HOOFDSTUK 6

 

 

 

Stella stond haar haren te borstelen; ondertussen dacht ze na. Het was de laatste jaren tot haar doorgedrongen, dat de schoonheid van een vrouw een machtig wapen kan zijn. Zij had macht! En die zou ze even meedogenloos gebruiken als Kit. Eerst moest ze beslissen wat ze wilde ... en dat was niet zo eenvoudig.

Geldgebrek was een enorme handicap. Ze hadden bij Stella thuis heel zuinig moeten leven, maar zij was er hartstochtelijk van overtuigd dat ze vroeg of laat op de een of andere manier rijk zou worden. Toen ze ouder werd, begon ze te begrijpen dat ze niet hard hoefde te werken in een wereld die geregeerd wordt door mannen. Dat zou een of andere man voor haar doen. Met Fred zou ze altijd nog kunnen trouwen, hij had een goede baan. Maar hij was lang niet zo rijk als Kit. Eigenlijk vond ze Fred erg saai, maar Kit... die was anders. Het had haar veel moeite gekost hem voor zich te winnen, maar toen dat gebeurde, ervoer ze het als een grote triomf.

Dat was de stand van zaken, op het moment waarop Kit een ongeluk kreeg. Iedereen was op de hoogte geweest van hun relatie, met uitzondering van Fred. Op dat vreselijke moment begreep ze dat er van haar verwacht werd dat ze met Kit zou trouwen, maar ze besloot dat dit niet zou gebeuren. Werktuigelijk had ze de situatie in ogenschouw genomen. Fred was onderweg vanuit Schotland. Ze had op de klok gekeken. Over een half uur zou hij op Euston Station aankomen. Ze wist dat hij de papieren voor een huwelijk in orde had gemaakt, voor het onwaarschijnlijke geval dat zij met hem zou willen trouwen. Ze konden zonder meer in het huwelijk treden en daarna het vliegtuig naar Parijs nemen, of nee, liever naar een kleinere plaats.

In de taxi op weg naar het station had ze nog iets anders bedacht. Als Kit stierf, zou Fred al het geld erven. Haar vriend Ben, die haar het nieuws van Kits ongeluk vertelde, had gezegd dat Kit de rest van zijn leven invalide zou zijn.

Die naïeveling van een Fred had het aanvankelijk niet kunnen geloven. Maar ze trouwden en gingen naar het buitenland, zonder dat Fred iets af wist van het ongeluk dat zijn neef was overkomen. Toen ze het nieuws eindelijk in de krant lazen, was Stella ziek geweest en ze kon niet verder reizen. Ze hadden van vrienden gehoord dat Kit nog slechts een paar maanden te leven had. Stella had zich hevig gefrustreerd gevoeld. Als ze toch maar direkt gehandeld had, dan zou ze met Kit getrouwd zijn! Ze had er voor die korte tijd dat Kit nog leefde, het beste van kunnen maken. Daarna had ze voor de rest van haar leven onafhankelijk kunnen zijn.

Maar ze had zich eroverheen gezet, natuurlijk wist ze dat Fred het geld zou erven en dat was bijna even mooi als het zelf te hebben.

Toen hoorden ze dat Kit ging trouwen en voor de eerste keer in haar leven was Stella echt bang geweest. Kit moest inmiddels van haar huwelijk met Fred op de hoogte zijn en hij vermoedde natuurlijk wat haar motieven waren geweest. En dit was zijn wraak.

Pas toen Fred en zij op Claverings waren aangekomen, besefte ze dat Kit inderdaad op wraak uit was.

Dat meisje dat op de rand van zijn bed zat en zijn hand vasthield! Wat een lieflijk toneeltje! Als je tenminste niet wist dat Kit nog maar kort geleden haar, Stella, in zijn armen had gehouden, en had gefluisterd dat er voor hem nooit een andere vrouw zou bestaan.

Kit wilde haar duidelijk maken dat dit meisje alles zou krijgen wat anders van haar geweest zou zijn. Het feit dat zij en Fred de vroegere kamer van Kit kregen, was ironisch.

Natuurlijk was er slechts èèn ding dat ze kon doen. Ze zou de situatie accepteren en Kit niet het genoegen doen smaken haar verslagen te zien. Wat het meisje betreft, zij was niet belangrijk. Natuurlijk hadden stille wateren vaak diepe gronden, je kon nooit weten.

Vandaag had Karen een vreemde blik in haar ogen, het leek wel of ze met minachting naar Stella keek.

Als dat zo was, wat dan nog? Karen kon haar niet meer kwaad berokkenen dan al het geval was. Stella pakte een parelsnoer van de toilettafel. De parels waren lang zo mooi niet als die van Karen, dacht ze jaloers. Uit pure nijd trok ze er aan, het snoer brak en er vielen enkele parels op de grond. Nu had ze niets om bij de rozerode jurk te dragen, die ze al aanhad. En dat nog wel op deze laatste, feestelijke avond!

Morgen zouden de gasten weer vertrekken, maar vanavond waren er allerlei mensen uit de buurt uitgenodigd. Ze haalde haar schouders op en liep naar beneden zonder op Fred te wachten.

Karen stond bij de grote open haard, toen ze beneden kwam. Tot haar woede zag Stella dat ook zij een rozerode jurk droeg, waarop haar parels bijzonder mooi uitkwamen. Stella kneep haar ogen tot spleetjes. Ze zou eens een hartig woordje met Madame Zelia spreken, zodra ze in de stad was. Het was onverdraaglijk dat de kleren van Karen op die van haar leken, al was er natuurlijk wel een subtiel verschil. Stella wist heel goed dat haar eigen creaties uitdagend waren. Dat was bij Karen beslist niet zo. Maar toch . . .

Karen had op een laag bankje voor de haard gezeten, maar toen Stella verscheen, stond ze op. Vrijwel direkt had ook zij in de gaten dat hun jurken veel te veel op elkaar leken. Even zuchtte ze. Er bleek weer eens duidelijk uit waarom Christopher met haar getrouwd was. En er was nog iets, waaraan ze absoluut niets kon veranderen.

‘Wil je iets drinken?’ vroeg ze ernstig. ‘De mannen zijn nog niet beneden, maar . . .’

Stella knikte en schonk zichzelf een flink glas in. Toen liep ze met haar drankje in de hand naar Karen, en bekeek het meisje nadenkend.

‘Zelia?’ vroeg ze nonchalant.

Karen bloosde en knikte.

'Ik denk dat jij en ik tot een vergelijk met haar moeten komen,’ zei Stella. ‘Ze schijnt te denken dat wij, omdat we met mannen uit dezelfde familie getrouwd zijn, ook dezelfde kleren moeten dragen. Dat kan zo niet.’

‘Nee,’ zei Karen snel. ‘Dat is zo, maar jou staan die felle kleuren prima. Jij bent een veel levendiger persoonlijkheid dan ik.’

Stella staarde haar stomverbaasd aan. Karen had heel nuchter een feit vastgesteld en Stella wist niet goed hoe ze moest reageren. Karen ging verder: ‘In elk geval bestel ik niets nieuws meer bij Madame Zelia. Christopher vroeg me om eens iets bij een ander te kopen.’

‘Oh ja?’ zei Stella op een neutrale toon. Eigenlijk wilde ze er niet verder over praten, maar ze merkte dat Karen haar nieuwsgierig en onderzoekend aankeek. Ze voelde aan haar hals. ‘Ik heb mijn parelsnoer gebroken,’ zei ze. ‘Erg vervelend, want ik heb niets bij me dat ik op deze jurk kan dragen.’

Karen wilde net antwoord geven, toen ze achter zich Christophers stem hoorde. Bannister had hem naar binnen gereden en de rubber banden om de wieltjes van het bed zorgden ervoor dat dat geluidloos gebeurde.

‘Heb je je parelsnoer gebroken?’ zei hij vol meegevoel. ‘Wat vervelend voor je. Karen, kun jij Stella niet iets van jezelf lenen?’

Karen schrok op. ‘Ja, natuurlijk,’ zei ze haastig. ‘Ik zal het juwelenkistje halen, goed?’

‘Doe geen moeite,’ zei Stella luchtig. ‘Ik zou me niet op mijn gemak voelen als ik een sieraad droeg dat niet van mij was. Stel dat ik het verloor.’

Christopher wilde echter niet naar haar protesten luisteren. Hij nam haar van top tot teen op, met ogen die haar alle zelfrespekt ontnamen. ‘Geen robijnen,’ zei hij. ‘Diamanten wellicht? Nee, toch maar niet. Smaragd dan, Stella? Ik weet er niet veel van, maar het zou bij de kleur van je jurk wel passen, geloof ik.’

Ze wist dat het resultaat bijzonder lelijk zou zijn, barbaars bijna. Goed, ze zou ze toch dragen. Ze zou barbaars en . . . aantrekkelijk zijn. ‘Heel graag, Kit,’ zei ze zacht.

Karen ging naar boven om het snoer te halen en de beide anderen wachtten tevergeefs tot iemand iets zou zeggen. Toen Karen terugkwam, gaf ze Stella een paar juwelendoosjes, die deze direkt opende. Ze kon een kreet van verrassing niet onderdrukken. Er was een zware ketting van smaragden bij, die in diamantjes gezet waren. Twee brede armbanden kompleteerden het geheel.

‘Doe ze eens om,’ kommandeerde Kit.

Zonder verdere protesten deed Stella wat haar gezegd werd. Ze had moeite met het slot van de ene armband. Karen zei rustig: ‘Laat mij dat maar doen.’

Fred kwam wat later naar beneden en keek bezorgd naar Kit. ‘Weet je zeker dat het niet te druk voor je zal zijn, kerel?’

‘Welnee,’ zei Christopher en plotseling keek hij kwaad. ‘Doe niet zo moeilijk, Fred. Kijk liever eens naar je vrouw. Ziet ze er niet geweldig uit?’

Er volgde een korte stilte. Toen zei Fred rustig: ‘Wat mij betreft, ziet Stella er altijd geweldig uit.’ Karen kreeg er een brok van in haar keel.

Ze had zich juist afgevraagd of Fred iets van de situatie begreep en ze was tot de konklusie gekomen dat ze daar nooit achter zou komen.

Even leek er een schaduw over Christophers gezicht te trekken, maar die verdween weer toen de andere gasten binnenkwamen.

Karen ging op zoek naar Bannister. ‘Bannister, Mr. Thirlby is vanavond erg opgewonden,’ zei ze bezorgd. ‘Komt dat door al die gasten of...’

Bannister schudde zijn hoofd. Hij had veel respekt gekregen voor dit stille meisje, met wie zijn geliefde meester zo onverwacht getrouwd was.

‘Ja, hij is opgewonden,’ gaf hij toe. ‘Maar hij vroeg me om hem een half uur geleden een dubbele injektie te geven. Ik voelde er niet veel voor, maar . .. u weet hoe hij is.’

‘Ja,’ verzuchtte Karen. ‘Luister eens, Bannister, kun jij de dokter opbellen en hem vertellen wat er gebeurd is? Stel je voor dat hij uitgaat, ik zou graag weten waar we hem kunnen bereiken.’

‘Dat is een goed idee, madam,’ gaf Bannister toe. ‘Als u kunt zorgen dat hij niet te veel drinkt. ..’

Christopher was bijzonder vrolijk, hij was het middelpunt van alle gelach en gepraat en .. . Stella moedigde hem daarbij aan. Karen kneep haar lippen op elkaar. Stella zag er heel uitdagend uit en dat werd nog benadrukt door de halsketting met smaragden. Ze leek exotisch, verleidelijk en . .. slecht.

Na een tijdje merkte Karen dat Stella telkens het glas van Christopher bijvulde. Daar moest ze iets aan doen. Ze liep naar Stella toe, die bij het blad met flessen stond, en zei:

‘Stella, je moet Christopher niet aanmoedigen om te drinken. Het is niet goed voor hem.’

Stella schokschouderde. ‘Ga de pret nu niet bederven,’ zei ze.

Karen werd woedend. ‘Stella, je gedraagt je onverantwoordelijk. Morgen moet hij het bezuren en als hij doorgaat met drinken, zal het nog veel erger zijn. Je wilt toch niet dat hij zieker wordt?’

Stella draaide zich naar haar om, maar op dat moment kwam Fred bij hen staan. ‘Kom, liefje,’ zei hij en hij legde zijn hand op Stella’s arm. ‘Geen drank meer voor Kit. Zoals het er nu uitziet, is hij binnen de kortste keren dronken.’

‘Wat een onzin, Fred,’ zei Stella ongeduldig. Ze trok haar arm los. ‘Kit heeft altijd nogal flink gedronken. Het zal hem geen kwaad doen.’

‘Dat was iets anders, toen was hij nog niet ziek,’ zei hij en hij pakte haar het glas af. ‘Ik wil niet hebben dat je hem nog meer geeft.’

Heel even dacht Karen dat Stella zich zou verzetten. Maar ze haalde haar schouders op en liep weg.

Een ogenblik bleef Fred met het glas in zijn hand staan; toen sloeg hij de inhoud in één teug achterover. ‘Dat had ik nodig,’ zei hij. Karen begreep dat hij het tegen zichzelf zowel als tegen haar zei. Met een knikje liep hij weg.

Karen wist dat ze zonder Freds hulp Stella niet had kunnen tegenhouden. Stella had Christopher bewust aangemoedigd om te drinken, Karen had haat in Stella’s ogen gezien en ze voelde angst. . . om Christopher.

Het werd twee uur voor de gasten, die niet bleven logeren, vertrokken. Christopher wilde beslist naar buiten gereden worden om hen na te wuiven. Voorzichtig nam Karen hem op. Ze begreep niet hoe hij het de hele nacht had uitgehouden, zijn gezicht was doodsbleek en er stonden zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd.

Ze gingen naar binnen en Stella zette nog een plaat op. Kennelijk was ze nog niet van plan naar bed te gaan. En Karen dacht dat Christopher daarom ook nog op zou willen blijven. Ze had echter buiten de natuur gerekend. Het stimulerende effekt van de injektie die Bannister hem gegeven had, was nu uitgewerkt. Christopher zei met een dikke stem: ‘Ik wil naar mijn kamer. Als ik dood moet, kan dat beter in mijn eigen hol gebeuren.’ Bannister deed onmiddellijk wat hij gevraagd had en Karen volgde hem met Fred. Stella lachte nogal eigenaardig en bleef staan.

Ze schakelde de platenspeler weer in en stak haar armen uit naar een van de gasten. ‘Het is nog vroeg.’

‘Kan dat wel?’ vroeg hij. ‘Ik bedoel, Kit zag er niet best uit.’

‘Onzin,’ zei ze scherp. ‘Hier zal hij van opknappen.’

Plotseling kwam Karen binnenrennen, ze zette de platenspeler af. ‘Sorry,’ zei ze, ‘maar we willen vanavond geen muziek meer horen. Kit is . . .ziek. We laten de dokter komen.’

Er klonk gemompel onder de gasten. ‘Lieve hemel, je zou denken dat ze werkelijk om hem geeft,’ zei Mrs. Denby uit haar mondhoek.

‘Dat doet ze ook,’ zei Mrs. Cardew kortaf. ‘Het beste wat we kunnen doen, is naar bed gaan. Zonder lawaai te maken.’ Ze liep naar Karen toe en kuste haar. ‘Arm kind,’ zei ze zacht.

De meeste mensen stonden op om naar boven te gaan, doch Stella bleef staan. ‘Heb je nog nooit gehoord,’ zei ze tegen Karen, ‘dat een goede gastvrouw niet aan de gasten mag laten merken als er iets misgaat? Had je niet iets kunnen bedenken wat minder dramatisch was?’

‘Ik heb geen tijd gehad erover na te denken,’ zei Karen. ‘Maar ik weet zeker dat iedereen het zal begrijpen. Kit is echt ziek, Stella. En voor een deel is dat jouw schuld.’

Stella zette grote ogen op. ‘Wat heb ik dan gedaan?’

‘Dat weet je best,’ antwoordde Karen rustig.

Stella stak een sigaret op. ‘Als je jaloers bent omdat ik geprobeerd heb de stemming wat op te peppen . . .’ begon ze. ‘Dat is iets wat jij niet kunt.’

Karen viel haar in de rede. ‘Dat is niet waar. Maar in elk geval deed je dat niet om ons te helpen, Stella. Jij hebt bijna net zo’n hekel aan Christopher als aan mij.’

‘Schei toch uit met hem Christopher te noemen,’ snauwde Stella. ‘Iedereen noemt hem Kit.’

‘Als Christopher wil dat ik hem anders noem, zal hij dat wel zeggen,’ zei Karen. ‘En ga nu alsjeblieft naar boven, Stella. We verwachten de dokter, hij kan ieder ogenblik hier zijn.’

‘Hoe durf je?’ vloog Stella plotseling op. ‘Hoe durf je mij te kommanderen in het huis van Kit!’

‘In mijn huis,’ zei Karen rustig. ‘Je schijnt te vergeten dat ik de vrouw van Christopher ben.’

‘Ik vergeet niets,’ riep Stella haar toe. ‘Jij akelige meid! Je bent slechts op zijn geld uit. Iedereen weet dat en vindt het afschuwelijk. Denk maar niet dat de mensen nog met je willen omgaan, wanneer je eenmaal een rijke weduwe bent.’

Karen keek vaag naar haar. Ze had niet verstaan wat Stella zei, want ze luisterde of ze de auto van de dokter nog niet hoorde.

‘Praat niet zo hard, Stella,’ smeekte ze.

‘Verdorie!’ riep Stella ongeduldig, waarna ze naar boven rende.

Een paar minuten later arriveerde de dokter. Karen beschreef in het kort wat er die avond gebeurd was. Dokter Stalham schudde zijn hoofd. ‘Dat had u niet goed moeten vinden, Mrs. Thirlby,’ zei hij verwijtend.

‘Dat weet ik,’ gaf ze toe. ‘Maar het is bijzonder moeilijk om Christopher te beïnvloeden. Ik denk dat dat nu nog moeilijker is geworden. Hij is altijd al een dominerende persoonlijkheid geweest, voor zover ik weet.’

Dokter Stalham keek haar aan. ‘Ik ga nu eerst naar hem toe,’ zei hij en Karen ging hem voor.

Christopher lag bewegingloos op zijn rug. De dokter keek op hem neer en zei zacht: ‘Wat onnadenkend van je.’ Toen wendde hij zich tot Karen. ‘Ik neem het over. Gaat u maar naar bed.’

Karen wilde protesteren, maar ze bedacht zich. Langzaam liep ze naar haar kamer en deed haar jurk uit. Nonchalant gooide ze die over een stoel en trok haar roze peignoir aan. Daarna liep ze naar beneden om in de hal te wachten tot de dokter vertrok.

Na een uur kwam Dokter Stalham bij haar. Ze keek hem aan, maar hij schudde zijn hoofd.

‘Uw man is heel erg ziek. Als hij zo doorgaat.. .’

‘Bedoelt u dat hij dan niet eens die zes maanden meer te leven heeft?’ vroeg ze moedig.

Hij knikte en zei toen: ‘Ik heb voor u geïnformeerd naar die specialist.’ ‘Juist,’ zei Karen, ‘misschien kunnen we hem vragen hier te komen.’ ‘Als uw man dat wil,’ zei hij. ‘En daar ben ik niet zo zeker van. Hij is ervan overtuigd dat hij zal sterven, ziet u.’

‘Kunt u die arts morgenochtend bellen?’

‘Dat is goed.’ Dokter Stalham knikte.

‘Dan moet u hem vertellen dat Christopher denkt dat hij geen kans op herstel heeft. Christopher moet weten dat hij zelfs zijn hand niet meer zal kunnen bewegen, als hij zo roekeloos te werk gaat. Het is de afhankelijkheid die hij het ergst van alles vindt.’

Dokter Stalham dacht na. ‘Heel verstandig van u,’ zei hij.

‘Och, zei Karen, ‘ik ben blij dat u dat zegt maar ... Ze zweeg plotseling en hij maakte haar zin af.

‘Maar u houdt van uw man,’ zei hij. ‘Dat weet ik. Ik zal mijn best doen om Braunton te bereiken. Is het uw bedoeling de hele nacht op te blijven voor het geval hij u nodig heeft?’

‘Ja, natuurlijk,’ antwoordde ze eenvoudig.

‘Misschien hebt u gelijk,’ zei hij langzaam. ‘Als iemand hem rust kan geven, bent u het.’

Karen ging naar Christopher toe, Bannister kwam juist uit zijn kamer, hij schudde zijn hoofd. ‘Het is slecht met hem,’ fluisterde hij haar toe. ‘De injektie die de dokter hem gegeven heeft, lijkt geen effekt te hebben. Hij zegt dat hij niemand wil zien.’

Karen lachte geruststellend. ‘Ik zal zorgen dat hij me niet wegstuurt.’ Hij bewoog zich niet, toen ze binnenkwam. Ze trok een stoel naast zijn bed en vatte zijn koude hand in de hare. Ze voelde hem onmiddellijk verstijven, zijn lippen bewogen. Hij leek zich aan haar vast te houden.

‘Niet weggaan,’ fluisterde hij.

‘Nee, natuurlijk niet.’

Plotseling zei hij: ‘Zeg iets, praat tegen me. Als ik maar niet hoef te denken.’

‘Weet je,’ zei Karen, ‘zolang ik me kan herinneren, heeft niemand ooit gedacht dat ik iets belangrijks te vertellen zou hebben. Dat komt omdat ik altijd bij veel oudere familieleden gewoond heb. Behalve natuurlijk de Bungerbie’s.’ Ze lachte. ‘Ik heb in geen jaren aan hen gedacht. Gewoon een familie, die ik gefantaseerd heb. Vader, moeder en twee kinderen.'

Ze vertelde Christopher nog meer over haar kinderlijke fantasieën. Hij kreeg het verhaal te horen over de zomervakantie waarin Karen hen geholpen had met alle voorbereidingen en daarna op het huis had gepast om te zorgen dat er niet ingebroken zou worden. En die andere keer, toen de kinderen alle twee de mazelen hadden.

‘Het was heel ernstig,’ verzekerde Karen hem.

‘En toen?’ Christopher was net een kind, dat een verhaaltje wil horen voor het gaat slapen.

Hij kon zich nu ontspannen, maar hij hield zijn ogen op haar gezicht gericht. Heel langzaam kwam hij tot rust en het leek Karen dat hij kracht putte uit haar aanwezigheid.

Even dacht ze dat ze Bannister in de andere kamer hoorde, maar na een tijdje waren ze weer alleen in hun vreemde fantasiewereld — door haarzelf als eenzaam klein meisje geschapen. Haar grappige familie was nu een troost voor Christopher.

Plotseling merkte ze dat hij haar hand had losgelaten, zijn ogen vielen dicht. Ze praatte door, maar nu veel zachter, ze maakte er een soort slaapliedje van. Christopher was in slaap gevallen.

Karen keek naar zijn gezicht. Hij zag er nu veel jonger uit. En erg kwetsbaar. Op dat moment had ze het gevoel dat ze iets prachtigs ten geschenke had gekregen.

Ze was ontzettend moe, met haar hoofd op de rand van het bed viel ze eveneens in slaap.