29

Welwillende en alleszins prijzenswaardige Meester,

 

Vandaag was het een heel belangrijke dag waarop ik een hoop nuttige dingen heb vernomen voor U, alleen hebben die me weer nieuwe en grotere twijfel bezorgd dan ik al had en bijna was het gister beter maar wacht dan vertel ik U alles een voor een, anders kunt U er geen touw aan vastknopen en hebt U echt reden tot klagen.

Het begon al niet zo best want toen ik de deur van Lionardo’s kamer opendeed, vond ik weer een stuk papier met een tekening die weinig goeds belooft:

 

img1.png

 

Als U die vergelijkt met die van de gehangene die ze al onder de deur hadden geschoven, dan wordt gelijk duidelijk wat het betekent en wel dat iemand Lionardo graag wil ophangen en dat is niet zo fijn. Als U dan ook nog de kaart van de gehangene erbij doet, die Lionardo toen trok bij de zigeunerin, dan zeg ik U dat Mozes Julius Caesar en de heilige Petrus daarvoor in hun broek zouen pissen van angst. Ik kan U niet vertellen wat voor akelige gedachten er in mij omgingen, Mijnheer en Meester, want ik ben nou hier in mijn eentje en als iemand het op zijn heupen krijgt om Lionardo te vermoorden, dan komt ie hier en treft ie alleen mij en misschien neemt ie daar dan genoegen mee.

Toen dacht ik: ik kan maar beter niet te lang in de herberg blijven want buiten voel ik me veiliger dan hier, ik wil eigenlijk ook niet dat het dienstmeisje nou komt en weer een goed gesprek tussen haar dijen verlangt want dan lig ik de hele ochtend op apegapen.

Ik besloot het er dus maar op te wagen want ze willen Lionardo blijkbaar zien hangen, bovendien heb je het gevaar van Valentino die er ook heel wat laat hangen en dus kunnen we maar beter gauw aan de slag gaan. Ik ben naar buiten gelopen en heb een wat langer ommetje gemaakt dan gedacht want op straat ben ik tegen twee dingen aangelopen, het eerste was dat er een geur hing van gebraden speenvarken waar ik helemaal draaierig van werd en ik zei van waar zou dat wezen, waar zou dat speenvarken wezen en ik kijken en toen ontdekte ik dat het een worstverkoper was en ook al had ik haast ik heb een lekker stuk brood met speenvarken gegeten, ammehoela met Lionardo, die Joost mag weten waar uithangt. Terwijl ik het vlees doorslikte hoorde ik een stem fluisteren: kijk, die met die krullen, dat lijkt wel Antinoös, en ik dacht van oef, wat een gezeik met dat ge-Antinoös, binnenkort doe ik mijn haar eraf, dan lijk ik op niemand meer en ik draaide me om om te zien wie er aan het woord was en als aan de grond genageld, Mijnheer en Meester, bleef ik staan.

Ze had lang blond haar, zo glad als korenaren, ogen zo blauw als de zee en mooie parelwitte tanden en ze was heel lang en welgevormd met een stevig volslank figuur, ja ook met twee mooie schouders maar niet te groot, nee, ze was eerder fijntjes en ik had nooit geweten dat ik er op zo een zou kunnen vallen want ik val vooral op klein en rond. Het was de verrukkelijkste aanblik die me ooit is overkomen, Mijnheer en Meester, en ze lachte naar me met een beetje schroom want door de grote verbazing stond ik haar met open mond waar het speenvarken nog in zat aan te gapen. Maar toen kwam ik weer bij zinnen en ik zei voor de grap: aangename kennismaking mevrouw, ik heet inderdaad Antinoös, ik ben eergister nog gebeeldhouwd en zij schoot in de lach samen met een jongedame die haar vergezelde en helemaal haar tegendeel was, dus klein en donker (en ook lang niet gek) en we hebben even gekletst en zij vroeg waar kom je vandaan, uit Florence, mevrouw, zei ik, ik ben hier in Rome met mijn pleegvader en toen hebben we nog wat kleine dingetjes tegen mekaar gezegd en terwijl ik naar haar keek, dacht ik: ik hou van je, ik wil met je trouwen, je bent prachtig, jeetje waar vind ik weer zo iemand als jij enzovoorts, afijn allemaal van die achterlijke dingen die je denkt als je echt een superlekker wijf tegenkomt.

Toen ze weer weg was, zei ik bij me eigen van potjandorie en nou is het maar de vraag of ik haar op een dag kan terugvinden want ik zou het fijn vinden om er iets mee te beginnen en ik weet dat ik er met dat dienstmeisje en dat meisje waarmee ik het gedaan heb in haar palazzo en dat andere dat de vuile kleren droeg hier in Rome drie op mijn nek heb maar die blonde, Mijnheer en Meester, is iemand die een portret van Lionardo verdient of nee, beter van niet want anders zien veel te veel mannen haar en pikken ze haar van me af.

Ik vergat alleen, Mijnheer en Meester, om U het belangrijkste te schrijven en dat is dat bovengenoemde blonde, superlek-kere dame met een buitenlands accent sprak dat me ergens aan deed denken, maar toen ik het doorhad was ze al weer weg en ik zei: het is toch ongelooflijk, die spreekt ook al Duits.

Na een halfuur kwam ik dus in herberg De Klok. Mijnheer en Meester, je zag meteen dat ik op een luxeplek was voor deftige mensen van stand zoals U. In de vertrekken waar gegeten wordt stonden hele mooie gemakkelijke stoelen, niet zoals die in mijn en Lionardo’s herberg, allemaal effen wit en heel schoon en tafels van helemaal ingelegd hout en vorken zoveel je wil en zelfs schilderijen aan de muren. Dus ik dacht van jeetje, wie weet hoeveel het kost om hier te eten en te drinken maar het was al te laat want er kwam een bediende vragen wat ik wenste en ik zei een beetje rode wijn graag.

Terwijl ik van de wijn dronk keek ik om me heen en zag dat er nog andere mensen zaten te eten en te drinken en te kletsen of te kaarten of een boek te lezen, afijn alles net zoals in een mooie gewone herberg op één ding na: ze spraken allemaal Duits! Moet U nagaan dat ik in mijn zak een potlood en een stuk papier had meegenomen om aantekeningen te maken maar ik heb al moeite genoeg om op te schrijven wat de mensen in het Italiaans zeggen, laat staan in het Duits, wat een krankzinnige taal is. Het andere wat ik zag was dat ze geen wijn dronken maar alleen bier waar ik van stond te kijken want de wijn in Rome is lekker en in dit jaargetijde is het nog fris en rode wijn verwarmt je lichaam en past goed bijvoorbeeld bij het speenvarken dat ik had gegeten. Na een tijdje merkte ik nog iets op en wel dat die lui van De Klok, Mijnheer en Meester, er met het bier hard tegenaan gingen en sommigen lachten en je zag dat ze te veel op hadden. Op elke tafel stond niet één bokaal per persoon, maar wel twee of drie die al lekker leeg waren. Toen dacht ik: Godsammeliefhebben, die Duitsers hebben hem volgens mij allemaal zitten, het was zinloos om hierheen te gaan want als iemand ver heen is kraamt ie alleen maar onzin uit. Ik had dat nog niet gedacht of ik kreeg een por in mijn zij en ik zei bij me eigen: wie is die idioot en ik draaide me om en krimmeneel, Mijnheer en Meester, het was die vent die voor mijn logement wafels verkoopt. En hij moet de vraag wat duivel doe jij hier in mijn ogen gelezen hebben want hij gaf me een klap op mijn schouder die bijna zeer deed en zei: ‘Beste vriend, hoeveel wafels heb je vandaag op?’ en mijn tweede verbazing, Mijnheer en Meester, was nog groter want die vent van de wafels stonk naar drank, dat wil zeggen hij was vrijwel dronken van het bier, en de derde was de grootste verbazing want aan zijn accent kon ik horen dat ie ook al een Duitser was.

Waarna we over allerlei onbelangrijks begonnen, hij zei bijvoorbeeld: dat je zomaar wijn drinkt, zie je niet dat ze hier alleen maar bier drinken en hij dwong me praktisch om bier met hem te drinken, toen kwam ie aanzetten met dingen als hoor es knul, jij hebt een vreemd accent, vertel es waar je vandaan komt en wat je hier in Rome doet maar ik hield me op de vlakte en vertelde hem niks de moeite waard en omdat ie aandrong zei ik van neem me niet kwalijk maar ik ga niet zomaar tegenover iedereen uit de school klappen en verder moet je het me niet kwalijk nemen maar dat vreemde accent dat heb ik niet, maar jij. Toen zei die van jeetje wat ben jij wantrouwend en ik van o, mijn opa had al zo’n achterdochtig karakter dat ie op zijn graf onder zijn naam liet schrijven: ‘Wat sta je nou te kijken?’ en om die grap begon de wafelverkoper hartelijk te lachen en bestelde nog een bier voor me, dat in mijn bloed ging mengen met de wijn, dus ik weet het allemaal niet echt precies meer. Er zijn toen andere vrienden van de wafelverkoper bij gekomen, allemaal met een heel verschillend beroep, eentje was schoenmaker, een tweede wever, een derde bakker, een vierde maar liefst notaris maar dat was niet echt hun vriend, die stond gewoon met ze op goede voet, en weer anderen die kwamen en gingen en allemaal zopen ze volop en ze praatten en lachten want er waren er nogal wat dronken en ze schonken mij ook steeds bier bij en zeien van kom op, jongen, drink jij ook wat en ze vertelden het volgende. Ten eerste zeien ze dat Rome een grote verdorven hoer is door de slechte zeden van de priesters en de paus, en dat de roddels over deze paus en zijn familie vanuit de Sint-Pieter komen en worden verspreid en zo in heel Europa komen en de hele christenheid met ellende en schande bedekken. Ten tweede verwezen ze naar de zwijnerijen die de paus heeft uitgehaald met zijn maitresses en naar de moorden die hij bevolen en gepleegd heeft met zijn zoon Cesare en afijn, min of meer de lasterpraatjes over de paus die Lionardo me heeft verteld maar dan met minder bijzonderheden. Ten vierde waren ze het er ook allemaal over eens dat de Kerk helemaal overnieuw moet, al gaven ze niet goed aan hoe en ze vonden dat het die hoer van Rome haar verdiende loon zou zijn als er wat Duitse soldaten kwamen die haar bezetten en er een beetje hun gang gingen met aftuigen, stelen, alles kort en klein slaan, zodat de paus en de Romeinen een toontje lager zongen en zich beter leerden te gedragen.

Anderen hadden het over de onwettige kinderen van de paus, Cesare en Lucrezia, van wie de moeder die Vanozza is, en ze zeien wat stuitend Vanozza heeft zelfs de achternaam van de paus aangenomen en nu laat ze zich Vanozza Borgia noemen en maakt een hoop poeha als een echte edeldame, en ik lette duidelijk erg op bij die laatste zin want Vanozza is de eigenares van herberg De Fontein waar Lionardo en ik logeren, en ook van taveerne In de Koe, maar toen ik aan de bedienden van de taveerne vroeg hoe de eigenares heette, zeien ze Vanozza Cat-tanei, en niet Vanozza Borgia. Ik zei van neem me niet kwalijk, maar heeft Vanozza geen logement en geen osteria? En zullie van welnee wat zeg je nou, ze heeft een hoop geld en doet zelfs aan liefdadigheid, ja het is wel goed, dacht ik, jullie zijn straalbezopen.

Dat daargelaten stond ik niet zo te kijken van die boze tongen tegen de paus want ik heb nou wel door dat ook de stenen in Rome die praatjes al kennen en dat veel mensen graag tegen de paus in praten omdat ze het spannend vinden te bedenken van ha ha ha, jij, paus, wou me wel wijsmaken dat je heilig was, maar nou zie je es wat een zielige figuur je bent, want Mijnheer en Meester, het is het bekende liedje, iedereen denkt dat ie kan roepen en schreeuwen over een splinter in het oog van hun naaste maar de balk in hun eigen willen ze van z’n levensdagen niet zien.

Ondanks het bier en mijn suffe kop hoorde ik toen heel goed (en dat verbaasde me wel) dat veel van die Duitsers, als ze onderling praatten, geen Duits spraken: ze spraken Alemannisch. Maar als je er goed over nadenkt (bijvoorbeeld nu mijn kater voorbij is) was er nog iets anders dat wel het meest van al verbaast en wel dat we, hoe je het ook wendt of keert, in Rome zijn, dus onder het bestuur van de paus en die Alemannen en Duitsers hier in herberg De Klok zeggen gewoon van de paus wat ze willen, ook de ergste dingen, en ondanks alle spionnen die Valentino zeker heeft raakt geen een daarvan die Alemannen met een vinger aan of komt ie op het idee om te zeggen van neem me niet kwalijk, maar misschien maak je het te bont. Vindt U dat ook niet raar, Mijnheer en Meester?

Maar nou moet ik even stoppen want ze hebben me voor de derde keer triakel gebracht voor mijn maag en misschien dat het deze keer wel lukt om de beroerde gevolgen van dat bier- en wijnmengsel uit te braken want dat kan echt de das omdoen bij een jonge gezonde vent als bovengct onderget opget als ik.

Uedeles trouwe slaaf Salai

De twijfel van Salai
001.html
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0001_0001.xhtml
Section0001_0002.xhtml
Section0001_0003.xhtml
Section0001_0004.xhtml
Section0001_0005.xhtml
Section0001_0006.xhtml
Section0001_0007.xhtml
Section0001_0008.xhtml
Section0001_0009.xhtml
Section0001_0010.xhtml
Section0001_0011.xhtml
Section0001_0012.xhtml
Section0001_0013.xhtml
Section0001_0014.xhtml
Section0001_0015.xhtml
Section0001_0016.xhtml
Section0001_0017.xhtml
Section0001_0018.xhtml
Section0001_0019.xhtml
Section0001_0020.xhtml
Section0001_0021.xhtml
Section0001_0022.xhtml
Section0001_0023.xhtml
Section0001_0024.xhtml
Section0001_0025.xhtml
Section0001_0026.xhtml
Section0001_0027.xhtml
Section0001_0028.xhtml
Section0001_0029.xhtml
Section0001_0030.xhtml
Section0001_0031.xhtml
Section0001_0032.xhtml
Section0001_0033.xhtml
Section0001_0034.xhtml
Section0001_0035.xhtml
Section0001_0036.xhtml
Section0001_0037.xhtml
Section0001_0038.xhtml
Section0001_0039.xhtml
Section0001_0040.xhtml
Section0001_0041.xhtml
Section0001_0042.xhtml
Section0001_0043.xhtml
Section0001_0044.xhtml
Section0001_0045.xhtml
Section0001_0046.xhtml
Section0001_0047.xhtml
Section0001_0048.xhtml
Section0001_0049.xhtml
Section0001_0050.xhtml
Section0001_0051.xhtml
Section0001_0052.xhtml
Section0001_0053.xhtml
Section0001_0054.xhtml
Section0001_0055.xhtml
Section0001_0056.xhtml
Section0001_0057.xhtml
Section0001_0058.xhtml
Section0001_0059.xhtml
Section0001_0060.xhtml
Section0001_0061.xhtml
Section0001_0062.xhtml
Section0001_0063.xhtml
Section0001_0064.xhtml
Section0001_0065.xhtml
Section0001_0066.xhtml
Section0001_0067.xhtml
Section0001_0068.xhtml
Section0001_0069.xhtml
Section0001_0070.xhtml
Section0001_0071.xhtml
Section0001_0072.xhtml
Noten.xhtml