image

Of ik mijn moeder mis? Ja. Nog dagelijks. Haat is niet altijd een beweegreden om iemand te vermoorden. Liefde is een even krachtige emotie, die tot hetzelfde resultaat kan leiden.

Beide gevoelens maken je afhankelijk en kunnen je totaal verpletteren. Soms denk ik dat het in wezen één en dezelfde emotie is. Dat het een noch het ander ergens toe leidt.

Regelmatig word ik overvallen door de zinloosheid van het bestaan. Als ik wakker word is het er vaak al, dat gevoel van leegte dat ik alleen kan verdrijven door snel op te staan.

Ik heb een creatief beroep waarin ik veel van mezelf kwijt kan. Dat scheelt. Maar op gezette tijden ontkom ik toch niet aan een zekere zwaarmoedigheid. Als ik tenminste nog zoiets als onvoorwaardelijke liefde zou kennen, zou het allemaal niet zo uitzichtloos zijn.

Dat Nadine succes begint te krijgen, stemt me niet afgunstig. Integendeel, ik ben trots op haar. Maar ik maak me ook bezorgd. Is er straks nog plaats voor mij, in die nieuwe wereld van haar? Eelco is buiten beeld, maar dat heeft nauwelijks verandering opgeleverd. Misschien komt dat nog. Ik weet dat ze verdriet om hem heeft, maar dat gaat voorbij. Alles gaat voorbij.

Het is zondag, de middag loopt ten einde en ik lig op de bank tv te kijken als ik haar zie. Mariëlle. Ze stapt voor mijn deur van haar fiets en loopt het tuinpad op.

Ik spring overeind, zet snel de tv uit.

De bel gaat. Besluiteloos blijf ik midden in de woonkamer staan. Ik kan twee dingen doen: de deur openmaken of doen alsof ik niet thuis ben. Het zou interessant zijn om te zien wat ze dan gaat doen.

Ik ga met mijn rug tegen de muur in de woonkamer staan. Na enkele keren te hebben aangebeld, geeft Mariëlle het op.

Ik sluip de gang in. De voordeur is helemaal van hout, zonder glas, dus ze kan mij niet zien. Ik haar ook niet, maar door de brievenbus zie ik haar het tuinpad aflopen. Ze laat haar fiets staan, slaat links af. Ze gaat het achterom proberen.

De achterdeur is niet afgesloten, ze kan zo naar binnen. Ik heb maar heel even de tijd om te beslissen of ik dat kan toestaan, en ik kom tot de conclusie dat ik haar haar gang moet laten gaan. Of ze de deur nog uitkomt of niet, kan ik altijd nog beslissen.

Verborgen in de gangkast hoor ik haar de keukendeur openen. Ze roept mijn naam, haar stem klinkt onzeker.

Met ingehouden adem wacht ik af. Zal ze naar binnen komen? Natuurlijk gaat ze naar binnen, al snel hoor ik haar voetstappen in de woonkamer. Nogmaals roept ze mijn naam, vragend en een beetje zenuwachtig. Ze gaat de gang in en onder aan de trap roept ze een derde keer. Het uitblijven van een antwoord geeft haar voldoende moed om zich om te draaien en in de woonkamer aan de slag te gaan.

Laatjes en deurtjes gaan open, ik hoor haar rommelen, en in plaats van geërgerd ben ik eigenlijk wel geamuseerd. Ze heeft lef, dat moet ik toegeven. Wat voor smoes zou ze klaar hebben voor het geval ik onverwacht thuis zou komen? Ongetwijfeld heeft ze iets bedacht, maar ik wil haar excuus niet weten, ik wil weten wat haar motieven zijn. Al kan ik die wel raden. Het feit dat ze in mijn huis rondsnuffelt zegt genoeg: ze zoekt de camera. Helaas zal ze die niet vinden; ik heb hem allang weggegooid. Wat niet wil zeggen dat dit geen verontrustende situatie is. Ingrijpen is noodzakelijk, maar niet hier.

Beneden levert de zoektocht niets op en na een tijdje hoor ik Mariëlle de trap op gaan. Erg lang blijft ze niet boven. Ze heeft niet gevonden wat ze zocht. Maar ik weet wat ik weten moet.

image