Hoofdstuk 6

 

 

 

De mannen hebben de afwas gedaan. Er is slechts één glas gesneuveld. Nancy heeft het aangetekend op het formulier dat de eigenaar heeft neergelegd en waarop van alle borden, glazen en bestek de aantallen zijn vermeld. De kosten – twee hele euro’s? – zullen worden afgetrokken van hun borg.

‘Volgende keer een huis met een vaatwasmachine,’ zegt Mark, terwijl hij de droogdoek in een hoek gooit.

Otto en Edwin vallen hem bij.

‘Jullie hoeven niet eens te koken en…’ Marleen kan haar zin niet afmaken.

‘Jullie ook niet. Nance neemt altijd alles mee, hè, Nance? Voor jullie ook lekker makkelijk.’

‘Wij helpen haar, terwijl jullie alleen maar biertjes zitten te drinken.’

‘Maar we hebben gevolleybald!’ Otto wijst in de richting van het grasveld, waar een volleybalnet tussen twee palen is gespannen.

‘Alsof dat zo’n prestatie is.’

‘Twee tegen twee, daar ga je finaal kapot aan. Slopend gewoon.’

Otto zegt dat hij buiten een sigaret gaat roken. Hij is de enige die nog rookt. Marleen voelt zich bijna verplicht om solidair met hem buiten te gaan staan, maar biedt aan om koffie te zetten.

‘Volgend jaar een huis met een Nespresso-apparaat,’ stelt Thijs voor.

Otto staat te wachten, alsof hij hoopt dat er toch iemand met hem meegaat. Uiteindelijk stapt hij alleen naar buiten. Nu ze met z’n zessen zijn, spreken ze opnieuw af het onderwerp ‘Sandra en Fenne’ als het even kan te vermijden. Gisteravond heeft Marleen Sandra nog aan de telefoon gehad. Ze schrok van wat ze vertelde. Langer dan een uur hebben ze gepraat. Edwin maakte later een opmerking over de telefoonkosten. ‘Het lijkt wel of jullie elke dag aan de telefoon hangen.’ Ze zei dat hij niet zo moest zeuren. Toen hij toch doorging, negeerde ze hem omdat ze te veel in beslag genomen werd door het nieuws van Sandra. Het leek haar beter om Edwin niets te vertellen, dan kon hij zich in het weekend tegenover Otto ook niet verspreken. Leonie en Nancy zijn wel op de hoogte. Ze hebben het erover gehad toen de mannen aan het volleyballen waren.

Marleen zet een ketel water op het gas, want een gewoon koffiezetapparaat ontbreekt ook. De anderen zitten te bladeren in kranten en tijdschriften. In feite is het deze keer een experiment: drie stellen en Otto in z’n eentje, terwijl ze eerder altijd met z’n achten waren, voordat Fenne geboren werd tenminste. De laatste twee jaar logeerde Fenne overigens bij de ouders van Sandra. Marleen heeft het er lang over gehad met Nancy en Leonie, alle voors en tegens afgewogen, en uiteindelijk was de conclusie dat het leven doorgaat en dat ze daarom deze traditie niet mogen afbreken. Voor Otto zou het ook goed zijn, samen met zijn vrienden er weer eens uit. Toch lijkt het nu een schoolreisje waarop een gehandicapte jongen in zijn rolstoel mee mag. Of die jongen met die enorme wijnvlek op zijn wang, zoals Jan Karel Velderink die vroeger bij haar in de klas zat.

Deze keer is het een oude, verbouwde boerderij op Texel geworden. Bij aankomst hebben ze eerst de kachel aangestoken en de slaapvertrekken geïnspecteerd. Ook op de kamer voor Otto stonden twee bedden naast elkaar geschoven. Hij maakte zelf nog een grapje over de kinderkamer, waar een eenpersoonsbed stond. Dat was voor hem voldoende.

Na de koffie komt het monopolyspel op tafel, ook een gewoonte die ze niet hebben losgelaten. Marleen verwerft alleen Ons Dorp, het Velperplein en twee stations, die ze krampachtig in haar bezit probeert te houden. Er wordt gelachen, geplaagd, gestookt en af en toe klinkt er een schreeuw van triomf of een kreet van teleurstelling. De bankbiljetten, de Kanskaarten en de kaarten ‘Algemeen Fonds’ vliegen over tafel. Marleen moet haar huizen op de straten van Ons Dorp van de hand doen en is al snel gedwongen om het helemaal op te geven. Otto is aan de winnende hand. Het lijkt erop dat de anderen hem af en toe wat voordeeltjes gunnen, maar dat mag niet te nadrukkelijk gebeuren, zoals de gehandicapte jongen niet te veel ijsjes mag krijgen. Als Leonie ten slotte de pot met tienduizenden guldens wint, koopt ze alles en iedereen op. Wanneer ze gekroond wordt als winnaar, kijkt ze schuldbewust de kring rond. Maar Otto omhelst haar spontaan en geeft haar drie dikke zoenen. ‘Je hebt het verdiend.’

Wijn en bier komen op tafel. Marleen pakt haar gitaar en speelt een paar liedjes.

‘Geweldig,’ prijst Leonie haar. ‘Ik wou dat ik zoiets kon.’

‘Jij hebt weer andere kwaliteiten,’ zegt Mark.

‘O ja, Mark, vertel eens!’

Gelach om alle opmerkingen over slaapkamers en bedden.

Ze bespreken de plannen voor morgen. Als het goed weer blijft, huren ze fietsen om een grote tocht over het eiland te maken. Onderweg doen ze dan aanvullende boodschappen. Ze nemen de kaart erbij en bekijken de route: het hele eiland rond, dat moet makkelijk kunnen. Thijs vertelt over een vakantie met vrienden op een camping bij De Koog, een plaats waar ze morgen ook langs zullen komen. Vijftien jaar was hij en voor het eerst van zijn leven had hij flink gedronken. Na die stevige zuippartij ontdekte hij de volgende ochtend dat hij zijn slaapzak helemaal had ondergekotst. ‘Ik had gewoon doorgeslapen. Volkomen out.’ Daarna volgen de verhalen over jeugdvakanties en dronkenschap elkaar op. Misschien geïnspireerd door de eerdere seksueel getinte opmerkingen vertelt Mark over een kampeervakantie in Frankrijk toen hij net zestien was. Hoe hij bij een vriendinnetje in haar tent gekropen was, midden in de nacht. Haar vader kreeg het in de gaten en sleurde hem naar buiten toen hij net zijn broek had uitgetrokken. ‘Hij greep me bij kop en kont en flikkerde me verdomme zo het riviertje in, die klootzak!’

Leonie lacht het hardste van iedereen. ‘Dat heb je me nooit eerder verteld!’

‘Sandra en ik hebben ook voor het eerst seks gehad op een camping,’ zegt Otto.

Het blijft even stil. Als op afspraak pakt iedereen zijn glas, behalve Otto.

‘Ontzettend spannend,’ gaat hij door. ‘Ik was achttien, San zestien.’

Marleen heeft dit verhaal vaker gehoord.

‘Weet je nog, Marleen, die keer in dat zolderkamertje bij je ouders, dat we toen…’ begint Edwin.

‘Ik weet niet eens meer of de seks goed was,’ overstemt Otto hem, ‘maar in ieder geval wel spannend. Je hoort ook alles op zo’n camping. Het is net of andere mensen gewoon naast je liggen.’

‘Ja, spannend, maar ook gênant.’

‘We hadden toen een fantastische tijd,’ gaat Otto door. ‘Gewoon, dat begin, die verliefdheid, die passie… wij met z’n tweeën. Ik weet niet…’

‘Jij nog een biertje, Otto?’

‘Ik weet niet meer wanneer daar de klad in is gekomen, wat ik verkeerd heb gedaan. Heb ik eigenlijk iets verkeerd gedaan?’ Otto kijkt de kring rond.

Edwin zet een biertje voor hem neer. Nancy schenkt de wijnglazen vol. Marleen weet dat ze te veel drinken, maar nu ze deze weg zijn ingeslagen, is het niet meer tegen te houden.

Otto herhaalt zijn vraag met een stem die al een beetje lodderig is van de drank.

‘Nee, ik zou het niet weten,’ zegt Marleen. Ze ziet de anderen ook voorzichtig hun schouders ophalen of nee schudden.

‘Heeft Sandra nooit iets gezegd, heeft ze nooit geklaagd? Nee?’

‘Ach, de gewone dingen.’ Nancy klinkt monter. ‘Hetzelfde als wat weleens tussen ons speelt, hè, Thijs?’

‘Maar voor haar was het genoeg om bij mij weg te gaan, terwijl Thijs en jij nog bij elkaar zijn.’

‘En bij elkaar blijven. Tenminste…?’ Nancy kijkt Thijs aan.

 

Otto zit achter in de auto. Niemand zegt iets. De ruitenwissers doen hun werk, maar de wisserbladen moeten waarschijnlijk worden vernieuwd, want het zicht blijft slecht. Vanaf vanochtend regent het al. Op de pont naar Den Helder hebben ze afscheid genomen van de anderen. Marleen had het gevoel dat ze zich alle zeven vrolijker en opgewekter gedroegen dan ze zich voelden. ‘Volgend jaar weer?’ ‘Ja, natuurlijk.’ ‘Maar dan wel een huis met een goed bad of een lekkere douche, want dat lullige straaltje dat hier uit de douchekop kwam…’

Marleen rijdt. Af en toe kijkt ze in het spiegeltje naar Otto, die naar buiten staart alsof het Noordhollandsch Kanaal een bezienswaardigheid is. Vrijdagnacht heeft ze hem de krakende trap naar beneden af horen gaan. Ze bleef wakker, maar hoorde hem niet meer naar boven komen. Ten slotte ging ze zelf ook naar beneden. Aanvankelijk zag ze hem niet, want hij stond buiten een sigaret te roken. Als ze naar buiten was gegaan – ze had haar jas al gepakt – zou ze hem hebben verteld over Sandra en Mitchell, over Sandra’s besluit om met hem mee te gaan naar Amerika, maar ze sloop weer naar boven. Bijna een uur later hoorde ze de trap opnieuw kraken.

Het was ook wel verdomd toevallig dat nu net Otto zaterdag een lekke band kreeg. En hij zei het zelf ook nog: ‘Ik ben weer de lul. Otto de schlemiel.’ Edwin merkte op dat het hem ook had kunnen overkomen, waarna Otto zei: ‘Ja, maar het overkomt jou niet. Dat is het nou juist!’