Images

‘Het spijt me, Juul,’ zegt ze zodra ze op de stoel tegenover me plaatsneemt. ‘Dat ik niets meer van me heb laten horen.’

Ik hoef haar maar aan te kijken of mijn ogen worden waterig. Om ons heen klinkt gelach, het gerinkel van glazen en de vrolijke achtergrondmuziek stoort me.

Aisha legt haar hand op de mijne en zegt nog een keer dat het haar spijt.

‘Nee, nee, daar gaat het niet om,’ snotter ik. ‘Het is meer dat ik het even allemaal niet meer weet. Daarom kwam ik naar jou.’

Met een niet-begrijpende blik kijkt ze me aan. ‘Wat is er dan? Zal ik anders eerst iets te drinken halen? Misschien praat dat makkelijker.’

Ik knik, maar als ze opstaat, hou ik haar tegen. ‘Waarom was je eigenlijk niet bij de uitvaart van Milan?’

Met een zucht gaat ze weer zitten. ‘Dat is een ingewikkeld verhaal.’

‘Kun je het me proberen uit te leggen? Want het blijft maar door mijn hoofd spoken.’ Ik was niet van plan erover te beginnen en nu ik Aisha’s verdrietige gezicht zie, heb ik al spijt. Toch wacht ik haar antwoord af.

‘Kijk,’ begint ze, terwijl ze stukjes van een bierviltje scheurt. ‘Milan en ik waren al een tijdje uit elkaar.’

‘Echt?’

Ze knikt en haar mondhoeken zakken naar beneden. ‘Ongeveer een week of twee en –’

‘Maar ik snap het niet,’ onderbreek ik haar. ‘Jullie waren zo superverliefd, tenminste, zo deed Milan het thuis altijd overkomen.’

‘Dat was ook zo,’ antwoordt ze. ‘Maar altijd stiekem afspreken en bang zijn om betrapt te worden brak ons op. Vooral mij. Je weet toch dat mijn familie tegen een relatie met een niet-Marokkaanse jongen is?’

Ik knik.

‘Dat zal voor een buitenstaander misschien heel gek overkomen, maar mijn familie denkt er nou eenmaal zo over. Als ze erachter zouden komen, dan is dat echt een heel groot probleem. Een van mijn ooms had Milan en mij gearmd zien lopen en confronteerde me daarmee. Toen wist ik het nog weg te praten, maar dat zou echt geen tweede keer lukken. Mijn familie zou zich verraden voelen door mij en juist dat laatste kon ik niet verdragen.’

‘En Milan?’

Ze glimlacht. ‘Milan wilde echt alleen maar wat goed voor mij was. En daarom respecteerde hij het. Oké, moet ik er wel bij zeggen dat hij dacht dat we ooit weer bij elkaar zouden komen. Daar wilde hij op wachten...’

Ook ik glimlach, omdat ik het hem al hoor zeggen. ‘En? Had hij daar gelijk in?’

‘Wel als Jamal er geen lucht van had gekregen. Hij is de reden waarom ik niet naar Milans uitvaart ben gekomen. Op de avond van Milans ongeluk... en toen wist ik nog niet wat er was gebeurd... kwam hij naar mijn kamer. Eerst woest. Pas nadat ik hem duidelijk maakte dat het over was tussen Milan en mij werd hij kalmer. Maar ik moest zweren op mijn ouders dat ik Milan nooit meer zou zien of spreken.’ In haar ogen wellen tranen op. ‘De dag erna hoorde ik dat hij verongelukt was.’

‘Van wie?’

‘Jamal had het van iemand gehoord en vertelde het me. Meteen erachteraan verbood hij me naar de uitvaart te gaan, anders zou hij aan de hele familie vertellen wat ik had gedaan.’

‘Je bedoelt dat hij zou vertellen over je relatie?’

‘Ja, wat anders?’

‘Nee, niks.’

‘Ik heb gehoord dat het een heel mooi afscheid was.’

‘Ja...’ Even krijg ik geen lucht. Het blijft zo moeilijk om eraan terug te denken.

‘Juul, in gedachten was ik er de hele tijd bij,’ zegt ze met overslaande stem. ‘Echt waar.’

Ik staar naar het vlammetje van het waxinelichtje tussen ons in.

‘Laatst hoorde ik Jamal tegen iemand zeggen dat hij begraven is. Dat wist ik niet, maar ik vind het een fijn idee.’

‘Wist je dat niet?’ Verbaasd kijk ik op. ‘Dat stond toch op de rouwkaart?’

‘Die heb ik niet gezien.’

‘Nou, ik weet zeker dat wij jou er ook een hebben gestuurd. Of wacht, laat me raden... Jamal?’

Ze slaat haar ogen neer en veegt de stukjes van het bierviltje op een hoopje.

Wat een afschuwelijke broer, denk ik. Zoiets hou je toch niet achter? Tenzij... ‘Tegen wie hoorde je Jamal praten?’ vraag ik.

‘Weet ik niet. Ik liep op de overloop en Jamal zat op zijn kamer te bellen.’

‘O... En je hebt geen idee wie dat was?’

Ze schudt haar hoofd. ‘Maar ik vond het wel raar dat hij het over Milan had.’

‘Zou hij in staat zijn iemand iets aan te doen? Sorry, Aisha, maar ik moet het vragen. Er gebeuren de laatste tijd namelijk rare dingen en...’

‘Nee, absoluut niet,’ zegt ze. ‘Het is een rare jongen. En ik veracht hem bijna, omdat hij mij zo klem heeft gezet rondom Milans dood, maar Jamal heeft geen kwaad in de zin.’

‘Hij heeft anders wel tegen iemand gezegd dat Milan dood moest.’

‘O, vast. Dat roept hij om de haverklap als hem iets niet zint. Ik ben al minstens duizend keer gestorven. En mijn ouders ook.’

Het verbaast me dat Aisha haar broer ineens zo verdedigt. Haar blik is ook feller dan net.

‘Juul, is dit waarvoor je me kwam opzoeken? Dacht je dat Jamal iets op zijn geweten had?’

Ik aarzel. Zal ik haar vertellen wat er speelt en waarom ik mijn twijfels heb over Jamal?

Als Aisha een geërgerde zucht slaakt, weet ik dat ik het hierbij moet laten. ‘Sorry,’ zeg ik. ‘Ik geloof dat ik de laatste tijd nogal in de war ben. Net zoals mijn moeder.’

Aisha’s blik wordt zachter. ‘Geeft niet. Ik snap het wel.’

Thuis ligt er weer een briefje van papa. Boven op een envelop.

Image

Ruw scheur ik de envelop open. Ik kijk niet eens wat er op de voorkant staat, alleen de inhoud interesseert me op dit moment.

Image

Ik smijt de kaart in de lucht. Weer een paar cijfers die nergens op slaan! Ik ben het zo verschrikkelijk zat. Buiten schemert het al en ik ben nog geen steek verder. Er moet een wonder gebeuren. Iemand moet me helpen...