wees aardig voor de nieuwe hulp en zorg goed voor je mamma en voor jezelf. Je bent bezig een mooie jonge vrouw te worden. Het zal niet lang meer duren voor een knappe man je komt veroveren, en als dat gebeurt, denk

dan aan de oude Louella. Stuur me een briefje en vertel het me. Beloof je dat?'

'Natuurlijk, Louella. Ik zal je vaak schrijven. Zo vaak dat je er schoon genoeg van krijgt.'

Ze lachte. Ze omhelsde me en gaf me een zoen, en toen keek ze nog één keer naar The Meadows, voor ze zich door Henry in het rijtuig liet helpen. Toen pas realiseerde ik me dat Emily niet de moeite had genomen naar beneden te komen om haar goedendag te zeggen, al had ze haar, net als mij, haar leven lang gekend.

'Klaar?' vroeg Henry. Ze knikte en hij gaf de paarden een tikje. Het rijtuig kwam in beweging en reed de lange cederlaan af. Louella keek achterom en zwaaide met haar zakdoek. Ik zwaaide terug, maar ik voelde me zo leeg en hol van binnen dat ik dacht dat ik flauw zou vallen van verdriet. Ik bleef staan en keek het rijtuig na tot het uit het gezicht verdwenen was. Toen draaide ik me om en liep langzaam de trap op en het huis in, dat veel leger was geworden, veel eenzamer, veel minder een thuis.