'O, Tom.'
'Ze begon te zeggen dat ze doodziek werd van die buitenwijk en dat ze meer uit het leven wilde halen, nu ze nog jong was. Maar ik dacht, we hebben net het huis opnieuw in de verf gezet, we zijn halverwege de aanbouw van de nieuwe serre, dit is niet het goede moment om te verhuizen-' Hij kijkt op en zijn ogen staan vol doffe ellende. 'Ik had moeten luisteren, nietwaar? Misschien had ik zelfs die tatoeage moeten laten doen.'
'Wilde ze dat je je liet tatoeëren?'
'Bijpassend bij de hare.'
Lucy Webster met een tatoeage? Ik schiet bijna in de lach. Maar als ik dan naar het treurige gezicht van Tom kijk, voel ik me woedend worden. Oké, Tom en ik waren het door de jaren heen niet met elkaar eens. Maar dit verdient hij niet. Hij is wat hij is. En als Lucy daar niet blij mee was, waarom is ze dan wel met hem getrouwd?
'Tom, je moet jezelf er niet de schuld van geven,' zeg ik gede-cideerd. 'Het schijnt dat Lucy zo haar eigen problemen had.'
'Denk je dat?'
'Natuurlijk. Ze mocht van geluk spreken dat ze jou had. Des te dommer, dat ze dat niet wist te waarderen.' Ik buig me in een impuls over het hek en omhels hem. Als ik hem weer loslaat, staart hij me met grote hondenogen aan.
'Jij hebt me altijd wel begrepen, Becky.'
'Tja, we kennen elkaar al zo lang.'
'Niemand kent me zo goed als jij.'
Zijn handen liggen nog steeds op mijn schouders en hij schijnt niet van plan te zijn me los te laten, dus doe ik een stapje achter-uit, onder het voorwendsel dat ik naar het huis wijs, waar een man een raamkozijn staat te schilderen.
'Heb je gezien hoeveel werk pap en mam ervan maken? Het is ongelooflijk.'
'O, jazeker. Ze laten er geen gras over groeien. Ik heb gehoord van het vuurwerk. Je bent zeker heel erg opgewonden.'
'Ik zie er erg naar uit,' zeg ik automatisch. Dat zeg ik elke keer onmiddellijk als iemand de bruiloft te berde brengt. Maar bij het zien van ons oude, vertrouwde huis, dat helemaal wordt opgeknapt als een dame die make-up opdoet, krijg ik een vreemd gevoel in mijn hart, alsof eraan getrokken wordt.
En met een plotseling pijnlijk besef voel ik dat ik er werkelijk naar uitzie.
Ik zie uit naar de aanblik van onze tuin vol ballonnen. Naar mam, tiptop in het mantelpak, en gelukkig. Naar het opmaken in mijn eigen slaapkamer, aan mijn eigen toilettafel. Ik wil op een goede manier afscheid nemen van mijn oude leven. Niet in zo'n onpersoonlijke suite in een hotel... maar hier, thuis, waar ik ben opgegroeid.
Toen ik in New York was, kon ik me in de verste verte niets bij deze bruiloft voorstellen. Het leek zo nietig en duf in vergelij-king met de romantiek van het Plaza. Maar nu ik hier ben, lijkt het Plaza juist heel onwerkelijk. Het Plaza zakt weg als een ver-re, exotische vakantie, die ik alweer begin te vergeten. Het was heel leuk de rol van een New Yorkse prinsesachtige bruid te spelen, te proeven van exquise schotels, lang gerijpte champagne en bloemstukken van een miljoen dollar te bespreken. Maar dat is het hem juist. Het is een rol die ik heb gespeeld.
De waarheid is dat ik hier thuishoor. Op deze plek, in deze Engelse tuin, die ik al mijn hele leven ken.
Dus wat ga ik nu doen?
Ga ik echt...
Ik kan het amper denken zelfs.
Denk ik er echt over die reusachtig dure bruiloft af te zeggen?
Alleen al de gedachte maakt dat ik vanbinnen verschrompel.
'Becky?' Mams stem dringt mijn gedachten binnen. Ik kijk versuft op en zie haar bij de patiodeuren staan met een tafel- kleed in de hand. 'Becky! Er is telefoon voor je, binnen.'
'O, oké! Wie is het?'
'Iemand die Robin heet,' zegt mam. 'Hallo, Tom, m'n jongen.'
'Robin?' Met een frons van verbazing loop ik naar het huis. 'Robin wie?'
Ik geloof niet dat ik een Robin ken. Behalve dan Robin Anderson die bij Investment Monthly werkt, maar die heb ik niet echt goed gekend-
'Ik vrees dat ik haar achternaam niet goed heb verstaan,' zegt mam. 'Maar ze lijkt me erg aardig. Ze zegt dat ze vanuit New York belt...'
Robyn?
Plotseling sta ik aan de grond genageld van schrik bij de stoep van de patio.
Robyn aan de telefoon... hier?
Dit mag niet. Robyn hoort niet in deze wereld thuis. Ze hoort in New York thuis. Dit is net zoiets als mensen die teruggaan in de tijd om te rommelen met de I\veede Wereldoorlog.
'Is ze een vriendin van je?' zegt mam argeloos. 'We hebben zojuist heel gezellig zitten babbelen over de bruiloft...'
De grond onder me begint te bewegen.
'Wat... wat heeft ze gezegd?' kan ik nog net uitbrengen.
'Niets bijzonders!' Mam kijkt me verbaasd aan. 'Ze vroeg me wat voor kleur ik zou dragen... en ze zei steeds iets heel geks over violisten. Je wilt toch geen violisten op je trouwen, kindje?'
'Natuurlijk niet!' Mijn stem slaat schel over. 'Waar zou ik vio-listen voor moeten hebben?'
'Becky, gaat het wel, schat?' Mam kijkt me scherp aan. 'Ik zeg wel dat je terugbelt, zal ik dat doen?'
'Nee! Niet meer met haar praten! Ik bedoel... het is goed. Ik neem hem wel.'
Ik haast me met hartkloppingen het huis in. Wat moet ik zeg-gen? Moet ik zeggen dat ik van gedachten veranderd ben?
Wanneer ik de telefoon oppak, zie ik dat mam me achterna- komt, het huis in. O, god. Hoe moet ik dit nu weer afhandelen?
'Robyn, hoi!' zeg ik, en poog een natuurlijke stem op te zetten. 'Hoe is het ermee?'
'Hoi! Becky! Ik ben zo blij dat ik even de kans heb gehad om met je moeder te praten!' zegt Robyn. 'Ze lijkt me een schat van een vrouw. Ik verheug me er zeer op haar te ontmoeten!'
'Ik ook,' zeg ik zo hartelijk als ik kan. 'Ik popel om jullie... aan elkaar voor te stellen.'
'Maar ik was wel verbaasd dat ze niets van de Weense strij- kers afwist. Foei toch! Je moet je moeder wel op de hoogte hou-den, Becky!'
'Weet ik,' zeg ik na een stilte. 'Ik heb het gewoon heel druk gehad...'
'Dat begrijp ik,' zegt Robyn meelevend. 'Zal ik haar een informatiepakket sturen? Met de FedEx gaat dat heel gemakke-lijk. Dan kan ze het allemaal met eigen ogen zien! Als je me even het adres geeft...'
'Nee!' roep ik, vóór ik me kan inhouden. 'Ik bedoel... maak je geen zorgen. Ik zal het allemaal doorgeven. Echt. Stuur maar niets... op. Helemaal niets.'
'Zelfs niet een paar menukaarten? Ik weet zeker dat ze die dolgraag zou willen zien!'
'Nee! Niets!'
Mijn handen zitten om de telefoon geklemd en het zweet breekt me uit. Ik durf mam zelfs niet aan te kijken.
'Goed dan!' zegt Robyn ten slotte. 'Jij bent de baas! Maar goed, ik heb de tafelschikkingen doorgenomen met Sheldon Lloyd...'
Terwijl ze doorwauwelt kijk ik snel even naar mam, die op minder dan een meter afstand van me staat. Ze kan vast horen wat er gezegd wordt. Ze heeft het woord 'Plaza' vast wel ver-staan. Zou ze daarnet ook 'bruiloft' en 'balzaal' hebben verstaan?
'Goed,' zeg ik, zonder tot me door te laten dringen wat Robyn zegt. 'Het klinkt allemaal prima.' Ik draai de telefoondraad om mijn vingers. 'Maar... maar moet je horen, Robyn. Het punt is dat ik naar huis ben gegaan om er even tussenuit te zijn. Zou je me hier dus niet meer willen bellen?'
'Wil je niet op de hoogte blijven?' zegt Robyn verbaasd.
'Nee. Het is best. Doe maar gewoon wat je moet doen. Ik hoor het wel als ik volgende week terug ben.'
'Geen probleem. Ik begrijp het. Je hebt een time-out nodig! Becky, ik beloof je dat ik je, afgezien van noodgevallen, met rust laat. Geniet er maar lekker van!'