Hoofdstuk 1

 

 

 

‘Wanneer gaan we de bommen gooien?’

Het hoge jongensstemmetje deed Piper Madison opkijken.

Het ventje, dat hooguit een jaar of vijf was, keek de steward ernstig aan.

Zijn moeder schoot verlegen in de lach. ‘Hij denkt dat alle vliegtuigen bedoeld zijn om oorlog te voeren. Zijn grootvader heeft hem meegenomen naar het luchtvaartmuseum, waar hij prompt verliefd werd op een B-52 bommenwerper.’ Ze keek naar haar zoon en legde hem, duidelijk niet voor het eerst, uit dat ze in een passagiersvliegtuig zaten en op weg waren naar opa en oma.

Het jochie leek niet erg overtuigd, maar toen de steward zijn moeder gelijk gaf, staarde hij teleurgesteld naar de grond.

Piper moest moeite doen om het niet hardop uit te schateren.

Nog maar een paar jaar geleden had het haar heerlijk geleken om moeder te zijn, maar met het mislukken van haar huwelijk had ze die droom opgegeven. Het was niet anders, en ze had het had geaccepteerd. Toch voelde ze soms een steek van pijn als die droom weer even de kop opstak. Met haar huidige leven was er echter niet de geringste kans dat ze ooit kinderen zou krijgen.

Ze leunde achterover en probeerde zich te ontspannen. Het hielp niet. Naarmate ze dichter bij Athene kwamen, ging haar hart sneller kloppen. Ze wierp een blik uit het raampje. Nog een uurtje en dan zou ze hem terugzien. Zephyr Nikos, de man voor wie ze werkte en met wie ze nu en dan naar bed ging.

Ze keek verlangend uit naar hun weerzien en naar haar kennismaking met zijn geboorteland. Maar goed, wie zou niet graag eens een bezoekje aan het paradijs brengen? Ze was op weg naar een Grieks eilandje dat eens de vakantiebestemming was geweest van een schatrijke Griekse familie. De familie zat nu wat minder goed bij kas en had daarom het eiland aan Stamos & Nikos Enterprises verkocht.

Zephyr en zijn zakenpartner Neo Stamos wilden er een all inclusive spa resort van maken en ze hadden Piper gevraagd het interieur te ontwerpen, met een budget dat ruim genoeg was om alle hulp in te huren die ze nodig mocht hebben.

Ze was dolgelukkig met de opdracht voor zo’n groot project. Niet alleen omdat het haar naamsbekendheid zou vergroten, maar ook omdat het haar in creatief opzicht veel voldoening zou schenken.

Haar huidige opwinding had echter vooral te maken met de man die haar op het vliegveld stond op te wachten. Ze had Zephyr de afgelopen zes weken meer gemist dan ze zichzelf wilde bekennen. De gedachte dat ze emotioneel afhankelijk was van een man die niet meer dan een incidentele minnaar was, joeg haar schrik aan. Ze slaakte een diepe zucht en beet op haar onderlip.

Hoewel ze met elkaar sliepen, was van verliefdheid geen sprake. Het was echter ook weer niet zo dat ze maar een enkele keer met elkaar naar bed gingen. Dan zou ze wel hebben geweten hoe ze haar gevoelens voor hem onder controle moest houden. Maar ze waren ook vrienden, hele goede vrienden zelfs. Het soort vrienden dat zeker een keer per week samen uitging en soms nog wel vaker, als ze toevallig in dezelfde stad waren.

Om het allemaal nog gecompliceerder te maken was hij ook nog haar opdrachtgever. De afgelopen paar jaar had hij al vaker van haar diensten als freelance binnenhuisarchitecte gebruikgemaakt, maar dit nieuwe project was het grootste en belangrijkste tot nu toe. Als ze hem de kans gaf, zou hij zich in alle opzichten gaan gedragen alsof hij haar baas was.

Hij had haar een salaris geboden dat ze nauwelijks had kunnen weigeren, maar ze wilde niet voor anderen werken. Nog geen halfjaar voor ze haar eerste opdracht van Zephyr aannam, was ze haar man en daarmee haar werk kwijtgeraakt. En ze had zichzelf toen beloofd dat ze nooit meer in zo’n kwetsbare positie terecht zou komen.

Ooit had ze gedacht dat een huwelijk met Arthur Bellingham haar de zekerheid en het gezin zou geven waarnaar ze zo hevig verlangde. Het tegendeel was waar gebleken. Arthur had haar emotioneel kapotgemaakt en haar leven stukje bij beetje verwoest, tot haar niets meer restte dan haar talent en haar doorzettingsvermogen. Dat zou haar geen tweede keer gebeuren, zelfs niet met Zephyr Nikos. Niet dat de sexy Griekse vastgoedbaron haar ten huwelijk had gevraagd of zelfs maar een relatie wilde beginnen… Hij bood haar een betaalde baan aan, meer niet.

Trouwens, als ze al meer wilde, zou ze hem dat in elk geval niet vertellen. Gedurende hun lange scheiding van de afgelopen weken had ze het zichzelf nauwelijks durven bekennen. Als ze hem vertelde wat ze voor hem voelde, zou dat onherroepelijk het einde betekenen van hun omgang als vrienden die toevallig ook met elkaar naar bed gingen, en wie weet zelfs van hun vriendschap.

 

Zephyr stond naast de bagageband op Piper te wachten. Hij had haar al zes weken niet gezien. Ze werkte aan een opdracht ergens in het Midden-Westen, en zonder zijn project in Griekenland zou hij haar waarschijnlijk ook de komende maanden niet hebben gezien.

Niet dat hij betwijfelde of ze voor dit project wel de beste binnenhuisarchitecte was, maar het werk was omvangrijker dan wat ze tot nu toe had gedaan. Toch was hij ervan overtuigd dat ze het aankon. Trouwens, hij hoefde aan niemand uit te leggen waarom hij haar de opdracht had gegeven. Dat was een van de voordelen van eigen baas zijn. De enige die ook een stem in het kapittel had, was zijn vriend en zakenpartner Neo Stamos, maar die had het op dit moment veel te druk met de voorbereidingen voor zijn huwelijk.

Een nieuwe groep reizigers naderde de bagageband, en Zephyr schrok op uit zijn dagdromen. Zijn ogen dwaalden over de menigte en vrijwel meteen ving hij een glimp op van Pipers blonde haar.

Haar aandacht werd in beslag genomen door een klein jongetje dat druk babbelend naast zijn moeder liep. Ze droeg een elegant blauw mantelpakje dat haar vormen prachtig deed uitkomen. Toch was hij er vrij zeker van dat het geen haute couture was. Met haar bedrijfje verdiende ze nog te weinig om veel geld aan kleding of een appartement van enige afmeting te kunnen spenderen.

Hij had haar een baan aangeboden die haar wat financiële armslag zou geven, maar tot twee keer toe had ze geweigerd. Allemachtig, wat was die vrouw koppig en onafhankelijk! Zou ze ook weigeren om met hem te gaan winkelen bij de modezaken van Athene?

Ze keek op. Haar lichtbruine ogen vulden zich met blijdschap en haar prachtig gewelfde mond verbreedde zich tot een stralende lach.

De blik waarmee ze naar hem keek, bezorgde hem een steek van ontroering. Onwillekeurig verscheen rond zijn mond een glimlach die oprechter gemeend was dan zijn gebruikelijke masker. Toen hij haar twee jaar geleden had ingehuurd om het hoofdkantoor van Stamos & Nikos Enterprises opnieuw in te richten, bleken ze goed met elkaar overweg te kunnen. Sindsdien was hun vriendschap alleen maar hechter geworden. Wat hem betrof, was er zelfs een extra dimensie aan toegevoegd nu ze ook met elkaar naar bed gingen.

Door zijn vriendschap met Piper was Zephyr zijn vriend Neo gaan aanmoedigen om zich ook te interesseren voor andere zaken dan alleen hun bedrijf en vriendschap te sluiten met Cassandra Baker, de beroemde pianiste. Dat had boven verwachting goed uitgepakt, en daar was hij blij om, al verbaasde het hem wel. Neo verliefd, dacht hij hoofdschuddend. Seks en vriendschap, daar kon hij zich iets bij voorstellen, maar liefde?

Piper fronste haar fijngetekende wenkbrauwen en keek hem vragend aan.

Hij trok een gezicht. ‘Niets,’ gebaarde hij geluidloos.

Toen ze eindelijk voor hem stond, trok hij haar dicht tegen zich aan. Wat voelde het heerlijk om haar weer in zijn armen te houden. De opwinding die al de hele dag latent aanwezig was geweest, werd nu duidelijk voelbaar.

‘Zo te voelen heb je me echt gemist!’ merkte ze plagend op, terwijl haar ogen hem lachend aankeken.

‘Inderdaad,’ gaf hij wat ongemakkelijk toe.

‘Wanneer hebben we ons eerste gesprek met de architect?’

‘Overmorgen.’

‘Waarom zei je dan dat ik vandaag al moest komen?’

‘Omdat je er even uit moet.’

‘Een bedrijf opbouwen kost gewoon veel tijd en energie.’

Zephyr haalde zijn schouders op. Daar had ze gelijk in. De eerste tien jaar waarin Neo en hij hun imperium hadden opgebouwd, hadden ze dag en nacht gewerkt, zelfs in de weekends, en slechts heel zelden een middag vrij genomen. Ze waren allebei perfectionistisch en hadden naast hun werk nauwelijks een privéleven.

Sinds hij met Piper omging, verliet hij zijn kantoor al om zes uur in plaats van om acht uur, maar nog steeds nam hij zelden een vrije dag. Omdat Piper de laatste keer dat hij haar aan de telefoon had gehad echter nogal vermoeid had geklonken, had hij besloten dat ze er op een of andere manier even tussenuit moesten.

‘Ben ik met je eens, maar ik dacht dat je er geen bezwaar tegen zou hebben om wat extra dagen in Athene door te brengen.’

Haar ogen lichtten op. ‘Bedoel je dat je me eerst wat van de stad laat zien voor ik aan de slag ga?’

‘Inderdaad. Ik hoop eigenlijk dat je de komende dagen en ons verblijf op het eiland wilt beschouwen als een manier om je een beetje te oriënteren. We willen niet alleen dat het resort aansluit bij de sfeer van het eiland, maar ook dat het een afspiegeling is van de Griekse cultuur.’

‘De sfeer van het eiland? Ik dacht dat het een privé-eiland was dat niet werd bewoond. Veel sfeer zal er dus wel niet zijn.’

‘De eigenaar heeft land verpacht aan een vissersdorp en wat boerderijen voor lokale producten, met eigen boom- en olijfgaarden.’

‘Dat past perfect bij wat jullie van plan zijn.’

‘Vond ik ook.’ Het deed hem elke keer plezier om te merken dat ze op dezelfde golflengte zaten.

‘Dan ben ik blij dat ik de tijd krijg om de streek een beetje te leren kennen, want ik zou de lokale gebruiken graag in mijn ontwerp willen verwerken.’

‘Dat weet ik, en ik denk eigenlijk dat je al aardig wat onderzoek hebt gedaan naar de Griekse cultuur.’

Dat had ze al meteen voor haar eerste opdracht gedaan, omdat ze Neo en hem, als haar opdrachtgevers, graag zo goed mogelijk wilde begrijpen. Zephyr had toen niet goed geweten hoe hij haar daarbij behulpzaam zou kunnen zijn, want Neo en hij hadden Griekenland immers al vele jaren geleden verlaten. Het viel echter niet te ontkennen dat Piper hem beter begreep dan iemand ooit had gedaan, en hij was meer dan tevreden over de manier waarop ze hun kantoor opnieuw had ingericht.

‘Er gaat niets boven het zelf ervaren van de omgeving waarin je aan het werk gaat.’

Zichtbaar gelukkig drukte ze zich even tegen hem aan. ‘Dat klopt, maar ik had geen flauw idee dat ik daar met deze opdracht de kans voor zou krijgen.’

Zephyr haalde grinnikend zijn schouders op.

‘Verbeeld je maar niet dat ik niet doorheb dat je zo je eigen agenda hebt, en dat daarin heel wat uurtjes tussen de lakens zijn ingepland,’ riep ze lachend uit. ‘Je bent een geboren manipulator, wist je dat?’

Ze had hem aardig door. ‘Is dat een slechte eigenschap?’

‘Nee, absoluut niet.’ Ze schudde haar hoofd en keek hem met haar grote blauwe ogen vanonder haar wimpers aan.

Een van de dingen die hij zo leuk aan Piper vond, was dat ze net zo van zijn lichaam genoot als hij van het hare. En ze koesterde goddank geen illusies over liefde en romantiek. Lekker ongecompliceerd, geen moeras van emoties waarin hij zijn weg moest zien te vinden.

‘Zodra je bagage er is, gaan we naar het hotel. Ik heb een spa-resort geboekt.’

‘Om onderzoek te doen naar de concurrentie?’

‘Natuurlijk.’ In een opwelling gaf hij toe aan een onbedwingbaar verlangen en kuste hij haar vol op haar mond. Ze smaakte nog altijd even heerlijk en opwindend.

‘Maar zo’n spa-resort midden in de stad zal zich nooit kunnen meten met wat Stamos & Nikos Enterprises straks te bieden heeft.’

‘Het zou ook weinig zin hebben een nieuw project te ontwikkelen als we niet met iets volkomen nieuws kunnen komen.’

Haar blik bleef een ogenblik op zijn mond rusten voor ze hem verstrooid aankeek, als kostte het haar moeite om zich op zijn woorden te concentreren. ‘Altijd beter zijn dan de rest,’ mompelde ze ironisch.

‘Jij niet dan?’

‘Natuurlijk, er is meer dan één reden waarom we zo goed met elkaar kunnen opschieten.’

‘Andere redenen dan deze?’ vroeg hij, terwijl hij subtiel zijn heupen tegen de hare drukte.

Piper deed quasiverschrikt een stap achteruit. ‘Je bent gevaarlijk!’ Haar blik gleed omlaag naar dat wat hopelijk door zijn colbertje aan ongewenste blikken werd onttrokken. ‘We kunnen maar het beste zo snel mogelijk naar ons hotel gaan.’

‘Ben je moe dan?’ vroeg hij onschuldig. ‘Wil je misschien even liggen?’

‘Haal mijn koffer van de band, Zephyr.’ Haar ogen vertelden hem dat ze precies wist wat hij bedoelde en daar niet bepaald onwelwillend tegenover stond.

‘Met alle plezier, agapimenos.’

‘Begin nou niet met die lieve Griekse woordjes van je, tenzij je hier een hoop opschudding wilt veroorzaken,’ vermaande ze hem.

‘Maar ik vind het leuk om grenzen op te zoeken.’

Piper wierp een veelbetekenende blik op de bagageband.

Hij draaide zich om en liet zijn ogen langs de koffers dwalen, op zoek naar een reistas met zebraprint die hij voor haar had gekocht nadat ze zich erover had beklaagd dat haar zwarte koffer zo leek op al die andere koffers op het vliegveld. Ze was in de lach geschoten om de schreeuwerige print, maar gebruikte de tas wel.

Niet veel later liepen ze via de hoofduitgang naar de auto die hij voor de rest van de week had gehuurd.

‘Mooi! Een klasse beter dan je Mercedes.’ Ze liet haar hand goedkeurend langs de lederen bekleding van de felrode Ferrari cabriolet glijden.

‘Geen onaardige dingen zeggen over mijn eigen auto. Die heeft verwarmde stoelen, wat erg prettig is in de koude winters van Seattle. Een cabrio zou niet erg praktisch zijn in zo’n nat klimaat.’ Hij was echter blij dat ze de Ferrari mooi vond, want hij had zich voorgenomen haar de komende dagen een beetje te verwennen.

‘Doe je het dak omlaag?’ Ze streek over de linnen kap.

‘Natuurlijk.’ Voor hij de motor startte, drukte hij op een knop. Terwijl hij optrok, gleed het dak langzaam naar achteren. Snel maar uiterst ervaren stuurde hij de bolide door het drukke verkeer van Athene. Vlak voor een stoplicht dat op rood sprong, gaf hij gas.

Schaterend gooide Piper haar hoofd achterover. ‘Heerlijk! Hebben we echt twee dagen de tijd om niets anders dan leuke dingen te doen?’

‘Ja.’

Ze streelde zijn dijbeen. ‘Dank je wel, Zephyr.’

‘Daar zijn we immers vrienden voor,’ merkte hij nonchalant op, maar haar dankbare genegenheid vervulde hem met blijdschap. Met een onafhankelijke vrouw als Piper was het nogal riskant om zomaar een paar vrije dagen in te plannen zonder haar instemming, al was het dan onder het mom van onderzoek ter plaatse. Het deed hem genoegen dat het goed uitpakte.

‘Is dat alles wat we zijn? Vrienden?’ vroeg ze luchtig.

‘In mijn optiek is echte vriendschap heel bijzonder.’

‘Dat kan ik me voorstellen. Mijn zogenaamde vrienden lieten me allemaal vallen toen ik bij Art wegging. Het was nooit tot me doorgedrongen dat ze me altijd alleen maar als de helft van een echtpaar hadden gezien.’

‘Zelfs toen ze wisten dat hij was vreemdgegaan?’ vroeg Zephyr vol afschuw.

‘Art was niet de enige die in dat afgezaagde cliché geloofde waar hij altijd en eeuwig mee aankwam.’

‘Welk cliché?’

‘Dat nu eenmaal alle mannen vreemdgaan.’

‘Dat is niet zo.’

‘Daar zijn de geleerden het nog niet over eens, maar ik wilde in elk geval niet bij een man blijven die vond dat ontrouw net zo onvermijdelijk was als eb en vloed.’

‘Ik denk dat je er goed aan hebt gedaan om te scheiden van die rotvent.’ Gelukkig was haar familie uiteindelijk ook tot die conclusie gekomen.

‘Ik ook, maar helaas is die rotvent wel eigenaar van Très Bon, een van de grootste bureaus van New York.’

‘Daarom ben je immers naar Seattle verhuisd?’

‘Precies. Er was in The Big Apple niet genoeg plaats voor zijn ego en mijn carrière,’ antwoordde ze met een treurige glimlach.

De ellendeling met wie ze getrouwd was geweest, had er alles aan gedaan om haar zwart te maken in het designerswereldje. Zephyr had hem dat intussen betaald gezet. Très Bon was zijn toppositie kwijtgeraakt. Arthur Bellinghams mening mocht dan misschien veel stof doen opwaaien in New York, maar het oordeel van Zephyr Nikos kon de hele wereld op andere gedachten brengen. Nu ging het bergafwaarts met het bedrijf van de man die Pipers leven had willen ruïneren. Het zou niet lang duren of Bellingham zou failliet gaan, maar dat had Zephyr niet aan Piper verteld. Waarom zou hij?

‘Ik ben blij dat je naar Seattle bent gekomen,’ zei hij.

‘Ik ook.’ Ze trok haar jasje uit, waardoor duidelijk te zien was dat ze onder haar zijden topje geen beha droeg. ‘Daar heb ik tenminste echte vrienden gemaakt.’

‘Hoor ik daar ook bij?’ vroeg hij. Het kostte hem moeite om niet naar haar tepels te kijken, die vaag zichtbaar waren door de dunne stof van haar topje.

‘Niet zo bijdehand,’ zei ze met een klopje op zijn been. ‘Ik heb ook nog andere vrienden.’

‘Zoals?’

‘Brandi.’

‘Dat is je assistente.’

‘Ik heb ook vrienden,’ hield ze koppig vol. ‘Daarom kan ik niet iedere avond tijd vrijmaken om jou te entertainen.’

Dat vond hij eigenlijk helemaal niet leuk en dus besloot hij er maar niet op door te gaan.

 

Gewoonlijk nam Piper elk detail van haar omgeving in zich op en zocht ze altijd naar manieren om haar gevoel voor design en schoonheid verder te ontwikkelen. Nu vielen de aardekleuren en het ultramoderne, eenvoudige design van het luxe spa-resort dat Zephyr voor hun verblijf had uitgekozen, haar echter nauwelijks op. Op weg naar de liften aan de andere kant van de lobby werd ze geheel in beslag genomen door de man naast haar. Ze verlangde naar hem met iedere vezel van haar lichaam.

De afgelopen zes weken waren haar zwaarder gevallen dan ze had verwacht. Afgaand op zijn vele telefoontjes en sms’jes gold dat voor Zephyr misschien ook wel. Ze waren wel vaker lange tijd van elkaar gescheiden geweest, maar niet meer sinds ze een halfjaar geleden met elkaar naar bed begonnen te gaan. Toch hield ze zich streng voor dat ze slechts vrienden waren die met elkaar sliepen.

De eerste keer, nu negen maanden geleden, had ze verwacht dat het bij die ene keer zou blijven. Daarin had ze zich vergist. Drie maanden later waren ze opnieuw met elkaar in bed beland, en sindsdien gebeurde dat een paar keer per week.

Vanaf het moment waarop Zephyr haar duidelijk had gemaakt dat seks voor hem niet meer was dan fysieke ontspanning, had ze zichzelf wijsgemaakt dat ze nog niet toe was aan een nieuwe relatie. Art had haar vertrouwen in anderen behoorlijk beschadigd, en bovendien had ze het te druk met het opbouwen van haar bedrijf.

Het probleem was dat ze er intussen niet zo zeker meer van was dat ze er nog zo over dacht. De pijnlijke les die ze over mannen had geleerd, had ze nu wel verwerkt. Ze voerde ingewikkelde gesprekken met zichzelf en dat zei eigenlijk al genoeg, bedacht ze met een diepe zucht.

Hoewel ze zo wijs was geweest Zephyr geen beloftes af te dwingen, was ze de laatste weken met elk telefoontje, sms’je of e-mail meer gaan beseffen dat gevoelens niet in bedwang gehouden konden worden. Ze verlangde naar de veiligheid die een belofte van trouw haar kon bieden.

Ze had hem meer gemist dan ze voor mogelijk had gehouden en wilde niets liever dan dicht tegen hem aan kruipen en van hem genieten.

Hij leek hetzelfde te willen. Sinds ze het vliegveld hadden verlaten, had hij haar niet meer losgelaten. Tijdens het rijden had hij zijn hand op de hare gelegd en nu ze op weg waren naar hun hotelkamer, lag zijn arm om haar middel.

‘We zijn er,’ zei hij, en met een zwaai opende hij de deur van hun kamer.

De suite was al net zo minimalistische ingericht als de lobby, maar wel veel ruimer dan Piper ooit had gezien.

‘Deze kamer is groter dan mijn hele appartement!’

‘Daar is niet veel voor nodig. Mijn garderobekast is al groter dan jouw appartement,’ antwoordde hij laconiek.

Dat was waar. Ze trok een gezicht, maar bij het zien van de broeierige blik in zijn donkerbruine ogen schoot ze onwillekeurig in de lach.

Al bij zijn welkomstkus op het vliegveld had ze zijn opwinding gevoeld. En nu ze de gespannen trek op zijn gezicht zag, verwachtte ze half en half dat hij haar zonder veel plichtplegingen al bij de deur zou nemen.

In plaats daarvan zette hij echter haar reistas op de grond en tilde hij haar met een zwaai in zijn armen op.

‘Ga je de macho uithangen?’

‘Ik ga je verwennen.’

‘Heus? Pas maar op dat ik daar niet aan gewend raak,’ was haar plagende reactie.

Het vooruitzicht leek hem niet van zijn stuk te brengen, wat de gevoelens die ze de laatste weken bij zichzelf had geconstateerd alleen nog maar aanwakkerde. Eén ding moest ze Zephyr Nikos beslist nageven, hij was niet karig met aandacht, of het nu was als vriend, als opdrachtgever of als bedpartner.

Ondanks zijn voelbare opwinding, toonde hij zich niet ongeduldig. Voorzichtig legde hij haar op het enorme bed, vastbesloten op zijn gemak weer vertrouwd te raken met elk detail van haar lichaam. Zonder zich te haasten begon hij haar uit te horen over de weken die ze zonder hem had doorgebracht.

Bij de zoveelste vraag naar haar ervaringen in het Midden-Westen, riep ze lachend uit: ‘Lieve hemel, Zephyr, we hebben elkaar iedere dag gesproken! Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar één ding is wat ik je niet heb verteld.’

Even leek het alsof hij zou gaan blozen. ‘Ik ben gewoon belangstellend,’ antwoordde hij gepikeerd.

‘Maar je weet toch wat voor werk ik doe? Ik heb al vaak genoeg voor Stamos & Nikos Enterprises gewerkt.’

‘Vond je het daar leuker dan Seattle?’ vroeg hij.

‘Maak je nu een grapje? Ik ben dol op Seattle, een heerlijke dynamische stad!’ Het allerbelangrijkste was echter dat hij er woonde, maar dat zei ze er niet bij.

‘Daar ben ik blij om.’

Ineens begon het haar te dagen. ‘Je hebt het dus gehoord,’ zei ze langzaam.