12
Julia schreeuwde. De waanzin waartoe ze langzamerhand door Oscar, zijn moeder, de inspecteur van de Gezondheidsdienst en een aantal weken keihard werken zonder vrije tijd was gedreven, overmande haar nu. Ze zag dingen die er niet waren.
“Sorry,” zei Fergus. “liet ik je schrikken? Ik kom net van het station. Toen ik het trekpad opkwam, zag ik hoe je hem erin duwde. Moeten we hem niet een handje helpen?”
Julia keek hoe Oscar in het water lag te spartelen. Roetje was er ook in gesprongen en amuseerde zich kostelijk; iedere keer als Oscar overeind kwam, wist Roetje hem weer omver te duwen.
Julia was misselijk van de emotionele verwarring. De verleiding was groot om Fergus ook in het water te duwen, maar de gedachte aan twee natte mannen en een natte hond aan boord in plaats van een weerhield haar hiervan.
Met opzet liet ze het kanaal achter zich en liep ze het weiland in, omdat ze zich plotseling als Ophelia in het water zag liggen met een bloemenkrans om zich heen; een beeld dat heel aantrekkelijk was. Maar wat zij wel wist en Ophelia niet, was dat mensen zo niet echt dreven, en dat het kanaal bovendien stonk.
Niet dat ze er echt een einde aan wilde maken. Geen seconde. Maar ze had dringend behoefte aan wat afstand tussen zichzelf en de oorzaak van alle spanningen. En ze wilde nooit meer koken.
Ze wist dat aan boord inmiddels de hel zou zijn losgebarsten. Oscar zou wel aan het briesen zijn, zijn moeder zou ongetwijfeld iedereen vertellen dat ze altijd al had geweten dat Julia labiel was en Suzy zou lichtelijk verbijsterd zijn dat die oude vertrouwde Julia plotseling was doorgeslagen, een passagier het kanaal in had geduwd en vervolgens was vertrokken zonder de troep op te ruimen. Wayne zou staan vloeken omdat hij het allemaal met zijn camera had gemist. En Fergus? Er kwam niets in haar op. Hij was waarschijnlijk alleen een waanbeeld geweest, opgeroepen door haar zieke geest.
De zon brak door de wolken en was verrassend warm. Ze vond een stukje gras zonder distels en koeienvlaaien en plofte neer. Als ze nog verder liep, zou ze misschien verdwalen, en wat dan? Ze stelde zich de hulptroepen voor, met Oscar aan het hoofd, die het terrein doorkruisten, op zoek naar een spoor van haar. Ze gniffelde.
Het was goddelijk om hier zo te liggen. Niemand wist waar ze was, niemand kon haar vragen om nog wat warm water of nog meer toost. Er was niemand die ijs wilde, terwijl zij net bezig was met iets dat in lijm zou veranderen als ze niet bleef roeren. De hete zon op haar oogleden verzachtte haar stress. Haar gedachten begonnen af te dwalen en even later sliep ze.
Ze kon niet meer dan een paar minuten zijn ingedut, maar toen ze wakker werd, had ze het gevoel alsof ze uren had geslapen. Ze was zich ervan bewust dat er iemand bij haar was. Ze deed een oog half open. Het leek Fergus wel die naast haar zat, naar haar keek. Ze deed haar oog dicht. Óf ze sliep nog en dit was een droom, óf de spanning had haar zo gek gemaakt dat ze dingen bleef zien, een soort dronkemanswaanzin maar dan zonder alcohol. Als ze de energie ervoor had, zou ze nu opstaan om bij een arts lekker wat Prozac te halen. Maar ze had de energie niet en dus besloot ze om maar weer te gaan slapen, zodat hij wegging.
Maar in haar halfslapende toestand drong de vraag van Fergus zich aan haar op, terwijl dat niet het geval zou zijn geweest als ze helemaal bij bewustzijn was geweest. Ze kon niet ontkennen dat hij, sinds hij was vertrokken, veel vaker in haar gedachten was dan geoorloofd. Hij was een oude vijand. Hij was amper een week bij hen geweest. Waarom gleden haar gedachten dan toch iedere keer onwillekeurig af in een droom over Fergus, terwijl ze meer dan genoeg echte, dringende problemen had? Waarom wou ze zo graag dat ze niet zo chagrijnig tegen hem was geweest? Als ze zich wat beter had gedragen, dan was hij Toscane en zijn boek misschien vergeten en was hij in ieder geval wat langer gebleven. Als ze wat aardiger was geweest, dan zou hij haar nu misschien niet steeds als geestesverschijning achtervolgen. Dan zou hij misschien echt komen en Julia nog een kans geven om hem eens goed te bekijken, om erachter te komen of ze hem in haar gedachten had geïdealiseerd of niet.
Ze viel weer in slaap, totdat ze wakker werd van een vlieg die op haar neus landde. Ze veegde hem weg en merkte toen dat het geen vlieg was, maar een lok van haar eigen haar. Fergus, echt of denkbeeldig, was haar aan het kietelen.
Hij lag op zijn elleboog naar haar te kijken. “Sorry. Ik kon geen seconde langer kijken hoe jij lag te slapen.” Toen leunde hij voorover en kuste haar.
Julia vond dat ze hem best terug kon kussen. Het was tenslotte alleen een erg realistische erotische droom, en een concretere vorm van seks zat er waarschijnlijk niet in. Ze zou toch zo wakker worden, en het was helemaal niet onaangenaam om op haar rug te liggen en te worden gekust door iemand die wist wat hij deed. Sterker nog, deze droomman wist precies hoe hij haar hele lichaam in vuur en vlam moest zetten, terwijl alleen hun lippen contact met elkaar hadden. Zelfs toen dit veranderde en het gewicht van zijn lichaam op het hare begon te zakken, voelde het aangenaam aan. Het gaf haar een veilig gevoel. Liefdevol. Allemaal een illusie, hield ze zich voor, maar ze hield haar ogen dicht. Illusies waren soms heel redelijk.
Haar vingers woelden in zijn haar. Het was zijdezacht, veerkrachtig en pas gewassen met een aangenaam geurende shampoo. Maar goed dat ik hem het kanaal niet heb ingeduwd, dacht ze lui.
Zijn vingers begonnen met delicate bewegingen rond de hals van haar bloes te tasten. Heel erg teder van hem, dacht ze, maar waarom maakte hij niet gewoon de knoopjes los? Anders zou de droom weg zijn, voor hij echt iets was. Ze verschoof een beetje zodat hij er beter bij kon. Haar borsten hadden dringend meer aandacht nodig dan ze nu kregen.
Ze weerstond de verleiding om haar ogen open te doen. Als ze haar ogen opendeed, zouden alle zalige gevoelens die over haar heen spoelden vast verdwijnen. En dus maakt ze op de tast de knoopjes van zijn bloes open. Haar vingers gleden door de bescheiden hoeveelheid borsthaar, en over de verrassend ontwikkelde borstspieren. Misschien was zijn interesse in archeologie niet alleen wetenschappelijk. Misschien deed hij wel eens opgravingen. Onder haar vingers werden zijn tepels zalig hard. Het gaf haar een gevoel van macht. Het was prettig om een initiërende rol te hebben in een droom. Meestal mislukten haar pogingen om het heft in handen te nemen.
Alle knoopjes van haar bloes waren nu los en haar beha leek ongewoon strak te zitten. Ze vroeg zich vaag af of ze die open kon krijgen zonder overeind te komen, wakker te worden en de hele droom te verjagen. Ze bracht haar hand naar achteren om aan de sluiting te wriemelen, en merkte dat ze geholpen werd. De beha ging gemakkelijk los en even later werd hij van haar borsten getrokken. Dat was beter. De beha zat nog steeds ergens om haar nek, maar haar borsten konden ademen. Vervolgens waren het haar tepels die opsprongen, en haar borsten kregen alle aandacht die ze wilden en nog veel meer.
“Schuif eens een beetje opzij.”
De stem van Fergus was hees, en zijn ademhaling was een beetje kort toen hij haar half optilde en half opzij rolde, waardoor ze op iets zachts en droogs kwam te liggen.
Ondanks haar tegenzin om de droom te verstoren, deed Julia haar ogen open. Er veranderde niets, haar opgewonden gevoel vervaagde niet. En het was Fergus in levenden lijve die hier, vol wetenschappelijke concentratie, met haar vree. Én de echte, wetenschappelijke Fergus had iets meegenomen om op te liggen. Vaag herinnerde ze zich dat haar moeder haar had verteld over zijn successen bij de padvinderij. Zelfs toen ze heel klein waren hadden zij en Angela de padvinderij nogal kansloos gevonden. Ze hadden geen idee gehad hoe handig al die bereidheid kon zijn. Maar, herinnerde ze zich, terwijl hij haar spijkerbroek losmaakte en uiterst efficiënt naar beneden trok, archeologie had ook zo’n praktische kant.
Voordat een van beiden iets zei, was ze naakt en had ze zijn bloes uitgetrokken.
“Julia, weet je het zeker?”
Julia knikte. Er gebeurde niets. Fergus wachtte op een concreet antwoord. “Ik weet het heel zeker.”
Julia rolde Fergus op zijn rug en duwde hem daarbij bijna van de slaapzak in een plek met brandnetels. Met haar borsten trok ze een spoor over zijn borst, totdat hij kreunde. Heel lang werden geen verdere pogingen gedaan om iets te zeggen.
“Denk je niet dat we hierover moeten praten?” vroeg Fergus een tijd later. “Ik weet dat ik al naar je heb verlangd vanaf het moment ik je voor het eerst weer zag, maar ik kreeg niet de indruk dat jij hetzelfde voelde.”
“Niet erg verbazingwekkend.” Julia had zojuist ontdekt hoe mooi zijn oren waren. “Jij praat te veel.”
Fergus zuchtte en gaf zich over aan Julia, die hem ergens naartoe leidde waar hij maar al te graag heen wilde.
Toen ze naderhand met haar hoofd op zijn borst lag, met zijn arm om haar heen, begon de realiteit om de hoek te kijken. Eerst langzaam, maar daarna beangstigend snel.
“Hoe laat is het?” vroeg ze hem.
“Even na zessen.”
“Aargh! Het avondeten! Ik moet terug.”
Hij hield haar nog steviger vast. “Laat Suzy het avondeten maar doen. Ik kan me tenslotte niet voorstellen dat ze zonder jou verder gevaren zijn.”
“Dat weet je niet zeker. O god, ik ben zo onverantwoordelijk geweest!” Ze duwde zich op haar elleboog omhoog en keek hem aan. “Ik kan haast niet geloven dat ik zomaar ben weggelopen en vervolgens…” Ze dwong haar mond te zeggen wat haar hersenen maar moeilijk konden accepteren, “…met jou heb gevreeën. Ik ben geen haar beter dan Suzy!”
“Ik heb nooit met Suzy gevreeën, dus ik kan het niet vergelijken, maar geloof me als ik zeg dat ik meer dan bevredigd was.”
Hij streelde haar schouder met zijn vinger, maar zij trok zich terug, raapte haar kleren bij elkaar en begon ze moeizaam aan te trekken.
“Ik weet niet wat me bezielde. Het spijt me, Fergus. Ik heb zoiets nog nooit van mijn leven gedaan! Het was haast een ritsloze wip.”
Hij fronste. “Zeg dat nog eens?”
Ze was jachtig op zoek naar haar andere sok. “Je weet wel. Als je met iemand naar bed gaat, zonder eerst met elkaar te praten.”
Fergus begon zijn kleren ook aan te trekken, al deed hij het iets rustiger. “Niet dat ik er veel ophef over wil maken, hoor, maar we zijn nu niet echt vreemden. Je kent me al van kinds af aan. Pas toen ik een tiener was, kregen we ruzie met elkaar. Er bestaan zelfs foto’s van ons samen op het strand.”
“Echt waar? Dat wist ik niet.” Even was ze afgeleid. “Maar dat doet er verder niet toe. Toen je aan boord kwam, herkende ik je niet eens. Zelfs je naam was veranderd. Onze moeders zijn dan misschien oude vriendinnen, maar wij zijn geen oude vrienden van elkaar. Het is moreel gezien even onaanvaardbaar om…” ze pauzeerde, “met jou te vrijen, dan als ik je in een vrijgezellenkroeg had ontmoet.”
“Ik ben nog nooit van mijn leven in een vrijgezellenkroeg geweest. Maar we hebben toch bijna een week onder hetzelfde dak gewoond?”
“Maar we hebben elkaar toen helemaal niet gesproken. Pas toen een van de passagiers erover begon, wist ik weer dat jij archeoloog bent.”
“Nou, en wiens schuld was dat?”
Fergus had nieuwe blonde highlights in zijn haar, ongetwijfeld van de Toscaanse zon. “Ik weet dat het mijn schuld was, en dat maakt het ook zo akelig.”
“Ik vond het niet akelig, jij wel?”
Julia was angstvallig eerlijk. Ze onderging nu de martelingen van de verdoemden, hoewel ze al die tijd genoten had. “Nee. Het was heerlijk, maar het gebeuren zelf, wij, het vrijen, dat was helemaal verkeerd en immoreel. Ik ben niet iemand die dat soort dingen doet, en jij ook niet, denk ik.”
“Nee, meestal niet, nee.”
“Nou, dan moeten we maar accepteren dat we allebei heel ongepast hebben gehandeld. Het was een slippertje en het had nooit mogen gebeuren.”
“Het was inderdaad nogal onorthodox.”
“Onorthodox! Alleen jij kunt op zo’n moment, zo’n woord gebruiken!”
“Maar we kunnen elkaar nu toch achteraf leren kennen? En als we dat gedaan hebben, kunnen we met een brandschoon geweten nog een keer vrijen.”
Julia sperde vol afschuw haar ogen open. “Nee. Nooit meer. Het spijt me, maar ik zou niet kunnen! Na dit seizoen ben ik van plan om te gaan reizen, en ik…” Ze stamelde. Ze wilde niet zeggen dat ze wilde reizen met haar hart nog intact en dat voor haar seks en liefde onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Als ze dat niet hadden, kon ze niet nog een keer met hem vrijen, en als ze van hem hield, hoe kon ze dan echt op eigen benen staan? “Heb het er alsjeblieft nooit meer over, niet met mij en niet met anderen. Het was niet meer dan een misstap.” Fergus had zich verschoven, zodat de zon achter hem stond en ze zijn gezicht niet kon zien, dus wist ze niet of ze hem nu diep had beledigd of niet. Ze beet even op haar lip. “Ik moet terug naar de boot om te douchen.” Ze schraapte haar dikker wordende keel. “Als dat stomme mens nog wat water heeft overgelaten voor me!”
Het kostte Julia al haar moed om terug te gaan en iedereen onder ogen te komen. Dat zou ook het geval zijn geweest als ze niét met Fergus had gevreeën. Haar gedrag was ontstellend geweest. Ze was boos geworden op een passagier, had hem het kanaal ingeduwd en was vervolgens urenlang verdwenen.
Het was ongewoon stil aan boord. Geen hysterisch gekrijs vanuit de kajuit toen ze dichterbij kwam, noch rookwalmen vanuit de kombuis. Julia knapte een beetje op en vroeg zich af of ze ongemerkt naar binnen kon glippen om te douchen voordat ze haar terugkomst bekendmaakte. Ze was ervan overtuigd dat iedereen maar een blik op haar hoefde te werpen om te weten wat ze had gedaan. Maar het mocht niet zo zijn. Ze had nog geen voet in het dolboord gezet of Suzy kwam te voorschijn.
“Julia!” zei ze hartelijk. “Hoe is het?”
Julia reageerde verward. “Suzy, het spijt me zo…”
“Julia, fk heb zo’n spijt! Het is allemaal mijn schuld. Ik heb je veel te veel onder druk gezet. Geen wonder dat je door het lint ging.”
“Is alles goed met Oscar?” Julia bloosde van schaamte toen ze dacht aan wat ze Oscar had aangedaan.
“Prima. Hij heeft met zijn moeder een taxi naar Oxford genomen.”
Julia kikkerde op. Als Oscar en zijn moeder hadden besloten om te vertrekken, kon er toch nog iets goeds voortkomen uit alle kwaad. “Wat? Zijn ze naar huis gegaan?”
Suzy schudde haar hoofd. “Ze zijn gaan winkelen en daarna uit eten bij Randolph. Zij wilde wel weg, maar Oscar heeft haar overgehaald om te blijven.”
“Waarom? Hij wil toch zeker niet blijven, na wat ik gedaan heb!”
“Nou zeg, ik ben blij van wel! We kunnen het ons niet veroorloven om zomaar passagiers weg te sturen, hoor. Ook al vragen ze erom.”
“O, Suzy. Het spijt me zo.”
“Hoeft niet. Het pakt allemaal heel goed uit. Ze gaan niet weg, dus hoef ik ze hun geld niet terug te geven. En op deze manier hebben we allemaal een avondje zonder hen.”
“Je vat dit zo goed op dat ik me alleen nog maar schuldiger voel. Als ik nu even snel ga douchen, dan begin ik aan het eten.” Paniekerig probeerde ze zich te bedenken wat ze op het menu had staan, maar ze wist het niet meer.
“Neem maar een uitgebreide douche. Er is genoeg water, en Peggy kookt vanavond.”
Peggy was degene die zo dol was op Roetje. “Suzy! Je kunt een passagier niet laten koken omdat ik…” Wat kon ze van het gebeurde mogelijk toegeven?
Julia probeerde erop te staan, maar werd door Suzy naar de badkamer gestuurd. “Je zit onder het gras, en is dat koeienstront op je schouder?”
Ze maakte zich stilletjes uit de voeten, in de overtuiging dat iedereen, vanwege al dat gras, vast en zeker wist dat ze meer had gedaan dan alleen maar een dutje in een weiland.
Ze keerde opgefrist weer terug en voelde zich niet meer zo schuldig over het Oscar-incident, maar maakte zich meer zorgen over wat er naderhand was gebeurd, met name omdat ze Fergus samen met Suzy in de kajuit aantrof.
“Deze dag wordt beter en beter,” kondigde Suzy aan, terwijl ze een glas whisky voor Julia inschonk. “Eerst donderen Oscar en zijn moeder op en vervolgens voegt Fergus zich weer een tijdje bij de bemanning. Is het niet geweldig?”
“O,” zei ze wezenloos. “Hoi, Fergus!”
Fergus kwam overeind en gaf haar een zoen op haar wang. “Leuk je weer te zien, Julia.”
Julia besefte dat hij niet had verteld dat hij haar eerder op de dag al had ontmoet. “Wat aardig dat je bent teruggekomen. Was het zomaar een ingeving?”
“Ik heb hem geschreven om het te vragen,” zei Suzy. “Ik wist dat we het gewoon niet meer konden redden met ons drieën. Jij stond veel te veel in de keuken, en met Wayne die de hele dag aan de videocamera gelijmd zat, werden we helemaal gek. Hij had een contactadres achtergelaten.” Suzy zag er zeer zelfvoldaan uit. “Hij blijft zo lang mogelijk.”
Julia wilde dat ze mee kon doen aan het algehele enthousiasme, maar vond dat ze liever een zenuwinzinking kreeg dan dat ze de kleine ruimte met Fergus moest delen…onder deze omstandigheden. “Overspannenheid zou wel verklaren waarom ik Oscar het kanaal in heb geduwd. Het spijt me zo, Suzy.”
“En wat was zogezegd de laatste druppel?” vroeg Fergus vals.
“Nou, de man van de Gezondheidsdienst kwam langs, en…” Julia viel halverwege de zin stil. Fergus had Oscar waarschijnlijk uit het water geholpen. Hoe had hij zijn daaropvolgende verdwijning verklaard? Hoe kon ze daarachter komen zonder per ongeluk aan de wereld te laten weten dat zij en Fergus de ontbrekende uren in een weiland hadden liggen vrijen?
“En hoe laat was jij hier, Fergus?” ging ze verder, terwijl ze hem indringender aankeek dan zo’n terloopse vraag eigenlijk vereiste.
“O…Het was eigenlijk heel vreemd,” antwoordde hij. “Ik kwam waarschijnlijk net nadat jij Oscar in het water had geduwd. Hij kwam er niet uit omdat de hond hem steeds weer omverduwde.”
“Roelje! Waar is hij?”
“Ook mee winkelen,” zei Suzy. “Ik weet niet hoe ze het bij Randolph straks met hem uithouden.”
“En toen,” ging Fergus volhardend verder, “realiseerde ik me dat ik mijn slaapzak was vergeten. Die had ik op de grond gelegd om op de kaart te kijken en toen ben ik hem daarna vergeten. Ik moest helemaal terug naar het station. Duurde een eeuwigheid.”
Kwam het door zijn jaren als padvinder of door zijn universiteitsopleiding dat hij zo’n goede leugenaar was geworden? “O,” zei Julia, “heel aardig van je dat je Oscar hebt gered.”
“Als ik het zo hoor, hadden jullie liever gezien dat ik hem had laten verdrinken.”
“Hij zou niet verdronken zijn,” zei Suzy. “Het kanaal is maar iets meer dan een meter diep en dan alleen nog in het midden. Maar het zou hem misschien wel een tijd hebben gekost om eruit te komen.”
“Wat deed zijn moeder toen ze erachter kwam?” vroeg Julia.
“Werd hysterisch,” zei Suzy rap van tong. “Maakte jou vreselijk zwart. Helaas stonden de passagiers allemaal aan jouw kant en weigerden ze in te stemmen toen ze zei dat je je schandalig had gedragen en onmiddellijk ontslagen moest worden.”
Julia drukte haar hoofd in haar handen. “Ze heeft gelijk. Je zou me moeten ontslaan.”
“Geen schijn van kans, zonnetje. Zo gemakkelijk kom je er niet onderuit. En trouwens, als je Oscar er niet in had geduwd, had ik zijn moeder er misschien wel ingeduwd. Dat zou veel erger zijn geweest.”
Julia hief haar hoofd op. “Ze hebben de tweede week zeker afgezegd?”
“Dat mochten we willen. Oscar is vastbesloten om het vol te houden, en zij wil hem niet in de handen van die kenau achterlaten. Daar bedoelt ze jou mee.”
“Hij is zeker zo’n vrek dat hij zijn voorschot niet kwijt wil raken. Dat is de enige verklaring. Hoe kan het dat ik zo lang met hem ben uitgegaan zonder te zien hoe krenterig hij is?” Julia was verbijsterd.
“Dat is het niet,” legde Suzy uit. “Ik heb hem namelijk volledige restitutie geboden, ook al kunnen we ons dat niet veroorloven. Maar hij wil blijven…,” ze begon te giechelen, “…omdat hij jou een fantastische meid vindt!” Het gegiechel werd nog erger. “Duw ze in het kanaal en ze willen je helemaal! Je hebt hem nu precies waar je hem hebben wilt!” Ze krulde zich op tot een balletje en schudde van het lachen.
“Nee, ik had hem waar ik hem hebben wilde toen hij in het kanaal lag! En toen moest jij hem er zo nodig uithalen!” Ze keek verwijtend naar Fergus, en realiseerde zich op hetzelfde moment dat ze waanzinnig verliefd op hem was.
“Ik wist wel dat het op de een of ander manier mijn schuld was,” zei Fergus goedmoedig. “Dat is het altijd.”
Julia voelde zich plotseling heel zwak. Hoe moest ze nu het hoofd koel houden bij Fergus, die haar opwond door alleen maar naar haar te kijken en die waarschijnlijk dacht dat zij de makkelijkste wip in de geschiedenis van de verleiding was. En dan was er ook nog Oscar, aan wie ze een hekel had, maar die om de een of andere vreemde reden verliefd was op haar. Ze legde haar handen op haar hoofd. “O, god!”
“Neem een borrel,” zei Suzy, en ze schonk nog een glas in.