IK HAD DE TIJD niet om mijn werk te bewonderen of de koningin mijn mooiste glimlach te schenken, want juist toen ik opstond werd ik getroffen door een klap van toverkracht.
“Dat had je nou niet moeten doen.”
Ik kwam keihard op de grond terecht en hoorde mijn heupbeen kraken. De pijn schoot door mijn buik en dwong me om dubbel te slaan. Toen ik opkeek stond de laatste proevenheks over me heen gebogen. Haar lange blauwe haar golfde wild achter haar en de haat in haar ogen maakte me aan het beven.
“Wiscar was heel veel dingen, maar hij was ook mijn vriend. Je hebt hem van me weggenomen,” siste de heks.
Haar tovenaarshanger glinsterde met geel licht. “Hij beging de fout zijn waakzaamheid te laten varen en zijn arrogantie heeft hem het leven gekost. Maar ik maak geen fouten. Ik maak er een einde aan.”
Ik kwam wankelend overeind en kromp in elkaar van de pijn aan mijn heup.
“Het was zijn leven tegen het mijne, en ik koos het mijne. En dat zal ik steeds weer doen.”
“Ik zal je doden, weet je,” zei de heks bedaard. “Je bent dan misschien wel behendig met een zwaard, maar ik kan uitstekend met duistere magie omgaan en geen enkel zwaard kan tegen zulke krachten op. En zeker niet een bevlekte mens die zich voordoet als stalen maagd.”
“We zullen zien.”
“Als je je bewering nu terugneemt,” ging ze verder, “als je aan de koning zweert dat je geen stalen maagd bent, dat dit alleen maar een belachelijke poging was om de aandacht van onze koning te krijgen…zal ik je leven sparen.”
Ik vernauwde mijn ogen tot kleine spleetjes. “Ik denk anders niet dat de koning het zal sparen.”
De heks glimlachte. “Waarschijnlijk niet. Maar zijn manier om je te doden zou minder…pijnlijk zijn dan de mijne. Ik zal er voor zorgen dat al je menselijke bloed vergoten zal worden, tot de laatste druppel, totdat je helemaal leeg bent. Een bloedoffer s het heiligste offer dat we brengen aan onze godin. Het zou een eerbare dood zijn. De keuze is aan jou.”
“Keuze?” Ik trok mijn wenkbrauwen op. “Sinds wanneer heb ik een keuze? De heksenkoningin heeft je bevolen dit te doen, hè?” vroeg ik.
De duistere heks antwoordde niet, maar aan de manier waarop haar wenkbrauwen licht omhoog gingen kon ik zien dat ik gelijk had.
Ik bleef op mijn stuk staan.
“Ik heb nooit beweerd iets anders te zijn dan mezelf. En als dat betekent dat ik ook een stalen maagd ben, zo zij het dan. Ik kan niet veranderen wie of wat ik ben, net zoals jij niets kunt veranderen aan wie of wat jij bent.”
Haar grijns was vreselijk. In haar arrogantie was ze totaal overtuigd van haar eigen geweldigheid en macht.
“Je bent een dwaas. Je denkt dat dit stoer is, om hier te komen en zo’n voorstelling te geven? Het is domheid. Elke echte heks zou zich allang overgegeven hebben omdat ze geweten zou hebben dat ze het van mij niet kan winnen. Dat laat alleen maar zien dat je geen echte heks bent, maar een menselijk beest wier leven op het punt staat geëindigd te worden.”
Ik rukte mijn zwaard uit mijn tailleband.
“Misschien ben ik wel een dwaas, misschien ben ik niet eens een echte heks. Maar een lafaard ben ik beslist niet. En ik laat me niet op mijn kop zitten door een koningswijf.”
De heks stortte zich op me in een vlaag van woede. Ze riep haar duistere magie op, en de hanger aan haar nek vlamde op alsof hij iets duisters in de heks losliet. Met een lach maakte ze een handbeweging en toen schoot er een draad van magie op me af.
Ik zwaaide met mijn zwaard in een zwakke poging de magie af te weren, maar ik wist dat mijn wapens er niet tegen waren opgewassen. De botte kracht van haar magie sloeg op mijn borst in als een rotsblok en ik wankelde achteruit.
Eerst voelde ik niets, slechts een getintel. Maar juist toen ik dacht dat mijn bloedmagie heel misschien sterk genoeg zou zijn om haar magie te weerstaan, begon de pijn.
Ik slaagde er in mijn greep op mijn zwaard te hervinden door mijn natuurlijke reflexen, maar het hing nutteloos in mijn hand. De draden van haar magie pulseerden door me heen totdat ik alleen nog mijn bloed voelde kloppen. Ik kon mijn vingers nauwelijks voelen. De magie verspreidde zich als een vuurstorm door mijn aderen, en verbrandde mijn binnenste. Mijn borst deed zeer terwijl hij zich vernauwde en steeds nauwer werd totdat ik me voelde alsof ik van binnenuit verpletterd zou worden. Ik spuwde bloed op in een poging om adem te halen, maar mijn longen waren gezwollen van het vocht.
“Geef je over!” Een stem weerklonk in mijn oren, maar ik vermoedde dat het alleen maar mijn verbeelding was.
Door mijn wazige zicht kon ik de duistere heks haast niet zien. Haar gebalde vuisten vlamden van duistere magie.
Mijn borst stortte in, elke rib kraakte, spleet en boog door onder de onzichtbare kracht die me van binnenuit verpletterde. Ik stortte stuiptrekkend op de grond neer. Ik deed mijn mond open maar was zelfs niet in staat om te schreeuwen. Ik kon mijn botten voelen knappen en tot stof vermorzeld worden. Ik kon mijn vingers niet bewegen. Ik kon me helemaal niet bewegen.
Maar toen begon er een vertrouwd getintel in mijn middenrif en het ontbrandde. Mijn bloedmagie vocht tegen de duistere magie en verdedigde me. Ik kon mijn botten voelen jeuken en tintelen terwijl ze genezen werden. Ik kon voelen hoe ze weer opgebouwd werden door mijn hele bovenlichaam. Ik kon me weer bewegen, al was het maar amper. Mijn lichaam was doorweekt van het zweet en mijn hart bonkte terwijl mijn bloedmagie hard vocht om me te verdedigen alsof hij wist dat het nu of nooit zou zijn. Het was echter niet voldoende.
Terwijl ik probeerde op te staan sloeg de heks van alle kanten op me in en zond keer op keer duistere magie op me af. Ik kon haar gelach nauwelijks horen terwijl mijn bloed in mijn oren suisde. Ik viel op de grond terwijl er nog een golf van magie in mijn lichaam gelanceerd werd.
Ik voelde de hitte van de energie op en neer door mijn lichaam gaan en iedere zenuw weer in vlam zetten. Een beeld van Jon verscheen in mijn gedachten. Toen zag ik de overwinnaarsglimlach van de koningin voor me en toen stelde ik me de wilde uitdrukking op het gezicht van de koning voor.
“Je kunt niet tegen mijn toverkracht op,” treiterde de heks terwijl ik haar schaduw dichter naar me toe zag komen.
“Geen enkele mens noch heks kan mijn macht weerstaan. Geef je over.”
Maar ik gaf me niet over.
Een volgende magische klap liet me weer op de grond rollen en ik schreeuwde terwijl ik lag te stuiptrekken in ademloze pijn.
Ik dacht aan Jon. Ik kon zijn prachtige lippen zien, zijn donkere sensuele ogen en lippen en ik realiseerde me hoe erg ik hem zou missen. Ik wist dat ik die dag kon sterven. Dat dit het einde voor me zou betekenen. Misschien zou ik Jon weer in het hiernamaals zien…
Ik begon te snikken. Het kon me niet schelen of het hele Heksendom me kon zien huilen. De warme, dikke tranen liepen over mijn wangen. Ik huilde om Rose. Ik huilde om Jon, en ik huilde om mezelf.
De pijn ging opeens weg. Mijn magie had zijn best gedaan, maar er was teveel schade aangericht. Zelfs ik wist dat ik gebroken was, van binnen en van buiten.
Ik dwong mijn lichaam tot een staande positie. Ik beefde over mijn hele lichaam, alsof ik een epileptische aanval had. Ik wist dat het van uitputting was. Mijn magie was uitgehongerd en uitgeput, en ik wist dat ik het niet meer kon vervangen.
Ik wist niet hoe of zelfs maar of ik het kon, maar ik raapte mijn heksenzwaard op. Ik wist dat het niet zou helpen, maar ik voelde me naakt zonder dat zwaard.
Ik keek de heks aan.
Een verbaasde blik verscheen in de ogen van de heks. “Koppig mens. Geef je over, dan laat ik je leven.”
Maar overgave zou hetzelfde zijn als toegeven dat ik verslagen was. Overgave zou de dood van Garrick, Max en Leo tevergeefs laten zijn. Dat mocht niet gebeuren. Ik zou niet met mezelf kunnen leven als ik er nu tussenuit kneep. En ik was geen lafaard.
“Laten we dit afmaken.” Mijn stem was schril, mijn keel rauw en gezwollen en ik proefde de kopersmaak van bloed. Jammer dat Fawkes er niet bij was om me te zien sterven.
De duistere heks was nu zo dicht bij me dat ik haar knoflookadem kon ruiken.
“Zo zij het dan. Vandaag zal ik de laatste stalen maagd van de aardbodem vagen.”
Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. Ze had stalen maagd gezegd alsof ze het geloofde. Ze wist dat ik er een was. Ze wist dat ik de laatste stalen maagd was. Ze wilde me doden omdat de heksenkoningin haar dat bevolen had.
Mijn gezicht werd warm van boosheid. “Je weet het dus. Je weet dat ik een echte stalen maagd ben.” De heks kneep haar lippen op elkaar maar dat was antwoord genoeg voor me.
Het was alsof er een vuur in mijn binnenste ontbrand was en nieuwe kracht aan het verspreiden was en nieuw zelfvertrouwen. Ik had weer macht over de kracht in mijn binnenste. Mijn magie kon geen tovertrucjes doen, maar ik wist dat hij me nog steeds kon helpen om onmogelijke dingen te doen.
“Dood haar!”
Ik wierp een blik op de koninklijke loge. De koningin viel haast over de rand van razernij.
“Dood haar! Dood haar nu en maak de proeven af!”
Ik kon de koning ongelovig naar zijn koningin zien staren.
De duistere heks brulde met een beestachtige razernij en kwam op me af.
In een wanhopige poging mezelf te redden van de kracht van de aanval gooide ik met mijn laatste krachten mijn zwaard naar haar toe. Mijn zwaard raakte haar tovenaarshanger en sneed de ketting door. Hij viel op de grond.
De heks sprong verbaasd achteruit. Haar hand ging naar haar keel alsof ik haar gestoken had. Maar er was geen wond en ik kon zien dat mijn zwaard haar niet geraakt had. Ik begreep niet waarom, maar er flitste angst in haar ogen. De huid op haar gezicht werd slap en ze zag er doodsbleek uit, alsof ze in geen jaren geslapen had. Ze zag er plotseling oud en zwak uit. Ze aarzelde alsof haar magie op was.
De gezichten van al mijn vrienden kwamen me voor de geest en ik wist wat me te doen stond.
Godin vergeve me.
Ik wierp mijn zwaard in haar hals waar de hanger had gehangen.
De ogen van de heks werden groot. Haar mond viel open en er vloeide bloed uit. Ik trok mijn zwaard er uit en haar lichaam viel aan mijn voeten neer.
Ik keek naar de koning. Hij trok een wenkbrauw op. Het was de enige emotie die op zijn gezicht te zien was, maar hij was kennelijk niet verstoord over wat ik gedaan had.
Het gezicht van de heksenkoningin vertoonde haat en shock.
“Elena!”
Ik herkende zijn stem nog voordat ik hem zag.
Fawkes schopte en vocht tegen de twee heksenwachten die hem vasthielden bij de deuren van de arena. Eindelijk brak hij los en stond met een paar grote stappen naast me en hielp me overeind.
“Fawkes,” siste ik, aangezien praten en ademhalen me pijn deden. “Waar ben je…? Waarom was je…?”
Ik kon mijn zin niet afmaken.
Hij scheen het te begrijpen en kneep zachtjes in mijn hand. Hij glimlachte.
“Het is niet belangrijk. Ik ben er nu,” zei hij. “Je hebt het gepresteerd, Elena. Je hebt je tegenstanders verslagen in de heksenproeven. De koning zal je bewering moeten bevestigen.”
Mijn blik ging automatisch naar de koningin. “Maar ik heb de rebellen gedood.”
Fawkes volgde mijn blik. “Wat bedoel je daarmee?”
Ik draaide me met een ruk naar Fawkes en greep me aan zijn hemd vast ter ondersteuning. “De heksenkoningin wil ze doden. Ze heeft…”
“Ik weet het.” Fawkes hield me dicht tegen zich aan. “Ik heb gehoord wat er met Leo gebeurd is. En het was jouw schuld niet, Elena.”
“Natuurlijk wel.” Ik begon te beven. “De koningin heeft me gewaarschuwd. Ik weet niet waarom, maar ze wilde dat ik expres niet zou winnen. Ze zei dat ze de anderen zou doden als ik niet zou gehoorzamen. En moet je nu eens kijken wat ik gedaan heb. Ik heb hen ook gedood.”
Ik voelde me verdoofd en er kwamen geen tranen in mijn ogen.
“Maak je geen zorgen over de mannen,” Fawkes’groene ogen stonden fel. “Ik zal er voor zorgen. Ik beloof het.”
Ik moest bijna glimlachen. Ik slaagde er in adem te halen met korte stootjes, ook al was de pijn in mijn ribbenkast nog steeds ondraaglijk. Mijn lichaam was gebogen en gebroken, maar ik slaagde er in mijn kin op te heffen en de heksenkoning in de ogen te kijken.
Hij stond op uit zijn stoel en klapte kort in zijn handen. Ik wist wat dat betekende.
Ik had de heksenproeven doorstaan. Ik was de laatste stalen maagd.