Nog lang nadat Luke totaal bewusteloos is geraakt, lig ik met een onbehaaglijk gevoel naar het plafond te staren. Er klopt iets niet. Ik weet eigenlijk niet precies wat.
Oppervlakkig gezien is alles perfect. Elinor is voorgoed uit Lukes leven verdwenen. We kunnen thuis trouwen. Ik hoef me geen zorgen te maken over Robyn. Ik hoef me nergens zorgen over te maken. Het is net alsof er een grote bowlingbal in mijn leven is verschenen, die met één gooi alle slechte kegels heeft omgegooid en de goede overeind heeft laten staan.
We zijn heerlijk gaan eten om het te vieren, we hebben een fles champagne laten knallen en geproost op de rest van Lukes leven, op de trouwerij en op elkaar. Toen begonnen we te praten over waar we naartoe zouden gaan op huwelijksreis en ik maak-te me sterk voor Bali en Luke zei Moskou en we kregen zo'n lacherige, bijna hysterische ruzie die je kunt hebben, als je high bent van uitgelatenheid en opluchting. Het was een heerlijke, gelukkige avond. Ik zou me volkomen tevreden moeten voelen.
Maar nu ik in bed lig en mijn hersens tot rust komen, begint er iets te knagen. Zoals Luke er vanavond uitzag. Bijna té uitge-laten. Té opgeschroefd. De manier waarop we allebei maar ble-ven lachen, bijna manisch. Alsof we niet durfden op te houden.
En er is nog meer. Zoals het gezicht van Elinor, toen we weg-gingen. En het gesprek dat ik maanden geleden met Annabel had.
Ik zou triomf moeten voelen. Ik zou me gewroken moeten voelen. Maar... zo voel ik me niet. Op een of andere manier voelt het niet goed.
Uiteindelijk laat ik me om drie uur 's nachts uit bed glijden, loop de zitkamer in en toets Suzes nummer in.
'Hoi, Bex!' zegt ze verrast. 'Hoe laat is het bij jullie?' Ik kan de ingeblikte geluiden van de Engelse ontbijtshow en gorgelende geluidjes van Ernie op de achtergrond horen. 'God, het spijt me zo dat ik je er gisteren van langs heb gegeven. Ik heb er de hele tijd een rotgevoel aan overgehouden...'
'Het is in orde. Echt hoor, ik ben het alweer vergeten.' Ik ga ineengedoken op de houten vloer zitten en trek mijn ochtendjas dicht om me heen. 'Luister, Suze. Luke heeft enorm hommeles met zijn moeder. Hij heeft bedankt voor de bruiloft in het Plaza. We kunnen toch in Oxshott trouwen.'
'Wat?' explodeert Suzes stem over de lijn. 'O, mijn god! Dat is ongelooflijk! Dat is fantastisch! Bex, ik heb me zo vreselijk zor-gen gemaakt. Ik wist echt niet wat je had moeten doen. Je gaat zeker helemaal uit je dak! Je moet wel helemaal...'
'Dat is ook wel zo. In zekere zin.'
Suze stopt buiten adem.
'Hoe bedoel je dat, in zekere zin?'
'Ik weet dat nu alles is opgelost. Ik weet dat het heel fantas-tisch is.' Ik draai de ceintuur van mijn ochtendjas stevig om mijn vinger. 'Maar op een of andere manier... voelt het niet fantas-tisch.'
'Wat bedoel je?' Ik hoor dat Suze de televisie zachter zet. 'Bex, wat is er dan niet goed?'
'Ik voel me er niet goed over,' zeg ik heel snel. 'Ik heb het gevoel... dat ik heb gewonnen, maar ik wil dit niet gewonnen hebben. Ik bedoel, oké, ik heb alles gekregen wat ik wilde. Luke heeft met Elinor gebroken, hij betaalt de boete van de huwe-lijksplanner, we kunnen de bruiloft thuis vieren... Aan de ene kant is dat fantastisch. Maar aan de andere kant...'
'Welke andere kant?' zegt Suze. 'Er is geen andere kant!'
'Jawel. Althans... dat denk ik.' Ik begin nerveus op de nagel van mijn duim te bijten. 'Suze, ik maak me ongerust om Luke. Hij heeft zijn moeder echt aangevallen. En nu zegt hij dat hij haar nooit meer wil spreken...'
'Nou en? Is dat dan niet goed juist?'
'Ik weet het niet. Is dat zo?' Ik kijk een poosje naar de plint. 'Op dit moment is hij een en al euforie. Maar als hij zich straks schuldig gaat voelen? Als hij zich hierover nou eens net zo gaat opfokken? Weet je, Annabel, zijn stiefmoeder, heeft een keer tegen me gezegd, dat als ik zou proberen Elinor uit Lukes leven weg te snijden, het hem zou beschadigen.'
'Maar jij hebt haar niet uit zijn leven gesneden,' maakt Suze duidelijk. 'Hij heeft het zelf gedaan.'
'Tja, misschien heeft hij zichzelf beschadigd. Misschien is het zoiets als... dat hij zijn eigen arm heeft afgehakt, of zo.'
'Ach, jasses!'
'En dat hij nu zo'n enorme wond heeft, die niemand kan zien, en die doorvreet en op een dag opnieuw tot uitbarsting komt...'
'Bex! Hou op! Ik zit aan mijn ontbijt!'
'Oké. Sorry. Maar ik maak me alleen heel erg ongerust. Het is niet goed met hem. En er is nog iets...' Ik sluit mijn ogen, want ik kan nauwelijks geloven dat ik dit ga zeggen. 'In zekere zin ben ik wat Elinor betreft van gedachten veranderd.'
'Je bent wat ? krijst Suze. 'Bex, dit soort dingen moet je niet gaan zeggen! Ik laat Ernie bijna op de grond vallen!'
'Het is niet dat ik haar aardig vind, of zo,' zeg ik haastig. 'Maar we hebben een heel lang gesprek gehad. En ik denk dat ze eigenlijk wel van Luke houdt. Op haar idiote, ijzige manier.'
'Maar ze heeft hem in de steek gelaten!'
'Dat weet ik. Maar ze heeft er spijt van.'
'Ja, nou en? Daar hoort ze verdorie spijt van te hebben!'
'Suze, ik denk alleen... dat ze misschien nog een kans ver-dient.' Ik kijk naar mijn vingertop, die heel langzaam blauw begint te worden. 'Ik bedoel maar... neem mij nou. Ik heb mil-joenen stupide, onnadenkende dingen gedaan. Ik heb mensen laten zakken. Maar ze hebben me altijd weer een kans gegeven.'
'Bex, je lijkt in de verste verte niet op die rot Elinor! Jij zou je kind nooit in de steek laten!'
'Ik zeg niet dat ik net zo ben als zij! Ik zeg alleen...' Mijn stem sterft zwakjes weg en ik laat de ceintuur van mijn vinger glijden.
Ik weet eigenlijk niet wat ik zeg. En ik denk dat Suze nooit helemaal zal begrijpen wat me beweegt. Zij heeft nooit van haar leven fouten gemaakt. Zij is altijd gemakkelijk tussen de klippen doorgezeild, ze heeft nooit iemand overstuur gemaakt, ze heeft zichzelf nooit in de problemen gebracht. Maar ik wel. Ik weet hoe het voelt om iets stoms te doen - of nog erger dan stom - en dan meer dan wat ook te wensen dat ik het niet had gedaan.
'En wat gaat dit allemaal betekenen? Waarom ben je-' Suzes stem wordt scherp van schrik. 'Wacht eens even. Bex, dit is toch niet een manier van je om te zeggen dat je toch in New York gaat trouwen, hè?'
'Zo simpel is het niet,' zeg ik na een stilte.
'Bex... ik wurg je. Ik doe het, hoor. Als je me nu gaat vertellen dat je in New York wilt trouwen-'
'Suze, ik wil niet in New York trouwen. Natuurlijk wil ik dat niet! Maar als we die bruiloft nu laten varen... dan is het gebeurd. Elinor zal nooit meer met een van ons spreken. Nooit meer.' 'Dit is niet te geloven. Ik geloof dit gewoon niet! Je gaat er weer een klerezooi van maken, nietwaar?'
'Suze-'
'Nu alles gewoon weer in orde is! Nu je, voor één keer in je leven, niet volslagen in de penarie zit en ik me eindelijk kan ontspannen...'
'Suze-'
'Becky?'
Ik kijk geschrokken op. Daar staat Luke in zijn boxershort en T-shirt duf en verbaasd naar me te staren.
'Is alles goed met je?' zegt hij.
'Met mij gaat het prima,' zeg ik, terwijl ik mijn hand over het spreekgedeelte leg. 'Ik zit gewoon met Suze te praten. Ga jij maar weer naar bed. Ik kom zo.'
Ik wacht tot hij weg is en schuif dan dichter bij de radiator die nog een beetje warmte afgeeft.
'Oké, Suze, moet je luisteren,' zeg ik. 'Gewoon... naar me luis-teren. Ik ga er helemaal geen klerezooi van maken. Ik heb er echt heel goed over nagedacht en ik kreeg een geniaal idee...'
Rond negen uur de volgende ochtend sta ik voor Elinors appar-tement. Ik heb me zeer zorgvuldig aangekleed in mijn mooiste linnen jasje, helemaal VN corps-diplomatiquestijl, met een paar niet confronterende schoenen met ronde neuzen. Ofschoon ik niet zeker weet of Elinor de inspanning die ik me getroost zal waarderen. Als ze opendoet ziet ze nog bleker dan anders en haar ogen lijken wel dolken.
'Rebecca,' zegt ze ijzig.
'Elinor,' antwoord ik even ijzig. En dan herinner ik me weer dat we hier waren om een poging tot verzoening te doen. 'Elinor,' herhaal ik, en ik poog dat woord enige warmte mee te geven. 'Ik kom om te praten.'
'Om je verontschuldigingen te maken,' zegt ze, terwijl ze de gang doorloopt.