Hoofdstuk 1

 

 

 

Ze verwachtten dat hij door de mand zou vallen.

Nathaniel Wolfe, het enfant terrible van Hollywood dat het middelpunt vormde van de erotische fantasieën van miljoenen vrouwen, stond alleen in de coulissen van het beroemde theater in Londen te luisteren naar het opgewonden geroezemoes van het publiek.

Hij wist dat het publiek ruwweg in twee kampen kon worden verdeeld. Vrouwen die waren gekomen om te zien of zijn uiterlijk de belofte van het grote scherm waarmaakte, en mannen die waren gekomen om te zien of hij echt kon acteren.

Vanaf het moment dat bekend was gemaakt dat hij de hoofdrol zou spelen in een moderne uitvoering van Richard II van Shakespeare, hadden ze hem op de korrel genomen.

Ze dachten dat hij het niet kon. Ze dachten dat de vele prijzen, alle lof en het grote succes allemaal het resultaat was van vernuftig camerawerk en een knap koppie. Ze dachten dat hij geen talent had.

Er verscheen een cynisch glimlachje om zijn mond.

Hij zou hun vooroordelen in één keer wegnemen. Morgenochtend zou niemand nog aan zijn talent twijfelen. In plaats van KAN DE GROTE BOZE WOLF ECHT ACTEREN? zouden de krantenkoppen luiden: DE GROTE BOZE WOLF SNOERT CRITICI DE MOND MET UITMUNTENDE ACTEERPRESTATIE. Hij zou hen een acteerprestatie laten zien met een bezieling die niemand ooit eerder in het theater had aanschouwd.

De regisseur stond op een afstandje in de coulissen, en ze keken elkaar even kort aan. Het was een stormachtige samenwerking geweest. Nathaniel had erop gestaan de rol te spelen zoals hij dat wilde, en de regisseur was het daar helemaal niet mee eens geweest. Uiteindelijk was hun samenwerking magisch gebleken en hadden ze samen een resultaat bereikt waar mensen het nog lang over zouden hebben.

Toen het moment naderbij kwam, sloot Nathaniel zijn ogen en sloot de wereld buiten. Dit was het ritueel dat hij altijd volgde. Binnen een paar seconden bestond Nathaniel Wolfe niet meer.

Hij was Richard, de koning van Engeland.

Zo ging hij te werk. Hij veranderde zijn rol in realiteit. Hij speelde geen rol, hij werd het personage dat hij moest verbeelden.

Op negenjarige leeftijd was hij erachter gekomen dat hij in de huid van iemand anders kon kruipen en zich zo kon verstoppen. Het was een manier geweest om aan de duisternis te ontsnappen die zijn leven had bepaald. Hij kon iedereen worden die hij wilde zijn. Een ridder, een drakendoder, een vampier, een superheld. Wanhopig had hij zichzelf de kracht en macht gegeven om terug te vechten. Om de mensen van wie hij hield te beschermen. Toneelspelen was begonnen als een manier om te vluchten en was al snel een vermomming geworden. En zo leefde hij nu; alleen, vermomd, zonder van iemand anders afhankelijk te zijn.

Hij vond het niet moeilijk om iemand anders te zijn.

Hij vond het moeilijk om Nathaniel Wolfe te zijn.

 

‘Die jurk maakt je niet dik.’ Katie trok het korset nog wat strakker. ‘Die kleur is erg flatterend. Ik vind dat je er geweldig uitziet. En trouwens, je bent de hertogin van Gloucester. Het is de bedoeling dat je eruitziet als een…’ Ze onderbrak zichzelf toen de actrice haar een waarschuwende blik toewierp. ‘Als een staatsvrouw,’ vervolgde ze. ‘Je moet er gewichtig uitzien.’

‘Dus je vindt dat ik er dik en óúd uitzie?’

‘Nee! Ik heb dit kostuum met zorg voor je uitgekozen.’ Omdat ze besefte hoe dat kon worden opgevat, zette Katie zich schrap voor nog meer opmerkingen. ‘Je speelt de rol van een treurende weduwe, dus het is niet de bedoeling dat je er kleurig en vrolijk uitziet.’

‘Probeer je me nu te vertellen hoe ik moet acteren?’

‘Nee. Ik zeg je alleen maar dat je er perfect uitziet. Probeer je alsjeblieft te ontspannen.’

‘Hoe kan ik me ontspannen als ik met Nathaniel Wolfe op het toneel sta? Hij is sarcastisch, hatelijk, humeurig… Gisteren, toen ik dat ene kleine foutje maakte –’

‘Hij keek alleen maar naar je,’ zei Katie sussend om haar gerust te stellen. ‘Hij zei helemaal niets.’

‘Je weet niet wat iemand met zijn ogen allemaal kan overbrengen. Vooral als die ogen van Nathaniel Wolfe zijn. Als hij naar je kijkt, lijkt het wel alsof je door een laser wordt geraakt.’ Geagiteerd wuifde de vrouw met haar hand in de richting van de deur. ‘Ga weg. Ik wil met mensen samenzijn die mijn temperament begrijpen.’

Chagrijnig en prikkelbaar? ‘Ik moet je jurk nog dichtritsen.’ Katie merkte dat haar handen trilden. ‘Luister, we zijn allemaal gespannen –’

‘Waarom zou jíj in vredesnaam gespannen zijn?’

‘Nou…’ Heel even kwam Katie in de verleiding om haar te vertellen over de afspraak die ze had met een van de beste kostuumontwerpers van Engeland, en hoeveel daar vanaf hing. Ze flapte er bijna uit dat haar schulden zo angstaanjagend hoog waren dat ze ’s nachts in haar hoofd spreadsheets aan het maken was om een manier te vinden om alles af te betalen. Maar als alles morgen goed ging, dan zou dat veranderen. Dit was haar grote kans.

De actrice maakte een ongeduldig geluidje. ‘Je hebt geen idee hoe het is om tegenover een Hollywoodster te moeten staan. Je hebt geen idee hoe het voelt om te weten dat iedereen alleen maar is gekomen om hém te zien.’ Ze stortte al haar ergernis over Katie uit. ‘Zelfs als mijn jurk uitscheurt kijkt iedereen nog naar hem! Het zou niemand opvallen, ook al sta ik naakt op het podium!’

Die gedachte vervulde Katie met afschuw. Ze ademde een paar keer diep in. ‘Maak je alsjeblieft niet zo druk. Het zijn gewoon de zenuwen voor de première. Iedereen is zenuwachtig!’

‘Iedereen, behalve Nathaniel Wolfe,’ snauwde de actrice. ‘Hij is zo afstandelijk en ijzig als de Noordpool. Niemand durft dichtbij te komen.’

‘Ze zijn bang om net als de Titanic ten onder te gaan.’

‘Wil je soms zeggen dat ik eruitzie als de Titanic?’

‘Nee!’ Katie besloot dat het veiliger was om niet meer met deze vrouw te praten. ‘Je ziet er prachtig uit en de jurk past perfect.’

‘Niet lang meer. Als ik gespannen ben wil ik alleen nog maar eten. Jij bent jong en knap. Waarom sta je niet achter het toneel met een push-upbeha en een laag uitgesneden topje zoals al die andere meisjes?’

‘Ik zie er belachelijk uit met een push-upbeha, en ik zou ter plekke dood neervallen als Nathaniel Wolfe me plotseling zou opmerken. Gelukkig weet hij niet eens dat ik besta. Hij noemt me de kleedster. Zelfs toen ik zijn maat opnam voor zijn kostuum, praatte hij niet met me. Hij zat de hele tijd aan de telefoon. Adem in…’ Katie worstelde met de rits en bad dat hij het zou houden. Ze wilde de vrouw er niet op wijzen dat het niet bepaald hielp als je een vrachtwagen vol donuts at tussen een pasbeurt en de avond van de première.

‘Nathaniel Wolfe is zo beroemd dat ik me bij hem in de buurt niet normaal kan gedragen. Als hij de ruimte in komt, valt mijn mond open en kan ik alleen nog als een idioot naar hem staren. En dat ziet er niet aantrekkelijk uit. Trouwens, hij is de ultieme foute man, en ik geef de voorkeur aan mannen die wat minder fout zijn.’ Ze maakte het laatste haakje aan de achterkant vast. ‘Zo. Je bent klaar. Succes.’

‘Het brengt ongeluk om een actrice succes te wensen. Je moet toi toi toi zeggen, of iets dergelijks.’

Katie zuchtte. Toi toi toi, en scheur uit je rits? ‘Er gebeuren geen ongelukken. Ik moet nu naar John of Gaunt om te zien of zijn kostuum goed zit.’

Ze ontsnapte naar de kostuumafdeling waar haar vriendin en assistente Claire verstopt onder een kledingrek een reep chocolade verorberde en een roddelblad zat te lezen. Met een schuldige blik keek ze op toen Katie binnenkwam.

‘Oeps. Je hebt me betrapt, terwijl ik in het leven van andere mensen zat te gluren – natuurlijk is dat slechts ten bate van mijn onderzoek, dat begrijp je.’ Haar grijns maakte plaats voor een frons toen ze Katies gezicht zag. ‘Ik neem aan dat je zojuist de Huiveringwekkende Hertogin van Gruwelijk Gloucester hebt aangekleed? Paste ze nog in haar jurk?’

‘Nog net.’ Katie liet zich op een stoel neervallen. Ze voelde een stekende pijn achter haar ogen. ‘Dat donkere paars is fantastisch voor de rol die ze speelt, maar donkere kleuren steken zo hard af tegen haar huid. En ik heb het afschuwelijke voorgevoel dat haar jurk gaat uitscheuren. Hebben we nog hoofdpijnpillen?’

‘Ik heb net de laatste ingenomen. En over hoofdpijn gesproken…’ Claire overhandigde haar het tijdschrift. ‘Er staat een groot artikel in over je zus. Is Paula Preston de mooiste vrouw ter wereld? Nou, eh… nee, ze is de meest geretoucheerde vrouw ter wereld. Waarom hebben jullie eigenlijk niet dezelfde achternaam?’

‘Ze wil niet dat iemand het verband legt. Ze vindt het fijn om te doen alsof haar familie niet bestaat.’ Katie staarde naar de foto van haar zus en dacht aan de moeilijkheden waar haar moeder nu mee te kampen had. Eigenlijk zou ze Paula nu het liefst opbellen om haar te herinneren aan de verplichtingen die ze jegens haar familie had.

‘Toen papa’s gokprobleem bekend werd, was ze geschokt. En ik natuurlijk ook, maar Paula was ontzettend boos op mijn moeder toen ze hem vergaf en bij hem bleef. Ze geeft haar de schuld van het feit dat we geen geld hadden toen we klein waren, en ze zegt dat het haar eigen schuld is als mijn moeder nu het huis kwijtraakt.’

‘Aardig.’

‘Soms kan ik nauwelijks geloven dat we familie van elkaar zijn.’ Kate beet op een vingernagel. Toen zag ze de perfecte nagels van haar zus, waarop ze haar hand in haar schoot liet vallen. ‘Het was allemaal iets te smerig voor haar. Ze heeft een perfect imago voor zichzelf geschapen, en ze wil niet dat de zonden van mijn vader dat imago bezoedelen.’

Claire trok het tijdschrift uit haar handen en scheurde het artikel eruit. ‘Zo.’ Ze verfrommelde de bladzijden en gooide ze in de prullenbak. ‘Daar hoort ze thuis. En nu ga ik de boze Wolfe op het toneel bekijken. Kom je ook?’

‘Nee. Ik moet voor morgen mijn tekeningen en het script nog een keer bekijken.’

‘Je kunt nooit in Hollywood werken als je zo snel onder de indruk raakt van een filmster.’

‘Ik raak helemaal niet onder de indruk van filmsterren.’

‘Wel waar. Toen je de binnenkant van zijn been moest opmeten, was je gezicht zo rood als een tomaat.’

‘Oké, misschien ben ik wel onder de indruk van Nathaniel Wolfe.’

‘Die vent is superopwindend, dat is zeker.’

Katie draaide het dopje van een flesje water. ‘Ja, maar hij is niet écht. Hoe kun je een acteur ooit echt leren kennen? Hoe weet je wanneer ze geen toneelspelen?’ Ze nam een slokje water. Ze wist maar al te goed hoe het voelde om te denken dat je iemand kende en er dan achter te komen dat je het mis had. ‘Ik bedoel, als Nathaniel Wolfe ooit tegen je zou zeggen dat hij van je houdt, zou je hem dan geloven?’

‘Ik hoorde dat hij tegen de regisseur zei dat liefde een lelijk woord is, en dat hij nooit lelijke woorden zegt. Weet je dat de kaartjes voor dit stuk in vier minuten waren uitverkocht? Vier minuten. Ongelooflijk. Vooral als je bedenkt dat Shakespeare voor de meeste mensen nogal hoog gegrepen is. Macbeth die tegen doodskoppen praat –’

‘Hamlet.’ Katie schopte haar schoenen uit en boog en strekte haar tenen. ‘Dat was Hamlet.’

‘Wat maakt het uit. Ik was op de middelbare school heel slecht in Engels. Ik dacht dat Chaucer een schotel was om je theekopje op te zetten.’

‘Een schotel is een saucer, niet Chaucer.’

‘Dat bedoel ik maar. In ieder geval zit het theater nog vol als hij het telefoonboek voorleest. We hebben het wel over Nathaniel Wolfe, hoor. Die man heeft alle prijzen gewonnen, behalve de Sapphire Award.’

Katie dacht aan de meest prestigieuze filmprijs ter wereld waar altijd zo’n ophef over werd gemaakt. ‘Hij is al drie keer genomineerd.’

‘Dat moet voor elke acteur het mooiste zijn wat hij kan bereiken. Dit keer verdient hij het in ieder geval zeker.’ Er lag een dromerige blik in Claires ogen. ‘Zelfs als hij teksten van Shakespeare opdreunt, moet ik naar hem blijven luisteren. Het is die stem. En die ongelooflijk blauwe ogen. Kun je je voorstellen hoe het zou zijn om seks met hem te hebben? Ik vraag me af of je de hele tijd naar hem zou liggen staren.’

‘Dat is een vraag die ik nooit zal kunnen beantwoorden. Hij weet niet eens dat ik besta. Gelukkig maar.’ Katie deed de dop weer op haar flesje en stopte deze terug in haar tas. ‘Luister, wat vanavond betreft –’

‘Je krabbelt nu niet terug, hoor, zet dat maar uit je hoofd. Het begint om elf uur en we moeten er heel sexy uitzien. Doe iets aan waar je decolleté goed in uitkomt.’

‘Geen sprake van. Ik begrijp nog steeds niet hoe ik me door jou heb laten overhalen tot een avondje speeddaten.’

‘Je bent beeldschoon, Katie. Je denkt alleen maar dat je dik bent omdat je zus Paula Preston toevallig supermodel is.’

‘Ik ben niet in vorm. Als dit toneelstuk achter de rug is, ga ik echt vaker sporten. Ik wil een gestroomlijnd en slank lichaam hebben. Als je Nathaniel Wolfe ziet, raak je gewoon gedeprimeerd. Zijn lichaam is een en al spier.’

‘Hij ziet er dodelijk uit in dat leren jasje dat je voor hem hebt uitgezocht. Het is echt verbazingwekkend hoe goed jij altijd precies weet welk kostuum het best bij iemand past.’

‘Het is de bedoeling dat dit kostuum de emotionele zoektocht van het personage verbeeldt.’ Katie keek naar haar eigen versleten spijkerbroek met scheuren. ‘Ik moet er niet aan denken wat mijn kleren over mijn emotionele zoektocht zeggen, maar ik reis in ieder geval in de toeristenklasse.’

‘Jouw kleding zegt dat je een overwerkte, onderbetaalde kostuumontwerpster bent, die geen tijd heeft om zich over haar eigen garderobe te bekommeren.’

‘En met enorme schulden.’

‘Je hebt ontzettend veel talent. Op een dag word je door iemand ontdekt.’

‘Nou, ik hoop wel dat het snel gebeurt.’ Er ging een golf van paniek door haar heen. ‘Dat huis vreet alles op wat ik verdien. Het is een bodemloze put.’

‘Je moet je moeder vertellen hoe zwaar je het hebt. Ze heeft toch geen drie slaapkamers nodig?’

‘Het is het huis waarin ze met mijn vader heeft gewoond. Het zit vol herinneringen.’ Emotioneel en lichamelijk uitgeput sloot Katie haar ogen. ‘Telkens als ik er kom, zegt ze tegen me dat ze zo blij is dat ze daar nog woont. Het is het enige wat haar op de been houdt sinds hij is overleden. Hoe dan ook, als ik die baan krijg, komt alles goed.’

‘Ik wil wedden dat je zus het wel heel erg interessant zou vinden als ze wist dat je met Nathaniel Wolfe samenwerkt.’ Claire strekte haar benen. ‘Vond je hem beter in Alpha Man of in Dare or Die?’

‘In Alpha Man.’

‘Echt waar?’ vroeg Claire fronsend. ‘Die film ging over commando’s. Ik wist niet dat jij daarvan hield.’

‘Ik vond het geweldig dat hij dacht dat hij geen emoties had. En toen hij de dochter van zijn vijand ontmoette …’ Katies ogen werden vochtig. ‘Dat stukje op het eind toen hij zichzelf opofferde om haar te redden! Ik heb dagenlang gehuild. Ik heb die film wel honderd keer gezien. Hij was zo ontzettend goed. En waanzinnig aantrekkelijk. Als ze een Sapphire voor het mooiste lichaam hadden, zou hij die winnen.’

‘Over de Sapphires gesproken,’ Claire gooide het tijdschrift naar haar toe. ‘Hier staat een artikel in over de kleding op de grote avond. Ze voorspellen wie wat zal dragen op de uitreiking. Het is al over twee weken. Misschien heb je interesse.’

‘Waarom? Ik word heus nooit voor de Sapphire-ceremonie uitgenodigd. En dat is maar goed ook, want ik denk niet dat je naar binnen mag in een spijkerbroek met gaten.’

Claire keek op haar horloge, waarna ze met een sprong overeind kwam.

‘Oei, kijk eens hoe laat het is. Minder dan vijf minuten te gaan. Weet je zeker dat je niet meegaat?’

‘Nee, bedankt. Jij mag voor ons samen vol bewondering naar hem gaan staren.’

 

Nathaniel liep naar het midden van het toneel en staarde in de duisternis. Hij zag het publiek niet. Hij dacht niet aan de kritieken.

Hij was Koning Richard II, de verdoemde koning.

Hij opende zijn mond om zijn openingszinnen tegen John of Gaunt uit te spreken, toen het licht van een spot op de eerste rij van het publiek viel.

Met de kroon in zijn hand keek Nathaniel naar beneden en zijn ogen vielen op een gezicht dat hij kende. Vertrouwd en tegelijkertijd ook weer niet. In twintig jaar tijd was dat gezicht veranderd, maar niet zoveel dat de gelaatstrekken onherkenbaar waren geworden.

Door de schok bleef de tijd stilstaan.

Het gezicht vervaagde.

Toen raasde het verleden met angstaanjagende snelheid op hem af, en al zijn concentratie verdween. In dat ene moment kwam een overweldigende stroom van herinneringen op hem af, verheugd dat ze weer vrij waren na zoveel jaar opgesloten te zijn in zijn brein.

Geschreeuw en doodsangst. Hou op, hou op! En bloed. Overal bloed. Doe iets…

Hij voelde zich hulpeloos. Volkomen hulpeloos.

Met bonkend hart staarde Nathaniel naar zijn handen die de kroon nog steeds vasthielden. Er was geen bloed. Zijn handen waren schoon. Maar hij kon zich nog steeds niet bewegen. Hij was verlamd door zijn eigen onmacht. De wetenschap dat hij niets had gedaan, knaagde aan hem…

Hoe was het mogelijk dat je tegelijkertijd kon huiveren en zweten, dacht hij, terwijl zijn schuldgevoel als een giftig insect over hem heen kroop.

Vaag werd hij zich bewust van de golf van verwondering die zich langzaam door het publiek verspreidde. Verwoed probeerde Nathaniel zich af te sluiten.

Richard, dacht hij wanhopig. Koning Richard.

Hij greep de kroon steviger vast en probeerde terug in de huid van zijn personage te kruipen. Maar het paste niet meer. Hij had zichzelf niet meer in de hand.

Telkens wanneer hij zijn ogen opende zag hij het gezicht dat vanaf de eerste rij naar hem keek. Het gezicht dat hem eraan herinnerde dat hij niet Richard II was, maar Nathaniel Wolfe – met een achtergrond die veel dramatischer was dan alles wat de bard zelf had geschreven.

Als Shakespeare nu had geleefd, dacht Nathaniel verbitterd, zou hij de geschiedenis van de familie Wolfe in een tragedie van drie bedrijven hebben beschreven.

Geen komedie. Geen gelukkige afloop. Gewoon het leven op zijn slechtst.

Waarom gebeurde dit nu, dacht hij woedend. Nu ze allemaal hun leven opnieuw hadden opgebouwd?

Hij moest Annabelle waarschuwen. Hij moest onmiddellijk contact met haar opnemen.

De golf van verwondering onder het publiek groeide aan tot een rusteloos geroezemoes. Mensen die eerst hadden aangenomen dat hij de spanning opvoerde, beseften plotseling dat er iets vreselijk mis was.

Nathaniel rechtte zijn schouders als een bokser die zich op een aanval voorbereidt. Nog een keer probeerde hij zijn openingszinnen uit te spreken, maar hij kon ze zich niet eens meer herinneren. Hij was teruggezogen naar het verleden, waardoor de laag die hij tussen zichzelf en de wereld had gelegd wegsmolt.

Ontdaan van zijn vermomming, werd hij in de huid van het ene personage gedwongen dat hij zijn hele leven niet had willen spelen: Nathaniel Wolfe.

De vorige keer had hij haar in de steek gelaten. Dit keer zou hij dat niet doen.

‘Dames en heren…’ Zijn stem, koud en ontdaan van elke emotie, klonk door tot achter in het theater. Met opzet keek hij niet naar de man op de eerste rij. Het kostte hem al zijn zelfbeheersing om niet van het toneel af te springen, hem bij de strot te grijpen en hem met een harde klap buiten westen te slaan.

‘De voorstelling van vanavond is geannuleerd. Bij de kassa kunt u uw geld terugkrijgen.’

 

Nadat Katie haar sollicitatiegesprek had voorbereid, verliet ze de kostuumafdeling. Achter het toneel was het griezelig stil. Iedereen was naar Nathaniel Wolfe gaan kijken.

Ze bleef even stilstaan om de geur en de atmosfeer in te ademen. De geschiedenis zat diep in dit gebouw verankerd. Hoeveel beroemde acteurs en actrices hadden de planken van dit theater betreden?

Heel even was ze weer het kind dat verkleedspelletjes met haar zus Paula speelde.

Jij kan de prinses niet zijn, Katie, want je bent te dik en je hebt krullend haar. Ik ben de knapste, dus ik ben de prinses. Jij mag me aankleden.

Wat als plicht was begonnen, werd al snel een passie. Nadat Paula had besloten dat het niet cool was om met haar mollige zusje om te gaan, was Katie haar vriendinnen aan gaan kleden. Elke avond na schooltijd hadden ze toneelstukjes opgevoerd, en Katie was degene geweest die besloot wat ze aantrokken. Ze vond het heerlijk om met verschillende combinaties te experimenteren, hield van de uitdaging om een kostuum te ontwerpen dat de essentie van een personage uitbeeldde. Een prinses met een zwaard. Een elfje in een kniebroek en laarzen. Ze had naar haar vrienden en vriendinnen geluisterd als ze over hun personages spraken en had instinctief geweten welk kostuum ze nodig hadden om hun rol perfect te kunnen uitbeelden. Ze had kleding voor haar vriendinnen gemaakt, ze had kleding voor haar poppen gemaakt, ze had kleding voor haar moeder gemaakt.

De enige voor wie ze nooit meer kleding hoefde uit te zoeken of te maken, was Paula. Paula’s droom om model te worden had haar ver van haar nederige afkomst gevoerd.

Maar Katie droomde nog steeds…

Een luide klap in de coulissen bracht haar terug naar het heden.

Ze draaide haar hoofd in de richting van het geluid en luisterde. Eerst hoorde ze iemand doelbewust lopen, maar even later hoorde ze het lopen in rennen overgaan.

Met gefronst voorhoofd bleef ze staan. Ze zou de persoon die eraan kwam duidelijk maken dat het geluid waarschijnlijk in het hele West End van Londen te horen was.

Waarschijnlijk was het een onervaren toneelknecht, dacht ze. Of misschien een van die types die hier altijd rondhingen. Iemand die hoopte een glimp van het viriele, gespierde lichaam en knappe gezicht van Nathaniel Wolfe op te vangen.

Omdat ze plotseling besefte dat de voetstappen recht op haar af kwamen, stapte Katie snel opzij, maar het was te laat. Het grote krachtige lichaam van een man botste tegen haar aan. Voordat ze ook maar iets kon doen viel ze achterover, en ze bereidde zichzelf voor op het moment waarop ze de grond zou raken, maar plotseling werd ze door twee sterke handen vastgegrepen en omhooggetrokken.

Terwijl ze daar tegen die harde spieren gevangen stond, smolt er iets binnen in haar. Het was een natuurlijke reactie die haar verstand te boven ging en de pure kracht ervan bracht haar van haar stuk.

Hoekige gelaatstrekken, zwart haar en ogen die een vrouw haar eigen naam konden doen vergeten.

‘Eh, Mr. Wolfe, ik had u hier niet verwacht. Ik bedoel, u doet mee in het toneelstuk, dus ik verwacht wel dat u hier bent, maar niet hier precies op dit moment en vooral niet rennend achter het toneel.’ O, hou toch je mond, Katie. ‘Is er iets aan de hand? Nou ja, ik kan wel zien dat er iets aan de hand is,’ flapte ze eruit, ‘anders zou u niet als een horde olifanten aan komen denderen, maar –’

‘Hij is hier…’

Hij legde zijn handen op haar schouders en kneep zo hard dat Katie ineenkromp.

‘Eh, wie?’ Ze staarde stompzinnig naar hem op. Haar hart hamerde in haar borstkas, en haar mond was gortdroog. Hij was ongelooflijk sexy, elke lijn van zijn perfecte gezicht benadrukte zijn mannelijkheid. Wanhopig probeerde ze een normale zin te bedenken, maar haar hersens voelden verdoofd aan. ‘Mr. Wolfe?’

‘Waarom nu?’ Zijn blauwe ogen waren twee glinsterende spleetjes van woede. ‘Waarom?’

Hij liet haar los, waarna hij zo hard met zijn vuist tegen een decorstuk sloeg dat het hout versplinterde. Zwaar ademend drukte hij zijn hand tegen zijn voorhoofd. Hij was nauwelijks verstaanbaar.

‘Ik kan niet… Ik wil niet… Ik moet Annabelle waarschuwen…’

Wie was Annabelle? ‘Juist. Nou, ik zie wel dat u van streek bent…’ Katie deed aarzelend een stapje naar achteren.

Ze zag dat hij zijn telefoon uit zijn zak haalde en een nummer intoetste. Zijn knokkels waren geschaafd en bloederig, maar het leek alsof hij het niet merkte. Op dat moment begreep ze waarom Nathaniel Wolfe zo goed de diep gekwelde held kon spelen. Onder dat adembenemende perfecte uiterlijk zat een man die net zo gekweld was als de personages die hij speelde. En dat vormde juist een onderdeel van zijn aantrekkingskracht. Hij had een ongetemde en gevaarlijke kant. Bij het zien van zijn op elkaar geklemde kaken en de grimmige trek om zijn mond, dacht ze aan de commando die hij in zijn recente actiethriller had gespeeld. Alpha Man.

Hij was de jager.

En op dit moment was hij niet aan het acteren. Ze wist dat hij niet acteerde. En het had geen zin om te proberen hem over te halen om terug naar het toneel te gaan. Hij was een man die van niemand orders aannam.

Verslagen keek Katie om zich heen. Waar waren de toneelmeesters?

Hij hield de telefoon tegen zijn oor, zijn bewegingen waren rusteloos en gespannen. Nog nooit eerder had ze hem ooit anders dan uitermate ontspannen gezien. Af en toe was hij sarcastisch, vaak verveeld, maar nooit onbeheerst.

Op dit moment zag hij eruit alsof hij zichzelf niet meer in de hand had. Het cynisme dat hij normaal gesproken uitstraalde, had plaatsgemaakt voor iets dat veel op wanhoop leek.

‘Is er ergens een uitgang waar de pers geen weet van heeft?’

‘Uitgang?’ Katie probeerde adem te halen, maar ze was nog nooit zo dicht bij hem geweest, en hij was sensationeel.

‘Als Carrie erachter komt, breekt de hel los… Neem de telefoon op, verdomme…’

Dat gebeurde blijkbaar niet, want hij liet een korte cryptische boodschap achter, voordat hij zijn telefoon weer wegstopte. Toen greep hij Katie bij de arm. Zijn toon was rauw en wanhopig.

‘Je moet zorgen dat ik hier wegkom. Snel.’

Omdat ze nog steeds het feit probeerde te verwerken dat hij kennelijk met twee vrouwen tegelijkertijd een relatie had, keek Katie hem streng aan. Maar toen ze de radeloze blik in zijn ogen zag, wist ze dat ze een grote fout had gemaakt in haar beoordeling.

Hij was niet de jager.

Hij was de prooi.

Iets – of iemand – zat achter hem aan.

‘Er is een brandtrap op de kostuumafdeling. Die komt uit op een zijstraatje.’

Zonder de tijd te nemen om na te denken over wat ze aan het doen was, greep ze hem bij de hand en sleurde hem mee terug naar de kostuumafdeling. Daarna deed ze de deur achter hen op slot.

‘Dat zal ze wel een paar minuten tegenhouden. De uitgang is daar. Veel succes.’

‘Ik redt het niet zonder hulp!’ Hij trok haar naar zich toe. ‘Waar woon je? Ver uit de buurt?’

Alle kracht verdween uit haar knieën. ‘Je maakt een grapje. Ik bedoel, je hebt een suite in het Dorchester en –’

‘En dat is de eerste plek waar ze zullen zoeken. De pers bivakkeert daar al vanaf het moment dat mijn vliegtuig is geland.’

Katie probeerde zich voor te stellen dat Nathaniel Wolfe zich in haar kleine appartement zou bevinden, en haar gezicht begon te gloeien. ‘Mijn woning is piepklein. Heus, ik denk niet –’

‘Alsjeblieft.’

Hij omvatte haar gezicht met zijn handen zodat ze hem wel aan moest kijken. Ze keek in die intense blauwe ogen en vergat waar ze was. Ze vergat wíé ze was.

‘Katie?’

In de greep van een seksuele opwinding die ze nog nooit eerder had ervaren, bewoog ze als vanzelf naar hem toe. ‘Hm?’

‘Katie!’ Hij knipte met zijn vingers voor haar gezicht en verbrak de betovering.

Ze schudde haar hoofd om het suizende gevoel in haar oren kwijt te raken. ‘Je… Je weet hoe ik heet.’

‘Ik weet de naam van elke vrouw die ooit de binnenkant van mijn been heeft opgemeten.’ Onder de ironisch opgetrokken wenkbrauwen glinsterden zijn ogen. ‘Zorg dat we hier wegkomen, engel. Ik wil vanavond niet het slachtoffer van de paparazzi worden.’

Omdat ze altijd mensen wilde helpen die het moeilijk hadden, en omdat ze helemaal opgetogen was door het feit dat hij wist hoe ze heette, negeerde Katie het stemmetje dat haar vertelde dat ze een grote fout maakte.

‘Goed dan, maar mijn appartementje wordt een enorme schok voor je na het Dorchester. Ik heb je gewaarschuwd.’ Ze greep haar jasje en een helm, die ze hem toestak. ‘Pak aan.’

Wezenloos staarde hij naar de helm. ‘Waarom?’

‘Als we ontsnappen, dan hebben we een vervoermiddel nodig om mee weg te komen. Ik heb er een buiten staan. Hij is snel en heel handig om mee door het verkeer in Londen te laveren. Zet die helm op. Hij verbergt je gezicht. Niet dat je gezicht niet fantastisch is om naar te kijken, maar –’ Verward duwde ze de helm in zijn handen. ‘Dit is een stuk makkelijker.’

Aan de andere kant van de deur klonken stemmen en iemand rommelde aan de deurknop.

Katie nam de regie in handen. Resoluut duwde ze de helm op zijn hoofd. ‘Het is waarschijnlijk glad op de trap. Pas op dat je niet uitglijdt. Ik voel me heel stom dat ik dit tegen je zeg – je doet de meeste van je stunts zelf. Ik weet zeker dat een gladde brandtrap voor jou geen probleem is.’

Hij had opnieuw zijn telefoon in zijn hand. ‘Ik moet alleen nog iemand bellen.’

‘Dat kun je doen als we bij mij thuis zijn.’ Katie deed geen moeite om hem te vertellen dat hij niet in de problemen zou zitten als hij maar één vriendin tegelijk had. Zijn complexe liefdesleven was zijn zaak, zei ze tegen zichzelf. Ze trok aan zijn arm.

‘Als je niet geconfronteerd wilt worden met een stuk of honderd camera’s, moeten we hier nu weg!’