Deel 50
50
Richard haalde zijn vingers door zijn haar en legde zijn
voorhoofd in zijn handen. Hij keek op toen hij iemand de kamer
hoorde binnenkomen. Het was Kahlan.
Hij vrolijkte op van haar glimlach, haar heldergroene ogen,
hoe haar dikke haar om haar gezicht viel, hoe mooi ze was. Hij
verwonderde zich over haar schoonheid en over het feit dat ze van
hem hield.
De veiligheid die hij in die liefde voelde, was iets dat hij
nooit had verwacht te voelen. Hij had zich altijd voorgesteld dat
hij van iemand zou houden, maar had nooit het idee gehad dat dat
zijn ziel zo'n gevoel van geborgenheid en rust zou brengen. Als
Shota ooit iets zou doen om die geborgenheid te schaden...
Kahlan had een dampende kom soep bij zich. `Ik dacht dat je
wel iets te eten zou lusten. Je bent hier nu al een paar dagen mee
bezig; ik denk ook dat je wat meer zou moeten slapen.'
Hij wierp een blik op de grote witte kom in haar handen.
`Bedankt.' Ze fronste haar voorhoofd. `Richard, wat is er? Je
gezicht is asgrauw.' Hij leunde achterover in zijn stoel en
zuchtte. `Ik ben een beetje misselijk.'
Zij werd ook asgrauw. 'Misselijk. Richard, het is toch
niet...'
`Nee, dat is het niet. Het komt door dit boek over het
onderzoek en de rechtszaak over de Tempel der Winden. Ik zou bijna
willen dat ik het nooit had gevonden.'
Kahlan boog zich naar voren om de kom neer te zetten. `Hier.
Eet hier maar iets van.'
Wat is het?' vroeg Richard terwijl hij naar de weelderige
welving van haar decolleté keek, die op en neer ging boven de
vierkante hals van haar witte Belijdstersjurk.
`Linzesoep. Eet er wat van. Wat heb je ontdekt?'
Richard zoog lucht naar binnen door zijn mond om de lepel vol
soep af te koelen. `Ik heb nog niet veel vertaald, het kost
veel tijd, maar uit het kleine beetje dat ik heb ontcijferd, blijkt
dat ze, die tovenaars... alle tovenaars hebben geëxecuteerd die de
Tempel der Winden hebben weggestuurd. Het tempelteam, worden ze
genoemd. Bijna honderd man.' Hij trok een vinger voor zijn keel
langs.
Kahlan ging op de rand van de tafel tegenover hem zitten. `Wat
hadden ze gedaan om de doodstraf te verdienen?'
Richard roerde in de soep. `Nou, ten eerste hadden ze een weg
opengelaten de Tempel der Winden in, zoals hun was opgedragen, maar
ze maakten het zo moeilijk om weer in de tempel te komen, dat toen
er mensen naar binnen wilden om wat magie op te halen om in de
oorlog te gebruiken, ze dat niet konden.'
`Kolo zei dat er rode manen waren, dat de tempel de
waarschuwing had gestuurd. Bedoel je dat de tovenaars van vroeger
nooit in staat zijn geweest om te reageren op de
waarschuwing?'
`Zo ging het niet. Ze kwamen er uiteindelijk wel weer in.' Hij
zwaaide met zijn lepel om zijn woorden te benadrukken. 'Dat was
zelfs de reden voor de rode maan. Het was de tweede poging om erin
te komen, om te reageren op de rode manen die veroorzaakt waren
door de eerste persoon die gestuurd was, waarbij ze faalden.'
Kahlan boog zich naar hem over terwijl Richard een hap soep
nam. `Maar die eerste persoon was wel binnengekomen?'
`0 ja, die wel. Dat was juist het probleem.'
Kahlan schudde haar hoofd. `Ik kan dit niet volgen.'
Richard legde zijn lepel neer en leunde achterover in zijn
stoel. Hij keek haar aan.
`De mensen van het tempelteam, die de Tempel der Winden hadden
weggestuurd, waren ook degenen die de magie erin hadden gebracht.
Weet je iets van de afschuwelijke magische scheppingen die in de
oorlog zijn gemaakt? Wezens die uit mensen werden gemaakt? Zoals de
mriswith? En de droomwandelaars?
Nou, de mensen van de Nieuwe Wereld vochten tegen de mensen
van de Oude Wereld, die magie wilden uitroeien, ongeveer zoals
Jagang tegenwoordig wil. De tovenaars die de voorwerpen met
magische kracht naar de veiligheid van de tempel brachten, hadden
wel enig begrip voor degenen in de Oude Wereld die magie wilden
elimineren. Zij vonden dat het gebruiken van mensen om die
vreselijke wapens te maken net zo slecht was als sommige van de
dingen waartegen ze streden.'
Gefascineerd boog Kahlan zich naar hem over. `Bedoel je dat ze
naar de vijand overliepen? Dat ze eigenlijk voor degenen in de Oude
Wereld werkten, om magie te elimineren?'
`Nee, ze werkten niet mee aan het verslaan van de Nieuwe
Wereld of het tegenhouden van alle magie, maar ze hadden het
gevoel dat zij de hele zaak in een breder perspectief zagen dan
alleen de oorlog, in tegenstelling tot de tovenaars die het hier in
de Burcht voor het zeggen hadden. Zij stelden zich gematigd op. Ze
vonden dat de oorlog en al hun problemen tot op zekere hoogte
samenhingen met misbruik van magie. Ze besloten dat er iets gedaan
moest worden.'
Kahlan schoof een lok haar achter haar oor. 'Wat?'
`Je weet toch dat de Burcht vol tovenaars was? Dat tovenaars
vroeger beide zijden van de magie hadden? Dat de tovenaars in
vroeger tijden veel meer macht hadden dan zelfs Zedd nu heeft, als
Eerste Tovenaar? Dat er steeds minder mensen met de gave worden
geboren?
Ik denk dat die tovenaars de Tempel der Winden hebben gebruikt
om iets van de kracht van de magie aan deze wereld te ontnemen. Dat
hebben ze weggeborgen in de onderwereld, waar het niet gebruikt kon
worden om kwaad mee te doen, zoals het naar hun mening in deze
wereld werd gebruikt.'
Kahlan legde een hand op haar borst. 'Goede geesten. Wat gaf
hun het recht om dat te beslissen? Zij waren niet de Schepper, die
alles heeft geschonken, inclusief magie.'
Richard glimlachte. 'De leider van het gerechtelijk onderzoek
zei ongeveer hetzelfde. Hij wilde precies van hen weten wat ze
hadden gedaan.' `En heb je het antwoord gevonden?'
`Ik heb nog niet veel vertaald, en ik begrijp niet hoe de
magie werkte, maar ik denk dat het tempelteam het Subtractieve deel
van de magie van de tovenaars heeft weggeborgen. Het Subtractieve
deel werd gebruikt om mensen in die wapens te veranderen: ze namen
er delen mee weg van wie die mensen waren, de delen die de
tovenaars niet bevielen, en dan voegden ze met Additieve Magie de
dingen toe die ze wel wenselijk achtten, zodat ze deze mensen als
wapens konden gebruiken.'
`En jij dan? Jij bent met beide zijden geboren. Als de kracht
was weggesloten, hoe is jouw gave dan te verklaren? Ik heb ook een
aspect van Subtractieve Magie in mijn Belijdsterskracht. Darken
Rahl gebruikte Subtractieve Magie, en sommige Zusters ook. Er zijn
vandaag de dag nog steeds mensen die een beetje van dit element in
hun magie hebben.' Richard streek vermoeid met zijn hand over zijn
gezicht. 'Ik weet het niet. Ik ben zelfs niet zeker van wat ik je
heb verteld. Het grootste deel van dit boek moet nog vertaald
worden. Ik ben nog maar net begonnen. Zelfs als ik het helemaal
vertaal, weet ik niet of het wel de antwoorden zal opleveren die we
zoeken. Dit was een onderzoek en proces, geen poging om de
geschiedenis voor mij vast te leggen. Allerlei zaken waren algemeen
bekend in die tijd. Die hoefden ze niet uit te leggen.
Ik begin te denken dat het tempelteam een eind heeft gemaakt
aan de mogelijkheid dat Subtractieve Magie wordt doorgegeven
aan de nakomelingen van tovenaars. Jouw magie is niet doorgegeven
door een tovenaar, dus misschien is die daarom niet aangetast.
Darken Rahl heeft geleerd om Subtractieve Magie te gebruiken, hij
was er niet mee geboren. Daar zit misschien het verschil in.
Misschien hadden ze niet voorzien dat het wegnemen van Subtractieve
Magie uit degenen die met de tovenaarsgave werden geboren, de
balans zou aantasten, en hadden ze dus niet verwacht dat er
daardoor steeds minder mensen met de gave geboren zouden
worden.
Maar misschien wisten ze dat wel. Misschien was dat juist wat
ze wilden. Misschien zijn ze daarom geëxecuteerd.'
`En de rode manen?'
`Nou, toen degenen die het voor het zeggen hadden dit allemaal
ontdekten, stuurden ze iemand om ongedaan te maken wat deze
tovenaars hadden gedaan. Ze hadden iemand nodig met een geweldige
kracht en overtuiging, in de hoop dat hij sterk genoeg zou zijn om
erin te slagen. Ze stuurden de vurigste voorstander van magie onder
hen, een fanaticus, het hoofd van de openbaar aanklagers, een
machtige tovenaar die Lothain heette, naar de Tempel der Winden om
de schade ongedaan te maken.' Kahlan zoog haar onderlip tussen haar
tanden. 'Wat gebeurde er?'
`Hij kwam erin, via de Hal van de Verrader, precies zoals je
me hebt verteld. Het werkte net zoals jij zei: Lothain ging naar
binnen, maar daarbij verraadde hij hen. Ik weet niet precies wat
hij heeft gedaan; ik geloof dat veel van de woorden te maken hebben
met specifieke magie die ik niet begrijp. Maar wat ik eruit op kan
maken, is dat hij heeft versterkt wat de tovenaars die de tempel
hadden weggestuurd hadden gedaan, en het zelfs erger heeft
gemaakt.
Hij heeft de mensen in de Nieuwe Wereld verraden. Doordat hij
de manier waarop de Tempel der Winden de magie bevatte moest
veranderen, werden de waarschuwingen, de rode manen,
geactiveerd.
Toen de Tempel de rode manen stuurde, en de roep om hulp, werd
er weer een tovenaar gestuurd. De tovenaars waren blij dat de
Tempel om hulp vroeg, want dat betekende dat ze niet via de Hal van
de Verrader naar binnen hoefden te gaan. Ze dachten dat ze erin
konden komen en het probleem eindelijk konden verhelpen. Hij is
nooit teruggekomen. Ze hebben een andere, sterkere en meer ervaren
tovenaar gestuurd. Die kwam ook niet terug.
Ten slotte is, vanwege de ernst van de situatie, de Eerste
Tovenaar zelf naar de Tempel der Winden gegaan.' Richard tilde de
amulet op zijn borst op. `Baraccus.'
`Baraccus; fluisterde Kahlan verwonderd. 'Is hij de tempel
binnengekomen?'
`Dat hebben ze nooit zeker geweten.' Richard duwde zijn duim
heen en weer langs de rand van de tafel. `Baraccus kwam in een
soort verdoving terug. Ze liepen achter hem aan, maar hij reageerde
niet en gaf geen antwoord op wat ze zeiden of deden.
Hij ging de enclave van de Eerste Tovenaar in — zijn
toevluchtsoord —en liet dit daar achter.' Richard hield de amulet
op zijn borst omhoog om hem aan haar te laten zien. 'Hij kwam naar
buiten, trok de rest van zijn uitrusting uit — de spullen die ik
draag — liep naar de rand van de borstwering en sprong van de
bergwand af zijn dood tegemoet.'
Kahlan zat kaarsrecht terwijl Richard zijn keel schraapte tot
zijn stem hersteld was, voordat hij verder ging.
`Daarna deden de tovenaars geen verdere pogingen meer om de
Tempel der Winden binnen te komen, om gehoor te geven aan de roep
van de rode manen; ze beschouwden het als onmogelijk. Ze zijn er
nooit in geslaagd om er binnen te komen en de schade ongedaan te
maken die het tempelteam en daarna Lothain hadden
aangericht.'
Kahlan keek hem met een kalme blik aan terwijl hij in het
niets staarde. 'Hoe wisten ze dit allemaal?'
Richard balde zijn vuist steviger om de amulet op zijn
borst.
`Ze hebben een Belijdster gebruikt. Magda Searus. De eerste
Biechtmoeder zelf.'
`Leefde ze in die tijd? Was zij erbij, bij die oorlog? Dat heb
ik nooit geweten.'
Richard wreef met zijn vingertoppen over de groeven in zijn
voorhoofd. `Lothain wilde hun niet vertellen wat hij had gedaan. De
tovenaars die het proces voerden, waren degenen die bevel hebben
gegeven tot het creëren van de Belijdsters. Magda Searus was de
eerste. Ze wisten dat ze door marteling de waarheid niet uit
Lothain zouden krijgen — dat hebben ze geprobeerd — dus hebben ze
deze vrouw genomen, Magda Searus, de magie van de Belijdsters
gecreëerd en die in haar overgeplant.
Ze heeft Lothain aangeraakt met haar kracht en de waarheid uit
hem gekregen. Hij heeft bekend wat het tempelteam had gedaan en wat
hij had gedaan.'
Richard wendde zijn blik af van haar groene ogen. 'De tovenaar
die dat met Magda Searus heeft gedaan, de Belijdsterskracht heeft
gecreëerd, heette Merritt. Het tribunaal was zo tevreden over de
resultaten van Merritts getover dat ze de opdracht gaven tot het
creëren van een orde van Belijdsters en tovenaars aanwezen om hen
te beschermen.
Merritt werd de beschermer van Magda Searus, haar tovenaar, in
ruil voor het leven, de plicht, waartoe hij haar had veroordeeld,
waartoe hij alle afstammelingen van de Belijdsters die volgden had
veroordeeld.' Het werd stil in de kamer. Kahlan had haar
Belijdstersgezicht opgezet: de lege gelaatsuitdrukking die
niets van haar gevoelens toonde. Hij hoefde geen uitdrukking op
haar gezicht te zien om haar gevoelens te kennen. Richard trok de
soep weer naar zich toe en at er nog wat van. Die was aanzienlijk
afgekoeld.
`Richard,' fluisterde Kahlan ten slotte, 'als die tovenaars,
met al hun macht, met al hun kennis... als zelfs zij niet in de
Tempel der Winden konden komen nadat die de waarschuwing met de
rode manen had gestuurd, dan...'
Haar stem stierf weg. Richard bracht de rest onder woorden.
`Hoe kan ik dan hopen dat het mij wel lukt?'
Richard at van de linzesoep terwijl de ongemakkelijke stilte
voortduurde.
`Richard,' zei Kahlan op rustige toon, 'als we de tempel niet
inkomen, dan zal er gebeuren wat de geesten me hebben laten zien.
Dan zal de dood door het land razen. Talloze mensen zullen
sterven.'
Richard sprong bijna op om tegen haar te schreeuwen dat hij
dat wist. Hij schreeuwde bijna de vraag tegen haar wat ze van hem
verwachtte. In plaats daarvan slikte hij de uitroepen samen met de
soep in.
`Dat weet ik,' fluisterde hij.
Hij ging verder met het eten van zijn soep, in stilte. Toen
hij die op had en er zeker van was dat hij gekalmeerd was, praatte
hij verder.
`Een van de leden van het tempelteam, een tovenaar die Ricker
heette, heeft een verklaring afgelegd voordat ze hem executeerden.'
Richard trok het velletje papier met de vertaling uit de slordige
stapel en las het voor. "`Ik kan niet langer goedkeuren wat we met
onze gave doen. Wij zijn noch de Schepper, noch de Wachter. Zelfs
een lastige prostituee heeft het recht haar leven te leiden."
'
`Waar had hij het over?' vroeg Kahlan.
`Ik denk dat als de tovenaars mensen gebruikten — mensen
vernietigden — om de dingen te creëren die ze nodig hadden om
oorlog mee te voeren, ze mensen gebruikten die om een of andere
reden lastig waren, mensen van wie ze het niet erg vonden om ze te
vernietigen. Ik heb weleens horen zeggen dat een tovenaar mensen
moet gebruiken. Ik betwijfel of degenen die dat zeiden de
gruwelijke oorsprong van die stelregel kenden.'
Hij zag wanhoop in haar ogen.
`Richard, denk je dan, nu je dit hebt gelezen, dat het
hopeloos is? Denk je dat we helemaal niets kunnen doen?'
Richard wist niet wat hij moest zeggen. Hij stak zijn hand
naar haar uit en pakte de hare. 'De leden van het tempelteam
hebben, voordat ze geëxecuteerd werden, ter verdediging aangevoerd
dat ze de tempel niet voorgoed hadden afgesloten, zoals ze
gemakkelijk hadden kunnen doen, maar een manier hadden
opengelaten om op de oproep te reageren. Ze zeiden dat als de
noodzaak maar groot genoeg was, er nog steeds iemand in kon.
Ik zal erin komen, Kahlan. Dat zweer ik.'
Even was er een beetje opluchting zichtbaar in haar mooie
ogen, maar de gekwelde blik kwam weer terug. Richard wist wat ze
dacht. Hetzelfde dat hij zichzelf had afgevraagd toen hij las over
de waanzin die de oorlog was geweest, en over wat mensen elkaar
hadden aangedaan.
`Kahlan, wij gebruiken de magie niet om mensen te vernietigen
voor onze eigen doeleinden. Wij gebruiken haar om te strijden tegen
een vijand die weerloze kinderen vermoordt. Wij strijden voor
vrijheid van terreur en moorden.'
Er kwam een glimlachje terug op haar gezicht en ze gaf een
kneepje in zijn hand.
Ze keken allebei op toen ze een klopje op de open deur
hoorden. Het was Drefan. 'Mag ik binnenkomen? Ik stoor toch niet?'
`Nee, het geeft niet,' zei Richard. 'Kom binnen.'
`Ik wilde je alleen even zeggen dat ik de karren heb besteld,
zoals je wilde. Het punt is bereikt.'
Richard wreef met zijn vingertoppen over zijn voorhoofd.
'Hoeveel?' `Afgelopen nacht iets meer dan driehonderd, als de
rapporten tenminste allemaal binnen zijn. Zoals je al dacht dat zou
gebeuren, kunnen de mensen al die doden niet meer aan, en de
aantallen worden elke dag groter.' Richard knikte. 'We kunnen de
doden niet laten wachten. De pest zou zich nog sneller kunnen
verspreiden als die in de open lucht liggen te rotten. Ze moeten
onmiddellijk begraven worden als ze dood zijn. Zeg tegen de mannen
dat ik de dodenkarren meteen op pad wil hebben als ze de
organisatie op orde hebben. Ik geef ze de tijd tot zonsondergang.'
`Dat heb ik ze al verteld. Zoals je zei, kunnen we lijken die
besmet zijn met de pest niet zo laten liggen; dat zou de epidemie
erger kunnen maken.'
`Kan het dan nog erger?' vroeg Richard spottend.
Drefan gaf geen antwoord.
`Het spijt me,' zei Richard. 'Dat had ik niet moeten zeggen.
Heb je nog iets nuttigs ontdekt?'
Drefan trok de mouwen van zijn witte overhemd naar beneden.
'Richard, er is geen remedie tegen de pest. Niet dat ik weet,
tenminste. De enige hoop is gezond te blijven. En nu we het
daarover hebben, het is niet gezond om hier de hele dag en het
grootste deel van de nacht binnen te zitten. Je slaapt weer te
weinig. Ik zie het aan je ogen. Daar heb ik je al eerder voor
gewaarschuwd. En je moet een beetje rondlopen, een luchtje
scheppen.'
Richard was het zat om het boek te proberen te vertalen, en
hij was de dingen zat die hij ontdekte als hij erin slaagde. Hij
sloeg het dicht en duwde zijn stoel naar achteren.
`Hier schieten we toch niets mee op. Laten we die wandeling
maar gaan maken waar je het over had.' Richard gaapte en rekte zich
uit. 'En wat heb jij gedaan om de tijd door te komen,' vroeg hij
aan Kahlan, 'terwijl ik me hier in die stoffige kamer heb
opgesloten?'
Kahlan wierp een steelse blik op Drefan. 'Ik— ik heb Drefan en
Nadine geholpen.'
`Geholpen? Waarmee?'
Drefan streek de ruches aan de voorkant van zijn overhemd
glad. 'Kahlan heeft geholpen met de staf. Sommige van hen zijn...
ziek.'
Richard keek van Kahlans ogen naar die van Drefan. 'Is de pest
in het paleis?'
`Ik ben bang van wel. Zestien mensen zijn er ziek geworden.
Een paar hebben een alledaagse ziekte, maar de anderen...'
Richard slaakte een vermoeide zucht. 'Ik snap het.'
Raina stond op wacht buiten zijn kamer. Ze rechtte haar rug
toen Richard door de deur kwam.
`Raina, we gaan een eindje wandelen. Je kunt maar beter
meegaan, anders blijft Cara me verwijten maken.'
Raina glimlachte en veegde een streng donker haar naar
achteren. Ze wist dat hij gelijk had, en was duidelijk blij dat hij
meewerkte. `Meester Rahl,' zei Raina, 'ik wilde u niet storen toen
u aan het werk was, maar de kapitein van de bewakers van de stad is
langs geweest met een rapport.'
`Ik weet het. Ik heb het gehoord. Er zijn afgelopen nacht
driehonderd mensen gestorven.'
Raina's leren pak kraakte toen ze haar gewicht naar haar
andere been verplaatste. 'Ook dat, maar ze wilden dat ik u vertelde
dat ze afgelopen nacht weer een vrouw hebben gevonden. Ze was net
zo verminkt als de andere vier.'
Richard sloot zijn ogen en streek met een hand over zijn mond.
Hij voelde dat hij die dag vergeten was zich te scheren. 'Goede
geesten. Gaan er nog niet genoeg mensen dood zonder dat een of
andere maniak er nog meer vermoordt?'
`Was dit ook een prostituee, net als de anderen?' vroeg
Drefan.
`De kapitein zei dat hij het niet zeker wist, maar hij dacht
van wel.' Drefan schudde vol afkeer zijn hoofd. 'Je zou toch denken
dat hij zich zorgen maakte over de pest, als hij dat dan niet doet
over gepakt worden. De besmettingsgraad van de prostituees is veel
hoger dan van de gemiddelde bevolking.'
Richard zag Berdine door de gang naar hen toe komen. 'Hoe
graag ik er ook iets aan zou doen, we hebben nu grotere zorgen.'
Hij wendde zich tot Raina. 'Als we terug zijn, moet je de kapitein
maar zeggen dat ik wil dat zijn mannen het nieuws onder die vrouwen
verspreiden dat er een moordenaar rondloopt, en dat we voor hun
eigen veiligheid hopen dat ze hun vak voorlopig even niet
uitoefenen.
De soldaten weten vast wel waar ze alle prostituees kunnen
vinden,' voegde hij er zachtjes aan toe. 'Laat ze dat bericht
onmiddellijk verspreiden. Als die vrouwen niet ophouden hun lichaam
te verkopen, lopen ze een grote kans in het gezelschap te raken van
de verkeerde klant. Hun laatste klant.'
Richard wachtte totdat Berdine bij hen was. 'Zou jij niet in
de Burcht moeten zijn voor jouw beurt om de sliph te bewaken?'
vroeg Richard haar.
Berdine haalde haar schouders op. 'Ik ben erheen gegaan, om
Cara af te lossen, maar ze zei dat ze nog een wacht langer wilde
blijven.' Richard streek zijn haar naar achteren. 'Waarom zou ze
dat willen?' Berdine haalde haar schouders weer op. 'Dat heeft ze
niet gezegd.' Kahlan pakte zijn arm. 'Ik denk dat het vanwege de
ratten is.'
`Wat?'
`Ik denk dat ze zichzelf iets wil bewijzen.' Kahlan aarzelde.
'Cara houdt niet van ratten.'
`Ik geef haar geen ongelijk,' mompelde Raina.
`Vieze dieren,' merkte Drefan op. 'Ik kan haar ook geen
ongelijk geven.' `Als een van jullie haar ermee plaagt,'
waarschuwde Kahlan, 'dan krijg je met mij te maken... nadat Cara
met je heeft afgerekend. Het is niet grappig.'
Niemand leek in de stemming te zijn om Kahlan tegen te
spreken, noch was er ook maar iemand in de stemming om iets grappig
te vinden. `Waar gaan jullie heen?' vroeg Berdine.
`We gaan een eindje wandelen,' zei Richard. 'Jij hebt
waarschijnlijk net zoveel stilgezeten als ik. Kom mee, als je er
zin in hebt.'
Nadine kwam de hoek om en zag hen toen ze op het punt stonden
weg te lopen. 'Wat is er aan de hand?'
`Niets,' zei Richard. 'Hoe gaat het met je, Nadine?'
Nadine glimlachte. 'Goed, dank je. Ik heb het druk gehad met
het uitroken van kamers van zieken, zoals Drefan had
gevraagd.'
`We gingen net een eindje lopen,' zei Kahlan. 'Je hebt hard
gewerkt, Nadine. Waarom kom je niet met ons mee?'
Richard keek fronsend naar Kahlan. Ze keek hem niet aan.
Nadine keek even aandachtig naar Kahlans ogen. 'Goed, dat zou
ik leuk vinden.'
Ze liepen met zijn zessen door de marmeren gangen, langs
indrukwekkende wandtapijten en sierlijk meubilair, en over dikke
tapijten op weg naar de hoofdingang van het paleis. Patrouillerende
soldaten bogen of sloegen hun vuist tegen hun hartstreek als de zes
voorbijkwamen. De mensen van de staf die Richard onderweg bezig zag
met hun werk, leken in shocktoestand te verkeren. Hij zag mensen
huilen terwijl ze haastig hun taken verrichtten.
Voordat ze de deur hadden bereikt, kwamen ze Tristan Bashkar
tegen. Richard was niet in de stemming om met de ambassadeur van
Jara te praten. Tristan bleef voor hen staan. Deze keer zouden ze
hem niet kunnen ontlopen.
Tristan boog zijn hoofd. 'Biechtmoeder, Meester Rahl, ik ben
blij dat ik u tegenkom.'
`Wat wil je, Tristan?' vroeg Kahlan op neutrale toon.
Hij keek naar haar decolleté terwijl ze sprak. Zijn blik ging
naar Richard. 'Ik wil weten...'
Richard onderbrak hem. 'Bent u gekomen om de overgave van Jara
aan te bieden?'
Tristan trok zijn jas naar achteren en zette zijn hand in zijn
zij. 'De tijd die me is toegekend, is nog niet verstreken. Ik maak
me zorgen over die pest. U bent de Meester Rahl. U zou degene
moeten zijn die nu alles regelt. Ik wil weten wat u aan de
pestepidemie gaat doen.'
Richard hield zich in. 'Wat we maar kunnen.'
Tristan keek weer naar Kahlans borst. 'Ik neem aan dat u
begrijpt dat ik zekerheid nodig heb.' Zijn blik ging weer naar
Richard. Er verscheen een sluwe glimlach op zijn gezicht. 'Hoe zou
ik per slot van rekening met een gerust geweten mijn land kunnen
overgeven aan een man die toeziet op wat misschien wel de grootste
ramp in de geschiedenis van het Middenland zal blijken te zijn? Ik
wil u niet beledigen, maar de hemel spreekt voor mij de waarheid. U
hebt vast wel begrip voor mijn positie.'
Richard boog zich over naar de pompeuze ambassadeur. 'Uw tijd
raakt snel op, ambassadeur. U kunt er maar beter op voorbereid zijn
Jara binnenkort over te geven, anders zal ik ervoor zorgen dat dat
gebeurt... op mijn manier. Als u ons nu wilt verontschuldigen, gaan
we wat frisse lucht happen. Het stinkt hier plotseling.'
Het gezicht van Tristan Bashkar betrok.
Toen zijn blik weer naar Kahlan ging, rukte Richard het mes
uit de schede aan Tristans riem voordat die ook maar met zijn ogen
kon knipperen. Iedereen verstijfde.
Richard duwde de punt tegen de borst van de man.
`En als ik die wellustige blik ooit nog ergens op Kahlan zie
rusten, lager dan haar gezicht, snijd ik je hart eruit.'
Richard draaide zich om en wierp het mes weg, dat zich ingroef
in een ronde eikenhouten bal boven op een trapspil op enige afstand
van hen. Het ploink-geluid echode door de marmeren gangen. Zonder
op een reactie te wachten, nam hij Kahlan bij de arm en beende weg,
waarbij zijn goudkleurige cape achter hem opbolde. Kahlan was rood
aangelopen. De twee Mord-Sith liepen met een brede grijns achter
hen aan. Drefan glimlachte ook, terwijl hij de anderen volgde.
Nadines gezicht verraadde geen reactie.