17

24 mei

Marissa was het laatste stukje fruit dat ze voor haar ontbijt had gekregen, aan het schillen met het scherpe mesje met een houten handvat en liet mes en schillen op het nachtkastje liggen. Ze telefoneerde met de Northwest Airlines voor een plaatsje in een vliegtuig naar Minneapolis. pac en Co zouden hoogst waarschijnlijk wel tot de conclusie zijn gekomen dat ze naar l.a . zou gaan, dus leek Minneapolis zo'n slechte keuze nog niet. Ze bleek er die middag nog naartoe te kunnen gaan. Marissa liet zich op het bed vallen en vroeg zich af hoe ze de komende uren moest doorbrengen, maar terwijl ze daarover nadacht, raakte ze door uitputting overmand en viel ze in slaap. Ze werd wakker van een metalen klik. Het leek de deur te zijn, maar ze had het bordje met niet storen laten hangen! Ze keek en zag hoe de knop langzaam werd omgedraaid. Op dat zelfde moment herinnerde ze zich de man met het injectiepistool in Chicago weer. Razend snel ging ze overeind zitten en ze wilde de telefoon pakken.

Maar voor ze de hoorn van de haak kon pakken, vloog de deur open en werd de ketting uit de deurpost gerukt. Meteen dook een man op haar af. Met beide handen pakte hij haar hals vast en hij schudde haar wild door elkaar. 'Kun je je me nog herinneren?' snauwde hij woedend en bracht zijn gezicht dicht bij het hare. Marissa herinnerde zich hem nog. Het was de blonde man met het Ju- lius Caesar-kapsel.

'Je hebt tien seconden de tijd om het injectiepistool te voorschijn te halen,' siste Al en hij hield haar hals iets minder stevig vast. 'En als je dat niet doet, breek ik je nek.'

Marissa kon nauwelijks ademhalen en haalde tevergeefs uit naar de sterke polsen van de man. Hij schudde haar nogmaals heen en weer, waardoor haar hoofd tegen de muur aan sloeg. De lamp viel van het nachtkastje af op de grond. Marissa werd steeds duizeliger.

'Dit is je laatste kans!' schreeuwde Al. 'Wat heb je met dat injectiepistool gedaan?'

Marissa's hand raakte het schilmesje aan. Meteen klemden haar vingers zich om het houten handvat heen en haalde ze zo hard ze kon uit naar de onderbuik van de man. Ze had er geen idee van of ze hem werkelijk had geraakt, maar opeens liet Al haar los en ging hij op zijn hurken zitten. Op zijn gezicht verscheen een verbaasde, ongelovige uitdrukking. Ze pakte het mes over in haar rechterhand en hield het op Al gericht, die zich geen raad meer leek te weten toen zijn overhemd opeens met bloed werd doordrenkt. Ze hoopte achteruit naar de deur te kunnen lopen, maar voordat ze daar de kans toe kreeg, vloog hij als een woedend beest op haar af. Ze rende de badkamer in en opeens leek alles wat er in Chicago was gebeurd, niet meer dan een paar uur geleden te zijn. Voordat ze de deur dicht kon doen, had die man haar hand vastgegrepen. Marissa hakte blindelings op hem in en voelde hoe de mespunt een bot raakte. Al schreeuwde en trok zijn hand terug. De deur viel met een klap dicht en snel draaide ze de sleutel om. Net toen ze in de badkamer de telefoon wilde pakken, hoorde ze een ongelooflijk lawaai en werd de badkamerdeur ingeslagen. Al dwong Marissa de telefoon los te laten, maar ze hield het mes vast en bleef woest op hem inhakken. Ze trof zijn onderbuik verscheidene malen, maar dat leek geen enkel effect te sorteren. Hij greep haar bij haar haren en smeet haar tegen de wasbak aan. Ze probeerde hem weer te steken, maar hij pakte haar pols vast en sloeg die tegen de muur aan, tot het wapen kletterend op de grond viel.

Hij bukte zich om dat op te rapen, maar toen hij weer rechtop ging staan, sloeg Marissa hem zo hard ze kon met de hoorn van de telefoon op zijn hoofd.

Even bleef Al nog staan, toen viel hij langzaam in het bad en raakte zijn hoofd met een harde klap de kranen. Marissa was er niet zeker van of de man werkelijk definitief het bewustzijn had verloren en bleef naar hem kijken, tot ze opeens door het gepiep van de telefoon weer bij haar positieven kwam. Snel legde ze de hoorn op de haak. Toen keek ze weer naar de man en ze werd heen en weer geslingerd tussen gevoelens van angst en het idee dat ze als arts eerste hulp moest bieden. Hij had een grote snee in zijn neus en zijn overhemd zat onder de bloedvlekken. De angst won het echter. Snel pakte ze haar tasje en rende de kamer uit. Ze herinnerde zich dat de man in New York niet alleen was geweest en wist dus dat ze het hotel zo spoedig mogelijk zou moeten verlaten.

Op de begane grond volgde ze de pijlen naar de achteruitgang. Daar bleef ze bij de deur staan wachten tot ze een tram zag komen aanrijden. Toen die vlak bij haar was, rende ze naar buiten en sprong erin.

Zo snel ze kon liep ze tussen de mensen door naar achteren en ze keek naar het hotel. Niemand kwam naar buiten.

George knipperde ongelovig met zijn ogen. Het was de vrouw geweest! Snel draaide hij het nummer van de telefoon in Jakes auto. 'Ze is net het hotel uit gelopen en op een tram gesprongen,' zei George.

'Is Al bij haar?' vroeg Jake.

'Nee, ze was alleen. Ik had de indruk dat ze een beetje hinkte.' 'Dan moet er iets geks aan de hand zijn.'

'Jij gaat achter haar aan,' zei George. 'Die tram rijdt net weg. Ik ga het hotel in om te kijken waar Al gebleven is.' 'Oké,' zei Jake. Hij vond het best dat George Al ging zoeken. Als Al tot de ontdekking kwam dat de vogel was gevlogen, zou hij woedend worden.

Marissa hield het hotel nog altijd in de gaten om te kijken of ze werd gevolgd. Er kwam niemand naar buiten gelopen, maar toen de tram zich in beweging zette, zag ze een man uit een auto stappen en naar de achteruitgang rennen. Maar omdat hij niet eens even haar kant op keek, dacht ze dat het puur toeval moest zijn. De tram draaide een hoek om. Ze had het gehaald! Ze ontspande zich een beetje en ging snel zitten toen iemand vlak bij haar bij de eerstvolgende halte opstond en uitstapte. Haar hals deed zeer en zou wel bont en blauw worden, vermoedde ze, en ze had haar heup lelijk beschadigd toen die vent haar tegen de wasbak had gesmeten.

'Uw kaartje, mevrouw,' zei de conducteur.

Snel zocht ze in haar tasje naar wat los geld en op dat moment zag ze het geronnen bloed op de rug van haar rechterhand. Meteen pakte ze haar tasje met die hand vast en ze gaf de conducteur het geld met haar linkerhand.

Toen de man verder liep, vroeg ze zich af hoe die boeven haar hadden kunnen vinden. Ze was zo voorzichtig geweest... Opeens werd het haar duidelijk. Ze moesten Tieman in de gaten hebben gehouden. Dat was de enige mogelijke verklaring. Opeens twijfelde ze eraan of ze er wel zo verstandig aan had gedaan het hotel uit te vluchten. Misschien was het veiliger geweest om daar te blijven en de politie te waarschuwen. Maar vluchten was de laatste tijd een soort van instinctieve reactie geworden. Ze voelde zich een voortvluchtige en was daarnaar gaan handelen. En dan te bedenken dat ze had gehoopt haar achtervolgers te slim af te kunnen zijn! Ralph had gelijk gehad: ze had nooit naar New York moeten gaan, laat staan naar San Francisco. Hij had gezegd dat haar problemen al ernstig genoeg waren zonder dat ze naar die twee steden toe ging. Nu was de situatie nog weer aanzienlijk verslechterd. De kans was groot dat ze twee mannen had gedood. Opeens werd het haar allemaal te gortig. Ze zou niet naar Minneapolis gaan. Ze zou terugkeren naar huis en alles wat ze wist en vermoedde, met die advocaat bespreken.

De tram ging weer langzamer rijden, Marissa keek om zich heen. Ze waren ergens in Chinatown. De tram stopte en net toen hij weer zou gaan rijden, sprong ze er snel uit. Niemand kwam achter haar aan, al keek de conducteur haar boos en hoofdschuddend na. Ze haalde eens diep adem en masseerde haar hals. Gelukkig was het op de trottoirs aan beide kanten van de straat druk. Ze liep langs een Chinees restaurant en ging daar na een korte aarzeling naar binnen. Een vrouw in een roodzijden jurk met een split tot aan haar knieën kwam meteen op haar afgelopen en zei dat het restaurant pas over een halfuur open zou gaan. 'Zou het bezwaarlijk zijn wanneer ik gebruik maakte van het toilet en de telefoon?' vroeg Marissa.

De vrouw bekeek haar even aandachtig, kwam toen kennelijk tot de conclusie dat ze geen kwaad in de zin had en nam haar mee naar de achterzijde van het restaurant. Daar maakte ze een deur open en ze liet Marissa passeren.

Marissa bevond zich in een kleine ruimte met een wasbak aan de ene kant en een telefoon aan de andere. Verderop twee deuren, een voor het heren- en een voor het damestoilet. Marissa belde eerst het Fairmeynt Hotel op en deelde de telefonist mee dat er in kamer 1127 een man lag die een ambulance nodig had. Meteen daarna hing ze weer op. Nu de politie bellen? Nee, concludeerde ze. Dat zou op dit moment te problematisch worden. Het was veel verstandiger om terug te gaan naar Atlanta en zo snel mogelijk een gesprek te voeren met die advocaat. Ze waste haar handen en bekeek zichzelf in de spiegel. Snel pakte ze een kam om haar haren een beetje te fatsoeneren. Daarna streek ze haar blazer en de kraag van haar bloesje glad. Ziezo. Veel meer kon ze op dit moment niet doen.

Jake draaide voor de honderdste keer het nummer van Georges auto. Hij wist absoluut niet wat er allemaal aan de hand was. Al en George hadden allang terug moeten zijn. Jake was achter de vrouw aan gegaan en had haar bijna overreden toen ze opeens de tram uit sprong. Toen had hij gezien hoe ze een Chinees restaurant, Peking Cuisine geheten, was binnengegaan. In ieder geval was hij haar niet kwijtgeraakt.

Opeens dook hij omlaag. Ze was weer naar buiten gekomen en hield een taxi aan.

Een uur later moest Jake hulpeloos toezien hoe Marissa aan boord stapte van een vliegtuig dat haar rechtstreeks, zonder tussenlandingen, naar Atlanta zou brengen. Hij had erover gedacht zelf snel een ticket te kopen, maar had dat toch niet zonder Als nadrukkelijke toestemming willen doen.

Zodra het vliegtuig naar de startbaan taxiede, haastte Jake zich terug naar zijn auto. Hij had een parkeerbon gekregen, maar dat kon hem op dat moment niets schelen. Hij was al blij dat ze de auto niet meteen hadden weggesleept. Hij ging achter het stuur zitten en besloot terug te rijden naar het Fairmont Hotel om te zien of hij de anderen kon vinden. Misschien was de hele operatie afgelast en waren die twee nu lekker ergens een borrel aan het pakken! Toen hij de hoofdweg weer op was gedraaid, draaide hij nog een keer Georges nummer en nu werd er wel opgenomen. 'Waar was je verdomme?' vroeg Jake boos. 'Ik probeer je al de hele morgen te bereiken.'

'Er heeft zich een probleem voorgedaan,' zei George aangeslagen. 'Die vrouw zit in een vliegtuig naar Atlanta,' zei Jake, 'en ik wist verdomme helemaal niet wat ik moest doen.' 'Al is neergestoken. Door die vrouw, denk ik. Hij wordt op dit moment al geopereerd in het San Francisco General. Ik kan niet bij hem in de buurt komen.'

'Jezus Christus!' zei Jake ongelovig, die zich niet kon voorstellen dat dat kleine vrouwtje Al had neergestoken en had kunnen vluchten.

'Hij schijnt niet al te erg gewond te zijn,' ging George verder. 'Maar erger is dat hij een kamermeisje om zeep lijkt te hebben geholpen. Hij had de sleutels van die vrouw in zijn zak en wordt nu bewaakt door de politie, op beschuldiging van moord.' 'Klote!' zei Jake. Het werd allemaal steeds beroerder. 'Waar ben je nu?' vroeg George. 'Op de hoofdweg bij het vliegveld.'

'Ga terug en boek plaatsen in het eerstvolgende vliegtuig naar Atlanta. Ik denk dat we wraak moeten nemen voor wat ze Al heeft aangedaan.'