Hoofdstuk 3

 

 

 

Om zo snel mogelijk weer met beide benen op de grond te staan, nam Zephyr haar mee naar de Plaka om haar het oude marktplein te laten zien, een paradijs voor toeristen. In een winkeltje waar antieke Griekse sieraden werden nagemaakt, kocht hij een prachtige halsketting. Piper protesteerde toen ze de prijs zag, maar hij hield voet bij stuk. Hij kon het zich veroorloven om een herinnering aan hun verblijf in Athene te kopen. Bovendien verdiende ze het om een beetje verwend te worden, na alles wat die ellendige ex haar had aangedaan. Hij kon haar geen liefde bieden, maar niets weerhield hem ervan om haar cadeautjes te geven.

 

Die avond genoot Piper van de betrekkelijke rust in een exclusief restaurant, waarvan de schitterende inrichting toch geheel de eigen sfeer van Athene ademde. Zoals bij de meeste Griekse restaurants zat vrijwel iedereen buiten op het terras.

‘Is dit je favoriete plek als je in Griekenland bent?’

‘Ja, hoe weet je dat?’ antwoordde hij met vragend opgetrokken wenkbrauwen.

‘Ik kan me niet voorstellen dat het personeel elke Amerikaanse zakenman, hoe rijk en machtig ook, bij naam kent.’ Ze keek naar hem, zoals hij daar zat in zijn dunne Armani trui en strakke spijkerbroek.

Hij schoot in de lach. ‘Daar heb je vast gelijk in.’

Zijn vrolijke lach deed haar goed. Hij leek de laatste paar uur wat in zichzelf gekeerd, alsof hij er spijt van had dat hij haar zoveel over zijn verleden had verteld en liefst zo snel mogelijk wilde terugkeren in het hier en nu.

Dat kon ze zich wel voorstellen. Hij was er de man niet naar om zich door zijn emoties te laten meeslepen. Ze had zelfs sterk de indruk dat hij al heel lang niet echt meer iets had gevoeld. Vanmiddag in de Plaka had ze zich echter opnieuw gerealiseerd dat zij wel heel veel voor hem voelde, en dat voor die gevoelens eigenlijk maar één woord bestond: liefde…

‘Dank je wel dat je me mee hierheen hebt genomen.’ Haar vingers gleden over de prachtige halsketting die hij voor haar had gekocht. ‘Dank je wel voor alles.’

Vanmiddag in de winkel had hij om een kus gevraagd om hem te bedanken. Die had ze hem gegeven, in bijzijn van de eigenaar van de winkel, die grinnikend in het Grieks een opmerking had gemaakt, waarop Zephyr in de lach was geschoten.

Piper voelde zich verwend en gekoesterd. Ze begreep maar al te goed hoe gevaarlijk dat was.

‘Graag gedaan.’

‘Dat zeg je vaak,’ merkte ze glimlachend op.

‘Ik meen het ook. Je bent prettig gezelschap, Piper.’

‘Leuk dat je dat vindt. Ik vind jouw gezelschap ook niet vervelend.’

‘Een hele opluchting. Ik moet er niet aan denken dat je al die tijd uit medelijden met me naar bed bent gegaan.’

‘Uit medelijden? Nee, niet bepaald!’ Ze vond de gedachte alleen al zo komisch dat ze het uitschaterde. Welke vrouw zou medelijden voor deze man kunnen voelen? Hem begeren, ja. Ernaar verlangen door hem gekust en gestreeld te worden, absoluut. Maar medelijden, nee.

‘Een hele opluchting.’

Het bloed schoot naar haar wangen. ‘Hou op met me te plagen en begin aan je voorgerecht!’

Tot haar verrassing deed hij wat ze zei.

Plotseling schoot haar iets te binnen wat ze zich eigenlijk al een tijdje afvroeg. ‘Ben jij ceremoniemeester op Neo’s bruiloft?’

‘Natuurlijk.’

‘Verheug je je daarop?’ vroeg ze plagerig, ervan overtuigd dat hij een gezicht zou trekken en zou ontkennen.

In plaats daarvan glimlachte hij echter. ‘Ja, daar verheug ik me op,’ bekende hij onomwonden.

‘Echt waar?’ Dat had ze niet verwacht.

‘Natuurlijk. Ik was bang dat Neo onder de druk van het opbouwen van ons bedrijf zijn dromen over een thuis en een gezin was vergeten. Toen we uit Griekenland weggingen, sprak hij over niets anders dan een eigen bedrijf beginnen en een gezin stichten, maar sinds we ons een paar jaar geleden in Seattle vestigden, heb ik hem daar nooit meer over gehoord.’

‘Wilde je dan niet dat hij het zou vergeten?’ Ze kon zich nauwelijks voorstellen dat Zephyr een dergelijke ambitie zou aanmoedigen.

‘Nee. Hij verdient het om een thuis te hebben.’

‘Dat zijn wel heel traditionele gevoelens voor iemand die zichzelf als een playboy beschouwt.’

‘Tja, ik ben nu eenmaal nogal traditioneel.’

‘Daar geloof ik niets van!’ riep ze lachend uit.

‘Waarom niet? Dat ik niet getrouwd ben, wil nog niet zeggen dat ik dat niet zou willen.’ Hij leek te menen wat hij zei.

Toch kon ze zich niet aan de indruk onttrekken dat hij haar in de maling nam. Zephyr was de verpersoonlijking van een man die zich niet wil binden, dat had hij haar van meet af aan duidelijk gemaakt. Na die eerste nacht had ze niet voor niets gedacht dat het daarbij zou blijven. Het had haar verrast dat hij tijdens hun volgende project weer met haar naar bed had gewild, en ook in Seattle bleef hij haar opzoeken. Al was hij wel zo slim om haar de tijd te geven aan hun nieuwe manier van omgaan met elkaar te wennen.

‘Je lijkt in verwarring gebracht.’

‘Zo voel ik me ook,’ gaf ze toe.

‘Ik zou niet weten waarom. Tenslotte dromen Amerikanen daar toch ook van? Op een dag kom ik de ware tegen en misschien word ik wel verliefd op haar, net als Neo.’

Zijn woorden sneden als een mes door haar ziel, omdat ze impliceerden dat hij de ware tot nu toe blijkbaar nog niet had gevonden. Dan kon zíj dat dus in elk geval niet zijn. Nu ze zichzelf eindelijk had bekend wat ze voor hem voelde, deed dat extra pijn. Onwillekeurig raakte ze haar halsketting aan, als om er troost uit te putten. Als je iemand zo wilde verwennen, dan hield je toch van haar? Waarom had hij haar dit cadeau anders gegeven? Ze was bang dat ze het antwoord op die vraag eigenlijk al wist. Hij gebruikte het als wisselgeld, omdat hij niet in staat was om liefde te geven. Niet aan zijn moeder, die hem te diep had gekwetst, en ook niet aan haar.

‘Je lijkt mij niet het huisje-boompje-beestjetype, Zephyr,’ merkte ze echter luchtig op. ‘Je gedraagt je in alle opzichten als een vrijgezel en verslijt het ene vriendinnetje na het andere.’

‘Dat deed Neo ook voor hij Cass ontmoette, maar ik wil de wereld net zo goed iets nalaten als elke andere man.’

‘Ben je nu serieus?’ Ze vroeg het voor de vorm, want aan de uitdrukking op zijn gezicht te zien was er geen twijfel mogelijk. Hij meende wat hij zei.

‘Waarom zou ik het niet menen? Ik ben niet van plan om verliefd te worden, maar ik zal zeker op een dag trouwen en kinderen op de wereld zetten. Waarom zou ik een bedrijf opbouwen als ik het aan niemand kan nalaten?’

Blijkbaar kwamen de kinderen van zijn zus daarvoor niet in aanmerking. Hij wilde een eigen gezin.

‘Maar je bent niet van plan om verliefd te worden?’

‘Nee.’

Van zijn standpunt uit bezien leek dat logisch, al deden zijn woorden haar pijn. Ze had het gevoel dat haar keel werd dichtgeknepen.

‘Maar…’

‘Maar wat? Hield jij van je ex?’

Ze trok een gezicht. ‘Ja.’

‘En ben je daar gelukkig van geworden?’

‘Nee, maar dat wil nog niet zeggen dat ik niet in de liefde geloof of denk dat die me niet gelukkig kan maken.’

‘Misschien kom jij op een dag de ware liefde wel tegen.’

‘Misschien wel.’ Die was ze al tegengekomen, en wat hij haar die middag had verteld op de akropolis had dat gevoel alleen maar versterkt. Ze wist echter dat hij er niet blij mee zou zijn als ze hem dat zei. Al deed het nog zoveel pijn, ze kon daar niets aan veranderen. Zij moest de prijs betalen voor wat een andere vrouw hem lang geleden had aangedaan. Zephyrs hart was niet beschikbaar en zou dat waarschijnlijk nooit zijn.

‘Liefde is een emotie die veel ellende veroorzaakt,’ zei hij met misprijzend omlaaggetrokken mondhoeken.

‘Dat is zeker waar, maar de liefde heeft ook zijn goede kanten.’ Dat begreep hij toch zelf ook wel, vooral nu Neo zo verliefd was?

‘Heb jij er dan geen spijt van dat je ooit van Art hebt gehouden?’ vroeg hij koel.

‘Nee, maar ik vind het wel erg dat hij een leugenaar en een bedrieger was en dat hij zijn liefde meer in woorden dan in daden beleed.’

‘Dat komt toch op hetzelfde neer?’

‘Nee, want mijn liefde was eerlijk.’

‘Maar je hebt er wel verdriet door gehad,’ merkte hij grimmig op.

Dat kon ze niet ontkennen. Haar liefde voor Art had op vrijwel elk gebied verwoestende gevolgen gehad. En haar liefde voor Zephyr leek ook al geen rooskleurige toekomst tegemoet te gaan, al wist ze met hem tenminste waar ze aan toe was.

Hij lachte geringschattend, zoals hij dat ook tijdens zakelijke onderhandelingen kon doen. ‘Ik wil geen onheilsbode zijn, maar jij en ik weten allebei dat iemand die zegt van je te houden, heel goed in staat is je desondanks te bedriegen.’

‘Maar dat betekent niet dat je niet open moet staan voor liefde.’ Ze deed haar best om niet wanhopig te klinken. Het was tenslotte niet zíjn schuld dat ze verliefd was geworden op de verkeerde man, alweer…

‘Voor mij werkt dat anders heel goed.’

Ze kon het hem niet kwalijk nemen. Nu ze wist dat zijn moeder hem in de steek had gelaten om zelf een beter leven te hebben, begreep ze zijn wantrouwen heel goed.

‘Neo houdt van Cassandra en zij van hem. Dat zei je tenminste.’

‘Cassandra is een vrouw uit duizenden.’

Zijn reactie voelde als een klap in haar gezicht. Zo’n vrouw was zíj dus blijkbaar niet. Wie probeerde ze nu eigenlijk voor de gek te houden? Met wat hij nu zei, benadrukte hij nog eens extra hoe hij erover dacht.

Hij hield niet van haar, zelfs niet een beetje, en blijkbaar dacht hij niet dat hij ooit wel van haar zou gaan houden. Hoewel ze niet haar inkomen zou kwijtraken als haar seksuele relatie met Zephyr eindigde, zoals gebeurde na haar scheiding van Art, zou haar hart een breuk niet overleven.

Ze was helaas tot over haar oren verliefd op een man die niet geloofde in de liefde. Een man die op een dag wel wilde trouwen, maar niet met haar. Dan zou hij immers niet zo doodgemoedereerd hebben opgemerkt dat zíj op een dag misschien de ware liefde zou tegenkomen.

Was de kleine kans dat hij misschien toch van haar zou gaan houden haar genoeg waard om het risico te lopen opnieuw verdriet te hebben? Ze herinnerde zich nog goed hoe ze nauwelijks had kunnen ademhalen toen tot haar doordrong dat Art niet van haar hield en waarschijnlijk nooit van haar had gehouden. Om haar zelfrespect niet te verliezen, moest ze tot elke prijs zien te voorkomen dat Zephyr ontdekte hoe rampzalig ze zich voelde.

‘Ik denk dat je gelijk hebt,’ zei ze daarom, en ze probeerde zo normaal mogelijk te klinken.

‘In welk opzicht?’

‘Dat ik het er niet al te best afbreng als het erom gaat de juiste man te kiezen.’

‘Daar ben ik het grondig mee eens.’

‘Dank je,’ antwoordde ze lachend, hoewel allesbehalve vrolijk. ‘Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om het over Arthur Bellingham te hebben.’

‘Mij maakt het niets uit.’ Zephyr kneep zijn ogen half dicht en schonk haar een van die gemaakte glimlachjes, die haar altijd een beetje misselijk maakten. ‘Vertel eens wat je morgen graag zou willen doen.’

Ze moest haar gevoelens voor hem verborgen houden en daar zou ze nu onmiddellijk mee beginnen. ‘Ik ben dol op musea en zou heel graag naar het Nationaal Archeologisch Museum gaan. En natuurlijk naar het museum bij de akropolis en misschien ook nog naar het Benaki Museum.’

‘Dat is een lange lijst als je bedenkt dat je deze paar dagen niet alle bezienswaardigheden langs wilde.’

‘Maar terwijl jij aan het douchen was, heb ik in die hotelgids zitten bladeren.’

‘Vandaar… Dus morgen wordt een museumdag?’

‘Als je liever iets anders doet, kan ik ook alleen gaan.’

Zephyr trok verbaasd zijn wenkbrauwen op. ‘Ik wil graag tijd met je doorbrengen, ook al heb ik het allemaal al gezien. Ik ben tenslotte opgegroeid in deze stad.’

Ze kon zich niet voorstellen dat hij de akropolis had bezocht in de tijd dat hij dakloos was, maar dat zei ze niet hardop.

‘Nu we toch plannen zitten te maken, wat doen we overmorgen?’

‘Dan zouden we toch naar het eiland vliegen?’

‘Ik heb een helikoper besteld aan het eind van de middag, zodat we onze tijd hier zo maximaal mogelijk kunnen benutten.’

‘Je verwent me.’ Hij hield dan misschien niet van haar, maar hij was haar vriend en gaf genoeg om haar om te willen dat ze zich happy voelde. ‘Ons verblijf hier was toch niet bedoeld als vakantie?’

‘Jazeker wel, al komt dat voor jou misschien als een verrassing.’

‘We zouden overmorgen toch aan het werk gaan?’

‘Ik heb de plannen een beetje veranderd.’

‘Wat jij wilt.’

‘Wat ik wil, is dat jij je een beetje vermaakt,’ merkte hij fronsend op.

‘Ik ben voor het eerst van mijn leven in Griekenland, waarom zou ik me niet vermaken?’

‘Vind je het dan misschien leuk om naar Sounion te gaan, of naar de ruïnes van de tempel van Trident?’

‘Dat lijkt me allebei geweldig!’ Het kon haar weinig schelen. Niet alleen moest ze haar gevoelens voor hem een plaatsje geven, maar ook wat hij zojuist tegen haar had gezegd. Wat maakte het haar uit waar ze heen gingen?

‘Oké, dan gaan we naar de tempel van Trident.’

Ze knikte. ‘Lijkt me leuk.’

‘Ik wist dat je het jammer zou vinden om naar Griekenland te komen en alleen een klein, nauwelijks bewoond eiland te zien. Je bent veel te nieuwsgierig en te avontuurlijk om daar genoeg aan te hebben.’

‘Je kent me goed.’ Al was het dan oppervlakkig… Hij zou zich wezenloos schrikken als hij ontdekte dat ze verliefd op hem was.

Die nacht vrijden ze langzaam en aandachtig.

Toen Zephyr haar uitkleedde alsof ze van porselein was, probeerde ze ervan te genieten, maar het lukte haar niet om het verdriet om gevoelens die ze niet kon veranderen, van zich af te zetten.

Hij streelde haar met een tederheid die in tegenspraak was met wat hij tijdens het eten had gezegd, of in elk geval had bedoeld. Namelijk dat ze geen speciale plaats innam in zijn leven. Ze voelde zich niet echt op haar gemak. Na afloop stroomden in het donker de tranen over haar wangen voor ze eindelijk in slaap viel. Had ze maar nooit ontdekt hoeveel ze voor hem voelde.

Toen ze de volgende ochtend wakker werd, streden allerlei emoties om de voorrang. Zoals altijd voelde ze zich veilig en zelfs bemind in zijn armen, maar dit keer werden die gevoelens overschaduwd door de zekerheid dat hij niet van haar hield en dat ook nooit zou gaan doen. Waarschijnlijk zou hij haar op een dag in de steek laten, of in elk geval niet meer met haar naar bed willen.

Ze had niet verliefd op hem willen worden, maar het was gewoon gebeurd. Terugkijkend had ze ook geen idee hoe ze het had kunnen voorkomen. Zephyr had alles wat ze van een man verlangde.

Ze hadden veel gezamenlijke interesses. Zo was hun vriendschap begonnen. Inmiddels was hij haar beste vriend geworden. Hij hield haar in het oog en had haar geholpen haar bedrijf op te bouwen door haar bij andere projectontwikkelaars aan te bevelen. Hij had zelfs eens voor haar gezorgd toen ze een zware kou had gevat.

Hij behandelde haar als een koningin en kleineerde haar nooit, zoals Art altijd deed. Ze kon wegkruipen in zijn sterke armen en als hij in zijn slaap een been om haar heen sloeg, trok er een rilling van genot door haar heen.

Het allerheerlijkste was nog wel dat hij met haar vrijde als de beste gigolo ter wereld. Als ze dat hardop zou zeggen, zou hij er waarschijnlijk nog trots op zijn ook. Kon hij maar echt liefde voelen als ze de liefde bedreven, dan zou ze zich nu niet zo ellendig voelen.

Ongelukkig keek ze naar de slapende man naast haar. Er viel een donkere lok over zijn voorhoofd, wat hem zelfs in zijn slaap een wat intimiderend aanzien gaf. Ze had altijd gehoord dat ook meedogenloze mannen er in hun slaap jonger en kwetsbaarder uitzien, maar voor Zephyr ging dat niet op. Zelfs nu, zich niet bewust van zijn omgeving, ontspande hij zich niet helemaal. Het leek wel alsof hij elk moment wakker kon worden om onmiddellijk aan een nieuwe drukke dag te beginnen.

Had hij dat onbewust aangeleerd toen hij met zijn moeder in de achterbuurten van Athene woonde? Of in het kindertehuis? Of later, toen hij dakloos was en op straat woonde?

Bij hun eerste ontmoeting leek hij haar een ontspannen, charmante zakenman, maar al gauw kwam ze erachter dat hij altijd zorgde dat hij geen moment de controle verloor. Ze voelde dat achter die gemaakte glimlach en dat masker van vriendelijkheid een meedogenloos karakter schuilging. Als Zephyr Nikos iets zei, dan luisterde iedereen. Hij was rijk en briljant, iemand om rekening mee te houden.

Wat zag hij eigenlijk in haar, een doodgewone vrouw die in Seattle een bedrijfje probeerde op te bouwen nadat haar ex-man in New York haar reputatie had verwoest? Er lag een wereld van verschil tussen hen, en dat maakte het alleen maar moeilijker om hun vriendschap vanuit zijn standpunt te begrijpen.

Dat ze verliefd op hem werd mocht dan misschien onvermijdelijk zijn geweest, maar ze had niet met hem naar bed hoeven gaan. Daar had ze zelf voor gekozen, en ze had zichzelf wijsgemaakt dat ze kon omgaan met de beperkingen die hij haar oplegde. Hoe had ze zo dom kunnen zijn? Waarom had ze zo’n ongelukkige hand van kiezen als het op mannen aankwam?

Art had een toonbeeld van stabiliteit geleken, maar toch had hij haar veilige wereldje verwoest. Nu viel ze voor Zephyr, die op het eerste gezicht zo charmant en open leek, maar die als het erop aankwam geslotener was dan enige andere man die ze ooit had ontmoet.

Alleen tijdens het vrijen liet hij zich gaan. Die allereerste keer al, en daarom had ze gedacht dat het daarbij zou blijven. Na afloop had hij er geschokt uitgezien, zijn haar in de war en zijn grote lichaam glanzend van het zweet. Zijn verwarring had haar zo opgewonden dat ze hem een tweede keer had verleid.

Hoewel hij geen weerstand had geboden, bleek hij de volgende ochtend verdwenen en was ze alleen wakker geworden. Toen ze elkaar weer zagen, hadden ze met geen woord meer over die nacht gerept. Pas na afloop van een nieuw project was de seksuele spanning tussen hen opnieuw uitgemond in ongeremde seks.

Piper besefte dat haar verliefdheid in die tijd moest zijn begonnen, wat ze zichzelf ook had proberen wijs te maken over ongebonden seks met een vriend. Ze had een kant gezien van Zephyr Nikos die niemand kende en ze was als een blok voor hem gevallen.

Toen hij had gezegd dat hij met andere vrouwen nooit zo was, had dat haar verliefdheid alleen maar aangewakkerd, al bleef ze zichzelf een rad voor ogen draaien.

Toch was het waar geweest wat hij had gezegd. Ze wás bijzonder voor hem. Ze waren vrienden en daar had hij er maar weinig van. Hun seksuele relatie duurde inmiddels langer dan hij ooit met iemand was geweest. Ze was dus duidelijk niet zomaar iemand voor hem. Dat bleek immers ook nu weer, nu hij voor het eerst sinds ze hem kende voor haar plezier een paar dagen vakantie hield?

Of klampte ze zich nu vast aan een strohalm, zoals ze ook met Art had gedaan, omdat ze niet wilde geloven dat hij haar ontrouw was? Totdat ze met het onweerlegbare bewijs werd geconfronteerd…

Eén ding wist ze echter zeker, ze zou zichzelf niet langer voor de gek houden. Ze hield van Zephyr, geen twijfel mogelijk. Ze hield meer van hem dan ze ooit van Art had gehouden, en waarschijnlijk ook meer dan ze ooit van iemand anders zou kunnen houden. Als Zephyr echter niet van haar kon houden, dan moest ze de omgang met hem zo snel mogelijk stoppen, voor hij haar hart zou breken.

De gedachte dat ze hem moest loslaten deed zo’n pijn dat ze onwillekeurig kreunde.

Hij werd niet wakker, maar trok haar in zijn slaap dichter tegen zich aan.

Als dit de laatste paar dagen waren die ze met hem doorbracht, moest ze die niet verpesten met nu al treuren om haar verlies. Integendeel, dan moest ze er alles uit halen wat erin zat en genieten van elke minuut die ze samen doorbrachten.

 

Zephyr werd wakker van de heerlijke massage die Piper hem gaf. Hij lag op zijn buik, met zijn armen ontspannen boven zijn hoofd en zijn benen languit onder het dunne laken. Piper zat op zijn dijbenen, wat een effect op hem had waarvan hij betwijfelde of het opzet van haar was. Of misschien ook wel. Piper was de ongecompliceerdste en avontuurlijkste minnares die hij ooit had gehad.

Het verontrustte hem een beetje dat ze op hem had kunnen gaan zitten zonder dat hij daar wakker van was geworden. Daaruit bleek al wel hoezeer hij haar vertrouwde, net als uit het feit dat hij haar een dag eerder de geheimen uit zijn verleden had toevertrouwd.

Nooit eerder had hij de behoefte gevoeld daar met een vrouw over te praten, en geen enkele minnares had ooit naast hem in slaap mogen vallen, laat staan hem wekken met een massage.

Hij had gedacht dat het slim was om een seksuele relatie aan te gaan met de enige vrouw die hij als een echte vriendin beschouwde, maar nu besefte hij dat zoiets leidde tot intimiteiten waar hij zich ongemakkelijk bij voelde.

Wat hij zou moeten doen was zijn omgang met haar terugschroeven, of in elk geval geen seks meer hebben. Geen vertrouwelijkheid die leidde tot ontboezemingen.

Het was maar goed dat ze hem had gewekt met een massage. Dit zou onherroepelijk tot seks leiden, en daar kon hij mee omgaan. Voorlopig zou hij haar dus nog maar even haar gang laten gaan.

‘Mmm…’ Hij strekte zich nog wat verder uit onder haar soepel knedende handen en wreef zijn wang langs het onderlaken, dat nog rook naar de afgelopen nacht. Hij hield van die geur en stelde het douchen ’s morgens soms uit om er langer van te kunnen genieten.

‘Vind je dit lekker?’ vroeg ze hees.

‘Heerlijk. Waar heb je dat geleerd?’

‘Een van mijn vele talenten,’ fluisterde ze lachend.

‘Ik moet bekennen dat ik erg geniet van dat talent van je.’

‘Dat is je geraden. Ben ik de enige die je kent met dit bijzondere talent?’

‘Ik heb Neo nooit gevraagd of hij massages geeft.’

Ze liet een zacht klokkend lachje horen. ‘Ik kan me zo’n gesprek tussen jullie ook nauwelijks voorstellen.’

‘Dan ben je niet de enige.’

‘Zijn er geen andere vrouwen in je leven die weten hoe ze je spieren kunnen ontspannen? Dat kan ik me niet voorstellen.’

Zat ze te vissen? Hij had haar nooit gevraagd of ze ook met andere mannen naar bed ging, maar hij wist wel zeker van niet. Hij maakte er evenmin een gewoonte van om met meer dan één vrouw naar bed te gaan. Dat leidde maar tot ongewenste complicaties. Hoewel hij zelden lang genoeg met een vrouw omging om in een dergelijke situatie te belanden, was hij hierin heel principieel. De meeste van zijn relaties duurden trouwens hooguit een paar maanden.

‘Er zijn geen andere vrouwen in mijn leven, althans geen vrouwen die ik in mijn bed zou toelaten.’

‘Dus ik ben je enige…’ Ze maakte haar zin niet af, alsof ze zelf niet goed wist hoe.

Hij kon haar niet helpen. Ze was geen vriendin in de gebruikelijke zin van het woord. Ze was een kameraad met wie hij het bed deelde. Het was nu echter wel duidelijk dat ze inderdaad zat te vissen. Waarom zou hij haar niet gewoon de waarheid zeggen?

‘Sinds de tweede keer dat wij met elkaar naar bed zijn gegaan, heb ik geen seks meer gehad met andere vrouwen.’

Van die eerste keer was hij zich doodgeschrokken, dat moest hij zichzelf eerlijk bekennen. Nog nooit had hij zich lichamelijk zo tot een vrouw aangetrokken gevoeld als tot Piper. Dat ze ook nog vrienden waren, maakte de seks alleen maar prettiger. Daarom had hij besloten ervan te genieten zolang het duurde.

Uit ervaring wist hij dat seksuele aantrekkingskracht niet blijvend was en dat ook liefde voorbijging. Zelfs op je familie hoefde je niet te rekenen. Vrienden, daarentegen, bleven elkaar trouw door dik en dun. Dat had Neo immers wel bewezen. Zephyr had er alle vertrouwen in dat hij ook met Piper voor altijd bevriend zou blijven, zelfs als de seks voorbij was.

‘Ik heb je nooit gevraagd om trouw te zijn.’ Ze begon de spieren in zijn onderrug te masseren.

‘En dat heb ik je ook nooit beloofd.’ Na wat haar ex haar had aangedaan, zou ze hem toch niet geloven. ‘Maar nu je het erover hebt, kan ik je zeggen dat ik op dit moment niet met andere vrouwen naar bed ga.’

‘Om mij?’

‘Omdat ik als stelregel heb dat je niet meer dan één bedpartner tegelijk hebt.’

‘Je bent dus altijd monogaam?’

‘Ja. Ik beloof nooit iets, dat weet je, maar als ik met een vrouw naar bed ga, zoek ik het niet ergens anders.’

‘Dus je hebt geen andere vrouwen meer gehad sinds je met mij bent?’

‘Niet sinds die tweede keer, toen ik wist dat we hiermee zouden doorgaan.’ Na hun eerste keer had hij een onenightstand gehad, maar dat had voor hem alleen maar bevestigd dat middelmatige seks met een ander niet kon vervangen wat hij met Piper had.

‘De eerste keer?’

‘Die was niet gepland, en ik wist niet zeker of we het nog eens zouden doen.’

‘Maar dat wilde je wel?’ vroeg ze zacht.

‘Net als jij.’

‘Ja.’

‘Toen ik begreep dat we er allebei mee wilden doorgaan, ben ik gestopt met naar andere vrouwen te kijken,’ antwoordde hij ernstig.

‘Zelfs als we elkaar wekenlang niet zagen?’

‘Ik overtreed mijn eigen regels niet, Piper.’

Hij was tenslotte geen puber meer die nergens anders aan kon denken. Al was dat niet altijd makkelijk, vooral niet als hij haar aan de telefoon had en zijn lichaam een voorspelbare reactie vertoonde. Een echte man was echter heel goed in staat zijn rits dicht te houden. Hij leek gelukkig niet op zijn vader!

‘Heel goed.’ Ze liet een onderdrukt lachje horen.

‘Ja, heel goed,’ herhaalde hij haar woorden met een zucht van genot. De massage die ze hem gaf ontspande niet alleen zijn spieren maar ook zijn gedachten.

Hij betwijfelde echter of ze hem geloofde en juist daarom had hij haar nooit iets beloofd. Eén ding was zeker, Arthur Bellingham was nog lang niet genoeg gestraft voor wat hij haar had aangedaan.