Hoofdstuk 19

 

Een kroon voor de prijswinnaar

 

- Met Mr. Parker? herhaalde Thérèse Moussel, daarbij onbewust glimlachend tegen de telefoon. O, wilt u hem vooral hartelijk bedanken voor de uitnodiging voor de gala-avond die ik vond toen ik zojuist thuiskwam... Publiciteitsfoto's? Maar natuurlijk. Wanneer? Nu? Maar het is al donker... Ach ja, dat is waar: flitslicht. In mijn tijd bestond dat nog niet en daarom dacht ik er zo gauw niet aan. Alleen, ik heb mij voor vanavond al verkleed, legde de actrice aan haar onzichtbare gesprekspartner uit, terwijl ze een keurende blik in de spiegel wierp, en ik kan nooit op tijd... Ja, precies, daarin zal ik nog meer op Irène lijken... En brengt u me daarna dan direct naar het Palais? Goed, als u het graag wilt, doe ik het. Weet u waar ik woon? Goed... Denkt u er wel aan dat het een straat met eenrichtingverkeer is... Ja, tot straks.

Thérèse Moussel legde met een opgewekt gebaar de hoorn op de haak, draaide een keer om haar as in het rond en bekeek zich nogmaals in de spiegel. Het was al lang geleden dat ze zich zo jong, zo opgewekt had gevoeld. Parker verloor beslist geen tijd bij het op gang brengen van de publiciteitsmachine, en dat was een goed teken.

Neuriënd trok de actrice haar handschoenen aan, die haar toilet compleet maakten. Vervolgens sloeg ze een met lovertjes versierde, kanten shawl om haar schouders - deze konden een decolleté nog heel goed verdragen - opende haar tasje en overtuigde er zich nog eens van, dat ze niets was vergeten. Haar bril... Nee, want er zouden overal journalisten rondlopen, en het was daarom maar beter de film zonder bril te gaan zien. Ze zou dan wel hoofdpijn krijgen maar liep zo tenminste niet het risico met een bril op te worden gefotografeerd! Wacht, ze vergat iets... Ach, natuurlijk! Ze moest Paul nog even bellen om te vertellen dat ze een uitnodiging voor de gala had gekregen en dat ze nu meteen zou weggaan... Wat jammer, dat Mr. Parker er niet aan gedacht had een tweede kaartje te sturen... Maar 't was eigenlijk al mooi dat ze er zelf een had, want het was haast nog moeilijker om voor deze avond aan kaartjes te komen dan voor de openingsavond...

De vingers van de actrice draaiden het zo vertrouwde nummer en een ogenblik later klonk de telefoon in de villa van de dokter, zowat vijfhonderd meter van de plaats waar zij nu was. Terwijl ze stond te wachten op het moment dat hij op zou nemen, keek Thérèse door het raam en ze zag dat een auto voor haar huis stilhield ... Dat zou de fotograaf wel zijn... Paul nam niet op. Misschien was hij in de tuin en hoorde hij de telefoon daar niet... Jammer! Ze zou het hem morgen wel uitleggen...

Ze legde de hoorn weer op de haak, pakte haar tasje en liep opgewekt de trap af.

Op het keukentafeltje in de gang zag ze het blad staan waarop de huishoudster, voordat ze wegging, het ontbijt al vast had klaargezet. In de vestibule bracht Thérèse haar hand naar de elektriciteitsmeter. Op hetzelfde moment werd er aan de deur gebeld.

 

- Ze nemen niet op, mevrouw Prentice.

In wanhoop staarde Elvire naar het bloemetjesbehang van haar kamer.

- O, ben jij aan het toestel, Michel?

- Ja.

- Zou ik jouw wagen misschien mogen lenen? Ik heb ontzettende haast...

- Uitstekend. Komt u dan, als u weggaat, de sleutels even halen?

 

Toen hij voor het huis van Thérèse Moussel stond zag dokter Berneron nog juist in de verte twee rode lichtjes verdwijnen. Voor de rest was de straat uitgestorven en toen hij naar boven keek, zag de verbaasde arts dat de voorgevel van villa Irène donker was. Vanuit zijn eigen villa had hij toch nog licht zien branden in de slaapkamer van Thérèse.

Hij overwoog, dat de actrice misschien naar beneden was gegaan, naar de keuken, ging vervolgens de tuin in en liep over het smalle paadje naast het huis naar de achterkant van de villa. Maar ook daar brandde geen enkel licht, en de achterdeur week niet toen hij er tegen duwde. Hij begreep dat Thérèse onverwacht was uitgegaan, want zo vroeg ging ze nog niet naar bed, daar had ze een hekel aan. Vreemd dat ze hem helemaal niet gewaarschuwd had...

 

Nooit had Elvire geweten dat er zoveel straten met eenrichtingverkeer in Cannes waren. Ze moest allerlei omwegen maken en was al bang dat ze verdwaald was, toen ze eindelijk het door een straatlantaarn verlichte naambordje zag van de straat die ze zocht. Nu moest ze villa Irène nog vinden.

Dat was niet zo moeilijk, maar ze schrok geweldig toen ze de onverlichte vensters zag. Had ze het bij het rechte eind gehad en betekende dit, evenals de telefoon, die tevergeefs in het donkere huis had staan rinkelen, dat ze te laat was?

Natuurlijk, het was best mogelijk dat Thérèse Moussel was uitgegaan. Maar het was nogal vroeg om nu al naar het Palais op de Croisette te gaan en zou iemand die Thérèse Moussel heette, op een dergelijke avond in Cannes ergens anders naar toe willen, vooral nu zij opnieuw zou gaan filmen?

Toen er na herhaalde malen bellen nog niet werd opengedaan, bedacht ze dat er misschien nog een ingang aan de achterkant van het huis zou zijn. Toen ze die gevonden had en gemerkt had dat ook die op slot was voelde ze zich iets minder ongerust... Als de moordenaar haar voor was geweest, zou hij er dan aan gedacht hebben de deur op slot te doen en vervolgens de sleutels mee hebben genomen? Beslist niet!

Hij bevond zich niet bepaald in een situatie waarin hij aan dergelijke kleinigheden zou denken.

Maar Elvire hield er niet van de dingen half te doen. Ze wist dat er meer dan een manier bestaat om iemand te vermoorden en ze wilde er zeker van zijn dat Thérèse niet ergens in het huis op sterven lag tengevolge van het een of andere vergif.

Elvire trok een speld uit haar kapsel, dat rijkelijk van deze voorwerpen voorzien was, en begon deze met geoefende hand vervolgens om te buigen. Eens had zij - heel onschuldig - aan commissaris Bréval gevraagd, hoe inbrekers toch te werk gingen bij het openen van een slot, want dat was tenslotte het abc van hun vak, en ze had zijn lessen goed onthouden. Ook nu bood het slot weinig weerstand aan deze primitieve sleutel.

Bij het schijnsel van een zaklantaarn die ze uit het handschoenenvak van de auto had meegenomen zag . mevrouw Prentice een schakelaar, die ze zonder resultaat omdraaide, en toen een keukentafeltje waarop een blad stond, beladen met alle benodigdheden voor een Engels ontbijt, inclusief de theepot en twee bijzonder fraaie zoutvaatjes.

In de aan de keuken grenzende vestibule ontdekte ze de elektriciteitsmeter, waarvan ze de hendel overhaalde. Eén ogenblik werd ze verblind door al het licht dat nu plotseling overal weer scheen, toen begon ze één voor één de kamers aan een onderzoek te onderwerpen. Daarbij vergat ze niet achter de divan te kijken en ze sloeg geen enkele kast over. Vier kamers - twee boven en twee beneden - vormden samen met de badkamer en de keuken het tehuis van Thérèse Moussel. De kamer op de eerste verdieping was verlicht, evenals de vestibule en de trap. De actrice vond het waarschijnlijk prettig dat het huis van beneden tot boven was verlicht wanneer ze thuiskwam. Maar nergens een spoor van het ineengezakte lichaam, dat Elvire vreesde te vinden. Ongetwijfeld zou Thérèse, net als Aliette, evengoed te midden van een menigte als in de eenzaamheid van haar huis overvallen kunnen worden, maar als zij, zoals gewoonlijk, in gezelschap van dokter Berneron was uitgegaan, bestond er een grote kans dat de moordenaar zou wachten tot zij terugkwam. In dat geval zouden ze haar, met Martins hulp, een lijfwacht kunnen geven, en dan tegelijkertijd een val moeten opzetten voor de moordenaar. Maar dan mocht ze geen ogenblik verliezen. Snel liep mevrouw Prentice de trap weer af, bracht de hendel van de meter weer in zijn oude stand en terug bij het licht van de zaklantaarn liep ze vervolgens naar de keuken.

Opeens bleef ze als aan de grond genageld staan; toen ze, nadat ze was binnengekomen, tevergeefs aan de schakelaar had gedraaid was Elvire op zoek gegaan naar de elektriciteitsmeter en ze wist zeker dat ze bij die gelegenheid de deur achter zich had opengelaten. Welnu, die deur was nu dicht en als hij door de tocht was dichtgeslagen zou de oude dame dat zeker gehoord hebben... Toen ze om de tafel heen wilde lopen bescheen het lichtcirkeltje dat haar zaklantaarn op de vloer wierp, een paar schoenen, waarboven twee broekspijpen...

 

- Met wie? Nee, commissaris, mevrouw Prentice is er op het moment niet. Maar ik denk wel dat ze vlug terug zal zijn, want ze heeft mijn auto geleend voor iets waar nogal haast bij was... Natuurlijk, ik zal haar vragen of ze u terug wil bellen.

 

- O.K. Seeyou tomorrow moming.

Val Ivor Parker legde de hoorn weer op de haak.

- Wie was dat? vroeg zijn vrouw in de kamer ernaast.

- Davidsen. Magro heeft haar haar vrijheid teruggegeven. Dat dacht ik wel. Die had alleen maar belangstelling voor Aliette en zonder haar wilde hij de film niet maken.

Hilda stond voor de spiegel die boven de schoorsteen hing en deed alsof ze met de toppen van haar vingers nog wat aan haar kapsel schikte, maar in werkelijkheid volgde ze met haar ogen iedere beweging van het spiegelbeeld van vip, die op haar toe kwam lopen.

- Haar naam wordt vaak genoemd in verband met de prijs voor de beste vrouwelijke bijrol...

- Ja, knikte de producer, dat is zelfs op het moment allemaal al geregeld. Vrienden van me in de jury hebben me dat verzekerd.

- Dat zal Faire mon bonheur dan heel wat publiciteit bezorgen, zei Hilda, en ze probeerde haar teleurstelling zo goed mogelijk te verbergen.

- Maar ik heb gehoord dat de prijs eigenlijk meer een eerbewijs is aan degeen, die door Aliette wordt gespeeld... En om er nu voor te zorgen dat mevrouw Moussel in de zaal aanwezig is, heb ik haar een uitnodiging gestuurd.

Een ogenblik bleven ze elkaar in de spiegel aankijken, toen draaide Hilda zich om en, zonder zich te bekommeren om haar make-up, die ze straks helemaal opnieuw zou moeten verzorgen, drukte ze langdurig haar lippen tegen die van Parker Val Ivor.

 

- Thérèse... Ik zag dat er weer licht scheen in huis en... Mevrouw Prentice liet de lantaarn uit haar handen vallen. Toen deze op de vloer viel ging hij uit.

- Thérèse, ik ben het, Paul... Waarom zegje niets? Zonder enig geluid bewoog Elvire zich in een richting die tegengesteld was aan de plaats waar de stem vandaan kwam. Met haar heup stootte ze eventjes tegen het tafeltje, terwijl ze geluidloos bad: 'Mijn God, o mijn God!'

- Thérèse, waarom zeg je niets... ? Of weet je soms waarom ik hier ben?

Nu kon ze onmogelijk meer vluchten... Voor ze een raam had kunnen openen zou hij al bij haar zijn... De achterdeur dan... Die had hij niet op slot kunnen doen, omdat er geen sleutel was, maar deze uitgang werd door hem zelf geblokkeerd.

- Ik wilde het zover niet laten komen, liefste... Ik dacht eerst dat ik alleen die dikke vrouw maar hoefde te doden, want zij leek me de aanstichtster van alles. Ik vergiste me, toen ik dacht dat ze niet kon zwemmen... Trouwens, later begreep ik dat het niets zou geven als zij verdween, want er zouden onmiddellijk tien anderen klaar staan om haar plaats in te nemen...

De hand van Elvire vond eindelijk het dienblad en ze probeerde - zonder dat ze iets kon zien - of ze nog te weten kon komen waar alles stond. Daarbij moest ze elk gerinkel voorkomen.

- Dat verschrikkelijke meisje stookten ze allemaal op om jou te imiteren... Toen ze dus toevallig aan mijn genade was overgeleverd... Ik dacht dat ik er toen eindelijk in geslaagd was je tegen jezelf te beschermen, maar toen kwam die Amerikaan weer en hij slaagde erin, je voor zijn fatale plannen te interesseren, zodat je niet meer naar mijn raadgevingen wilde luisteren. Daardoor was je ook niet meer in staat in te zien, datje het recht niet had, de prachtige herinneringen die wij allen aan je hebben, belachelijk te maken... Maar mij heeft hij juist de ogen geopend; hij zei immers zelf: Alleen ü bent onmisbaar. Zonder jou zou hij niets kunnen beginnen... De vingers van mevrouw Prentice sloten zich langzaam om de twee kleine, zilveren zoutvaatjes. Ze wierp ze op goed geluk in de richting van de vestibule... Eén kwam er tegen de muur de ander kaatste met veel lawaai van een traptrede tegen een spijl van de trapleuning...

- Thérèse!

Met één sprong stond Bemeron bij de trap omdat hij dacht dat zij naar boven wilde vluchten, waar de telefoon stond. De oude dame rende op hetzelfde moment naar de deur die met een harde klap tegen de muur sloeg toen ze naar buiten holde.

- Thérèse!

Hoewel ook hij niet bepaald jong meer was draaide de dokter zich toch sneller om dan Elvire voor mogelijk had gehouden. Hij haalde haar in op het smalle pad tussen het huis en de schutting en zijn hand viel als een klauw op de schouder van mevrouw Prentice.

Zo plotseling werd Elvire in haar vaart gestuit dat ze zelfs geen adem meer over had om te gaan gillen maar haar aanvaller uitte een soort gehijg en liet haar toen los. Onmiddellijk rende de oude dame weer verder, naar het tuinhek. Ze wist dat daarachter de weg was en hoopte dat iemand of iets haar daar zou redden.

- Mevrouw Prentice!

Elvire had al één hand op het hek toen ze zich omdraaide, want de man die waanzinnig was van liefde, had haar steeds Thérèse genoemd, ook toen hij haar in het heldere schijnsel van de maan had kunnen zien.

Een donkere massa lag bij een hoek van het huis op het grindpaadje en daarachter kon ze langzamerhand de gestalte van een man onderscheiden, om wiens mond een brede glimlach speelde.

- Maar...

- Wees u maar niet bang, verzekerde haar de stem van commissaris Martin, mijn judogreep heeft hem voorlopig buiten gevecht gesteld en ik heb zojuist zijn polsen achter zijn rug voorzien van een stel handboeien.

- U... bent u...

- Zeker. In het hotel vertelde de eigenaar me dat u zijn wagen had geleend omdat u dringend ergens naar toe moest, en dat vond ik niets voor u, zodat ik hem onmiddellijk om nadere uitleg heb gevraagd. Toen hij me vertelde dat u bijzonder opgewonden was en dat u daarvoor vergeefs had geprobeerd mevrouw Moussel op te bellen, ben ik direct hierheen gereden. Uw hotelier had me verteld hoe zijn auto er uit zag en toen ik hem hier voor het huis zag staan... 't Is maar goed dat ik gekomen ben, vindt u niet?

- O ja, commissaris... Ik had mijn rijbewijs niet bij me en misschien had ik wel moeilijkheden gekregen met... Nu het gevaar eenmaal geweken was wilde Elvire de zaak van de humoristische kant bekijken, maar de avond bleek te veel te hebben gevergd van de zenuwen van een oude vrouw en zonder haar zin af te maken gleed zij bewusteloos tegen het tuinhek.

 

De muren van de onmetelijke zaal veranderden voortdurend van kleur door de verschillende belichtingen, hetgeen een sprookjesachtig effect opleverde. Het grote ogenblik was daar. Op het toneel waren de juryleden gaan zitten in de stoelen die in een halve cirkel om een antieke tafel stonden. De nog jonge man, die zij met welwillendheid omringden was geen beroemde filmster en ook geen bekende regisseur. Hij bleek over geen enkele eigenschap te beschikken waarmee hij een zaal vol mensen kon boeien, en was maar een middelmatig spreker. Hij had burgemeester kunnen zijn van een of ander provinciestadje en niemand zou er iets van gemerkt hebben wanneer in zijn plaats een ander vooraanstaand politicus had gesproken. Achter hem stonden de zeekadetten van Antibes, die de vlaggen van alle naties die aan het festival hadden deelgenomen droegen.

De voorzitter las één voor één de namen van de prijswinnaars op, hetgeen iedere keer met veel applaus werd begroet, ook met gefluit soms, maar men kon altijd zeggen dat Amerikanen op die manier uiting geven aan hun enthousiasme, en er waren er nogal wat aanwezig in de zaal...

Wanneer hun naam genoemd werd kwamen de prijswinnaars op het toneel om hun beloning, een oorkonde, in ontvangst te nemen. Daarbij flitsten dan overal de lampen van de fotografen die zich hadden geposteerd op de trappen, die aan twee kanten toegang gaven tot het toneel.

Thérèse Moussel had al vanaf het eerste festival verschillende van deze sluitingsavonden bijgewoond. Iedere keer bekroop haar een gevoel van teleurstelling wanneer zij bedacht, hoe graag zij te midden van deze uitverkorenen zou staan. En nu was het zover...

- De prijs voor de beste vrouwelijke bijrol gaat naar Aliette Austin voor haar spel in Faire mon bonheur, als eerbewijs aan haar, die haar inspireerde, de vertolkster van Irène: Thérèse Moussel!

Hilda Jong, die vlak naast haar zat, had haar naar het toneel geduwd en was daarna hard in haar handen gaan klappen, terwijl ze luidkeels 'Bravo!' riep. Een stormachtig gejuich ging op toen de actrice op het toneel stond, en ze vond het alleen maar jammer dat Paul er nu niet bij was... Ze kwam weer tot zichzelf toen ze, met een oorkonde in haar hand, de voorzitter hoorde zeggen:

- De prijs voor de beste mannelijke hoofdrol gaat naar William Holden...

 

Commissaris Martin kwam opnieuw de kleine salon van het hotel binnen, waar mevrouw Prentice zich comfortabel had geïnstalleerd in een gemakkelijke stoel. Ze dronk een glas champagne om van de schrik te bekomen.

- Ik hoor zojuist dat ze hem in een dwangbuis hebben moeten stoppen, zei hij.

Met weemoed bekeek de oude dame haar glas:

- Wat treurig dat zo'n mooie liefde zo moest eindigen!

- 't Was allemaal nog veel slechter afgelopen als Berneron Thérèse Moussel gedood had. Maar dank zij u hebben we dit kunnen voorkomen.

- O, ik ben er absoluut niet trots op. Plotseling kreeg ik een idee, en u had net zo goed op dat idee kunnen komen. Ik herinnerde me dat Aliette in iemands armen was weggedragen en dat dit gebeurd was nadat men mij beroofd had van mijn hoedenspeld. Welnu, in dat geval kon alleen de man die haar droeg haar onopgemerkt doden. Wie hadden haar het Balais in gedragen? De chauffeur; maar die kon haar onmogelijk hebben vermoord, want die was niet in de gelegenheid geweest mijn hoedenspeld te stelen. Diel, de fotograaf, had dat eventueel nog wel kunnen doen, maar er bestond verder geen enkele band tussen hem en het slachtoffer, ging mevrouw Prentice zonder blikken of blozen verder - Lily Fournier kende niemand immers onder de naam van haar man! - en hij droeg een witte smoking waarop het kleinste bloedspatje al zichtbaar zou zijn geweest. Vervolgens had dokter Berneron geholpen de jonge vrouw op een van de traptreden te leggen. Toen, op dat moment, had hij haar kunnen doden... In ieder geval kan men zijn naam alleen via Thérèse Moussel in verband brengen met haar... Vanaf het moment dat ik begreep dat ik de hele zaak, de moord dus ook, zo moest bekijken dat Thérèse Moussel de spil was waar alles om draaide, kende ik de oplossing. Maar, voegde de dame hier aan toe, en daarbij glimlachte ze dankbaar tegen de commissaris, zonder u zou ik de oplossing met me in het graf hebben genomen.

- Soms kan de politie nog wel eens nuttig werk doen, zei Martin bescheiden, en hij vulde opnieuw hun glazen.

 

De grote zaal van Ambassadeurs was versierd met bloemen en hier kwam, met een groot souper dat aan kleine tafeltjes werd geserveerd, een einde aan het festival.

Op het podium toonden mannequins, die er nog meer sophisticated uitzagen dan de filmsterren, de laatste creaties van de Parijse modehuizen. Daarna kwam Marcel Idskowsky, die tot ceremoniemeester was bevorderd, de beroemdheden die hij in de zaal opmerkte, verzoeken plaats te nemen op het toneel.

- Allereerst zou ik dan hier willen hebben een paar, dat bij allen zeer geliefd is... Nee, nee, niet Marchal en Dany Robin, die helaas al vertrokken zijn... maar Henri Vidal en Michèle Morgan!

Een frenetiek applaus weerklonk toen de twee artiesten naar Idzko toeliepen en hem begroetten.

- Marina Vlady, ongelukkigerwijs zonder Robert Hossein, maar betoverender dan ooit!

Glimlachend nam de blonde 'tovenares' plaats naast Henri Vidal.

- Vergezeld door Raf Vallone, de lieveling van het festival.. . Daar is ze, Giulietta Massina!

Het applaus verdubbelde toen Gelsomina-Cabiria, gevolgd door Vallone, het podium opkwam.

Idzko raadpleegde onopvallend het briefje dat hij in de holte van zijn hand hield...

- En nu degeen die wij binnenkort tot onze grote vreugde weer op het doek zullen zien... Thérèse Moussel! Thérèse verliet de tafel van de Parkers en keek glimlachend in het rond, maar het applaus, dat nu plotseling veel minder luid klonk, kon niet voorkomen dat men sommige stemmen gescandeerd kon horen roepen: 'Aus-tin, Aus-tin!', zo duidelijk dat de ceremoniemeester zich haastte om William Holden en Nora Donna te roepen, om op die manier de situatie in 'zijn' zaal weer meester te worden.

Op dit moment leek de glanzende zeepbel waarin Thérèse Moussel leefde, sinds het ogenblik dat Parker verkondigd had, dat hij de film toch wilde maken, stuk te spatten. Plotseling kreeg ze het gevoel dat haar disgenoten haar aankeken zonder haar te zien. Hoevelen onder hen kenden een ster als Garbo slechts van naam, een naam die ze wel eens in een of ander artikel hadden gelezen... Wat zou men dan van haar moeten weten, Thérèse Moussel!

- ...Twee mensen uit deze streek, bijna dan tenminste:

Louis Jourdan en Jacqueline Sassard!

De film was een monster dat steeds andere namen eiste, en de stralende, jeugdige sterretjes van nu drongen de anderen naar de schaduwen der vergetelheid...

- ... die geen belofte meer inhouden, maar waarvan wij het zeker weten: Mireille Granelli en Jean-Cleaude Brialy!

Het publiek wist al lang niet meer wie Dolly Davis, Adolphe Menjou, Norma Shearer of Suzy Vernon waren. En zou zij, Thérèse Moussel, die ouder was dan zij allen, dan nog mogen verwachten dat ze het middelpunt van de belangstelling werd, omdat ze weer een film ging maken?

- U hebt haar al herkend; Mylène Demongeot!

De rij voor op het podium werd steeds langer en Thérèse voelde zich steeds minder op haar gemak te midden van deze sterren, die nu de gunst van het publiek genoten. Haar hart kromp ineen toen ze al dat gejuich en gelach, al die toejuichingen hoorde.

Thérèse had, zonder veel bitterheid afstand gedaan van de herinneringen aan haar successen, ten eerste omdat ze lang was ziek geweest en vervolgens omdat de sprekende film een revolutie had veroorzaakt, maar bovenal dank zij de genegenheid die Paul voor haar koesterde. En pas toen Banks zich een rol van haar herinnerde toen men naar een parodistisch fragment zocht, eerst toen ontwaakte in haar weer het verlangen naar roem. Maar Thérèse gaf zich er rekenschap van, dat ze op het punt stond een grote vergissing te begaan. Ze kreeg een rol aangeboden in een film... en daarna? Meende ze werkelijk dat deze klucht - en iedere dag zou hij kluchtiger worden - die De dochter van mijn moeder zou heten, meer weerklank zou vinden dan 's Nachts op de boulevard? En het geweldige succes van die film was niet eens voldoende gebleken om de comeback van Gloria Swanson te bewerkstelligen. Dus?

Mevrouw Moussel deed een stapje achteruit, toen nog eens twee en niemand lette op haar. Zonder dat ze het zelf wisten vulden degenen die naast haar stonden de lege plaats die ze achterliet weer op, en Thérèse stond achter een haag van ruggen, die haar in staat stelden ongezien de achterkant van het toneel te bereiken en tussen de coulissen te verdwijnen.

Toen ze eenmaal buiten het Casino stond bleek de nachtlucht haar goed te doen en ze besloot geen taxi te nemen. Ze zou lopend naar huis gaan.

Ja, ze was eigenlijk dwaas geweest, dat ze dit rustige leventje, waar ze nu al weer zo lang aan gewend was, wilde opgeven om weer opnieuw te gaan dromen van affiches, waarop haar naam met grote letters zou prijken. Want daarna, heel vlug daarna al, zou ze afstand moeten nemen van het felle licht der schijnwerpers, van de glanzende bladzijden in de filmtijdschriften... En, net als met verdovende middelen, ermee ophouden is het aller-moeilijkste...

De hemel zij dank! Het was nog niet te laat om weer zichzelf te worden. Ze had nog niets getekend en zou ook bij Parker niet tekenen.

Zij zou niet bezwijken voor de verleiding van een bedrieglijk succes, maar bij Paul blijven, zodat ze altijd de mooiste zou zijn, de voornaamste...

Achter haar eenzaam silhouet - ze ging steeds vlugger lopen - spatte boven Ambassadeurs de apotheose van een vuurwerk uiteen, dat honderdvoudig werd weerkaatst in de talrijke ramen van het hotel.

Toen sloeg Thérèse Moussel een zijstraat in en werd zij door het duister opgeslokt.

 

* * *