12.  De Club van Eerste Echtgenotes

Annie was verbaasd geweest toen Elise opbelde om haar te vragen de volgende dag in Le Cirque met haar te lunchen. Waarom lunchen? En waarom Le Cirque? Hoewel Elise meer geld had dan alle vrouwen die Annie kende, wist ze ook dat Elise het niet graag uitgaf. Le Cirque rekende zes dollar voor een halve pamplemousse, waardoor het zeker de enige grapefruit van twaalf dollar in heel Manhattan werd. Misschien deden ze het alleen maar voor de show, want niemand zou dat als voorgerecht bestellen als er zoveel andere heerlijkheden waren om mee te beginnen.

Als Annie al verbaasd was over de uitnodiging, ze was oprecht geschokt toen Brenda opbelde om te zeggen dat zij ook was uitgenodigd. Annie had aan haar bureau gezeten en geprobeerd een paar van haar gedachten op papier te zetten. Ze wist niet eens zeker of ze probeerde een verhaal te schrijven of een gedicht, of alleen maar een dagboek bij te houden. Er was eigenlijk nog bijna niets van haar gedachten op papier terechtgekomen. Ze had zichzelf opgelegd elke dag een uur te gaan zitten, ook al staarde ze het grootste deel van die tijd naar een wit stuk papier. Maar godzijdank deed ze in ieder geval een poging. Het probleem was dat er, zodra ze ging zitten, een heftige golf van depressie over haar heen spoelde, waardoor ze volkomen leeg werd. Toen de telefoon ging en de verdovende stilte verbrak, schrok ze op en zuchtte vervolgens opgelucht.

‘Wat is er aan de hand, Annie? Elise heeft me uitgenodigd voor de lunch in Le Cirque. Heeft ze besloten om te gaan brassen?’

‘Ik heb geen idee,’ antwoordde Annie.

‘Ik vraag me af of het iets met Bill te maken heeft. Heb ik je verteld dat ik van Angela heb gehoord dat hij het afgelopen jaar drie secretaresses heeft gehad? Hij laat ze geen moment met rust. Ze zegt dat een meisje, een zomerstagiaire, heeft gezworen dat hij met zijn piemel naar haar heeft gekwispeld.’

‘Toe nou, Brenda. Is dat waar de nieuwe zomerstagiaires bij Cromwell Reed over praten? Bill is misschien een rokkenjager, maar hij is een aantrekkelijke man en hij kan vrouwen genoeg krijgen zonder dat soort fratsen te hoeven uithalen.’

‘Je weet nooit waar ze geil van worden. Wat mij betreft zijn alle mannen honden.’

Annie voelde de leegte in haar borst.

Brenda moest het hebben gemerkt, want ze vroeg: ‘Hoe gaat het, zonder Sylvie thuis? Hoe vul je je tijd?’

‘Het gaat best. Ik dacht aan een roman te beginnen.’

‘Geweldig! Ik ben er op school aan een begonnen.’

‘Echt waar?’

‘Jazeker. Aan Oorlog en Vrede, maar het ging me vervelen.’

Annie lachte. Brenda liet haar er altijd inlopen. ‘Maar wat die lunch betreft,’ hield Brenda aan, ‘wat is er met Elise, waarom zou ze mij uitnodigen?’

‘Wie weet? Ik denk dat we er binnenkort wel achter zullen komen.’

‘Angela heeft me ook verteld dat Elise pas bij Cromwell Reed is geweest, dat ze er een geweldige scène heeft geschopt,’ zei Brenda.

Annie probeerde zich de scène weer voor de geest te halen zoals Elise haar die had beschreven in de auto op weg naar huis. Onwillekeurig glimlachte ze.

‘En?’ vroeg ze eenvoudig.

‘In Bills kantoor bij Cromwell Reed. En in de gang. In een paars leren pakje nog wel. Angela zegt dat het huwelijk finito is.’

‘Nou, dat is een opluchting,’ zei Annie tegen haar. En het was een opluchting dat Brenda het van iemand anders had gehoord.

‘God, ze is zoveel jaren door het slijk gehaald. Waarom zou ze er nu een eind aan hebben gemaakt?’ vroeg Brenda zich af.

Annie voelde de kwaadheid bezit van de lege ruimte in haar borst nemen. Ze zuchtte en probeerde die woede uit te bannen. Het ging alle perken te buiten zoals die mannen zich gedroegen. Het was onverdraaglijk.

‘Wie weet? Misschien was het de dood van Cynthia,’ opperde Brenda. ‘Misschien was het de nieuwste vriendin van Bill. Hij heeft haar kennelijk laatst meegenomen naar het jaarlijkse diner van de zaak. En ze is een Van Gelder, Phoebe Van Gelder, dus misschien denkt Bill de ene erfgename in te ruilen voor een andere van een nieuwer model. Alleen loopt dit nieuwere model op cocaïne.’

‘Brenda, hoe weet je dat allemaal?’ vroeg Annie, deels geërgerd, deels geamuseerd.

De Post van vandaag,’ gaf Brenda toe. ‘Er stonden vage toespelingen in de roddelrubriek, je weet wel: “Welke mooie beeldend kunstenares uit een van de met goud omrande families speelde gisteren de echtgenote op het feestje van Cromwell Reed? En ze zaten nog te flirten ook.” Ik heb het allemaal zelf bedacht. En Duarto heeft me de tip gegeven over het neuspoeder.’

‘Arme Elise.’

‘Maar wat belangrijker is, Annie, wat trek jij aan? Ik ben zelfs uit mijn grootste broek gegroeid.’

‘Toe nou, Brenda, wat is dat voor vraag?’

‘Een joodse vraag. Het is een van de Vier Vragen van het joodse paasfeest: Wat trek je aan? Hoe kom je eraan? Hoe duur was het? Hebben ze het in mijn maat?’

‘Leuk hoor.’

‘Dus moet ik iets kopen?’

‘Je weet wat Emerson heeft gezegd.’

‘Ik geloof dat ik het even ben vergeten.’

‘ “Heb nooit vertrouwen in een onderneming waar nieuwe kleren voor nodig zijn.’”

‘Ja, of in een afspraak met een vent die “Spijker” heet. Wat weet een vent die Ralph Waldo heet in vredesnaam over grote broeken en zo? Weet je dat hij al die tijd dat hij in Walden Pond woonde iedere dag bij zijn moeder heeft geluncht? En dat hij ook zijn was nog thuis bracht? Eerlijk waar.’

‘Brenda, het was Thoreau in Walden Pond, niet Emerson,’ zei Annie, maar ze lachte. Het was fijn om te lachen en ze wist dat Brenda het graag hoorde.

‘Toe nou, Brenda,’ protesteerde ze. ‘Hoe koel je haar ook vindt, Elise is toch een heel goed mens en ik weet zeker dat ze zich heel erg ellendig voelt. Misschien heeft ze gewoon wat vriendschap nodig. Dus steek er niet de draak mee.’

‘Ik steek er de draak niet mee. Ik had gedacht iets heel bizars aan te trekken. Hoe komt het dat ik in aanwezigheid van Elise altijd Jiddisch wil spreken en kaftans wil dragen? Maar zelfs mijn grootste broek past me niet meer. Ik zit tegen mijn gewichtsplafond. Je weet toch wat dat betekent?’

‘Ik weet het niet zeker.’

‘Natuurlijk niet, anorexia-lijder. Voor diegenen in het publiek die het niet helemaal begrijpen, zal ik het uitleggen. Wanneer je uit je grootste broek groeit, moet je afvallen of een garderobe kopen die nog groter is. Dat is op z’n minst duur en demoraliserend, dan eet ik. Maar als ik blijf proberen te passen in dingen waar ik niet in pas, demoraliseert dat ook en dan eet ik. Als ik grotere kleren koop, beloon ik mezelf natuurlijk voor slecht gedrag, waardoor ik het versterk en dan eet ik. Ik ben nog nooit zo zwaar geweest als nu. Dus is de vraag, maak ik een nieuw gewichtsplafond? Moet ik iets nog groters kopen voor Le Cirque of er vreselijk uitzien?’

‘Brenda, ik krijg pijn in mijn hoofd van je. Wil je jezelf alsjeblieft in de hand houden?’

‘Ja, ja. Dadelijk zeg je nog tegen me dat er een mager iemand in me zit die graag naar buiten wil. Ik wou bij God dat ze dat deed -dan zou ik maar de helft van mijn gewicht wegen.’

Ze kwamen uiteindelijk overeen dat Brenda niets zou kopen en dat ze allebei conservatieve kleren zouden aantrekken, wat maar goed was ook, aangezien Annie niets anders had.

Terwijl Annie op Park Avenue naar Le Cirque liep, kwam ze toevallig langs East Seventy-sixth Street. Sinds die geschiedenis in het Carlyle had ze die straat gehaat en haar uiterste best gedaan hem te vermijden.

Ze was die morgen al sinds acht uur op pad en was niet eens thuis geweest om zich te verkleden. Het was de ochtend dat ze in het ziekenhuis werkte. Ze werd er altijd doodmoe van en toch wilde ze niet bij de patiënten daar weggaan, dus was ze te lang gebleven. Elise en Brenda zouden het haar niet kwalijk nemen. Maar omdat ze te laat was, had ze zich gehaast zonder erbij na te denken. En nu was ze toevallig bij de straat gekomen waar het hotel van Aaron was. Ze huiverde. Ondanks het lekkere weer, had ze het koud.

Het was een heldere lentedag in New York, compleet met een diepblauwe juni-hemel, en hoewel het vandaag nog koel was, was er iets ondefinieerbaars in de lucht veranderd. Het rook naar lente en je voelde dat de zomer op komst was. In het restaurant werd Annie begroet door Sirio, het sociale genie achter het management. Hij wist de status van iedere rijke vrouw die in de stad ging lunchen en gaf hun dienovereenkomstig een tafeltje. Hij glimlachte nu hartelijk en bracht haar naar Elise, die al aan een van de tafeltjes in het zaaltje bij de ingang zat, die vreemd genoeg het meest gewild waren. Elise had kennelijk nog steeds veel aanzien. Annie had het nooit een prettige ruimte gevonden, ze vond het kristallen en ijsblauwe decor te formeel voor de lunch, maar ze moest toegeven dat het bij Elise paste. Ze zat daar mooi en volmaakt verzorgd, kalm en ontspannen, geposeerd alsof ze op het toneel zat. En het was een toneel. Tegenover hen zat Brooke Astor met twee vrouwen die Annie niet kende en aan een ander tafeltje zat Blaine Trump druk te praten met een andere knappe jonge vrouw. Elise wuifde toen ze Annie zag en kuste de lucht bij haar wang toen ze naast haar ging zitten. ‘Een martini? Of heb je liever een glas Frans prikwater?’ Haar stem klonk vreemd, bijna mechanisch.

‘Witte wijn,’ zei Annie tegen de ober. ‘Elise, is het wel goed met je?’

‘Naar omstandigheden redelijk. Ik geloof dat ze in ziekenhuizen zeggen “ernstig maar stabiel”.’ Ze hief haar glas. ‘Ik slik medicijnen.’

Er was enig lawaai bij de deur, gevolgd door de binnenkomst van Brenda. Ze droeg iets heel groots en heel roods, met iets van veren langs de hals. Ik ben blij dat ik haar heb overgehaald iets conservatiefs aan te trekken, dacht Annie wrang.

‘Ik hoop dat het een bedreigde diersoort is, want hij verdient het uit te sterven,’ mompelde Elise. Annie had zelf een hekel aan bont en veren, maar was slechts een beetje opgelucht te zien dat deze synthetisch waren. Wat had Brenda in vredesnaam aan? Annie keek heimelijk naar Elise, maar ze leek niet van haar stuk gebracht. Elise zou nooit openlijk laten merken dat er op een van haar gasten iets viel aan te merken.

‘Brenda, hallo.’ Elise glimlachte stralend en zorgde ervoor dat iedereen hoorde hoe ze haar gast begroette. Alleen generaties van een deftige opvoeding en zelfverzekerdheid konden voor zoveel zelfvertrouwen zorgen, dacht Annie. Zij moest zelf vaak haar uiterste best doen om zich niet voor Brenda te generen.

‘Nou, daar zijn we dan met z’n allen,’ glimlachte Brenda. ‘Dacht je soms dat we iets te vieren hadden?’

Annie en Brenda keken Elise vragend aan, wachtend op haar antwoord. ‘Het komt me voor dat de zaken behoorlijk uit hun evenwicht zijn en daar moet iets aan worden gedaan.’ Elise keek van de een naar de ander. ‘Ik stel voor dat we er iets aan doen.’

‘Waar heb je het over?’ vroeg Annie.

‘Zoals jullie weten heeft Bill mij verlaten en jullie weten ook wat ze van een versmade vrouw zeggen.’ De glimlach van Elise was even broos als haar stem.

‘Elise, het spijt me zo,’ zei Brenda.

‘Brenda, ik wil nu dat ellendige medelijden niet. Ik heb een openbare gelegenheid uitgezocht om dit te doen, dus wordt er niet gehuild. Als ik over een tijdje een echtgenoot wil, koop ik er wel weer een. Intussen wil ik gewoon een beetje gerechtigheid.’

‘Mooi zo, Elise,’ riep Brenda. ‘Laten we dat kleine kreng van een Van Gelder grijpen.’

Elise keek Brenda aan met een blik waardoor ieder ander ineen zou krimpen. ‘Ik heb jullie gevraagd hier te komen omdat ik dacht dat jullie niet stom waren,’ zei ze weloverwogen. ‘Ik geloof dat je niet hebt begrepen waar het om gaat. Die vrouwen, de nieuwe trofeeën, kunnen me niet schelen. Het zijn de mannen - Gil Griffin, Morty, Aaron en Bill. Zeker Bill. Er zou een of andere vergelding moeten zijn, een manier om de zaken gelijk te trekken. We moeten de maatschappij laten zien dat we niet gewoonweg afgedankt kunnen worden. We moeten iets dóen. We hebben de middelen, de hersens, de relaties én de fantasie. Laten we ervoor zorgen dat ze een prijs betalen.’

Annie dacht weer aan de brief van Cynthia, die nog steeds in haar tas zat. Ze had hem niet kunnen wegleggen, net zomin als ze hem uit haar gedachten had kunnen bannen. Het leek bijna of hij haar achtervolgde. Als ze iets deed om het Gil betaald te zetten, misschien kon ze hem dan wegleggen.

‘Ik doe mee,’ zei Brenda, de menukaart oppakkend. ‘Maar kunnen we eerst iets te eten bestellen?’

Dat deden ze en zodra de ober weg was, vroeg Brenda: ‘Wat gaan we doen, wraak nemen?’

‘Wraak is niet helemaal het juiste woord. Ik had iets beschaafders in gedachten. Zoals gerechtigheid,’ zei Elise.

‘Goh, persoonlijk ben ik altijd wel voor het principe van Hammurabi geweest. Oog om oog, tand om tand klinkt lekker. Dus wat denken jullie van een rituele castratie? We beschilderen ons met oorlogsverf, doen een masker voor en dan grijpen we ze en binden ze vast. Veren hebben me altijd goed gestaan.’ Brenda streek over haar veren. ‘En dan ruïneren we ze een voor een. Zoals je honden castreert - dan veroorzaken ze in de toekomst geen last meer. Het is eigenlijk een heel humane oplossing. Een eind aan de testosteronvergiftiging.’

‘Castratie. Hmmm.’ Elise zweeg even alsof ze er werkelijk over nadacht. ‘Verleidelijk, maar het geeft zo’n troep.’ Ze nam een besluit. ‘Nee, gewoon te veel rotzooi.’

‘Zie je wel, altijd kritiek. Wat had jij dan voor geweldig idee, Elise?’

Luisterend naar de opmerkingen van haar vriendin, begon Annie koortsachtig na te denken. Wraak? Gerechtigheid? Dat konden ze niet menen, dacht ze. Wij moeten elkaar natuurlijk steunen, maar wat Elise voorstelde was gewelddadig, drastisch. Nee, dacht ze, dit was niet wat ze wilde.

Ineens begon zich een beeld in Annies hoofd te vormen. Misschien konden ze een club opzetten, een actiecomité van eerste echtgenotes die konden leren leven met zichzelf en hun woede. Die elkaar konden steunen. En die uiteindelijk iets aan Gil zouden kunnen doen. We zouden niet zo alleen zijn, dacht Annie. Ze hadden alle drie genoeg om kwaad over te zijn.

Over de menukaart heen keek ze naar Brenda en Elise. Twee zo volslagen verschillende vriendinnen, maar beiden in wezen zo gelijk. Beiden eerlijk. Beiden betrouwbaar. Beiden met echte normen. Jammer dat ze elkaar niet mochten. Annie glimlachte bij zichzelf. Wie, behalve zijzelf, zou geloven dat Brenda, een dik meisje dat in de Bronx was opgegroeid, het product van een Italiaanse vader en een joodse moeder, en Elise, de beeldschone erfgename van twee fortuinen, iets gemeen hadden.

Maar Annie had het gevoel dat het wel zo was. Ze hadden beiden heel veel verdriet en verborgen hun kwaadheid achter zelfvernietiging - Brenda met haar eten en Elise met haar drinken. Maar als ze hun eigen verdriet en hun woede niet onder ogen konden zien, misschien konden ze er dan een ontlading voor vinden in Cynthia. Ze konden zich drieën verenigen uit medelijden met Cynthia en uit kwaadheid op Gil. Misschien zouden ze uit naam van Cynthia iets kunnen doen, zoals Gil de waarheid zeggen. Hem gewoon laten weten dat ze wisten wat hij haar had aangedaan.

En dan zouden ze misschien, heel misschien, iets aan hun eigen situatie kunnen doen. Brenda eet uit kwaadheid op Morty, dacht Annie. En nu jaagt ze haar twee kinderen weg door haar voortdurende telefoontjes en bemoeizucht. En dan Elise, die er met de maand verdrietiger en verstarder uit ging zien. Elise moet gaan inzien welk effect het op haar, op haar drinken heeft, dat Bill is weggegaan...

En ik? dacht Annie. Hoe zit het met mijn kwaadheid op Aaron? Maar een stemmetje van binnen zei: ‘Hij is niet zo slecht als die anderen.’ Toch had ze de steun van de groep nodig. Omdat het verdriet om hem haar kapotmaakte.

Misschien kon er toch nog iets goeds voortkomen uit de zelfmoord van Cynthia. Annie wist dat ze te hard probeerde van iets slechts iets goeds te maken, om de zonnige kant te zien, maar misschien zou het deze keer werkelijk lukken. Dit idee was te goed om het niet te proberen. Ze zouden een soort ondersteuningsgroep kunnen vormen, zoals de groep van moeders van kinderen met het syndroom van Down waar ze lid van was geworden.

Elise boog zich naar voren en glimlachte naar de andere twee. ‘Misschien kunnen we ze castreren zonder één druppel bloed te vergieten.’ Ze trok duivels haar wenkbrauwen op, terwijl Annie en Brenda haar aandachtig aankeken. ‘Laten we van ieder van hen de zwakke plek zoeken. Ze zijn beslist niet onkwetsbaar. En dan treffen we ze daar. We passen de straf aan de misdaad aan. Bill, bijvoorbeeld. Hij moet een probleem hebben met zijn mannelijkheid. Dat, of hij haat zijn moeder.’

Brenda zei: ‘Je hoeft Freud niet te zijn om dat te bedenken. Dat weet ik zelfs.’

‘Nou, laten we hem een handje helpen. Zorgen dat hij van een paar vrouwen de bons krijgt. Misschien moeten we er een paar vrouwen voor huren. Zoiets,’ zei Elise.

Brenda vond het een prachtig plan, zag Annie, maar zij had er problemen mee. God, dit was erger dan Annie had kunnen denken. Haar visioen van warmte en vriendschap, een liefdevolle steungroep, vervaagde.

Elise ging verder. ‘Luister naar wat ik probeer te zeggen,’ legde ze uit. ‘Een generatie of twee geleden lagen de zaken anders. Een stel ging trouwen. Oké, misschien was de man de kostwinner en misschien maakte hij de meeste regels. Maar de regels die de maatschappij maakte, zeiden dat als hij een fatsoenlijk man was, als hij de goedkeuring van de maatschappij wenste, hij getrouwd bleef. Het gaf een vrouw een bepaalde positie waarop ze kon rekenen. En als de man die regel verbrak, was zijn eigen carrière voorbij. De maatschappij noemde hem een schoft. En iedereen die met hem trouwde nadat hij de regel had verbroken, werd ook buitengesloten en gestraft. Dus kon je een fatsoenlijke vrouw niet leeg knijpen als een tube tandpasta en weggooien als ze leeg was, zoals Gil Cynthia heeft afgedankt en Bill mij.’ Voor Elise verder kon gaan, zei Brenda: ‘Of zoals Morty mij heeft afgedankt, niet dat ik die klootzak nog wilde trouwens.’

‘Moeten jullie dit horen,’ vervolgde Elise. Ze maakte haar tas open en haalde er een fotokopie uit van een artikel uit een tijdschrift.

‘O, God, geen zelf-hulpknipsel! Doe me dat niet aan,’ smeekte Brenda.

‘Dat is het niet. Het is uit Fortune van de vorige maand.’ Elise hield het mei-nummer omhoog en liet hun de foto van Carolyne Roehm zien. ‘Het gebeurt overal dat geslaagde mannen hun vrouw inruilen voor een nieuwer, beter model. Moeten jullie dit horen: “Door die trofeeën krijgen de 50- en 60-jarige directeuren het gevoel dat ze zich seksueel kunnen meten met jongere mannen, het soort oppepper voor het ego dat geen kwaad kan als je te maken hebt met jonge strebertjes op kantoor.’” Ze keek naar Brenda en Annie. ‘Komt het jullie bekend voor?’ Ze las verder: ‘ “De nieuwe directeur is niet compleet zonder de nieuwere, langere, blondere, tweede vrouw. Zij is de trofee van zijn succes. In plaats van dat er een stigma kleeft aan een tweede huwelijk, is de cultuur binnen de bedrijven al zo ver voortgeschreden dat een aantrekkelijke tweede vrouw meer is dan een aanwinst. Ze is bijna een noodzaak.” ’ Elise zweeg en keek over haar glas heen naar de twee andere vrouwen. ‘Zien jullie hoe ver het al is,’ vervolgde ze, ‘als een tijdschrift het als een trend herkent en als norm beschouwt. En het is niet het enige knipsel.’ Boos gooide ze nog een aantal knipsels op tafel.

‘Maar wat wil je dat we doen? Een politie-uniform aantrekken en op straat gaan patrouilleren? Moeten we al die “aantrekkelijke, nieuwe echtgenotes” gaan vermoorden? Het zou me een genoegen zijn, maar ik weet niet zeker of het het waard is levenslang bij Jean Harris in de gevangenis te zitten.’ Brenda glimlachte. ‘Maar daar zou ik me natuurlijk in kunnen vergissen.’

Annie wist dat Elise, die naar Madeira was geweest, het niet leuk vond dat er over het schandaal van de directrice en de dokter van het Scarsdale-dieet werd gesproken. Brenda glimlachte naar Annie. Wist zij dat ook?

‘Denken jullie dat Jean Harris me zou kunnen helpen af te vallen?’ vroeg Brenda onschuldig. ‘Misschien zou het tóch de moeite waard zijn.’

Annie zag dat Elise haar geduld verloor. ‘Hou op. Cynthia is dood. Begrijp je niet hoe ernstig dit is?’ Ze beet op haar lippen om te zorgen dat ze niet beefden. ‘Wat is er voor nodig om jullie “genoeg” te laten zeggen? Begrijpen jullie het niet? Dit gaat niet alleen over Cynthia! Het gaat over ons allemaal. Begrijpen jullie het niet?’ riep ze. ‘We lopen leeg. Ze hebben ons lek geprikt en we lopen leeg tot er niets meer van ons over is. De maatschappij zegt dat het allemaal prima is en wij komen niet eens voor onszelf op.’

Annie kon er niets aan doen. ‘Ik heb minder reden dan jullie om kwaad te zijn. Aaron was niet zo slecht als Morty of Bill.’

‘Ja, dat denk jij,’ zei Brenda.

‘Nee, dat denkt hij,’ voegde Elise eraan toe.

Elise zweeg even. ‘Ik wil graag een motie indienen. Ik denk dat het tijd is om de rollen om te draaien,’ zei ze. ‘Laten we het hebben over de totale vernietiging van deze mannen. Emotioneel, financieel, sociaal. We zorgen ervoor dat hun huwelijk mislukt, dat hun zaak naar de knoppen gaat, dat hun vrienden hen in de steek laten. Dat hebben zij met ons gedaan. Wij kunnen het met hen doen. We hebben de middelen. Dat is het plan. Ik stel voor dat we die rotzakken in de pan hakken.’

‘Ik vind het een goed plan,’ zei Brenda. ‘Maar misschien is het niet goed genoeg.’ Ze keek Annie aan. ‘Wat vind jij?’

‘Ik weet het niet zeker,’ zei Annie aarzelend. ‘Je maakt toch zeker een grapje? Je bent gek, of je maakt een grapje.’ Annie keek naar Elise, maar Elise glimlachte niet. ‘Elise, Brenda. Begrijp ik dit goed? Wraak? Jullie stellen voor dat we dit met z’n allen doen, alleen maar om onze respectievelijke ex-echtgenoten te grijpen?’

‘Ja,’ zei Elise, terwijl ze nog ietsje rechter in haar stoel ging zitten. ‘Wie heb ik horen zeggen: “Alleen de zwakken willen wraak. De sterken willen gerechtigheid”? Ik stel voor tot oprichting over te gaan van de Club van Eerste Echtgenotes.’ Elise pakte haar theelepeltje en, het als voorzittershamer gebruikend, tikte ze ermee op de tafel. Ze keek Annie aan. ‘Doe je mee?’

Annie zat heel stil.

‘Toe, Annie. Doe niet zo flauw,’ drong Brenda aan.

‘Ik doe mee,’ zei Annie grimmig en knikte.

‘Dan is hiermee de Club van Eerste Echtgenotes opgericht.’ ‘Jippie!’ riep Brenda. De drie vrouwen hieven het glas en quasi-plechtig klonken ze om een toost uit te brengen.

In haar nieuwe rol als voorzitster vervolgde Elise: ‘Nu moet iemand een motie indienen met de doelstellingen van de Club. Brenda?’

‘Ik stel voor dat we de vloer aanvegen met die klootzakken.’ Met een veelbetekenende blik naar Annie voegde ze eraan toe: ‘Met allemaal. Ik wil dat Morty failliet gaat, volkomen failliet. Dat zou het enige in zijn leven zijn wat hij niet kan verdragen.’

De voorzitster keerde zich naar Annie. ‘Annie?’

‘Ik wil dat Gil machteloos is. Geen macht. Geen status.’

Snel zei Elise: ‘En Bill moet afgemaakt worden. Zijn einde als grote minnaar. Symbolisch natuurlijk.’

Annie worstelde met haar volgende gedachte - de worsteling van een braaf meisje. Toen zuchtte Annie berustend en zei: ‘En ik wil dat Aaron in de steek wordt gelaten: verraden en in de steek gelaten.’ Elise glimlachte met oprecht genoegen. ‘Brave meid,’ zei ze. ‘En morgenavond krijgen we al onze slachtoffers tegelijk te zien bij het AiDS-diner. Als eenden op een rij. Het zal het begin van hun einde zijn.'

‘Of, om het anders te zeggen, het eind van hun nieuwe begin,’ zei Brenda.

Ze hieven het glas nog een keer. ‘Op ons,’ zei Elise. ‘Op de Eerste Echtgenotes.’