19
Het was Fergus. Hij stond daar met zijn haar en schouders glinsterend van de regen. Met de verlichte straat achter zich zag hij er bijzonder lang en dreigend uit.
Julia’s zenuwen waren toch al tot het uiterste gespannen door haar afschuwelijke ontdekking, en haar schuldgevoel was al met al tamelijk groot. Het kostte haar belangrijke momenten om zich te herinneren dat ze Fergus nog niets ergs had aangedaan. Ze schudde zichzelf geestelijk door elkaar. Het kwam doordat iedereen aan haar hoofd had lopen zeuren dat ze hem moest vertellen dat ze zwanger was. Nou, daar hoefde ze zich nu niet meer druk om te maken; dat zou hij zelf inmiddels ook wel hebben gezien.
“Jij bent het,” zei ze. “Wat doe jij hier?”
“Ik kom voor jou.”
“O. Wil je binnenkomen?”
“Dat was de reden dat ik aanklopte en niet gewoon voor de deur bleef staan.” Hij schoof langs haar heen de woonkamer binnen en schudde zich uit. Zoals de regen van hem af spetterde, moest Julia onwillekeurig aan Roetje denken. Behalve dan dat Roetje er altijd alleen maar vriendelijk uitzag.
Fergus leek groot en niet op zijn plaats in haar kleine woonkamer, die nog steeds vol stond met kartonnen dozen die nog uitgepakt moesten worden. Julia haalde er een paar van een stoel en vermande zich. Hij wist helemaal niets van de rechtszaak die Strange had aangespannen en van wat ze zojuist in haar koffertje had ontdekt. En misschien realiseerde hij zich niet eens dat hij de vader van haar kind was. Ze glimlachte beleefd.
“Dit is een verrassing. Zal ik je jas aannemen?”
Hij knoopte hem los, trok hem uit en gaf hem haar. “Je hoeft geen gastvrouw te spelen, hoor. We zijn niet meer aan boord.”
Julia die bijna onder het gewicht van de jas bezweek, glimlachte nog vrolijker. “Hij is drijfnat. Ik ga hem even in de keuken ophangen. Wil je iets eten of drinken?” voegde ze eraan toe, in de hoop dat ze wat kostbare tijd alleen kon krijgen, zodat ze uit kon puzzelen waarom hij was gekomen.
Daar wilde hij niets van weten. Hij volgde haar naar de keuken. “Je bent zwanger,” bulderde hij tiranniek.
Het had weinig zin om het te ontkennen. Dat was net zoiets als mensen die je vertelden dat je naar de kapper was geweest, alsof het misschien buiten je medeweten was gebeurd. “Weet ik. Wie heeft je dat verteld?”
“Mijn moeder! Je moeder had het haar verteld!”
Julia voelde zich plotseling slap en sleepte met haar voet een stoel naar zich toe om te gaan zitten. Ze had gedacht dat haar eigen moeder zulk verwoestend nieuws op z’n minst nog iets langer voor zich zou houden. Het kon niet makkelijk voor haar zijn geweest om de moeder van het volmaakte kind te vertellen dat haar eigen kind min of meer een gevallen vrouw was.
“Was Lally kwaad?”
“Waarom zou ze? Ze weet niet dat ik de vader ben.”
Julia speelde een fractie van een seconde met de gedachte om te ontkennen dat hij dat was, maar besloot het niet te doen. Ze had al genoeg problemen. “Dus jij hebt het haar niet verteld?”
Fergus huiverde bij de domheid van deze vraag. “Nee, toevallig niet. “Je zult het niet geloven, maar de dochter van die arme Margot – de ongetrouwde, bedoel ik – is in verwachting,” zei ze. Toen heb ik maar niet gezegd dat ik de gelukkige vader was!”
“Je hoeft niet zo sarcastisch te doen. Je kunt ook gewoon nee zeggen – ”
Fergus trok er aan de andere kant van de tafel een stoel bij en ging zitten. “Ik wilde niemand iets zeggen voordat ik het met jou had besproken. Maar waarom heb jij het me verdomme niet verteld? Het is niet fijn om van je moeder te horen te krijgen dat je vader wordt.”
“Ik dacht dat je misschien zou gaan schreeuwen,” zei Julia, niet omdat ze dit echt had gedacht, maar omdat het hem er nu misschien van zou weerhouden. Helaas.
“Ik zou heus niet hebben geschreeuwd,” bulderde hij weer, “als ik het nieuws niet uit de derde hand had gehoord!”
“Heeft…had…heeft je moeder iets tegen de mijne gezegd over wie de vader is?”
“Allemachtig, waarom zou ze? Denk je nu echt dat ik haar een ansichtkaart heb gestuurd: Het is hier fantastisch, ben met de dochter van je beste vriendin naar bed geweest. Heb jij het zelf dan niet aan Margot verteld?”
“Nee!”
“Waarom niet? Schaam je je voor me?”
“Nee, maar ik wilde niet met geweld naar het altaar worden gesleept.”
“Zou je moeder dat gedaan hebben?”
“Ze zou een verdomd goede poging hebben gewaagd.”
Fergus bedaarde. “De dacht dat ze pacifiste was.”
“Alleen op papier. Als het om haar kinderen gaat, is ze een ouderwetse tijgerin.”
Fergus veegde zijn haar uit zijn ogen. “Heb je misschien een handdoek voor mijn haar? Het drupt in mijn nek. Ik moest de auto kilometers verderop parkeren.”
Julia kwam overeind, opgelucht dat ze weer iets kon doen. “Ja, natuurlijk.” Ze trok een kast open en haalde een handdoek te voorschijn, die tot haar verbazing was gestreken, vermoedelijk door haar huurster. “Wil je iets drinken?”
“Wat heb je?”
“Koffie, thee, chocola, allerlei vreemde soorten kruidenthee en vruchtenthee, die het meisje dat mijn huis heeft gehuurd, heeft achtergelaten, of alcohol.”
“Wat voor soort alcohol?”
“Eh…” Ze inspecteerde een stoffige fles. “Vlierbessenwijn. Van mijn moeder gekregen met de kerst. Ik ben bang dat ik verder niets heb. Ik drink het zelf niet meer en ik heb nog geen kans gehad om wat voor gasten in huis te halen.”
“Ongenode gasten in het bijzonder?”
“Gasten zijn gasten,” zei Julia blozend. “Nou, wat wordt het?”
“Doe maar koffie. Ik moet tenslotte nog rijden.”
“Koffie,” herhaalde Julia. “Die drink ik al helemaal niet meer. Als ik de spullen voor je klaarzet, zou je hem dan zelf willen zetten?”
“Natuurlijk. Ik kan ook thee nemen. Ik wil je niet misselijk maken.”
Julia draaide zich om, omdat ze niet wilde dat de woorden Dat heb je al gedaan, door me zwanger te maken eruit floepten. “Koekje?”
“Ik geloof niet dat ik het aankan dat je zo beleefd bent,” zei Fergus. “Dat is niets voor jou.”
“Nou zeg. Ik ben het grootste deel van de zomer beleefd geweest.”
“Als je niet bezig was om mensen te verdrinken.”
“Dat was eenmalig. Het grootste deel van de tijd had ik engelengeduld.”
Fergus grinnikte. Hierdoor voelde ze een onaanvaardbare steek in haar maag. “Maar je hebt mij je geduldige kant amper laten zien.”
“Ik laat hem je nu zien. Ik weet nog steeds niet wat je wilt drinken.”
“Wat neem jij?”
“Gemberthee. Die is erg goed voor de spijsvertering.”
“O ja? Dan wil ik die wel proberen.”
Julia nam de tijd voor de voorbereidingen, zocht de gember, schilde hem en sneed hem in dunne plakjes voordat ze die in de porseleinen kopjes deed. Zoveel zorg was niet nodig, maar ze voelde weinig voor de confrontatie die zou plaatsvinden als zij en Fergus van thee, koekjes en alles waar ze hem maar toe kon overhalen, voorzien waren. Ze gaf hem zijn beker. “Zullen we hier blijven, het is hier warmer. Of wil je naar de woonkamer?”
“Laten we maar hier blijven. Ik ben nog steeds een beetje nat.”
“Weet je zeker dat ik niet een roerei of zoiets voor je kan maken?”
“Nee, echt. Ik heb al gegeten.”
“Je had ook eigenlijk even moeten bellen.”
“Wilde ik eerst ook doen, maar ik dacht dat je er dan misschien vandoor zou gaan.”
Julia deed haar mond open en klapte hem bij nader inzien weer dicht. Dat zou ze inderdaad misschien wel gedaan hebben. “Hoe ben je aan mijn adres gekomen?” Een afschuwelijke gedachte kwam in haar op. “Je hebt het toch niet aan mijn moeder gevraagd?”
“Nee, ik heb het gewoon opgezocht. Vind je het verstandig om als alleenstaande vrouw in het telefoonboek te staan?”
“Ik heb er nooit problemen mee gehad.” Ze trok een gezicht, zodat hij begreep wat ze bedoelde. “Maar als je het aan mijn moeder had gevraagd, zou de hel zijn losgebroken.”
Hij knikte, nipte van zijn thee, grijnsde en zette zijn beker neer. “Je ontkent niet dat het mijn kind is?”
“Heeft dat zin?” Dit was geen retorische vraag, ze wilde echt weten of hij dacht dat het haar anders was gelukt.
“Nee. Ik geloof niet dat jij iemand bent die het met Jan en alleman doet.”
“Mooi.”
“Zullen we trouwen?” Hij zei het alsof hij haar voorstelde om uit eten te gaan.
“Nee.”
“Heb je erover nagedacht?”
“Niet echt, maar lang genoeg om te weten dat ik dat niet wil.”
“Maar waarom niet? Je wilt toch niet in je eentje een kind opvoeden? Dan zou je je carrière moeten opgeven.”
“Ik heb mijn carrière, zoals jij het noemt, afgelopen voorjaar al opgegeven. Ik wilde iets anders, en dat is gelukt. Én ik zou nooit van mijn leven trouwen omdat ik zwanger was, zelfs als ik het wilde. Trouwen, bedoel ik.”
“En wat ik wil, doet er niet toe?”
“Nee, eigenlijk niet.”
“Maar je geeft wel toe dat ik de vader van het kind ben. Ik heb rechten!”
“Dat weet ik. Ik zal het je ook niet moeilijk maken als je het kind wilt zien. Je kunt er zo vaak je maar wilt mee naar de dierentuin of naar McDonald’s, zolang je niet gewelddadig bent, natuurlijk.”
Fergus leek een paar tellen zijn uiterste best te doen om dat niet te zijn. “Vader zijn houdt veel meer in dat een paar uitjes naar een fastfoodrestaurant!” Hij spuugde de woorden uit alsof hij het over een drugspand had.
“Nou ja, ik ben het met je eens dat te veel fastfood niet goed is. Je kunt hem meenemen naar musea. Het Coriniummuseum in Cirencester heeft een heleboel Romeinse kunstvoorwerpen.”
“Dat weet ik! Maar wat ik wil zeggen, is dat uitjes allemaal heel mooi zijn, maar dat maakt nog geen vader!”
“Nee, dat weet ik wel. Maar dat is nu eenmaal wat er gebeurt als de ouders uit elkaar gaan, ben ik bang.”
“Maar we zijn helemaal niet uit elkaar. We zijn nooit bij elkaar geweest! En ik wil niet dat mijn kind in een eenoudergezin opgroeit.”
Julia had onwillekeurig medelijden met hem. Iedereen zei dat hij graag kinderen had willen hebben toen hij nog getrouwd was. Het moest wel vreselijk pijnlijk voor hem zijn om nu een kind te krijgen terwijl hij niet getrouwd was. Maar ze wist niet wat ze eraan kon doen. “Bij elkaar blijven voor de kinderen is tot daaraan toe. Iets met elkaar beginnen vanwege de kinderen is iets heel anders.” Toen hij wilde protesteren, stak ze haar hand op. “We gingen hiervoor niet eens met elkaar uit. Eenmoet je houdt toch geen stand.”
“Ik zie niet in waarom niet.”
“Ik zie niet in waarom wel! God weet dat het huwelijk al moeilijk genoeg is voor mensen die verliefd op elkaar zijn!”
“Maar ze houden wel stand. Het is een goed instituut.”
“Een psychiatrisch ziekenhuis ook. Maar ik zou er niet in willen liggen.” Julia raakte zijn pols aan. Hij voelde warm en aangenaam aan onder haar hand, en even vergat ze dat ze hem gerust wilde stellen. “Ik weet dat een eenoudergezin niet ideaal is, maar ik ben van plan om een heel goede ouder te zijn, de beste.”
“Dus je houdt op met werken, om fulltime voor de baby te zorgen?”
Het was duidelijk dat hij verwachtte dat ze nee zou zeggen en iets over crèches, kinderopvang en babysitters zou mompelen. Zijn verraste blik toen ze knikte, kwam bijna overeen met de verbazing die ze zelf voelde. Ze had helemaal geen baby gewild, maar nu ze er een kreeg, wilde ze niet dat iemand anders hem zou opvoeden. Ze herinnerde zich ook dat haar collega’s bij Strange wel eens hadden gezegd dat het zo moeilijk was om werk te vinden met geschikte uren en dat ze zich in allerlei bochten moesten wringen als de kinderen ziek waren. “Ja,” zei ze. “Totdat het naar school gaat, tenminste.”
“Maar hoe ga je jezelf dan onderhouden? Ik wil heel graag een bijdrage leveren aan de opvoeding van de baby, maar je wilt voor jezelf zeker geen geld van mij aannemen?”
Ze schudde haar hoofd. “Absoluut niet. En ik wil ook niet dat je geld voor de baby inbrengt. Het is mijn verantwoordelijkheid. Ik ben van plan om ons allebei te onderhouden.”
“Hoe?”
“Als cateraar, dineetjes, vriezers van anderen vullen, dat soort dingen. Ik ben al begonnen.” Dat was niet helemaal waar, maar ze had wel kaartjes opgehangen in een aantal plaatselijke winkels. Ze dacht dat ze nog genoeg geld had om het vier maanden uit te zingen.
“Daar verdien je nooit genoeg mee voor jullie tweeën.”
“Hoe weet jij dat nou?” Julia was er zelf ook niet helemaal zeker van, maar ze had geen zin om naar zijn pessimistische veronderstellingen te luisteren.
“Dat weet ik ook niet zeker, ik denk alleen dat het niet waarschijnlijk is. En je kunt me niet verbieden om het kind te onderhouden. Dat mag niet eens.”
“Wel als ik geen uitkering heb. Als ik genoeg verdien voor de baby en mij, dan hoef jij helemaal niets te doen.” En reken maar dat ze dat zou doen.
Fergus stond op, ging zitten en stond toen weer op, met zijn rug naar de kachel. Hij wist niet hoe onzeker ze zich voelde over haar financiële situatie en ook niet dat er boven bewijs lag van een misdrijf waardoor ze in de gevangenis zou kunnen belanden. Toch voelde ze zich bedreigd. “Begrijp je dan niet dat ik je wil helpen om voor de baby te zorgen? Het is net zo goed mijn baby als de jouwe.”
“Nietwaar! Jij hoeft hem niet te baren!”
“Dat is niet meer dan een biologisch detail! Een kind heeft twee ouders nodig om het te verwekken, én om het op te voeden. Ik ben de vader! Dus is het voor de helft van mij.”
“Baby’s bestaan niet uit twee helften! We kunnen het niet opsplitsen en delen!”
“We kunnen de verantwoordelijkheid delen!” Toen hij merkte dat hij weer aan het schreeuwen was, haalde hij diep adem. “Dit is misschien het enige kind dat ik ooit krijg.”
“Hoe kom je daar nu bij?”
“Dezelfde reden als voor jou.”
“Wil je beweren dat ik oud ben?”
Onverwacht begon Fergus te grinniken. “Nee, ik wil beweren dat ik oud ben. We zijn allebei nogal oud voor een eerste kind. Daarom wil ik deze kans niet verspelen om een echte vader te zijn.”
Julia liet haar hoofd in haar handen zakken en bleef lange tijd zo zitten. “Je hebt ook wel gelijk. Het is niet meer dan eerlijk. Dus als je wilt, mag je me financieel helpen.”
“Wat gul!”
Niet zozeer gul als wel vreselijk dom. “Maar verder niets. Bezoekjes naar mijn goeddunken. Als we niet getrouwd zijn, kun jij niets opeisen wat ik je niet wil geven.”
Woede flitste in zijn ogen, maar hij onderdrukte het. “Maar waarom kunnen we niet trouwen? Dan zou je niet hoeven werken. Ik zou jullie allebei kunnen onderhouden en dan hoef jij alleen voor ons kind te zorgen. Dat is veel beter voor de baby.”
“Denk je echt dat de baby het doorheeft dat hij de eerste zes maanden van zijn leven twee ouders heeft gehad, of hoelang een huwelijk tussen ons dan ook stand zou houden? Nee. Tegen de tijd dat hij zich ervan bewust is, is ons huwelijk al afgelopen en zijn we weer terug bij het eenoudergezin. Alleen zijn de bezoekjes dan waarschijnlijk vijandig en verbitterd. Nee, het is voor het kind veel beter om vanaf het begin van mij te zijn.”
“Ik vind dat we het huwelijk een kans moeten geven. Waarom ga jij ervan uit dat we wel uit elkaar zullen gaan?”
“Twee op de drie huwelijken mislukken,” zei ze, blij dat ze dit feitje uit de krant had onthouden. “Dat van ons zou een slechtere basis hebben dan de meeste, omdat het uitsluitend voor het kind zou zijn.”
“Dat kun je zo niet zeggen. We zijn nog niet eens een keertje op een normale manier ergens wat wezen drinken. Misschien is het wel fantastisch.”
“Fergus! Dat bedoel ik juist! We kennen elkaar helemaal niet, en het is te laat om er ‘op een normale manier’ nog iets aan te doen.”
Fergus vloekte. “We kunnen eerst samenwonen, om te kijken hoe het gaat.”
Julia schudde haar hoofd. “Het heeft geen zin. Ik wil met niemand trouwen en dus ook niet met jou. Het zou een hele toestand zijn die nergens toe dient.”
“Nergens toe dient! Het is je niet eens het proberen waard, voor de baby?”
“Ik zie niet in hoe dat in vredesnaam onder die omstandigheden zou kunnen slagen.”
“Maar ik wil vader zijn! Toen mijn moeder het me vertelde, was ik uitzinnig gelukkig! Pas toen ze erover doorzeurde hoe een dochter van Margot toch in zo’n positie terecht was gekomen, werd ik boos.”
Julia aarzelde, omdat ze onwillekeurig medelijden met hem had.
Haar reacties waren al net zo verward geweest afschuw in combinatie met vervoering. “Het spijt me, Fergus,” zei ze wat vriendelijker. “Ik zou nooit met iemand kunnen trouwen die het niet om mij doet, maar om het kind.”
Fergus bleef lang stil. “De zou met je kunnen trouwen om jou.”
Even stond ze zich toe om zich af te vragen of dit ooit, onder andere omstandigheden, waar zou kunnen zijn. Ze zou het nooit weten. Ze schudde haar hoofd. “Zelfs als dat waar was, wat ik geen seconde geloof, dan zou ik dat nooit zeker weten. Ik zou altijd denken dat het voor de baby was.”
“Oké,” zei hij, na wat een eeuwigheid leek. “Ik besef dat ik moet accepteren wat jij me wilt toestaan, maar ik kan je wel vragen om eerlijk te zijn.”
“O, ik wil zo eerlijk mogelijk zijn,” zei Julia opgelucht. “Je hebt misschien niet veel rechten, maar ik begrijp heel goed dat je wel gevoelens hebt.”
Fergus ontspande zich. Pas toen de spanning uit zijn lichaam verdween, besefte Julia hoe gespannen hij was geweest. “Ik ben blij dat je dat begrijpt.”
Ze glimlachte hartelijk naar hem. Het was waarschijnlijk een vreselijke schok voor hem geweest om er via zijn moeder achter te komen. Vooral omdat ze het met zoveel geschokt genoegen had gebracht, iets waarmee sommige mensen het ongeluk van anderen bekijken. “En als ik iets kan doen om de situatie makkelijker voor je te maken, dan zeg je het maar.”
Zodra deze woorden haar mond uit waren, realiseerde ze zich dat ze een vergissing had gemaakt. “Fijn,” zei hij. “Dan vind je het niet erg dat ik een paar voorwaarden heb voor jouw voorbereiding op de komst van de baby?”
Julia verstarde zichtbaar. “Waar heb je het over? Bedoel je dat je niet wilt dat ik de babykamer met roze lammetjes versier?”
Haar vraag bracht hem van zijn stuk. “Nee! Werkelijk, hoe kom je daar nu weer bij? Als jij wilt dat de baby wordt omgeven door geantropomorfiseerde lammetjes als hij wakker wordt…,” hij rilde bij de gedachte, “…danmoet je dat zelf weten.”
“Nooit gedacht dat ik dat woord nog eens in een gesprek zou horen.”
Hij negeerde dit. “Nee, ik bedoel je voorbereidingen om moeder te worden.”
Julia was erg moe. “Hoor eens, ik ben al bij de dokter geweest en volgens haar is alles in orde. Ik heb een scan gehad.” Even liet ze haar gedachten terugflitsen naar de opwinding die ze voelde toen ze haar baby op een beeldscherm zag bewegen. “Ik slik mijn vitamines en ik ga binnenkort een cursus kinderverzorging volgen.” Ze wierp hem een nijdige blik toe. “Ik doe mij bekkenoefeningen.” Hij gaf geen krimp. “Maar even serieus, ik pas al sinds hun geboorte regelmatig op de kinderen van mijn zus.” Ze zei er niet bij dat ze doodsangsten uitstond, als ze zonder duidelijke reden maar bleven huilen.
“Je begrijpt nog steeds niet wat ik bedoel. Ben jij er klaar voor om moeder te worden? Ik heb het over levenslessen.”
“Of ik er klaar voor ben? Levenslessen? Waar heb je het…?” Toen schoot de eerste week van het seizoen haar opeens te binnen. “O, je bedoelt waar Suzy het over had, over het openen van champagneflessen?”
“Ja, maar nog belangrijker is dat ik je hoorde zeggen dat je geen rijbewijs hebt.”
Geen wonder dat hij zijn examens altijd zo goed had gemaakt, hij had een geheugen van twintig gigabyte! Ze sleepte haar herinnering weer terug naar het gesprek. Ze had geleerd om aan het roer te staan, als ze het zich goed herinnerde. Nu had ze heel andere problemen. Hoe kon ze Fergus uitleggen dat ze zich geen rijlessen of een auto kon veroorloven, zonder te laten doorschemeren dat ze geldgebrek had? Lastig, zelfs voor hersenen die niet in de war werden gebracht door zorgen, hormonen en vermoeidheid. “Ik geloof niet…”
“Ik begrijp het wel, je hebt er geen geld voor.”
Julia verstarde en verwachtte dat hij nu zou aanbieden om voor de lessen te betalen. Ze bedacht hoe ze dit het beste kon weigeren.
“Ik wil het je leren, in mijn auto.”
Julia’s spanning viel van haar af. Ze giechelde. “Fergus! Dat is het meest belachelijke idee dat ik ooit heb gehoord!”
“Waarom?”
“Waarom? Omdat we op dit moment niet zo goed met elkaar kunnen opschieten. Hoe denk je in godsnaam dat wij met elkaar kunnen blijven communiceren als jij mij rijles gaat geven? Er zijn stabiele relaties ten onder gegaan omdat de een de ander leerde autorijden!”
“En er zijn stabiele relaties stabiel gebleven omdat de een de ander leerde autorijden. Het idee dat mannen…dat mensen hun partner niet kunnen leren autorijden, is gewoon een stereotypische mythe.”
“Het is ook stereotypisch, maar jij hebt het over stelletjes die het met elkaar kunnen vinden.”
“Wij kunnen het nu toch ook met elkaar vinden?”
“Ja?” Het idee dat zij en Fergus een gesprek konden voeren zonder te ruziën, was nieuw voor haar, maar misschien had hij gelijk. Ze waren hier een aantal behoorlijk controversiële zaken aan het bespreken en er waren nog geen klappen gevallen.
“Ja,” ging hij verder. “En ik begrijp niet waarom twee volwassen mensen die allebei een zelfde probleem hebben…”
Onmiddellijk vlamde ze op. “Ik weiger mijn baby als een probleem te zien!”
“Ik bedoel de baby toch niet, Stommerd!”
Heimelijk deed deze reactie haar goed, maar dat ging ze hem niet vertellen. “Aha! Zie je wel! Je noemt me een Stommerd. We hebben ruzie! Ik zei toch dat het niet zou gaan?”
Fergus haalde geduldig adem. “Dan hoef je niet zo blij te klinken, het is niet iets om trots op te zijn, hoor. Het probleem dat we allebei hebben, is dat je een rijbewijs nodig hebt en dat je waarschijnlijk geen geld van mij wilt aannemen voor rijlessen.”
“Nee, natuurlijk niet.”
“Dan moet ik het je dus leren.”
“Niets daarvan. Ik red me wel zonder auto. Als ik het me kan veroorloven, betaal ik mijn eigen rijlessen wel.”
“Je zult nog wel merken dat het zonder auto heel lastig is om een kind groot te brengen.”
“En jij bent nu opeens de expert?”
“Ik heb vrienden met kinderen. Ik weet toevallig dat zij het heel moeilijk vinden om zich te redden zonder vervoer. Ze vragen me soms wel eens of ze mee kunnen rijden.”
“Ik heb vervoer. Ik krijg de kinderwagen van mijn zus. Daarmee kan ik de stad in en kan ik alles krijgen wat ik nodig heb.”
“En wat doe je als je met de baby wilt gaan zwemmen?”
“Dan neem ik de bus. Oxford is niet zo ver. En als er meer mensen waren die met het openbaar vervoer gingen in plaats van met de auto, dan zouden er heel wat minder milieuproblemen zijn. Dit is allemaal vreselijk eenzijdig,” ging ze verder. “Jij hebt vast ook niet alle levenslessen die je nodig hebt om vader te zijn. Wat ga jij leren?”
“Ik reken er helemaal op dat jij me gaat leren hoe ik een luier om moet doen, het kind een boertje moet laten doen, het in slaap moet krijgen, en al die andere dingen.”
Ze kreeg tranen in haar ogen bij het beeld van Fergus met een baby op zijn schouder die hij zachtjes op de rug klopte. Even vroeg ze zich af of ze haar kind tekortdeed door niet met Fergus te trouwen. Maar hoe gezond was het voor een baby om op te groeien met ouders die altijd ruzie maakten? Het was toch zeker beter als papa een vriendelijke bezoeker was, in plaats van een inwonende vijand?
“Ja, natuurlijk doe ik dat als je wilt, maar zolang de baby klein is, ben ik er altijd om dat te doen.”
“Hoe bedoel je? Ik dacht dat tripjes naar de dierentuin en de hamburgertent mijn taak waren, als afwezige vader.” Hij slaagde erin om zijn afschuw te laten merken zonder de blik op zijn gezicht te veranderen.
“Ja, maar zolang het nog klein is, moet ik erbij zijn.”
“Waarom? Ik ben heel goed in staat om voor een baby te zorgen, hoor. Tenminste, als iemand me laat zien hoe het moet.”
“Maar zelfs als we getrouwd waren, zou je niet in staat zijn om borstvoeding te geven,” liet Julia hem weten.
Een groot deel van Fergus’ woede verdween. “O, je bent van plan om borstvoeding te geven? Daar ben ik blij om. Dat schijnt veel beter te zijn voor de baby.”
“Dat zeggen ze.” Eigenlijk had Julia daar helemaal nog niet goed over nagedacht, omdat er zoveel andere dingen waren die eerst geregeld moesten worden, maar ze realiseerde zich dat ze met borstvoeding een zekere macht over Fergus had die hij niet van haar kon afpakken. Ze bekeek hem eens goed. Het was zonder meer een prettige gedachte dat Fergus bereid was om haar te helpen met de baby. Met haar moeder in het Lake District en haar zus die zelf drie kleintjes aan haar rokken had hangen, zou het misschien wel eens eenzaam zijn.
Alsof hij aanvoelde dat ze wat milder werd, ging Fergus verder. “En je moet het me laten weten als er wat in huis moet gebeuren.” Zijn ogen dwaalden naar een stapel plastic dozen die in een hoek van de keuken stonden.
“Er is niet veel te doen,” verzekerde Julia hem. “In die dozen zitten gewoon spullen die ik had opgeborgen om mijn huurster wat meer ruimte te geven.”
“Waar ga je de baby houden?”
“Het is geen paard of een hamster, hoor! Hij kan heel goed het huis met mij delen!”
“Jouw slaapkamer?”
“Om te beginnen, ja.”
“En heb je ruimte voor een babykamer?”
“Ik heb een klein kamertje dat wel geschikt is.” Julia was wat afhoudend, omdat ze niet wilde dat Fergus het zag. Niet alleen stond het er propvol met overbodige meubeltjes en plastic zakken vol oude kleren die ze nooit had weggegeven, maar haar koffertje lag er ook, vol met belangrijke papieren die ze niet hoorde te hebben. “Het heeft alleen een likje verf nodig. En ik heb geen hulp nodig bij het inrichten,” ging ze snel verder. “Daar ben ik heel goed in.”
“In plamuren en schuren? Hoe goed ben je daarin?”
Gore seksist, dacht ze, maar hield het voor zich. “Geweldig. Ik zou er een prijs mee kunnen winnen.”
“Misschien kun je dan ook eens bij mij komen klussen. Doe-het-zelven is niet echt iets voor mij.”
“Wat had je dan gedaan als ik had gevraagd of je de babykamer wilde doen?”
“Iemand inhuren, of het in een boek opzoeken.”
“Jij bent zo verstandig!”
Zijn ogen vernauwden zich, iets wat Julia onwillekeurig erg sexy vond. “Dank je.”
“Het was niet als compliment bedoeld.”
“Weet ik.”
Julia merkte dat ze naar adem hapte. Ze werd zenuwachtig van de manier waarop Fergus naar haar keek. Ze stond op. “Zit je lekker hier? Of zal ik hiernaast de haard aandoen? Ik weet dat het nog maar oktober is, maar het is een barre avond.”
Er weerspiegelde verbazing in de ogen van Fergus. “Vind je het goed als ik de haard voor je aansteek?”
Julia besefte dat ze Fergus nu had uitgenodigd om de hele avond met haar door te brengen, terwijl hij waarschijnlijk van plan was geweest om naar huis te gaan om een documentaire over kernfysica, of het effect van micro-organismen op de aarde te bekijken. Ze kneep haar ogen toe en wilde erg graag wat terrein terugwinnen. “Ik kan je wel vertellen, Fergus Grindley, dat een vuurtje stoken een van de dingen is die ik als de beste kan.”
“Vast,” zei hij. “Maar ik ben hopeloos als het om chocolademelk maken gaat.”
“Chocolademelk? Dat is wel erg huiselijk, vind je ook niet?”
“Ik denk niet dat jij iets sterkers wilt? Dat dacht ik al. Dus moet jij het maken, en dan doe ik ondertussen het vuur. Tenzij je natuurlijk een recept voor chocolademelk hebt,” voegde hij er droogjes aan toe. “Dan is het geen probleem.”
Julia rolde met haar ogen en gaf zich gewonnen. “O god! Hebben ze je op die dure school van jou dan helemaal niets praktisch geleerd?”
“Nee,” zei Fergus nederig.