3. Een vreemdeling in het paradijs
Aaron schoof ongemakkelijk heen en weer in zijn stoel. De broek die Leslie voor hem had gekocht, zat te strak. Hij had geen maat vierendertig meer, helaas. Hij had haar gevraagd een gewone kaki broek mee te nemen en toen ze hem zijn maat had gevraagd, had hij ‘vierendertig’ gezegd. Wat had hem in vredesnaam bezield? En wie zou hebben gedacht dat een inch zoveel verschil maakte? Maat vijfendertig is nauwelijks een schande voor een man van achter in de veertig, dacht hij bij zichzelf. Ik ben ruim één vijfentachtig. Sinds mijn studententijd draag ik al geen vierendertig meer. Ik ben uitstekend in vorm.
En dat was hij eigenlijk ook. Vier of vijf keer per week ging hij hardlopen en hij speelde af en toe nog steeds een partijtje tennis. Misschien niet zo vaak als toen hij nog met Annie getrouwd was, maar het was nu moeilijker om een partner te vinden. Leslie wilde niet. Zij trainde alleen op die verrekte machines - ze zei dat dat efficiënter was en ze zou wel gelijk hebben. Toch miste hij het hebben van een inwonende tennispartner.
Hij klopte op zijn zij. Misschien werd hij inderdaad wat dikker om zijn middel, maar hij had nog geen vetrollen. Dat zou hij nooit laten gebeuren. Aaron vond vet verschrikkelijk. Dat betekende zwakheid, gebrek aan discipline, het betekende dat je oud en onaantrekkelijk was. Daar had hij allemaal geen last van, zei hij tegen zichzelf. Hij was alleen ijdel genoeg om een leugentje aan zijn vrouw te vertellen.
Het ging de laatste tijd niet goed tussen hen. Daarom had hij gelogen. Hij voelde zich in het nadeel. Nadat hij het verlies met de aandelen van Morty de Gek had opgebiecht, was Leslie razend geworden. Hij zou het haar niet eens hebben verteld, maar hij had de tip doorgegeven aan haar broer Jon, die ook een hoop geld was kwijtgeraakt. Leslie had hem onverantwoordelijk en onvolwassen genoemd. Ze had tegen hem gezegd dat ze haar geld niet zou gebruiken om zijn kosten te betalen. Niet dat hij dat had gevraagd. Ze deed koel tegen hem en niet alleen in gezelschap. In bed had ze hem nu al meer dan een maand de rug toegekeerd. En ze had er aantrekkelijker uitgezien dan ooit. Het was een marteling. Geen wonder dat hij die stomme leugen had verteld. Ze maakte dat hij zich ellendig voelde. Een man die een erectie had en hem nergens in kon stoppen, was een stumper.
Aaron keek op zijn horloge. Over veertig minuten zou De Los Santos komen. Waarom heeft hij mij te spreken gevraagd? dacht Aaron nogmaals. Hij zette zijn nervositeit van zich af, stond op, deed de kast open die achter het wandpaneel schuilging en bekeek zichzelf in de grote spiegel. Hij voelde de behoefte aan geruststelling en sinds hij een kleine jongen was, had zijn uiterlijk hem die gegeven. Nu bekeek hij zichzelf kritisch: zijn lange gestalte, doordringend blauwe ogen, donker haar. Zijn slapen begonnen een beetje te grijzen, maar dat maakte hem alleen maar Butch Cassidy in plaats van de Sundance Kid. Geen probleem.
Er was niets verkeerds aan ouder worden, zolang je het deed als Paul Newman. En zo was Aaron het van plan. Hij was nog steeds erg knap en zijn nonchalante kleding benadrukte zijn uiterlijk zonder dat hij op een pauw leek. Afhankelijk van zijn publiek veranderde hij zijn stijl een beetje, maar hij zag er altijd goed uit, hoewel hij probeerde het onopvallend te houden. Als hij alleen was, gaf hij misschien toe dat hij ijdel was, maar hij wilde nooit dat iemand anders dat zou vermoeden. Dit, zo besloot hij, was een goed, nonchalant, maar degelijk uiterlijk.
Het was alleen erg jammer dat die broek niet paste. Hij voelde zich echt heel onprettig. En dat komt niet alleen door die broek, gaf hij ten slotte toe. Het komt door alles. De koelheid van Leslie sinds het debacle met die aandelen. Het probleem met het trustfonds van Sylvie, het bezoek van de advocaat van de Controledienst die middag, het verlies van de klandizie van Federated, de bespreking met Jerry die middag en hij moest wachten tot Morty uit de gevangenis kwam voordat hij een voorschot kon geven voor de nieuwe campagne en de lening kon geven die hij had beloofd. Geen wonder dat hij zich niet prettig voelde.
Maar goed, hij had Leslie eindelijk overgehaald hem het geld te lenen om Jerry uit te kopen. Hij zou haar terugbetalen uit de winst, of van het geld dat Morty hem zou lenen. Uiteindelijk geloofde Leslie toch nog in hem, ondanks zijn misrekening met de aandelen. En zodra Morty hem afbetaalde, zou er niets meer aan de hand zijn. Maar wanneer zou dat zijn?
Christus, vloekte hij inwendig, het was nog niet genoeg dat enorme verlies te hebben geleden. Nu moest hij gaan zitten wachten tot Morty uit de gevangenis kwam om het goed te maken. Waarom zat hij trouwens in de nor? Kon hij er niet op borgtocht uit? Heimelijk was Aaron bang dat Morty niet in de gevangenis zat vanwege zijn problemen met de belasting. Hij bad dat het niets te maken had met de aankoop van die aandelen. Hij had niets gekocht op zijn eigen naam, alleen die tip die hij aan Jon Rosen had doorgegeven en het trustfonds van Sylvie natuurlijk. Maar het was legaal om zoveel te kopen als je wilde: de aandelen werden al gewoon op de beurs verhandeld. Niemand kon iets weten van de tip van Morty, tenzij Morty het hun vertelde en dat zou hij nooit doen. Zeker niet nu hij die problemen met de belasting had. Hij hoefde zich absoluut nergens zorgen over te maken, verdomme! Waarom was hij dan zo nerveus over het naderende bezoek van De Los Santos?
Hij liep naar de deur van zijn kantoor en deed hem open. Vervolgens draaide hij zich om en overzag de ruimte die hij had gecreëerd en waar hij de afgelopen negen jaar had gewerkt. Er heerste een levendige drukte in de lobby. Het bureau had nu drie verdiepingen in een gietijzeren gebouw aan West Twenty-third Street. Hij had gelijk gehad hen hierheen te verhuizen, hoewel Jerry en alle anderen destijds nee hadden gezegd. Hij was een pionier geweest en dat had zijn geld opgebracht. Nu wilde ieder reclamebureautje ruimte in deze buurt. Hij had het een heel eind geschopt en hij vond het prachtig.
Hij hield van dit vak en hij hield van Paradise/Loest. Wat gaf het dat hij geen toneelstukken had geschreven. In plaats daarvan maakte hij mini-films. Zijn bedrijf, zijn mensen, waren er beroemd om. Hij had dit alles opgebouwd en gezorgd dat het lonend was. En het laatste wat hij nu kon gebruiken, waren problemen. Vooral nu niet, nu hij er zeker van was dat hij eindelijk Jerry eruit kon werken en het roer alleen in handen kon nemen.
Hij bekeek een paar ontwerpen voor de firma Larimer, terwijl hij op de komst van De Los Santos wachtte. Die waren goed. Ze waren heel goed - knap. Aaron had een talentvolle staf bij elkaar gekregen. Dat had Jerry niet gedaan.
Ik heb eigenlijk niets aan hem, dacht Aaron voor misschien wei de honderdste keer bij zichzelf. Het was niets persoonlijks. En er was geen plaats voor schuldgevoel en al die onzin. Hij dacht aan Leslie en haar therapeutische walging van schuldgevoel. Het leverde niets op. Deze firma zal een stuk beter af zijn zonder Jerry.
Hij haalde zijn handen door zijn haar en probeerde zich te ontspannen. Hij keek op zijn horloge. Over een paar minuten zou hij die vent moeten ontvangen, daarna had hij de bespreking met Jerry en zou hij misschien de beste zakelijke zet van zijn leven doen. Het zou meer geld betekenen en God weet hoe hard hij dat nodig had. Hij moest proberen het trustfonds van Sylvie weer aan te vullen en... het leven met Leslie was duur. Ze nam eigenlijk met niet minder genoegen dan overvloed en Aaron voelde zich onder druk gezet.
De secretaresse van Aaron kondigde meneer De Los Santos aan. Hij schoof zijn das omhoog, stopte zijn overhemd netter in zijn broek en liep naar de deur. Miguel De Los Santos kwam aanlopen en Aaron stak zijn hand uit. De man was verbazend knap. Aaron zag dat altijd van een man. Hij had een saaie pennenlikker verwacht en deze man zag eruit als iemand die van wanten wist. Een goedkoop pak, natuurlijk, maar een scherp getekend gezicht, brede schouders en hij liep meer als een atleet dan als een kantoorpik. Helemaal niet wat hij zich had voorgesteld. Het was verontrustend. Hij dacht weer aan Butch Cassidy en de Sundance Kid, maar deze keer herinnerde hij zich hoe ze achterna werden gezeten door de Pinkertons. Wie was deze kerel?
‘Hoe maakt u het, meneer De Los Santos,’ begroette hij hem. Hij zei het zonder de vragende toon. Het leek een krachtige opening, beleefd, maar zonder belangstelling.
‘Hallo, meneer Paradise,’ antwoordde de advocaat. ‘Hoe is het met u.’
Zijn antwoord miste ook de vragende toon. De man nam hem van top tot teen op en nam er de tijd voor. Aaron wilde dat zijn broek niet zo strak zat. Ach, hij zou deze vent wel voor zich weten te winnen.
‘Prima, prima. Kom binnen en ga zitten.’
‘Dank u.' Maar hij liep niet naar de Barcelona-stoelen die om de lage tafel stonden, hoewel Aaron daar wel zat. In plaats daarvan liep de man naar de vensterbank en ging daar zitten. ‘Prachtig kantoor,’ zei De Los Santos, de ruime kamer rondkijkend.
‘Dank u. Ik vind het zelf ook mooi,’ glimlachte Aaron. Het was beslist tijd voor een nieuwe rol. Nonchalant, als gelijken.
Aaron sloeg zijn benen over elkaar en keek de man aan. Deze De Los Santos zag er niet uit als een pennenlikker. Hij zag er slim uit. Verdomme. Maar ach, hij had echt niets verkeerds gedaan. Het was toch niet illegaal om geld te verliezen?
‘Wat kan ik voor u doen, meneer De Los Santos?’
‘Zoals ik u door de telefoon al vertelde, hou ik me bezig met de emissie van Morty de Gek. Op het moment ben ik een onderzoek begonnen naar de feiten en snuffel zo hier en daar rond.’ Hij zweeg even. ‘Er zijn klachten gekomen.’
‘Heeft dit te maken met die belastingkwestie? Ik heb begrepen dat meneer Cushman op het moment problemen met de belasting heeft?’
‘Ach, uiteindelijk houdt alles verband met elkaar, nietwaar?’
‘Uh-huh.’
Wat was die vent, een filosoof? Aaron voelde dat zijn hand zich tot een vuist balde. Hou hem open. Doe of je geïnteresseerd bent.
Maar nonchalant. Zorg dat die klootzak je aardig vindt. Aaron sloeg zijn armen over elkaar, leunde achterover in zijn stoel en glimlachte naar De Los Santos. De Los Santos scheen het niet te merken.
‘Ik heb begrepen dat u de reclame voor Morty de Gek hebt gedaan?’
‘Natuurlijk. Dat hoef ik u niet te vertellen. Dat staat in de boeken.’ Rustig aan, jongen. Dat klonk een beetje arrogant, een beetje verdedigend. Glimlach maar weer een keer. Aaron volgde zijn eigen raad op en dwong zichzelf naar de man te glimlachen.
‘Juist... En kent u Morton Cushman ook persoonlijk?’
‘Hoe kan het anders? Hij is al zeven jaar klant bij ons.’ Christus, die vent werkte op zijn zenuwen. Het was bijna onmogelijk onaangenaam tegen hem te zijn.
‘En gaat u verder met meneer Cushman om?’
‘Niet echt.’
‘Wat bedoelt u?’
‘O, af en toe zijn we misschien op hetzelfde feest, maar we gaan niet samen uit.’
‘Maar in het verleden wel?’
‘God, jaren geleden misschien. Hij is een belangrijke klant. Ik ga hem niet uit de weg.’
‘Uh-huh. Dus heeft meneer Cushman u verteld dat hij naar de beurs ging?’
‘Nee, dat heeft hij niet.’ Tot zijn verbazing voelde Aaron dat er een beetje zweet op zijn voorhoofd kwam. ‘Dat zou illegaal zijn, nietwaar, meneer De Los Santos?’ Shit, hij mocht die vent helemaal niet.
‘Mensen maken fouten,’ zei De Los Santos.
Was het zijn verbeelding of keek de man hem kwaad aan?
‘Dus u heeft pas in september aandelen Morty de Gek gekocht van het trustfonds van uw dochter?’
Aaron voelde het bloed naar zijn gezicht stromen. Hij kon nauwelijks geloven wat hij had gehoord. Hoe wist die vent verdomme van het trustfonds? Hij dacht weer aan de Pinkertons. Wie was die vent? Niemand wist ervan, behalve Annie en Leslie. Leslie had het vast niet tegen iemand gezegd. Ze was kwaad, maar dat zou krankzinnig zijn. Had Annie hem in dit lastige parket gebracht?
‘Meneer Paradise?’
Christus, hij moest iets zeggen. Beheers je, waarschuwde Aaron zichzelf. ‘Ja.’
‘U heeft op 3 september 76560 aandelen gekocht?’
Aaron knikte. Overal brak het zweet hem nu uit.
‘Dus u heeft nooit aandelen gekocht, hoewel iedereen die dat voor die datum wel had gedaan een grote slag had geslagen. U heeft die aandelen toevallig gekocht op de dag voor ze begonnen te kelderen. Hoe komt dat?’
'Hoe komt dat? Hoe komt het dat ik uitgekleed ben? Sinds wanneer is het verliezen van geld op de beurs een aanwijzing dat men voorkennis heeft gehad?’
‘Ik heb niets gezegd over voorkennis.’
‘Maar dat suggereert u, nietwaar? Nou, uit mijn verlies zou moeten blijken dat daar geen sprake van is geweest. Mensen met voorkennis verliezen niet.’
‘O, dat hoeft niet. Het kan alleen betekenen dat iets niet volgens plan is verlopen. Wanneer er veel geld wordt verloren, evenals wanneer er veel geld wordt verdiend, kan dat betekenen dat er voorkennis in het spel is geweest.’ De Los Santos keek hem uitdrukkingsloos aan.
‘Ik heb u alles verteld wat ik weet.’ Aaron probeerde kalm te blijven en onschuldig te glimlachen.
‘Dank u, meneer Paradise,’ antwoordde De Los Santos ten slotte.
Aan zijn gezicht was niets te zien. Tot enorme opluchting van Aaron, stond hij op.
‘Misschien moet ik u nog een keer bellen.’
‘Geen bezwaar,’ antwoordde Aaron, opstaand. Als hij die vent maar kwijt was. Het moest zo snel mogelijk achter de rug zijn.
‘Dank u,’ herhaalde De Los Santos en draaide zich om om weg te gaan. Toen bleef hij staan en keek Aaron weer aan. ‘O, u was toch niet van plan in de nabije toekomst het land uit te gaan?’
Aaron keek hem ongelovig aan. De man moest een grapje maken. ‘Nee...,’ zei hij aarzelend.
‘Wilt u het ons laten weten als u van plan bent op reis te gaan?’
Ze gaven elkaar een hand en Aaron deed zijn best om zijn greep stevig te laten zijn, hoewel hij er niets tegen kon doen dat zijn handpalm vochtig was. Daarna bracht hij de man naar de deur. Hij keek hem na tot hij volledig uit het zicht was en liep toen terug naar zijn bureau. Hij zakte in zijn stoel en sloeg zijn handen voor zijn ogen. Hij voelde zich uitgeput en bang, banger dan hij zich kon herinneren in jaren te zijn geweest, sinds hij uit het huis van zijn vader was getrokken. Hij vroeg zich af of ze er op een of andere manier achter konden komen dat Morty hem een deel van het verlies terugbetaalde. Als Morty dat deed. Aaron had van de advocaat van Morty gehoord dat alles in orde was, maar om de een of andere reden zat Morty nog steeds in de gevangenis. Christus, hij voelde zich in een hoek gedreven.
Hij liep weer naar de spiegel in de kast. Jezus, het was niet goed met hem. Het gezicht dat hem uit de spiegel aankeek, zag er even slecht uit als hij zich voelde. Hij zag er oud uit en zijn kleren waren helemaal verkeerd voor zijn volgende bespreking - te conservatief, te voorspelbaar. Hij zag eruit als een mislukkeling.
Aaron nam snel een besluit. Hij stond op, trok zijn jasje aan en zei tegen zijn secretaresse dat hij meteen terug zou zijn. Op Twenty-third Street ging hij rechtsaf bij Fifth Avenue en liep een stukje in de richting van het centrum. Daar ging hij bij Paul Smiths binnen, de meest trendy zaak van de stad.
‘Ik heb een overhemd nodig, een das en een broek die ik meteen kan aantrekken,’ zei hij tegen de verkoper. ‘Taille-maat vijfendertig.’ Hij haalde diep adem. Hij zou teruggaan en het plan voorleggen. Hij zou de staf overtuigen. Ze moesten hem allemaal steunen. Christus, hij was het talent en hij had hen in dienst genomen. Ze stonden allemaal bij hem in het krijt. En het was ze geraden achter hem te staan. Toch had hij pijn in zijn buik van angst. Wie wist het met deze generatie? Wie wist wat er was geworden van trouw en loyaliteit?