17
Vanwege de wegwerkzaamheden aan de M1 en het slechte weer kostte het Banks op vrijdagochtend bijna drie uur om bij Tania Hutchisons huis te komen en toen hij eindelijk bij het dorpje aankwam waar Tania woonde, was hij zo aan het balen van de rit dat het prachtige glooiende landschap in het hart van Engeland totaal aan hem was verspild.
Hij had de tweede helft van de donderdagmiddag en een groot deel van de avond zitten lezen in het dossier over het onderzoek naar de moord op Linda Lofthouse, en in de rechtbankverslagen van het proces tegen Patrick McGarrity, maar het had hem vrijwel niets opgeleverd, waardoor hij geen al te best humeur had gehad toen hij die ochtend opstond. Brian lag nog in bed, maar Emilia scharrelde al opgewekt beneden rond. Ze had een pot koffie voor hem gezet en heerlijke roereieren gemaakt. Hij begon aan haar aanwezigheid in huis te wennen.
Tania’s huis stond aan de rand van een klein dorpje en was niet bijzonder groot, maar wel gebouwd van goudkleurige Cotswold-steen met een rieten dak en had haar ongetwijfeld een aardige duit gekost. Tot Banks’ stomme verbazing kon hij zomaar tot aan de voordeur doorrijden; er was geen beveiliging, geen hoge muur of hek, alleen een ligusterhaag. Hij had van tevoren gebeld om haar te laten weten dat hij zou komen, haar een routebeschrijving te vragen en zich ervan te verzekeren dat ze thuis zou zijn, maar hij had haar niets over de reden van zijn bezoek verteld.
Tania begroette hem bij de deur en Banks wist dat hij haar direct overal zou hebben herkend, zelfs in een enorme menigte. Ze zag er niet uit als een rockster, hoe die er ook uit mocht zien. Ze was tengerder dan hij had verwacht, na haar op het podium en de televisie te hebben gezien, en ze zag er beslist ouder uit, maar het ging ook niet zozeer om haar bekende uiterlijk als wel om een bepaalde klasse, een zekere uitstraling. Charisma, veronderstelde Banks. Het was niet iets wat hij in zijn werk vaak tegenkwam. Heel even dacht Banks beschaamd terug aan de hevige verliefdheid die hij als tiener voor haar had gevoeld. Hij vroeg zich af of ze dat aan zijn gedrag kon merken.
Ze droeg vrijetijdskleding, maar dan wel heel dure: een overdreven eenvoudige merkspijkerbroek en een wijde kabeltrui. Ze liep op blote voeten met rood gelakte teennagels en het donkere haar, dat vroeger lang en glanzend was geweest, was nu kortgeknipt en vertoonde hier en daar een enkele grijze haar. Om haar ogen en mond zaten rimpeltjes, maar verder zag haar huid er vlekkeloos en glad uit. Ze had weinig make-up op, net genoeg om haar volle lippen en waakzame groene ogen te benadrukken, en ze bewoog zich met een natuurlijke elegantie. Ze nam Banks mee, onder een brede boog in de gang door, naar de ruime woonkamer met een gelakte vleugel bij de tuindeuren en een overdadig Perzisch tapijt op de vloer.
Banks zag ook een zware glazen asbak staan en zodra Tania het zich gemakkelijk had gemaakt in een leunstoel en Banks gebaarde tegenover haar plaats te nemen, stak ze een sigaret op. Ze hield de lange filtersigaret in de V-vorm tussen haar wijs- en middelvinger vast en nam korte, snelle trekjes. Hij had best zin om met haar mee te roken, maar onderdrukte die gedachte. Behalve klasse en charisma straalde ze ook iets breekbaars en vermoeids uit, alsof ze zo vaak gekwetst of verraden was dat nog één keer voldoende zou zijn om haar wereld te doen instorten. Haar naam was door de jaren heen vaak genoemd in verband met affaires met bekende rocksterren en acteurs, en eveneens met de beëindiging van elk ervan, maar nu woonde ze alleen met haar twee katten, zo had Banks onlangs ergens gelezen, en ze vond het wel best zo. De katten, een rode en een cyperse, waren aanwezig, maar toonden geen van beide veel belangstelling voor Banks.
Banks ging zitten en hield zichzelf intussen voor dat Tania een verdachte was; hij moest de levendige seksuele fantasieën die hij ooit over haar had gehad uit zijn hoofd zetten en zich niet langer als een stotterende puber gedragen. Ze was met Linda Lofthouse in Brimleigh geweest en had later deel uitgemaakt van de Mad Hatters. Ook was ze in de nacht van Robin Merchants verdrinking in Swainsview Lodge geweest. Voor zover Banks wist, had ze voor geen van beide misdaden een motief, maar motieven hadden nogal eens de neiging pas in een later stadium op te duiken, nadat wapen en gelegenheid waren vastgesteld.
‘U was niet echt mededeelzaam aan de telefoon,’ zei ze een tikje verwijtend met haar hese stem. Banks hoorde nog steeds een licht Noord-Amerikaans accent, ook al wist hij dat ze sinds haar studietijd in Engeland woonde.
‘Het gaat over de moord op Nick Barber,’ zei hij en hij keek oplettend naar haar reactie.
‘Nick Barber? De schrijver? Grote god. Dat wist ik niet.’ Ze werd bleek.
‘Wat is er?’
‘Ik heb hem een paar weken geleden nog gesproken. Hij wilde met me praten. Hij was bezig met een stuk over de Mad Hatters.’
‘Stemde u in met een gesprek met hem?’
‘Ja. Nick was een van de weinige muziekjournalisten bij wie je erop kon vertrouwen dat hij niet alles verdraaide. O, jezus, wat erg.’ Ze sloeg een hand voor haar mond. Als ze acteerde, dan was ze verrekte goed, dacht Banks bij zichzelf. Ja, maar ze was dan ook een artiest, het was haar vak, hield hij zichzelf voor. Een van de katten kwam langzaam naar haar toe lopen, alsof het beest haar verdriet aanvoelde, en sprong na een chagrijnige blik in Banks’ richting op haar schoot. Ze aaide hem afwezig en hij begon te spinnen.
‘Het spijt me,’ zei hij. ‘Ik wist niet dat u zo’n goede band met hem had, anders had ik het nieuws wel anders gebracht. Ik ging ervan uit dat u het al wist.’
‘We hadden niet echt een goede band met elkaar,’ zei ze. ‘Ik kende hem van gezicht, meer niet. Ik heb hem misschien een of twee keer gesproken. Ik vond zijn werk goed. Het is een enorme schok. Hij was van plan hier langs te komen om met me te praten over de beginjaren van de band.’
‘Wanneer zou dat gesprek plaatsvinden?’ vroeg Banks.
‘We hadden nog geen datum afgesproken. Hij belde zo’n twee, drie weken geleden en zei dat hij binnenkort weer contact met me zou opnemen. Dat is nooit gebeurd.’
‘Zei hij verder nog iets?’
‘Nee. Hij zei dat hij vanuit een telefooncel belde en dat zijn beltegoed op was. Wat is er gebeurd? Waarom zou iemand Nick Barber willen vermoorden?’
Dat verklaarde dus waarom ze Tania’s nummer niet in de telefoonoverzichten van Barbers mobiele telefoon en vaste lijn hadden gevonden, dacht Banks bij zichzelf. ‘Ik denk dat het iets te maken heeft met het artikel waaraan hij werkte,’ zei hij.
‘Het artikel? Hoe dan?’
‘Dat weet ik nog niet, maar we hebben geen aanwijzingen gevonden die op iets anders duidden.’ Banks vertelde haar het een en ander over Barbers verblijf in Yorkshire, met name over zijn weinig bevredigende ontmoeting met Vic Greaves.
‘Ach, die arme Vic,’ zei ze. ‘Hoe gaat het met hem?’
Banks wist niet goed wat hij daarop moest antwoorden. Hij vond zelf dat Greaves zo gek was als een looien deur, ook al was hij nooit officieel krankzinnig verklaard, maar blijkbaar redde hij het, met een beetje hulp van Chris Adams, wel in zijn eentje en hij stond dan ook hoog op Banks’ lijst met verdachten. ‘Hetzelfde als altijd, denk ik,’ zei hij, hoewel hij niet zeker wist wat dat in het geval van Vic Greaves inhield.
‘Vic was een gevoelige jongen,’ zei Tania. ‘Veel te teer voor het leven dat hij leidde en de risico’s die hij nam.’
‘Wat bedoelt u daarmee?’
Tania drukte haar sigaret uit en antwoordde: ‘Er zijn in dat wereldje mensen van wie geest en lichaam een enorme hoeveelheid alcohol en drugs kunnen verdragen, Iggy Pop en Keith Richards zijn daar voorbeelden van, en er zijn ook mensen die met hen meedoen en dat moeten bezuren. Vic was zo iemand.’
‘Omdat hij gevoelig was?’
Ze knikte. ‘Sommige mensen slikten lsd alsof het snoep was en hadden vervolgens de grootste lol, alsof ze steeds opnieuw hun lievelingstekenfilms bekeken. Anderen zagen echter de duivel, de gapende muil van de hel of de vier ruiters van de Apocalyps en de gruwelen die na de dood volgden. Vic was iemand van de laatste categorie. Hij had waanzinnig slechte trips, die regelrecht uit Hammer-horrorfilms kwamen en hij raakte helemaal van de kaart door die beelden.’
‘Is zijn zenuwinzinking door lsd veroorzaakt?’
‘Het heeft er in elk geval aan bijgedragen, maar ik wil niet beweren dat het anders niet was gebeurd. De emoties en beelden zaten beslist al in zijn hoofd. Lsd deblokkeerde ze alleen maar. Misschien had hij er beter aan gedaan de kurk in de fles te laten zitten.’
‘Waarom bleef hij het dan slikken?’
Tania haalde haar schouders op. ‘Daar is niet echt een antwoord op. Lsd is lang niet zo verslavend als heroïne en cocaïne. Niet al zijn trips waren slecht. Ik denk dat hij probeerde door de hel heen bij iets beters te komen. Misschien dacht hij wel dat hij de rust zou vinden waarnaar hij op zoek was, als hij het maar lang genoeg volhield.’
‘Dat gebeurde echter niet?’
‘U hebt hem zelf gezien. U weet het antwoord al.’
‘Wie waren de mensen die hem meesleepten?’
‘Er was niet één specifiek persoon. Ik bedoelde het als een soort metafoor voor het hele wereldje in die tijd. “De poorten van perceptie” en zo. Vic was een dichter; hij was gek op al die mystieke, decadente glamour en verlangde er echt naar. Hij had een enorme bewondering voor Jim Morrison en heeft hem zelfs ontmoet op het Isle of Wight.’ Ze glimlachte in zichzelf. ‘Die ontmoeting verliep blijkbaar niet zo goed. De “Lizard King” was in een slechte bui en wilde die arme Vic helemaal niet kennen, laat staan zijn gedichten lezen. Hij zei tegen hem dat hij moest oprotten. Dat was pijnlijk.’
‘Jammer,’ zei Banks. ‘Hoe zat het met het drugsgebruik van de rest van de band?’
‘Niemand was zo gevoelig als Vic en niemand gebruikte zoveel lsd als hij.’
‘Robin Merchant?’
‘Amper. Als hij dat ongeluk niet had gehad, had ik hem aangewezen als iemand die het wel zou overleven.’
‘Chris Adams?’
‘Chris?’ De schaduw van een glimlach trok over haar gezicht. ‘Chris was waarschijnlijk de conventioneelste van het hele stel. Nog steeds, trouwens.’
‘Waarom is hij zo zorgzaam jegens Vic Greaves, denkt u? Uit schuldgevoel?’
‘Schuldgevoel over wat?’
‘Dat weet ik niet,’ zei Banks. ‘Het idee dat hij verantwoordelijk is voor Vics zenuwinzinking misschien?’
‘Nee,’ zei Tania. Ze schudde ferm haar hoofd. ‘Absoluut niet. Chris probeerde Vic voortdurend bij de lsd weg te houden en hielp hem door zijn slechte trips heen.’
‘Waarom dan?’
Tania zweeg even. Buiten was het stil en Banks hoorde zelfs geen vogels zingen. ‘Als u het mij vraagt,’ zei ze ten slotte, ‘dan is het omdat hij van hem houdt. Niet op een homoseksuele manier, begrijpt u, Chris is niet zo en Vic in feite evenmin, maar als een broer. U moet niet vergeten dat ze samen zijn opgegroeid en elkaar al als kind in een arbeiderswijk hebben leren kennen. Ze hadden dezelfde dromen. Als Chris enig muzikaal talent had gehad, had hij zelf in de band gezeten, maar hij was zelf de eerste om toe te geven dat hij zelfs de eenvoudigste drie rockakkoorden niet beheerste en hij kon ook geen toon houden. Hij bleek echter wel een uitstekend zakelijk instinct en een visie te hebben, en dat heeft de band na alle tragedies gevormd. Het was allemaal leuk en prachtig dat iedereen zich suf slikte, snoof en spoot, en alles afdeed met een “Maak je niet druk, man”, maar iemand moest de dagelijkse werkzaamheden die tot een inkomen leidden in goede banen leiden en als je daar geen betrouwbare persoon voor had, zoals Chris, dan kon je je leven erom verwedden dat er genoeg gewetenloze schoften aan de zijlijn stonden te wachten die maar al te graag het talent van een ander wilden uitbuiten.’
‘Interessant,’ zei Banks. ‘In bepaalde opzichten was Chris Adams dus de drijvende kracht achter de Mad Hatters?’
‘Ja. Hij hield de boel bij elkaar. Hij hielp ons ook met het zoeken naar een nieuwe richting toen Robin en Vic allebei weg waren.’
‘Was Chris degene die u vroeg bij de band te komen?’
Tania draaide een zilveren ring rond om haar vinger. ‘Ja. Dat is geen geheim. We hadden indertijd iets samen. Ik heb hem in Brimleigh leren kennen. Ik had hem al een paar keer eerder gezien, toen mijn vriendin Linda me binnen wist te krijgen bij optredens van de Mad Hatters, maar we hadden elkaar nog niet echt gesproken. In Brimleigh dus wel. Ik had toen een vriendje dat in Parijs studeerde, maar we groeiden al snel uit elkaar en Chris was vaak in Londen. Hij belde me regelmatig op en uiteindelijk ben ik een keer met hem uit eten gegaan.’
‘Over Brimleigh wilde ik het ook graag met u hebben,’ zei Banks. ‘Als u zich daar tenminste nog iets van kunt herinneren.’
Tania glimlachte raadselachtig. ‘Aan mijn geheugen mankeert niets,’ zei ze, ‘maar als u me door de bladzijden van mijn verleden wilt laten bladeren, denk ik dat we daar wel koffie bij nodig hebben.’ Ze zette de kat zonder pardon op de grond en liep naar de keuken. Het dier blies venijnig tegen Banks en sloop weg. Banks vond het opmerkelijk dat Tania niet iemand in dienst had om koffie voor haar te zetten, geen huishoudster of butler, maar Tania Hutchison was blijkbaar een vat vol verrassingen.
Terwijl ze weg was, liet hij zijn blik door de kamer glijden. Deze zag er niet heel bijzonder uit, behalve een paar modernistische schilderijen aan de muren, zo te zien oorspronkelijke werken, en een oude stenen open haard, die de ruimte in de winter vast en zeker erg knus maakte. Er klonk geen muziek en er was nergens een stereo of cd te bekennen. Hetzelfde gold voor een televisie.
Tania keerde al snel terug met een dienblad, met daarop een cafetière, mokken, melk en suiker. Ze zette het op de lage rotansalontafel. ‘We zullen hem maar even laten trekken, hè? Houdt u van sterke koffie?’
‘Ja,’ zei Banks.
‘Mooi.’ Tania stak een nieuwe sigaret op en leunde achterover in haar stoel.
‘Zullen we het dan nu over Brimleigh hebben?’
‘Uitstekend. Bij mijn weten is de man die Linda heeft vermoord trouwens opgepakt en in de gevangenis beland.’
‘Dat klopt,’ zei Banks. ‘Daar is hij inmiddels overleden.’
‘Dus...?’
‘Ik wil graag duidelijkheid over een aantal zaken. Kende u die Patrick McGarrity?’
‘Nee. Ik ben hem een paar keer tegengekomen toen ik met Linda bij vrienden van haar langsging in Leeds, maar ik heb hem nooit gesproken. Ik vond hem een nogal weerzinwekkend type. Hij beende voortdurend rond met zo’n raar lachje op zijn gezicht, alsof hij stiekem iedereen uitlachte. Ik kreeg er koude rillingen van. Ik neem aan dat ze hem alleen maar tolereerden vanwege de drugs.’
‘Daarvan was u op de hoogte?’
‘Dat hij dealde? Je kon er moeilijk omheen. Hij kan trouwens nooit een grote dealer zijn geweest. De meeste dealers hadden echt meer stijl dan hij en stonken ook minder.’
‘Hebt u hem indertijd in Brimleigh gezien?’
‘Nee. Wij waren backstage.’
‘De hele tijd?’
‘Behalve wanneer we in het persvak voor het podium stonden om naar de bands te kijken en natuurlijk toen Linda in het bos ging wandelen. We hebben echter nooit tussen het gewone publiek gestaan.’
‘Ik heb het dossier en de rechtbankverslagen gelezen,’ zei Banks. ‘Blijkbaar maakte u zich geen zorgen om haar?’
‘Nee. We wisten allebei dat de kans bestond dat we ieder onze eigen weg zouden gaan. Zij wist dat ik de volgende dag naar Parijs ging en ze had me verteld dat ze waarschijnlijk bij vrienden in Leeds bleef logeren, dus ik had geen enkele reden om me zorgen te maken. Een moord was wel het allerlaatste wat je in die tijd bij een festival verwachtte. Dit was nog vóór Altamont, moet u niet vergeten, en vlak na het succes van Woodstock en het Isle of Wight. Iedereen kickte op rockfestivals. Hoe groter, hoe beter.’
‘Dat begrijp ik,’ zei Banks. ‘Hebt u haar nog met specifieke mensen zien praten?’
‘Niet echt. Ik bedoel, we hebben met een heleboel mensen staan praten. Er hing een feeststemming en ik moet eerlijk bekennen dat het ontzettend spannend was om met sterren rond te hangen.’ Ze glimlachte koket naar Banks. ‘In die tijd was ik nog een ontvankelijk jong meisje, ziet u. Linda bracht een deel van de tijd bij de Mad Hatters door, maar dat was ook logisch. Vic had ons tenslotte die pasjes bezorgd en bovendien was hij haar neef, ook al hadden ze geen bijzonder nauwe band.’
‘Was er iemand die buitengewone belangstelling voor haar toonde?’
‘Nee. Mensen flirtten wel met haar, als u dat bedoelt. Linda was een erg knap meisje.’
‘Ze is echter niet met iemand weggegaan?’
‘Bij mijn weten niet.’ Tania boog zich naar voren, drukte het filter naar beneden en schonk het brouwsel voorzichtig in de twee mokken. Ze deed melk en suiker in de hare en bood die toen aan Banks aan, die bedankte. ‘Linda bevond zich in een zeer spirituele fase en deed aan yoga, meditatie en Tibetaans boeddhisme. Ze moest niets van drugs hebben en ik geloof dat ze op dat moment ook niet veel van mannen moest hebben.’
‘Hebt u haar het terrein zien verlaten?’
‘Niet echt, nee, maar ze had me wel verteld dat ze een stukje ging wandelen. Ik was net op weg naar de voorkant om Led Zeppelin te zien, toen ze zei dat ze behoefte had aan een beetje ruimte en dat ze me later wel zou terugvinden.’
‘Waar was Linda toen u haar voor het laatst sprak?’
‘Backstage.’
‘Was er iemand bij haar?’
‘Een hele groep mensen.’
‘Wie bijvoorbeeld?’
‘Dat kan ik me niet meer herinneren. Een paar van de Hatters.’
‘Vic Greaves?’
‘Vic was wel ergens in de buurt, maar hij had na hun optreden een paar lsd-pillen geslikt en... nou ja, hij kon overal zijn geweest. De meeste mensen gingen mee naar het persvak. Het was daar echt dringen geblazen, dat weet ik nog goed. Mensen die je in het gedrang probeerden te betasten. Ik kan niet met zekerheid zeggen wie er wel of niet bij was.’
‘U hebt Linda dus ook niet naar het bos zien gaan?’
‘Nee. Zeg, u wilt toch niet beweren dat Vic dit misschien op zijn geweten heeft, hè? Dat geloof ik namelijk niet. Ondanks al zijn problemen was Vic een zachtaardige man. Dat is hij nog steeds, alleen is hij een beetje doorgedraaid. Ze hebben de moordenaar keurig netjes opgepakt. Ze hebben zijn mes gevonden en daar zat Linda’s bloed op. Ik heb McGarrity zelf met dat mes gezien in Bayswater Terrace.’
‘Ik weet het,’ zei Banks. ‘Tijdens de rechtszaak hield hij echter vol dat iemand hem erin had geluisd en dat het mes daar door iemand was neergelegd.’
Tania snoof verachtelijk. ‘Ja, natuurlijk beweerde hij dat. Dat kan niet nieuw voor u zijn.’
Banks had gelezen over McGarrity’s
stuntelige pogingen zichzelf tijdens de rechtszaak te verdedigen en
hij twijfelde er geen seconde aan dat de man zelf zijn ergste
vijand was geweest. Als Vic Greaves echter zijn nicht Linda had
vermoord, waren de latere gebeurtenissen, waaronder de moord op
Nick
Barber, veel logischer. Greaves had duidelijk een gewelddadig
karaktertrekje, dat had hij na Banks’ bezoek aan de cottage wel
laten zien. Misschien was Greaves wel niet zo gek als hij iedereen
liet denken, dacht Banks bij zichzelf. Dat kon hij echter niet
tegen Tania zeggen. Ze was bevooroordeeld; ze zou haar vrienden
door dik en dun steunen. Hij nam een slok koffie. Die was sterk en
vol van smaak. ‘Heerlijk,’ zei hij.
Ze nam het compliment met een knikje van haar hoofd in ontvangst. ‘Blue Mountain. Jamaica.’
‘Wist u dat Linda een buitenechtelijk kind had?’
‘Ja. Ze heeft me verteld dat ze hem had afgestaan ter adoptie. Ze was toen pas zestien.’
‘Wist u ook dat dit kind Nick Barber was?’
‘Hij... wat? Mijn god! Nee, dat wist ik niet. Hoe... wat ongelooflijk toevallig.’
‘Niet echt,’ zei Banks. ‘Heel veel mensen zijn geadopteerd. Misschien had Nick zijn liefde voor muziek wel via Linda’s genen geërfd, dat weet ik natuurlijk niet, maar toen hij ontdekte dat zijn biologische moeder familie was van een van de Mad Hatters, werd zijn belangstelling voor de groep gewekt. Ik kan me heel goed indenken dat hij uit beroepsmatige nieuwsgierigheid is gaan rondsnuffelen toen hij er eenmaal achter kwam dat ze was vermoord.’
‘Denkt u dat het iets te maken heeft met wat hem is overkomen?’
‘Alleen in de zin dat het hem in een bepaalde richting heeft gestuurd die uiteindelijk tot zijn dood heeft geleid. Als Linda Lofthouse niet zijn moeder was geweest, zou hij het artikel waarschijnlijk niet hebben geschreven en was hij ook niet te weten gekomen wat hij wist, als het tenminste inderdaad zo is gegaan. Aan de andere kant had hij het misschien toch gedaan. Hij was van zichzelf al een Mad Hatters-fan. Ik vind het gewoon een opmerkelijk detail, meer niet. Klopt het dat u op de avond van Robin Merchants dood in Swainsview Lodge was?’
‘Ja,’ zei Tania. Hoewel Banks het niet zeker wist, meende hij een zekere terughoudendheid of gespannenheid in haar stem te bespeuren.
‘Wat was hij voor iemand?’
‘Robin? Hij was waarschijnlijk de intelligentste en intellectueelste van het stel. En ook de vreemdste.’
‘Hoezo?’
‘Ik vond hem altijd erg afstandelijk. Onbereikbaar. Je kon nooit echt tot hem doordringen. Je wist nooit waar hij stond of wat hij dacht. Aan de buitenkant was hij echter altijd heel vriendelijk en onderhoudend. Hij was hoogopgeleid en belezen, maar in muzikaal opzicht moest hij er hard voor werken.’
‘Hoe lag hij bij de meisjes?’
‘O, die waren allemaal verliefd op Robin. Hij was heel knap, met die massa donkere krullen van hem, maar ik weet niet of... ik geloof niet dat hij echt veel om iemand gaf. Ik heb hem niet lang meegemaakt, maar in die tijd had hij niet één vaste relatie. Het leek bij hem altijd werktuigelijk te gaan. Hij pakte wat hem werd aangeboden en dumpte het daarna weer. Hij had meer aandacht voor metafysische en occulte zaken.’
‘Zwarte magie?’
‘Tarotkaarten, astrologie, oosterse filosofie, de kabbala. Dat soort dingen. Dat gold in die tijd voor een heleboel mensen.’
‘Je ziet het nu ook terugkomen,’ zei Banks, die aan Madonna moest denken en aan al die andere sterren die recent de kabbala hadden herontdekt, om maar niet te spreken van scientology, die aan het eind van de jaren zestig ook veel invloed had gehad. Als je maar lang genoeg wachtte, dook alles vanzelf weer op.
‘Misschien wel,’ zei Tania. ‘Robin zat in elk geval vaak met zijn neus in een of ander boek. Hij zei nooit veel. Zoals ik net al zei, kende ik hem niet echt. Niemand kende hem echt. Zijn leven buiten de band was voor ons allemaal een mysterie. Als hij dat tenminste had.’
‘Mocht Linda hem?’
‘Ze vond hem knap, dat wel, maar zoals ik al zei, was ze in die tijd meer met andere dingen bezig. Mannen hadden voor haar gewoon geen hoge prioriteit.’
‘Maar ze had hen niet helemaal afgezworen?’
‘Nee, dat niet. Ik weet zeker dat ze wel interesse had gehad als de juiste persoon zich had aangediend. Ze was de instelling van sommige kerels gewoon beu. Vrije liefde. Volgens hen hield dat namelijk in dat ze met iedere vrouw die ze zagen het bed in konden duiken.’
‘Wat voor band hadden Robin en Vic Greaves met elkaar?’
‘Niets bijzonders, eigenlijk. Robin vond het vervelend dat er meer nummers van Vic werden opgenomen, maar Vic was dan ook de betere songwriter van de twee. Robins teksten waren te mysterieus, te duister.’
‘Verder niets?’
‘Nee, volgens mij niet. Dat was het echt wel zo’n beetje. Meestal konden ze wel met elkaar overweg.’
‘En de rest van de band?’
‘Hetzelfde. Er was natuurlijk weleens onenigheid; dat gebeurt altijd wanneer een groep mensen te lang met elkaar zit opgescheept, maar ze vlogen elkaar niet continu naar de keel, hoor. Ik denk dat ze in vergelijking met de rest van dat wereldje redelijk beschaafde jongeren waren en ik heb in mijn tijd heel wat slecht gedrag meegemaakt.’
‘En nadat u erbij was gekomen?’
‘Iedereen behandelde me respectvol. Nog steeds, trouwens.’
‘Wat waren de andere bandleden voor mensen?’
‘Tja, Vic was dus de gevoelige dichter en Robin de intellectuele mysticus, zoals ik net al vertelde. Reg was de boze van het stel. De jongen uit het arbeidersmilieu die het ver had geschopt en de hele wereld als zijn vijand beschouwde. Hij is er nu min of meer overheen, ik geloof dat een paar miljoen pond op de bank daar wel iets aan heeft bijgedragen, maar toen was het zijn drijfveer. Terry was de stille. Hij heeft een moeilijke jeugd gehad. Zijn vader is overleden toen hij nog een kind was en zijn moeder was een aparte; volgens mij is ze uiteindelijk zelfs in een psychiatrische inrichting opgenomen. Hij zat nogal met zichzelf in de knoop, maar praatte er eigenlijk nooit over. Tegenwoordig is hij redelijk stabiel. Hij glimlacht nu tenminste af en toe en antwoordt beleefd als je iets tegen hem zegt. Als laatste Adrian. Dat was de grappenmaker die wel van een geintje hield. Nog steeds trouwens. De lachebek.’
‘En u?’
Tania trok haar fijn gevormde wenkbrauwen op. ‘Ik? Ik ben de raadselachtige.’
Banks glimlachte. ‘Hoe zat het met uw relatie met Chris Adams?’
‘Die is mettertijd als een nachtkaars gedoofd. Het is moeilijk om een relatie te onderhouden met zo’n afmattend schema als wij de eerste twee à drie jaar hadden. We waren voortdurend onderweg naar optredens of nummers aan het opnemen. Wel zijn we altijd vrienden gebleven.’
‘Op de avond dat Robin Merchant verdronk,’ zei Banks, ‘dachten jullie toen echt dat de politie geloofde dat iedereen in bed lag te slapen?’
De vraag overviel haar, maar ze antwoordde zonder merkbare aarzeling: ‘Ze geloofden het toch ook? Dood door een ongeval.’
‘Alleen lagen jullie helemaal niet de hele tijd te slapen, is het wel?’ hield Banks vol; het was een schot in het duister, maar hij hoopte dat het iets zou opleveren.
Tania keek hem aan en haar groene ogen brachten hem in verlegenheid. Hij merkte dat ze probeerde hem te doorgronden, probeerde te achterhalen wat hij wist en hoe hij aan die kennis was gekomen. ‘Het is al zo lang geleden,’ zei ze. ‘Dat weet ik echt niet meer.’
‘Och, kom nou toch, Tania,’ zei Banks. ‘Waarom hebben jullie allemaal gelogen?’
‘O, in godsnaam, niemand heeft gelogen.’ Ze schudde haar hoofd en nam een trekje van haar derde sigaret. ‘Ach, wat kan het mij ook schelen. Het was gewoon gemakkelijker voor iedereen. Niemand van ons had Robin vermoord. Dat wisten we. Waarom zouden we ook? Als we hadden verteld dat we allemaal nog wakker waren, hadden ze ons alleen maar meer domme vragen gesteld en we hadden allemaal een flinke kater. We wilden gewoon met rust worden gelaten.’
‘Wat is er dan echt gebeurd?’
‘Dat weet ik niet, echt niet. Ik was dronken.’
‘Drugs?’
‘Bij sommigen wel, ja. Ik heb het toen bij wodka gehouden. U vindt het misschien moeilijk te geloven, maar ik heb nooit iets anders gebruikt, afgezien van zo nu en dan een paar trekjes van een stickie. Het was een groot huis. Er liepen overal mensen rond. Je kon elkaar echt niet de hele tijd in de gaten houden, zelfs als je dat wilde.’
‘Waren er ook mensen bij het zwembad?’
‘Dat weet ik niet. Ik niet, in elk geval. Als iemand Robin daar had gezien, dan had hij of zij beslist door dat het toch al te laat was om iets voor hem te doen.’
‘Dus lieten jullie hem daar drijven tot de tuinman de volgende ochtend arriveerde?’
‘Nu legt u me woorden in de mond. Ik zeg niet dát het zo is gegaan. Ik heb hem daar niet gezien en ik kan niet met zekerheid zeggen of iemand anders hem daar wel heeft gezien.’
‘Maar het had gekund?’
‘Ja, natuurlijk had het gekund, maar wat heeft dat nu allemaal nog voor zin?’
‘Iemand kan hem erin hebben geduwd.’
‘Waarom zou iemand dat in vredesnaam doen?’
‘Dat weet ik niet. Misschien was alles wel iets minder rooskleurig dan u me wilt laten geloven.’
Tania boog zich naar hem toe. ‘Hoor eens, ik heb er genoeg van. U zit me hier in mijn eigen huis voor leugenaar uit te maken...’
‘Ik ben niet degene die u een leugenaar noemt. U hebt zelf al toegegeven in 1970 tegen de politie te hebben gelogen. Waarom zou ik u dan nu wel geloven?’
‘Omdat het de waarheid is. Ik kan echt geen enkele reden bedenken waarom iemand van ons Robin dood wilde hebben.’
‘Ik probeer slechts een verband tussen toen en nu te vinden.’
‘Nou, misschien is dat er wel gewoon niet. Hebt u daar al eens bij stilgestaan?’
‘Ja, daar heb ik inderdaad al bij stilgestaan. Verplaatst u zich echter eens in mijn positie. Ik zit met een moord uit september 1969 en hoewel de moordenaar is opgepakt en veroordeeld, blijf ik toch met de nodige twijfel zitten. Ik zit ook met een sterfgeval uit juni 1970 dat indertijd vrij vlot als ongeluk is afgedaan, maar nu vertel jij me dus dat er vrijwel de hele avond en nacht mensen rondliepen; dus misschien is daar ook ruimte voor enige twijfel. De verbindende factor in dit alles: de Mad Hatters. Nick Barber schreef een artikel over hen met Vic Greaves als speciaal aandachtspunt en hij liet zich iets ontvallen over een moord.’
Tania nam een trekje van haar sigaret en dacht even na. ‘Luister,’ zei ze toen, ‘als u het zo zegt, klinkt het inderdaad verdacht, maar het is gewoon allemaal toeval. Ik was bij dat feest toen Robin overleed en voor zover ik het me kan herinneren, is er toen geen ruzie gemaakt. Iedereen had het naar zijn zin en dat was het. Op een gegeven moment zijn we allemaal naar bed gegaan, ik was toen samen met Chris, maar het viel niet mee om in slaap te komen, want het was een warme nacht; misschien kreeg iemand wel trek en is hij opgestaan om de koelkast te plunderen. Ik hoorde in elk geval regelmatig iemand rondlopen of lachen. Vic had zoals gewoonlijk weer eens een trip. Misschien deden sommige bandleden wel aan partnerruil. Dat gebeurde wel vaker.’
‘Je hebt dus niet de hele tijd liggen slapen?’
‘Natuurlijk niet.’
‘Was Chris Adams de hele nacht bij jou?’
‘Ja.’
‘Toe, Tania.’
‘Nou ja, ik... misschien niet élke minuut van de nacht.’
‘Je bent dus op een gegeven moment wakker geworden en toen was hij er niet?’
‘Zo ging het helemaal niet. Probeert u nu de schuld in Chris’ schoenen te schuiven of hoe zit het? Wat mankeert u in vredesnaam?’
‘Het is misschien moeilijk te geloven,’ zei Banks, ‘maar ik probeer echt alleen maar de waarheid boven tafel te krijgen. Misschien was het een lolletje. Misschien heeft iemand aan de rand van het zwembad met Robin zitten stoeien en is die toen uitgegleden en erin gevallen. Een ongelukje.’
‘Wat doet het er in dat geval dan nog toe? Stel dat Robin inderdaad niet alleen bij het zwembad was, wat doet dat er dan nu nog toe als het toch een ongeluk was?’
‘Als iemand de waarheid als een bedreiging ziet en als Nick Barber op het punt stond die waarheid te ontdekken...’ Banks spreidde zijn handen.
‘Kan er nog een andere verklaring zijn?’
‘Zoals?’
‘Dat weet ik niet. Een roofoverval?’
‘Tja, Nicks laptop en mobiele telefoon zijn gestolen, maar dat steunt juist de theorie dat iemand niet wilde dat bekend werd wat hij aan het doen was.’
‘Zijn vriendin dan? Een jaloerse minnares? Worden de meeste mensen niet vermoord door iemand die ze kennen, iemand in hun naaste omgeving?’
‘Dat klopt,’ zei Banks. ‘Het is een optie die we aan het onderzoeken zijn, net als drugs, maar tot nu toe hebben we nog niets gevonden.’
‘Ik snap gewoon niet hoe het verleden er iets mee te maken kan hebben. Het is afgesloten. De rechter heeft een vonnis geveld.’
‘Als ik in mijn jaren bij de politie één ding heb geleerd,’ zei Banks, ‘dan is het wel dat het verleden nooit is afgesloten, wat voor oordeel er ook over is geveld.’
Terwijl Banks op de terugweg was van zijn bezoek aan Tania Hutchison, leverden twee agenten in uniform Calvin Soames af bij het hoofdbureau van politie van de westelijke divisie in Eastvale. Annie Cabbot zette hem in een lege verhoorkamer en liet hem daar een tijdje wachten.
‘Waar hebben jullie hem gevonden?’ vroeg ze aan een van de agenten.
‘In de vallei ten noorden van Helmthorpe, mevrouw,’ zei hij. ‘Hij had zich verstopt in een oude schaapsherdershut. Daar heeft hij waarschijnlijk de hele nacht gezeten. Hij rilde over zijn hele lijf.’
‘Is alles goed met hem?’
‘Zo te zien mankeert hij niets. Het is misschien wel een goed idee om de dokter voor alle zekerheid even naar hem te laten kijken.’
‘Bedankt,’ zei Annie. ‘Ik zal dokter Burns bellen. Ik denk dat ik in de tussentijd maar eens even met meneer Soames ga babbelen.’
Annie riep Winsome bij zich en zag dat Templeton onrustig vanachter zijn bureau naar hen staarde. ‘Wat is er, Kev?’ riep ze. ‘Speelt je geweten opeens op? Een beetje laat, vind je zelf ook niet?’ Ze had onmiddellijk spijt van haar uitval, want het had geen enkel effect op Templeton, die slechts zijn schouders ophaalde en zich weer op zijn papierwerk concentreerde. Annie kon hem wel wurgen, maar dan had hij gewonnen.
Calvin Soames zag er nat, verkleumd en ellendig uit. En oud. Gelukkig was het vrij warm in de verder spartaans ingerichte verhoorkamer en bovendien was de agent zo slim geweest hem een grijze deken te geven, die hij als een cape om zijn schouders had geslagen.
‘Zo, Calvin,’ zei Annie, nadat ze alle voorbereidingen had getroffen en voor de bandopname duidelijk had vermeld dat Soames de hulp van de pro Deoadvocaat had afgeslagen. ‘Vertel me eens wat jij allemaal hebt uitgespookt?’
Soames zweeg. Hij staarde naar een punt ergens voor hem en in zijn kaak trilde een zenuw.
‘Wat is er?’ vroeg Annie. ‘Heb je je tong verloren?’
Soames zei nog steeds niets.
Annie leunde achterover in haar stoel en legde haar handen op de tafel. ‘Je zult uiteindelijk toch iets moeten zeggen,’ zei ze. ‘We weten al wat er is gebeurd.’
‘Dan hoef ik jullie dat toch niet meer te vertellen?’
‘We willen het graag van jouzelf horen.’
‘Ik heb haar geslagen. Er knapte iets in me en ik heb haar geslagen. Meer hoeven jullie niet te weten.’
‘Waarom heb je Kelly geslagen?’
‘U weet wat ze heeft gedaan.’
‘Ze is naar bed gegaan met een man die ze leuk vond. Wat is daar zo erg aan?’
‘Dat is niet wat hij zei.’
Annie keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wie?’
Soames keek naar Winsome. ‘U weet wie ik bedoel,’ zei hij.
‘Hij bedoelt Kev Templeton, inspecteur,’ zei Winsome.
Dat had Annie zelf ook al bedacht. ‘Wat zei brigadier Templeton dan precies?’ vroeg ze.
‘Ik ga de woorden die hij gebruikte niet herhalen,’ zei Soames. ‘Smerige, akelige dingen. Walgelijke dingen.’
Templetons opruiende taalgebruik was dus de oorzaak van Soames’ woedeaanval, dacht Annie bij zichzelf, alsof ze nog meer bewijs nodig had van diens aansprakelijkheid. Desondanks vervloekte ze hem binnensmonds. ‘En de alcohol?’
Soames wreef over zijn hoofd. ‘Ik zeg niet dat het iets is waar ik trots op ben,’ zei hij. ‘Vroeger was ik een stevige drinker, maar ik had het onder controle gekregen en drink hooguit nog een paar pints voor de gezelligheid. Ik heb mezelf...’ Hij zweeg en liet zijn hoofd in zijn handen zakken. Annie verstond de volgende woorden niet goed, maar meende hem te horen zeggen: ‘... haar moeder.’
‘Meneer Soames,’ zei ze rustig. ‘Calvin, kun je alsjeblieft iets duidelijker praten?’
Soames droogde zijn ogen met de rug van zijn hand. ‘Ik zei dat ze net zo is als haar moeder.’
‘Wat was haar moeder dan voor iemand?’
‘Een waardeloze sloerie.’
‘Kelly heeft me verteld dat je tegen haar praatte alsof ze haar moeder was. Is dat zo?’
‘Ik weet het niet meer. Ik had gewoon een rode waas voor mijn ogen. Ik weet niet meer wat ik heb gezegd. Haar moeder was jonger dan ik. Knap. De boerderij... het was niet het leven dat ze zocht. Ze was dol op de stad en feestjes en danspartijen. Er waren mannen in haar leven. Meer dan één. Het deed haar helemaal niets dat ik ervan afwist. Ze pronkte ermee en lachte me uit.’
‘Toen overleed ze.’
‘Ja.’
‘Dat moet je inwendig hebben verscheurd,’ zei Annie.
Soames keek haar doordringend aan.
‘Wat ik bedoel, is dat ze je eerst verdriet heeft bezorgd, maar toen lag ze opeens, dankzij medische nalatigheid, op sterven. Hoe diep ze je ook heeft gekwetst, je zult ongetwijfeld toch medelijden met haar hebben gehad.’
‘Het was Gods oordeel.’
‘Hoe reageerde Kelly erop?’
‘Ik heb geprobeerd alles voor haar verborgen te houden,’ zei hij. ‘Maar ze is precies zo.’
‘Dat is niet waar,’ zei Annie. Ze was zich ervan bewust dat de opnamerecorder nog steeds liep en dat ze verderging dan haar rol als verhoorder eigenlijk toestond, maar ze kon zich niet inhouden. Hoofdinspecteur Gervaise mocht haar gerust nog een strafpreek geven als ze dat echt nodig vond. ‘Dat Kelly met iemand naar bed is geweest wil echt nog niet zeggen dat ze een slet is of een van de andere namen die mannen graag gebruiken om een vrouw mee aan te duiden. Je zou gewoon eens met je dochter moeten praten, in plaats van haar met een stoelpoot in elkaar te slaan.’
‘Ik ben heus niet trots op wat ik heb gedaan,’ zei Soames. ‘Ik ben bereid de consequenties te aanvaarden.’
‘Je zult wel moeten,’ zei Annie. ‘En Kelly helaas ook.’
‘Wat bedoelt u?’
‘Ik bedoel dat ze door jou in het ziekenhuis is beland. Weet je wat nog het ergste is? Ze maakt zich zorgen over jou, over wat er met jou gaat gebeuren.’
‘Ik heb gezondigd. Ik zal mijn straf dragen.’
‘En Kelly dan?’
‘Die is zonder mij beter af.’
‘O, schiet toch op met dat zelfmedelijden van je.’ Annie durfde het verhoor niet voort te zetten. Ze schoof een vel papier naar hem toe en stond op. ‘Hier. Schrijf maar in je eigen woorden op wat er precies is gebeurd, voor zover je dat nog weet, en laat agent Jackman het dan uittypen, zodat je het kunt ondertekenen. Straks komt de politiearts even bij je kijken. Puur een formaliteit. Wil je verder nog iets kwijt?’
‘Kelly? Hoe gaat het met haar?’
‘Ze is herstellende,’ zei Annie, met haar hand al op de deurknop. ‘Aardig van je dat je het vraagt.’