Ik zou best in dit ziekenhuis willen blijven werken, denk ik als ik door de gangen loop. Het is dat ik andere plannen heb. De witte jas voelt als een tweede huid, maar het zijn vooral de blikken van patiënten en bezoekers die me een gevoel van verhevenheid geven. Alsof ik boven hen uitsteek. Kan beslissen over hun lot. Ik strek mijn vingers een paar keer. De gewrichtjes kraken. Dag in, dag uit, bijna iedere seconde maken de pijnlijke stroomstootjes die door mijn arm flitsen me duidelijk dat ik moet doorzetten.

Ik bepaal. Ik regisseer. Ik beslis over hun lot. Want als ik dat niet doe, dan wórdt het voor me bepaald.

Beneden in de kelder glimlach ik om de wraakgevoelens die vanbinnen kriebelen. Wat ben ik dichtbij! Ik hoor ze zelfs smoezen. Dat dat stomme kind erbij is, maakte me in eerste instantie razend. Totdat ik me bedacht dat het eigenlijk heel goed uitkomt in deze fase. Ik heb ze tenslotte allebei nodig voor mijn show.

Zal ik nu...? Nee, rustig aan. Niet te snel. Een hyena laat ook andere zijn vuile klusjes klaren. Men beschouwt het als een laf, zwak en lui beest, maar ik zie dat anders. Dit magische dier is krachtig en heeft lef.

Dus laat ik als een hyena zijn. Graag zelfs. Ik loer. Ik sluip. En dan... is het verrukkelijkste gedeelte voor mij.