Hoofdstuk 10

 

Zij die ging

 

De conferentiezaal bleek dezelfde, waar de eerste dag de perskaarten waren uitgereikt. Toen ik weer de beruchte trap opklom, kwam Géron naast me lopen:

- Dat kleintje zal ervan opkijken, dat er ook een dame onder haar gehoor is!

Omdat ik hem niet zeggen wilde, dat ik de starlet een paar indiscrete vragen over haar 'verdwijning' wilde stellen, antwoordde ik hem hautain:

- Och, ik moet toch eens een persconferentie bijwonen, wil ik er een beetje verstand van krijgen. Ik heb nu de tijd. Waarom deze niet en een andere wel?

- O, die nieuwelingen!

Een dertigtal journalisten stond in groepjes bij elkaar en wisselde, in twaalf verschillende talen, van gedachte over de film. Wij waren een van de laatsten. Mijn begeleider groette iemand en trok mij mee.

- Dat is Prasteau van de Figaro. Zullen wij even naar hem toegaan? U kent hem toch?

- Jazeker, het is een jongen met smaak: in zijn plaatselijk nieuws heeft hij vaak een goed woord voor mijn toiletten.

- En dat wil bij hem wat zeggen, zei Géron die, terwijl hij naast de journalist ging zitten, opmerkte: Ik heb u niet gezien bij de cocktail, die de Roemenen ons aanboden.

- Nee. Ik was bij Cocteau om hem te interviewen over de film die hij deze zomer wil maken. We worden hier op zoveel cocktails uitgenodigd, er is tenslotte maar één Cocteau...

- Erg aardig, zei ik prijzend.

- Houdt u ervan? vroeg Prasteau aan mij.

- Waarvan, van Cocteau of van cocktails?

- Ach natuurlijk... Jammer dat die grap van mij is, anders had ik er een stukje aan kunnen wijden.

- Als u hem aan mij toeschrijft, zal ik hem niet verloochenen, zei ik welwillend.

Op dat moment zag ik Alise Davidsen met een ernstig gezicht binnenkomen in gezelschap van de kleine Austin, die zo'n strakke witte jurk aan had, dat ik me ernstig afvroeg of zij er wel in zou slagen om te gaan zitten. Zij slaagde erin, maar alleen door aan de verzamelde gemeente een flink stuk van haar dijbenen te tonen, plus een stralende glimlach. De barones bleef vlak bij een microfoon staan en de vele gesprekken werden vlug afgebroken.

- Dames en heren, zei zij, sommigen van u hebben zich beklaagd over Mlle Austins afwezigheid gisteren in Fiesole. Daarom heb ik er bij haar, toen ik haar straks ontmoette en zij mij de redenen van haar afwezigheid meedeelde, op aangedrongen u ook deelgenoot te maken. Maar ik laat haar nu aan het woord...

Alise ging zitten en wierp mij een beschuldigende blik toe. De starlet bleef zitten, kruiste haar benen nonchalant over elkaar, zodat haar rok nog wat verder opkroop.

-Ja, begon ze vrijmoedig, ik was natuurlijk van plan om naar Jean Gabriel Domergue te gaan, maar daarvoor moest ik eerst naar de lunch die de gemeenteraad aanbood, en gistermorgen heb ik dus mijn hotel verlaten om daar naar toe te gaan. Toen ik langs de haven liep, sprak een heer met een grote donkere bril op mij aan: 'Mademoiselle Austin, moet u naar Sainte Marguerite? Zullen wij u met onze raceboot brengen?' Ik accepteerde dit aanbod natuurlijk, want ik dacht met bewonderaars te doen te hebben. Aan het stuur van die raceboot stond nog een man, ik geloof met een pet op, en ook met een zonnebril. Ik ging op de voorbank tussen hen in zitten en we vertrokken meteen. Ik herinner me nog dat we de haven uit voeren en de snelheid flink opgevoerd werd, toen een van de twee mannen die niet aan het stuur stond, mij plotseling iets tegen het gezicht drukte. Ik denk, dat het een zakdoek met chloroform was of zoiets. In ieder geval, toen ik bijkwam was het vandaag in het begin van de middag en ik bevond me in een heel witte kamer, een ziekenhuiskamer...

- Afgezaagd hoor, zei Jean Prasteau halfluid en Géron beaamde het.

- ...Toen ik belde, verscheen er direct een verpleegster. Op mijn vraag hoe ik hier kwam, vertelde zij dat ik hier gisteravond in een toestand van totale uitputting gebracht was. Het was een kliniek in de omgeving van Miramar. De mensen die mij brachten hadden verklaard, dat het te wijten was aan de nerveuze spanning die ik, veroorzaakt door het festival, had moeten doormaken, en hadden gevraagd of ik gedurende vierentwintig uur in een totaal ontspannen toestand gebracht kon worden. Dit hadden zij bereikt door mij een kalmerende injectie te geven. De ziekenhuiskosten waren vooruit betaald...

Fernand Fabre stak even zijn hoofd om de hoek van de deur en de barones informeerde meteen:

- Was dat Favre Le Bret?

- Nee, zei Géron, het was Fabre, le vrai. (Woordspeling: Fabre de ware)

Alise trok even haar schouders op, terwijl haar beschermelinge vervolgde:

- Ik heb een taxi geroepen en ben naar Cannes gereden.

Ik begrijp er allemaal niets van, maar ik heb Mme Davidsens raad, nadat ik haar tegengekomen was, opgevolgd en u ingelicht opdat u mijn afwezigheid gisteren niet voor onbeschoftheid aanziet, na al de vriendelijke artikelen die u aan mij gewijd hebt. Ik moet bekennen, dat die onvrijwillige ontspanning mij buitengewoon goed bekomen is, en dat ik nu in uitstekende conditie ben om door te gaan tot het eind van het festival.

Met een gebaar van haar handen en een glimlach gaf Aliette Austin aan, dat zij haar toespraak beëindigd had en barones Davidsen kwam dadelijk tussenbeide door ons te waarschuwen, dat het meisje bereid was om op eventuele vragen te antwoorden.

Een Engelse journalist vroeg of zij haar ontvoerders zou kunnen herkennen als zij ze zou ontmoeten.

- Nee, zij hadden grote zonnebrillen op en petten. Daar komt nog bij, dat ik nauwelijks de tijd heb gehad om ze goed te bekijken. Maar zij waren tamelijk jong en het leken mij goed opgevoede jongemannen, als u begrijpt wat ik bedoel.

Toen vroeg Prasteau:

- Zag een van de mannen er niet wat oosters uit met een getinte huid?

Deze vraag bracht het meisje duidelijk in de war, zij keek mijn buurman met gefronste wenkbrauwen aan:

- Daar kan ik niet zeker op antwoorden, antwoordde zij eindelijk, er zijn hier zoveel gebronsde mannen aan de Côte... Maar nu ik er over nadenk, het is helemaal niet onmogelijk.

Er viel een stilte en omdat niemand die brak, stond Aliette op, schonk ons een allerlaatste glimlach en liep wiegend naar een kleine zijdeur, onmiddellijk gevolgd door Davidsen, die voor bejaarde dame, wakend over een jong meisje, speelde.

Hun vertrek was het signaal voor een uittocht met een groot kabaal van achteruitschuivende stoelen. Als door een stilzwijgende overeenkomst gingen al de journalisten naar de persclub, zonder dat een van hen er ook maar aan dacht om achter de twee vrouwen aan te gaan.

- Een oosters type ontbrak nog wel aan haar avontuur, zei Géron tegen Prasteau. Je hebt er goed aan gedaan om het haar in de mond te geven.

- Vind je ook niet? Ik vind, dat dat persoontje maar veel lef heeft om ons lastig te vallen, met als enig doel ons dat zwetserige verhaaltje te vertellen.

- Ik weet niet of zij veel lef heeft, zei Géron, maar mooie benen heeft ze wel. Het leek wel of zij wist, dat ik erg bijziende ben.

- Patrice! riep ik uit.

Als boetedoening nam Géron mij mee uit eten bij Roman, waar een pianist lieflijk wijsjes uit zijn jeugd speelde voor verliefde paartjes, die zich alleen op de wereld waanden, en bracht me toen naar mijn hotel.

- Is het goed afgelopen met de politie? vroeg ik aan Michel, die in een fauteuil in de hal Paris Presse zat te lezen.

- O ja, zij zijn nog geen tien minuten gebleven. Zij hebben mij alleen gevraagd zijn bagage in het depot te zetten, in afwachting of er iemand voor komt. De kamer is alweer bezet.

- En de twee anderen? vroeg ik en wees met mijn hoofd naar het plafond.

- Ik geloof dat dat wel marcheert, zei hij met een knipoog. Zij hebben samen met de anderen gedineerd. Omdat ik niets meer te vragen had, wenste ik hem goedenacht en liep naar mijn kamer. De hele dag had ik me al voorgenomen om vroeg naar bed te gaan en eens grondig na te denken over Mario Tunasi's dood. Maar nauwelijks had ik mij afgevraagd of dat vreemde verhaal van Aliette Austin werkelijk waar was en het in verband gebracht met Mario's dood, of ik sliep in.

De volgende dag was het zondag en ik woonde de mis bij in de Notre Dame du Bon Voyage. Daar vraag ik me altijd af of het iets met het festival te maken heeft, dat men de traditionele rieten stoelen vervangen heeft door fauteuils uit de begindagen van de film.

In mijn gebed riep ik de hulp van God in, want mijn nieuwe overtuiging dat Mario vermoord was, berustte alleen op een enveloppe die met de hand zou moeten zijn geschreven en het niet was. Het was een zwakke grondslag; ik was dan ook bang, dat ik me vergiste. De ervaring had mij geleerd met welk gemak een aanwijzing, waarvan men denkt dat ze net zo solide is als de waarheid, tot verkeerde conclusies kan leiden.

Maar bij het verlaten van de kerk schoot het me te binnen, dat ik niet de hulp van de hemel kon inroepen, als ik niet eerst zelf alles geprobeerd had. Ik besloot Aliette Austin te gaan opzoeken. Het was elf uur en ik had dus alle kans dat zij al was opgestaan en nog niet vertrokken was.

Vanmorgen, toen ik als gewoonlijk de kranten had doorgenomen, was het mij opgevallen dat er geen enkele zinspeling op de wonderlijke conferentie was gedaan, behalve een heel klein berichtje in 7e Art: Gisteren heeft een starlet een mondeling examen voor draaiboekschrijver afgelegd. Zij had zo'n ongebreidelde verbeelding, dat wij haar in de B-films zullen moeten onderbrengen... als leugenbedenkster! Het was duidelijk, dat geen enkele journalist een stukje had geschreven over een verhaal dat niemand geloofde. Verbitterd door deze algemene onverschilligheid moest Aliette Austin nu toch ontvankelijk zijn voor iemand, die een interview kwam vragen voor Ma Mie Rosette, 'het tijdschrift dat de harten verwarmt'!

En inderdaad, nadat hij had opgebeld zei de receptionist dat Mlle Austin mij dadelijk kon ontvangen... Kamer 462.

Terwijl hij me naar de vierde etage bracht, legde de liftboy me uit, dat 462 aan de rechterkant was. In de gang kwam ik de jongeman met de baard van Alise tegen, hij was gekleed in een witte broek en een overhemd dat tot zijn middel openstond. Hij keek me nieuwsgierig aan. Misschien dacht hij er wel over om zich te specialiseren in dames van een bepaalde leeftijd.

Kamer 426 keek niet uit op de Groisette, maar het was toch ook geen dienstbodekamertje, waar de starlets met hun beperkte budget elkaar om betwisten, om toch langs de neus weg te kunnen zeggen dat zij in het Carlton wonen. Nauwelijks had ik geklopt of de deur werd opengedaan door Aliette in een strandjurk.

- O, zei zij meteen, ik geloof dat ik u gisteren tijdens de conferentie gezien heb.

- U kijkt heel goed uit uw ogen, complimenteerde ik en liep naar de stoel, die zij mij vergat aan te bieden.

- Het viel me vooral op, zei zij, terwijl zij de deur sloot, omdat zo weinig vrouwen nog maar een hoed dragen.

- Daar heb je gelijk in; alleen dames dragen ze nog, antwoordde ik met een glimlach. Ik was er gisteren inderdaad, maar het leek mij beter om u hier wat vragen te stellen, dan waar al mijn collega's bij waren.

- Dat begrijp ik. Maar gaat u toch zitten. Wat wilt u weten?

Onmiddellijk werd het meisje vriendelijk, maar zij bezat nog niet een techniek die iedere toets kan doorstaan. Zij ging met gekruiste benen op de leuning van een stoel zitten en hield haar adem zo lang mogelijk in om een zo groot mogelijke borstomvang te laten zien. Het was een uiterst geschikte houding om iemand van het sterke geslacht te bekoren, maar voor een oude dame zoals ik was hij minder geschikt.

- Ik wilde graag weten, hoe je over Tunasi's dood denkt.

Zij ontving de slag als een bokser die in zijn maag gestompt wordt.

- Wie... wat?

- U kende hem toch?

Zij knikte met haar hoofd.

- En u weet toch, dat hij dood is?

- Ik hoorde het gisteren toen ik thuiskwam. Maar wat is het verband...

Toen de eerste schrik voorbij was, hervond zij vlug haar zelfbeheersing en om haar voor de tweede keer van haar stuk te brengen, zei ik met een lief gezicht:

- Lijkt het je niet beter om dat woord in het meervoud te zetten?

- De verbanden...

Ik knikte glimlachend en zag haar onder haar make-up langzaam purper worden.

- Ja, ik dacht zo dat hij in jouw levensverhaal het document humain kan innemen... met als opschrift zoiets als: 'Bestaat er dan geen geluk op deze aarde!' riep Aliette Austin uit. 'Op de dag dat het succes mij vindt, verlies ik de man die mij vooruit geholpen heeft!' Onze lezeressen zijn verzot op dit soort verhalen.

- Dat zal best... maar er is verder niets wat ze kan interesseren. Terwijl ik geloof dat mijn ontvoering...

- Toch kende je Mario Tunasi erg goed, is het niet? hield ik aan.

- Ik heb hem goed gekend, wij zijn vorig jaar immers samen in Cannes aangekomen. Maar sinds die tijd zijn onze wegen uit elkaar gegaan. Als u nu toch zo goed over hem ingelicht bent, dan moet u toch weten, dat hij sinds maanden een verhouding had met een van uw collega's.

- Is er niets meer tussen jullie blijven bestaan?

Het meisje sloeg haar ogen neer en haar blik richtte zich op een asbak, waar een sigaret lag te smeulen. Zij doofde hem onmiddellijk.

- Wij bleven goede vrienden, want wij hadden geen enkele reden om boos op elkaar te zijn, maar dat is ook alles. Er is mij verteld dat hij zelfmoord gepleegd heeft of dat hij een ongeluk heeft gehad. Het zou mij niets verbazen, het was zo'n onevenwichtige jongen. Alles was bij hem even buitensporig, zijn enthousiasme zowel als zijn moedeloosheid.

Het beeld dat Aliette van hem gaf leek mij tamelijk juist, als ik dacht g.an de manier waarop hij zijn vreugde geuit had op de receptie in de Ambassadeurs. En alles bij elkaar genomen had zij hem hoogstwaarschijnlijk beter gekend dan Lily Fournier.

- Toch heeft het nieuws van zijn dood mij geschokt, gisteren ... toen ik weer opdook na mijn ontvoering.

- Denkt u, dat er enig verband tussen bestaat?

- Tussen mijn ontvoering en Mario's dood? Nee, zeker niet. Welk verband zou er kunnen zijn?

- Als hij dat buitensporige karakter had, waarvan u mij net vertelde, en als hij nog steeds van u hield, dan zou hij alle zin om verder te leven verloren kunnen hebben toen hij u met een ander zag vertrekken.

- Wat?

Zij was op gestaan en boog zich met gebalde vuisten naar mij over.

- Mijn lieve kind, iedereen is er vast van overtuigd, dat je na je succes van eergisteravond een amoureus slippertje hebt gemaakt.

-Welke...

- Toen je bij je terugkeer merkte, dat men zich al niet meer met je bezighield - want hier wordt de ene film door de andere verjaagd - heb je geprobeerd je domheid goed te maken door een publiciteitsstunt te maken van je zogenaamde ontvoering.

- O, dat is te erg. U...

- Festivalliefdes zijn toch dagelijks brood voor de kroniekschrijvers, en vedettes zorgen er wel voor dat ze er geen geheim van maken... behalve, wanneer zij hun neus optrekken voor publiciteit of wanneer de partner hun naam schaadt. Te oordelen naar je persconferentie ben je niet vies van publiciteit; er blijft dus niets anders over...

- Eruit!

Aliette had mijn arm gegrepen om me uit de stoel te trekken. Met een tik van mijn parasol zorgde ik dat zij mij losliet en stond met een ruk op.

- Ik zie, dat ik juist geraden heb.

Door mijn snelle reactie was haar woede wat afgekoeld. Maar toen ik de deur openmaakte, schreeuwde zij mij met fonkelende ogen achterna:

- Oude heks! Als u ooit journaliste bent geweest, dan moet het wel van Confidential geweest zijn! Maar u zult uw vingers branden! Ik heb relaties... Ik ken...

- ... een Very Important Person, zei ik en legde de nadruk op de eerste letters, met wie je scènes in een kleedkamer maakt. Ja, dat weet ik al.

En niet ontevreden over mijn aftocht, sloot ik de deur.

 

Toen de lift mij beneden afleverde, was het borreluur al in volle gang en weer was de hele filmwereld verzameld in de hal, de galerijen en de bar van het Carlton. Voor de liftdeur stelde Carlo Rim een beeldschone en bovendien

zeer gedistingeerde blondine voor aan een groepje vrienden:

-... Francine heeft maar één fout: zij is te goed ontwikkeld.

- Ik weet niet precies wat je bedoelt, riep zijn vrouw, maar je moet niet te ver gaan!

Ik bereikte de uitgang, waar de 'fans' met hongerige ogen op een eerbiedige afstand werden gehouden. Plotseling legde iemand een hand op mijn arm.

- Goedendag, mevrouw...

Het was Thérèse Moussel met haar onderworpen aanbidder. Bescheiden en netjes leken zij in deze omgeving op twee mussen in een kooi vol papegaaien. Ik begreep dat zij, op zoek naar een bekend gezicht, blij waren mij te zien.

- Weet u of het waar is, dat Mlle Austin weer terug is? vroeg de actrice mij, nadat wij de gebruikelijke beleefdheden hadden gewisseld.

- Ja, zij is terug. Ik kom net bij haar vandaan.

Thérèse Moussels mooie ogen begonnen te stralen:

- O, dat is fijn... Zij komt zeker naar beneden?

- Dat lijkt me wel, antwoordde ik zonder te glimlachen. Zij moet nodig van gedachten wisselen.

- Ik verlang ernaar om haar te ontmoeten, dan kunnen we over de film praten...

Haar metgezel kwam tussenbeide:

- Dat moet je niet doen, Thérèse. Het is aan haar om jou op te zoeken. Jij bent een grote vedette en zij nog maar een nieuwelinge!

Thérèse Moussel schudde zachtjes haar hoofd:

- Mijn lieve Paul! Als dat kleintje niet zo'n succes gehad had, dan zou niemand het in zijn hoofd gehaald hebben om mij voor een nieuwe film te vragen. Zij interesseren zich alleen maar voor mij in verband met haar en alleen jij beschouwt mij nog als een vedette...

- Kom nou! protesteerde de dokter, en kuste eerbiedig haar hand. Er wordt geen boek over de geschiedenis van de film geschreven of jij wordt erin genoemd, en altijd in gunstige bewoordingen. Daarom was ik zeker, dat vroeg of laat weer een beroep op je gedaan zou worden.

- U bent een goede profeet, zei ik vertederd. Na het onderhoud met de keiharde en agressieve Aliette vond ik deze trouwe liefde heel verkwikkend.

- O, maar dat is nog niet alles! Ik ben zelfs van mening dat Thérèse niet zou moeten accepteren; die kleine Austin staat te veel in het middelpunt van de belangstelling. Nu zij Thérèse zijn komen opzoeken, moet zij ze aan het lijntje houden. In plaats van haar medewerking toe te zeggen aan de eerste de beste, zou zij de producers onderling om haar moeten laten bekvechten. Dan zouden zij een schitterende come-back voor haar verzorgen: Net als die van Gloria Swanson...

- En ik vind, dat je je come-back beter door de dienstingang kan maken, dan helemaal geen come-back!

Zij was veel realistischer dan hij en zij had volkomen gelijk, maar ik was onder de indruk van de manier, waarop haar oude bewonderaar haar op een voetstuk bleef plaatsen, en ik zei:

- In ieder geval kan Mme Moussel van deze film geen schade oplopen, want ik ben ervan overtuigd, dat zij er uitstekend in zal zijn, en terwijl men haar dan mooie voorstellen doet...

Berneron maakte een grimas, hij deed alle moeite om zich in zijn tegenspoed goed te houden.

- Dan laten we allereerst in het contract opnemen, dat alleen jouw naam bij de titel komt te staan... Thérèse Moussel in... hoe heet het ook al weer?

- De dochter van mijn moeder, zei Thérèse glimlachend.

- Wat een titel! Gelukkig is hij nog maar voorlopig... O, daar zie ik Mme Davidsen. Ik ga eens even met haar praten.

Inderdaad kwam Alise van de galerij. Zij babbelde heel liefjes tegen een stuurs kijkende vip. Vlak achter haar liep de knappe, bebaarde jongeman, hij moest ervoor zorgen dat de barones niet door andere jonge verleiders werd lastig gevallen.

Als Alise mij zou zien, zou zij in staat zijn om mij ervan te verdenken, dat ik Berneron die eisen had ingefluisterd. Het leek mij dan ook beter om afscheid te nemen, voordat zij mij ontdekte.