Hoofdstuk 8

 

 

 

Piper vond het heerlijk als hij haar zo zonder enige haast kuste.

Alsof ze het hadden afgesproken, lieten ze elkaar op hetzelfde moment los om naar binnen te gaan.

In de hal leunde Zephyr tegen de voordeur en trok hij haar opnieuw in zijn armen. Praten kon straks wel. Terwijl hij haar hals kuste, gleden zijn handen onder haar blouse om haar gladde huid te strelen. Intussen duwde hij haar zachtjes achteruit de woonkamer in.

Een zinnelijk verlangen maakte zich van haar meester. Genietend drukte ze zich tegen hem aan. ‘Ja, streel me,’ fluisterde ze hees.

Hij omvatte haar borsten en kneep er zachtjes in.

Ze kreunde. ‘Ga door, ik wil dat je doorgaat.’

Zephyr vond het opwindend als ze zulke dingen zei, dat had ze al vroeg ontdekt.

‘Wil je dat ik doorga, yineka mou?’

‘Dat weet je toch wel?’

Hij kuste haar hals en fluisterde: ‘O ja, dat weet ik heel goed.’ Zijn vingers wreven over haar stijve tepels, terwijl zijn tong langs haar oorschelp gleed.

Piper drukte zich nog dichter tegen hem aan, haar gevoeligste plekje schreeuwend om de aandacht die hij aan de rest van haar lichaam schonk.

Alsof hij haar gedachten kon lezen, gleed zijn hand naar onderen en schoof hij haar blauwe rokje tegelijk met haar slipje omlaag.

Zonder zich om te bekommeren om haar naaldhakken stapte ze uit het hoopje linnen en zijde rond haar voeten.

Zephyr duwde haar benen van elkaar en begon ritmisch haar clitoris te masseren, tot ze schokkend en kreunend tegen zijn hand klaarkwam.

Terwijl ze smekend om meer achteroverleunde, haar handen op de rugleuning van de bank en haar benen gespreid, trok hij zijn rits omlaag en duwde hij met een grommend geluid zijn gezwollen geslacht bij haar naar binnen.

‘Hoe komt het toch dat het almaar beter wordt?’ bracht ze hijgend uit.

‘Ik weet het niet en het kan me niet schelen ook.’ Terwijl zijn ene hand met haar borsten speelde en de andere over haar clitoris wreef, voerde hij geleidelijk het ritme op waarmee hij in haar heen en weer bewoog.

Minuten later kwam ze voor de tweede keer klaar, en toen Zephyr zwetend en met snelle bewegingen op hetzelfde moment zijn hoogtepunt bereikte, schreeuwde ze het uit.

Na afloop droeg hij haar naar de douche, waar ze elkaar ontspannen lachend inzeepten en afspoelden.

Piper hield van de vertrouwelijke intimiteit van samen douchen. Voor haar bewees het dat ze bij elkaar hoorden.

‘Ik was daarstraks bang dat je niet meer met me wilde trouwen,’ verklaarde Zephyr toen ze in haar keukentje samen stonden te koken.

Dus daarom had hij zich zo eigenaardig gedragen toen ze thuiskwamen! ‘Waarom dacht je dat?’ vroeg ze verbaasd.

‘Omdat je nu weet hoe genadeloos ik kan zijn.’

‘Dat wist ik toch al? Al moet ik bekennen dat ik er wel even moeite mee had dat je in staat blijkt te zijn iemands reputatie om zeep te helpen.’ Ze ging op haar tenen staan en kuste zijn wang.

‘Je hebt nooit naar mijn vader gevraagd,’ zei hij met afgewend hoofd.

‘Weet je dan wie je biologische vader is?’ vroeg ze geschrokken. Ze had zonder meer aangenomen dat zijn moeder niet had geweten wie van haar klanten haar oudste zoon had verwekt.

‘Ja.’

Ze trok aan zijn arm om hem te dwingen haar aan te kijken. ‘Vertel op dan.’

‘Mensen uit zijn omgeving zouden zeggen dat hij de gerespecteerde eigenaar van een olijfboomgaard was, die veel geld had verdiend met verstandige investeringen. In werkelijkheid leefden zijn vrouw en hij boven hun stand en waren zijn investeringen verre van fatsoenlijk.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Hij investeerde in een vrouwenstal. Zo noemde hij het. Waarschijnlijk behandelde hij die vrouwen net zo als hij een paard zou behandelen. Hij zorgde dat ze niets te kort kwamen en verwachtte in ruil daarvoor dat ze hun klanten, en hem, in alles terwille waren. Mijn moeder was zijn lievelingetje. Hij was de enige die zonder condoom met haar naar bed mocht.’

‘Moest ze zelfs na jouw geboorte nog voor hem blijven werken?’

‘Hij heeft me destijds niet als zijn zoon erkend. Dat deed hij pas toen ik al wat ouder was en hij besefte dat zijn wettige vrouw hem nooit een erfgenaam zou schenken. Hij kwam naar het kindertehuis om me op te eisen en dacht dat ik nog dankbaar zou zijn ook dat hij me adopteerde.’

‘Wat een verdorven egoïstische tiran!’ Wat een verdriet moest Zephyr als kind hebben gehad, en hoe begrijpelijk dat zijn vermogen om mensen te vertrouwen en van ze te houden beschadigd was.

‘Dat vond ik ook. Ik was absoluut niet van plan om de plichtsgetrouwe zoon te spelen van een man die mijn moeder als handelsartikel had gebruikt en blij was dat ze mij in een kindertehuis had opgeborgen.’

‘En zijn Neo en jij toen weggelopen?’

‘Ja. Neo heeft bij zijn moeder gewoond tot ze stierf. Het kindertehuis was als een gevangenis voor hem. We besloten samen een nieuw leven op te bouwen, zo ver mogelijk van de plek waar we waren geboren.’

‘Dat is jullie heel goed gelukt. Maar waarom vertel je me juist nu ineens over je vader?’

Met een diepe zucht wendde Zephyr zijn hoofd af.

‘Kom, vertel op.’

‘Toen de gelegenheid zich voordeed, heb ik gezorgd dat de waarheid over zijn investeringen aan het licht kwam.’

‘Dat is dus die genadeloze kant van je karakter.’

‘Precies.’

‘Moest hij de gevangenis in?’

‘Nee, hij was rijk en dat was zijn redding. Maar zijn vrouw, die van niets wist, was hij kwijt. Als toppunt van ironie is hij uiteindelijk met een van zijn hoertjes getrouwd, bij wie hij nog twee kinderen heeft gekregen. Twee meisjes. Zijn vrouw bestiert het huishouden al net zo meedogenloos als hij zijn vrouwenstal bestierde.’ Er gleed een zweem van afschuw over zijn gezicht. ‘We nodigen ze niet uit voor de bruiloft. Die meisjes zijn nog te jong om te weten wie ik ben, en ik heb er geen behoefte aan om die pooier als mijn vader te erkennen.’

‘Maak je geen zorgen, geen haar op mijn hoofd die erover piekert,’ antwoordde Piper huiverend.

‘Als het erop aankomt, ben ik genadeloos.’ Hij keek haar vragend aan.

‘Dat klinkt alsof ik me zorgen moet maken.’

‘Zoveel zorgen dat je liever niet met me trouwt?’

‘Dat hangt ervan af.’

‘Waarvan?’

‘Of er nog meer dingen zijn die je me niet hebt vertelt.’ Ze knipperde met haar ogen om te laten merken dat ze maar een grapje maakte.

‘Nee, je weet nu alles,’ antwoordde hij ernstig.

‘Ik maakte maar een grapje. Daar maak ik me echt geen zorgen over. Mijn gevoelens voor jou zijn niet veranderd door wat ik vandaag heb gehoord.’

‘Ben je niet bang dat ik op mijn vader lijk?’

Ze greep hem bij zijn schouders en probeerde hem door elkaar te schudden. ‘Hoe kun je dat vragen? Je lijkt totaal niet op die egoïst!’

‘Mijn vader was genadeloos als hij zijn zin wilde hebben.’

‘En jij bent genadeloos als het om de waarheid gaat. Dat kan wel eens intimiderend overkomen, maar het heeft niets te maken met die man die anderen liet lijden om zelf een luxeleventje te kunnen leiden.’

‘Ik wilde hem niet straffen voor wat hij mij heeft aangedaan, maar ik wilde wel dat zijn omgeving begreep wat voor man hij was en hoe hij anderen uitbuitte.’

‘Dat weet ik.’

‘Hij heeft veel levens verwoest.’

‘En ik durf te wedden dat hij daar nooit spijt van heeft gehad. Art heeft meer met hem gemeen dan jij.’

‘Ze hadden familie van elkaar kunnen zijn.’

‘Precies. Ik begrijp trouwens niet hoe Art ooit zo’n egoïst heeft kunnen worden, die blind is voor zijn eigen fouten. Zijn familie bestaat uit allemaal aardige fatsoenlijke mensen.’

‘Mijn moeder wilde mij niet uit vrije wil afstaan. Dat begreep ik al toen ik nog heel klein was. Ze had domweg geen keus, ze wilde niet dat ik zou opgroeien in een bordeel.’

‘Dus heeft ze uiteindelijk de minste van twee kwaden gekozen en daar de rest van haar leven de prijs voor moeten betalen.’

‘Ik denk dat je gelijk hebt.’ Hij keek haar aan alsof het hem eindelijk begon te dagen. ‘Daarom wil je haar natuurlijk uitnodigen voor de bruiloft. Je vindt dat ze nu wel genoeg gestraft is.’

‘Ik denk dat jullie allebei genoeg gestraft zijn. Het is zo gelopen, daar valt niets meer aan te veranderen.’

‘Ik zal haar morgen bellen.’

 

Zephyr staarde niets ziend naar zijn computerscherm. Hij dacht aan zijn moeder en aan de blik in haar ogen als ze zei dat ze van hem hield, voor ze hem weer achterliet in het kindertehuis. Hij had het zichzelf nooit willen toegeven, maar die intens verdrietige blik was hij nooit vergeten. Zijn ogen brandden.

Zijn mobiel begon te rinkelen. Op het display zag hij dat het Piper was.

Hij had bij Tiffany’s een trouwring besteld en hun namen en de datum waarop ze elkaar voor het eerst hadden ontmoet erin laten graveren. Niets bijzonders, maar hij wist zeker dat ze er dolgelukkig mee zou zijn.

‘Hoe ging het?’ vroeg Piper zonder inleiding.

‘Ze huilde.’

‘Dat verbaasde je niet, denk ik.’

‘Nee, niet echt. We hebben afgesproken om vóór de bruiloft een keer samen te gaan eten.’

Dat was een idee van Piper geweest, omdat een weerzien na al die jaren wel eens heel emotioneel zou kunnen worden. Omwille van zijn moeder had hij ermee ingestemd, maar diep in zijn hart was hij er zelf ook blij om.

‘Fantastisch. Welk restaurant?’

‘Ze nodigde ons uit om bij haar te komen eten.’

Piper zweeg even voor ze vroeg: ‘Is haar man er dan ook bij?’

‘Ja, en hij komt ook op de bruiloft.’

Aan de andere kant van de lijn bleef het doodstil.

‘Haar man wilde me vanmiddag ook spreken,’ voegde Zephyr eraan toe.

‘Wat had hij te zeggen?’

‘Dat hij er vreselijk spijt van had dat hij mijn moeder had gedwongen mij in het kindertehuis achter te laten. Dat had hij al veel eerder willen zeggen, maar dat kon pas als ik bereid was met hem te praten. Hij huilde aan de telefoon. En ze hebben me ook verteld hoe mijn broer en zus van mijn bestaan hebben gehoord.’

‘Echt waar? Is het niet vreemd dat je moeder over jou heeft verteld, hoewel ze niet mee mochten als ze je ging opzoeken?’

‘Misschien heb ik het hun wel zelf verteld.’

‘Dat geloof ik niet.’

‘Daar ben ik toch genadeloos genoeg voor?’

‘Ik heb al eerder gezegd dat jij alleen genadeloos bent als het om rechtvaardigheid gaat.’

‘Je hebt wel erg veel vertrouwen in me.’

‘Inderdaad.’

‘Mijn zus Iola trof mijn moeder op een dag huilend aan met een stapeltje oude foto’s van mij en heeft haar toen gedwongen om het hele verhaal te vertellen.’

‘Hoe oud was je zusje toen ze van je bestaan hoorde?’

‘Twaalf. Ze noemde mijn vader een monster en was zo boos dat ze een jaar lang niet met hem heeft willen praten.’

‘Hemel, die zus van je is nog koppiger dan jij!’

‘Denk je?’ Hij vond het leuk dat Piper nooit een blad voor de mond nam en niet voortdurend vol ontzag naar hem opkeek. ‘Hoe dan ook, toen ik weer contact met mijn zusje kreeg, liet ze me geloven dat mijn moeder het haar uit zichzelf had verteld. Ze wilde niet dat ik mijn moeder zou haten.’

‘En ze respecteerde de afstand die jij tegenover je moeder bewaarde. Ze begreep heel goed dat het aan jou was om te bepalen hoe je met je familie wilde omgaan. Hoe voel je je nu?’

‘Prima.’ Een simpel telefoontje met zijn moeder bracht hem niet uit zijn evenwicht, ook al was het gesprek zelf niet zo simpel geweest.

‘Je bent een heel bijzondere man, weet je dat?’

De warme bewondering in haar stem deed hem goed. ‘Dat heb je al eens eerder gezegd. Ik voel me gevleid, maar ik begrijp niet waarom je zo onder de indruk bent.’

‘Het moet niet gemakkelijk voor je zijn om je moeder en haar man te vergeven.’

‘Ik heb het hen lang geleden al vergeven.’ Wie een nieuw leven wil opbouwen, moet geen energie verspillen aan boosheid en haat. ‘Ik wilde alleen niet met ze omgaan, omdat ik vond dat ze niets positiefs aan mijn leven toevoegden. Jij hebt me overgehaald om hun een kans te geven.’

‘Ik hou van je, Zephyr.’

‘Dank je.’

Piper schoot in de lach. ‘Je hoeft me niet te bedanken. Ik vind het heel edelmoedig van je om over het verleden heen te stappen en te proberen een band op te bouwen.’

‘De hele familie komt dus over voor de bruiloft. Alle vluchten zijn geboekt, ze komen direct na het weekend aan om nog wat van het eiland te kunnen zien. De kerk is besproken voor donderdagavond, en wij vliegen zondag met Neo en Cass na hun huwelijksinzegening per privévliegtuig naar Griekenland.’

‘Ik kan nog steeds niet geloven dat we over twee weken trouwen. In Griekenland nog wel!’

‘Dat wilde je immers graag.’ Hijzelf trouwens ook.

Er was hun gezegd dat er allerlei documenten nodig waren om in Griekenland te kunnen trouwen. Omdat alle bureaucratie veel tijd ging kosten, had Neo geopperd dat ze in Seattle voor de wet zouden trouwen maar hun huwelijk in Griekenland, in bijzijn van de familie, zouden laten inzegenen. Zephyr had het een geweldig idee gevonden en onmiddellijk alles geregeld.

‘Ik vind het leuk zoals we het nu doen. Het burgerlijk huwelijk heel intiem en de kerkelijke inzegening met iedereen erbij.’

‘Heb je al een bruidsjurk gevonden?’

‘Ja, een prachtige jurk op internet. Hij wordt nu naar een bruidswinkel in de stad gestuurd, voor als er nog iets aan veranderd moet worden. Wel peperduur allemaal.’

Hij hoorde aan haar stem dat ze schuldbewust probeerde te klinken, maar dat lukte niet erg.

‘Dat kan me niets schelen.’ De bruiloft moest helemaal naar haar zin zijn. Hij was allang blij dat ze er geen enorm feest van wilde maken, waar maanden voorbereiding aan vooraf zouden gaan. Maanden waarin ze zich nog zou kunnen bedenken en besluiten om toch maar niet met hem te trouwen. Of waarin ze, de hemel verhoede, de baby kon verliezen, waarmee zijn kans om haar ertoe te bewegen met hem te trouwen verkeken zou zijn.

‘Weet je zeker dat we niets overhaasten?’ vroeg ze ongerust.

‘Begin je terug te krabbelen?’ vroeg hij met een wee gevoel in zijn maag.

‘Nee, hoe kom je erbij?’

‘Wil je niet met zo’n knappe man als ik voor het altaar staan?’

‘Jawel!’

‘Dan overhaasten we dus niets, maar pakken we het gewoon slim aan.’

‘Art belde zojuist.’

Was ze daardoor plotseling onzeker geworden? Had ze nog gevoelens voor haar ex, of was ze bang dat ze misschien opnieuw een verkeerde keus maakte?

‘Wat wilde hij van je?’

‘Het was eindelijk tot hem doorgedrongen dat jij het over trouwen had gehad.’

‘Hij is anders niet uitgenodigd!’ Dat hij zijn eigen familie vergaf, was één ding, maar ook nog haar ex, dat ging hem te ver.

‘Daar ging het ook niet om, tenminste niet direct.’

‘Die vent heeft geen enkel schaamtegevoel!’

‘Je weet nog niet eens waarom hij belde.’

Dat was niet zo moeilijk te raden. ‘Wedden dat hij een lening wilde?’

‘Ja! Vind je dat niet gek? Hoe kan hij dat nou vragen?’

‘Een man als hij? Die heeft daar geen problemen mee.’

Piper snoof verachtelijk. ‘Je hebt waarschijnlijk gelijk, maar er is een tijd geweest dat ik van hem hield. Hoe heb ik ooit zo dom kunnen zijn?’

Haar gevoelens voor hem waren dus definitief verdwenen, stelde Zephyr tevreden vast. ‘Wil je dat ik hem uit de financiële problemen haal?’

‘Zou je dat doen als ik het graag wil?’

‘Ik wil je graag gelukkig zien.’

‘Al zou ik het willen, het heeft geen enkele zin. Art een lening geven is net zoiets als je geld uit het raam gooien. Toen ik nog bij hem werkte heb ik voorgesteld om naar een kleiner kantoor te verhuizen, maar hij vond het belangrijk om indruk te maken en zijn bedrijf groter te laten lijken dan het in werkelijkheid was.’

‘Hij vertikt het om toe te geven dat hij verkeerde keuzes heeft gemaakt.’

‘Dat was vroeger al zo. Ik heb eens rondgebeld, en zo ben ik te weten gekomen dat het personeel sinds ik daar weg ben voor het grootste deel uit uitzendkrachten bestaat. Hij heeft zich altijd meer bekommerd om de schone schijn dan om de inhoud.’

‘Geen lening dus?’

‘Nee, geen lening,’ antwoordde ze gedecideerd.

‘En je hebt niet het gevoel dat je ex als een obstakel tussen ons in staat?’

‘Nee, dat heb ik je immers al gezegd?’

‘Waar slapen we vannacht?’

‘In mijn flat. De verhuizers komen morgenvroeg.’

‘Ik verheug me erop om met je samen te wonen.’ Voor het eerst zou zijn penthouse een echt thuis worden.

 

De verhuizing verliep soepel, en het verbaasde Piper hoe goed haar spullen in Zephyrs flat pasten. Hij liet haar de vrije hand bij de inrichting en gaf haar zelfs nu en dan een complimentje.

‘Waarom kijk je zo naar me?’ vroeg hij ineens.

‘Hoe bedoel je?’ Zou hij het hardop durven zeggen? Ze wist heel goed wat hij bedoelde. Hij las in haar ogen dat ze van hem hield, hem bewonderde, hem aanbad…

‘Je kijkt naar me alsof ik volmaakt ben.’

‘Waarom zou ik anders kijken?’

‘Niemand is volmaakt, Piper.’

‘Dat is zo, maar jij bent voor mij volmaakt.’

Zephyr leek niet overtuigd, maar besloot haar niet tegen te spreken. ‘Is je jurk er al? Wie is de ontwerper?’ vroeg hij meteen daarop.

‘Ja, mijn jurk is er, maar wie de ontwerper is, zeg ik niet.’ Grappig dat hij zo nieuwsgierig was. ‘Je krijgt hem in Griekenland pas te zien, op de bruiloft.’

‘Doe je hem dan niet aan als we voor de wet trouwen?’

‘Nee, je moet gewoon wat geduld hebben.’ Ze vond het leuk om hem een beetje te plagen. Wie had ooit kunnen denken dat het Zephyr Nikos interesseerde hoe haar bruidsjurk eruitzag?

‘Op ons burgerlijk huwelijk draag je dan zeker gewoon een van die mantelpakjes die je altijd naar kantoor aan hebt? Tenslotte is het gewoon een doordeweekse ochtend.’

‘Dat zie je wel als het zover is.’

‘Ik ben anders niet van plan om onderweg een blinddoek voor te doen!’

‘En ik ben niet van plan om de nacht ervoor in jouw flat door te brengen.’

‘Hoe bedoel je? Waarom niet?’

‘Traditie.’

‘Maar…’ Hij zweeg even. ‘Oké, maar alleen die ene nacht. Daarna slaap je voortaan elke nacht in mijn bed.’

‘Genoteerd.’

‘Ook de nacht voor de bruiloft in Griekenland.’

Piper schoot in de lach. ‘Prima, maar dan sta ik wel heel vroeg op en krijg je me pas weer te zien als ik over het middenpad de kerk binnen loop.’

‘Daar kan ik wel mee leven.’

Ze sloeg haar armen om zijn nek. ‘Ik weet dat het allemaal nogal snel gaat, maar ik wil een paar tradities die we allebei belangrijk vinden graag in ere houden.’

Zephyr trok haar tegen zich aan. ‘Dat mag, maar die tradities gelden maar één keer.’

‘Sommige tradities zijn het anders best waard om vaker te doen, zoals wanneer de voorganger zegt “u mag nu de bruid kussen”. En twee huwelijksnachten lijken me ook wel leuk. Ik heb er zelfs twee nieuwe lingeriesetjes voor gekocht, maar dan breng ik er wel er één terug.’

Ze deed haar best om onverschillig te kijken.

‘Voor twee huwelijksnachten heb ik wel twee huwelijksplechtigheden over, met alles wat erbij hoort. Behalve apart slapen, dat doen we maar één keer.’

‘Oké.’ Het zou allemaal toch al anders zijn als ze eenmaal voor de wet getrouwd waren.

‘Waar ga je slapen, die nacht alleen?’

‘Bij Cass en Neo. Cass en ik komen in de limo naar het gemeentehuis, en Neo haalt jou op.’

‘Je hebt het al helemaal geregeld, zo te horen.’

‘Bezwaren?’

‘Die nacht alleen had van mij niet gehoeven.’

‘Dat overleef je wel.’ Ze drukte een vluchtig kusje op zijn mond.

‘Ik doe vast geen oog dicht.’

‘Heel onverstandig, want je moet wel zorgen dat je fit bent. Ik verwacht een onvergetelijke huwelijksnacht.’

‘Elke nacht samen is onvergetelijk,’ zei hij ernstig.

Piper lachte vrolijk. ‘Voor een man die beweert dat hij niet romantisch is, doe je het niet onaardig.’