Becky

Tijdens de jaren dat Becky en Andrew waren getrouwd en ouders waren, had Mimi Breslow Levy hun nog nooit een brief gestuurd.

Telefoontjes, ja. E-mails, de meeste als dringend aangekondigd en versierd met rode uitroeptekens, zeker. Honderden faxen en stapels pakjes voor A. Rabinowitz. Maar ze hadden nog nooit een echt pen- en-inktgeschrift ontvangen tot de donderdagmiddag dat Becky uit haar werk kwam en Andrew op de bank aantrof, die mistroostig naar een stel handgeschreven velletjes papier zat te staren.

'Wat is dat?' vroeg ze. Slecht nieuws, dacht ze, aan zijn gezicht te zien. 'Een brief van Mimi,' zei hij intonatieloos. 'Ze onterft ons. Ze zegt dat ze ons nooit meer wil zien.'

Door zich bovenmenselijk in te spannen was Becky in staat haar eerste impuls te onderdrukken en niet in een vrolijk geflap met haar armen uit te barsten en juichend te zingen: 'Happy Days are Here Again.' 'Hoe bedoel je?'

Hij nam zonder een woord te zeggen Ava uit Becky's armen en gaf haar de brief. Becky ging op de bank zitten en begon te lezen:

Andrew,

Ik weet niet of ik de woorden kan vinden om uit te drukken hoe je daden van de afgelopen maanden me hebben gekwetst. Jij en je vrouw hebben duidelijk besloten dat jullie niet willen dat ik deel uitmaak van jullie leven of dat ik een relatie met mijn kleindochter heb. Ik begrijp niet Wat ik kan hebben gedaan dat je je zo voelt...

'O, doe me een lol, zeg,' mompelde Becky en keek zijdelings naar Andrew, die op de bank zat en eruitzag alsof hij een liter bloed was verloren.

...maar sinds je bent getrouwd, en in het bijzonder sinds mijn kleindochter is geboren, heb je niets anders gedaan dan me schandelijk respectloos behandelen. Ik heb altijd geprobeerd te doen wat het beste voor je is, zelfs als dat niet gemakkelijk was of ten koste van mezelf ging. Ik heb mijn eigen wensen opgeofferd zodat jij altijd kreeg wat je wilde en nodig had.

Wat heb je dan opgeofferd? vroeg Becky zich af. In hoe ze Mimi in actie had gezien, was geen enkele vorm van opoffering te zien en heel veel bewijs van dat ze precies deed wat ze wilde, gegarneerd met een bijgerecht van 'ik verdien respect' en met een flinke dosis opgelegd schuldgevoel als dessert.

Ze las verder. 'Je gedrag is niets minder dan schandelijk. Je stelt me als zoon zeer teleur.'

'Andrew, dit is belachelijk,' zei ze. Hij perste zijn lippen op elkaar en zei niets. 'Je bent een geweldige zoon! Je bent zo goed voor haar. Je bent geduldig, lief en gul. Je bent zoveel beter dan welke andere man dan ook zou zijn. Je bent vriendelijk tegen haar, je laat haar delen in...' 'Heb je de hele brief gelezen?' vroeg hij. Becky las vluchtig de laatste paragrafen:

Je onterven... advocaten nemen contact met je op... me weggeduwd... een wanvertoning van Kerstmis gemaakt, wat zoals je weet vreselijk belangrijk voor me is... Ik wil jullie allebei nooit meer zien.

Eén zin sprong van de pagina en sloeg haar bijna in haar gezicht:

Je hebt je van mij afgewend ten gunste van je vrouw en haar gezin, die nergens vandaan komen en zich niet weten te gedragen in beleefd gezelschap...

Oei. Becky vouwde de bladzijden op. Andrew ging rechtop zitten.

'Weet je?' zei hij. 'Misschien moeten we het maar gewoon laten gebeuren.'

Ze keek hem met knipperende ogen aan. Haar mond viel open. 'Wat?'

Hij stond op, haalde zijn handen door zijn haar en liep de woonkamer door. 'Je hebt gelijk. Ze is vreselijk. Ze gedraagt zich vreselijk naar mij, naar jou en waarschijnlijk ook naar Ava als we niet in de buurt zijn.' Hij pakte de brief uit haar hand en schoof die zo ruw terug in de envelop dat die scheurde. 'Wil ze ons onterven? Prima. Opgeruimd staat netjes. We zijn beter af zonder haar.'

Becky sloot haar ogen. Dit was wat ze had gehoopt, waar ze over had gedroomd, om had gebeden en nu kreeg ze het op een zilveren dienblad aangeboden. Waarom voelde het dan als zo'n loze overwinning?

'Andrew,' zei ze.

'Wat?' vroeg hij, vouwde de envelop op en schoof die in zijn zak.

'Misschien moeten we er even over nadenken.'

'Waarover?' vroeg hij. 'Ze is manipulatief, ze is veeleisend en ze is behoeftig...'

'Maar ze is Ava's oma,' zei Becky, die nauwelijks geloofde dat die woorden uit haar mond kwamen. 'En die van de speler die nog geen naam heeft.' Ze klopte op haar buik. 'Ze is ook de grootmoeder van deze baby.'

Haar man staarde haar aan alsof ze ineens twee hoofden had. 'Kom je nou voor Mimi op?'

'Nee, natuurlijk niet. Je hebt gelijk. Ze heeft vreselijke dingen gedaan en dat ze zegt dat je een teleurstellende zoon bent, daar zijn geen woorden voor. Maar...' Goeie god, dacht ze, wat doe ik? 'Ik heb met haar te doen,' zei ze. 'Stel je eens voor hoe eenzaam ze is zonder ons om te pesten.'

Andrew kneep zijn oogleden samen. 'Ben je overgenomen door aliens?'

Ze gaf hem de telefoon. 'Bel haar even,' zei ze. 'We moeten dit oplossen.'

Mimi had zich verwaardigd hen op een zondagmiddag te ontmoeten. Drie dagen nadat haar brief was aangekomen, hadden Becky en Andrew Ava naar Lia gebracht en waren ze naar Merion gereden, de lange, kronkelende oprit op die naar een piepkleine Tara leidde. Mimi deed niet open en nadat Andrew de voordeur had geopend met zijn sleutel en hen naar binnen had geleid, vonden ze haar op een stakerige, vergulde stoel in een kasjmieren topje met haar hoofd omhoog.

'Ik ben niet van plan,' begon ze terwijl ze naar Becky wees en haar neus in de lucht stak alsof ze iets vreselijk smerigs rook, 'met haar te praten.'

'Mijn vrouw heeft een naam,' zei Andrew.

Mimi tuurde naar hem alsof ze iets onder een microscoop bestudeerde. 'Ik heb jullie allebei niets te zeggen.' Becky onderdrukte een giechel. Koningin Mimi, grande dame van een koninkrijk dat alleen in haar eigen verbeelding bestond. 'De enige reden waarom ik hiermee heb ingestemd, is dat ik mijn kleindochter wil zien.'

'Je kleindochter Ava,' zei Andrew. Becky kneep in zijn knie.

'Ik ben beledigd,' zei Mimi, die met een vinger in de lucht stak. 'Ik ben bedreigd. Ik ben voor schut gezet. Ik ben meer dan groothartig naar jullie geweest - meer dan groothartig,' herhaalde ze voor het geval ze haar de eerste keer niet hadden gehoord. 'En mijn groothartigheid heeft niets dan bot gevangen. Je stelt me als zoon vreselijk teleur,' rondde ze af. 'En jij,' zei ze en keek Becky fel aan, schijnbaar vergeten dat ze haar niets te zeggen had. 'De manier waarop jij tegen me hebt gesproken, is onvergeeflijk. Je bent mijn minachting onwaardig.' En met die woorden stond ze op.

'Ik had gewoon die godvergeten ham moeten maken,' mompelde Becky. Toen sprak ze harder. 'Mimi, kom terug. Ga zitten,' zei ze. Mimi ging niet langzamer lopen. 'Als je het niet voor mij of voor Andrew wilt doen, doe het dan voor Ava.' Becky slikte moeizaam en dwong zichzelf de woorden uit te spreken. 'Je kleindochter.'

De stilte leek oneindig lang te duren. Uiteindelijk draaide Mimi zich om. 'Wat,' zei ze ijzig kil.

Becky had geen speech voorbereid. Ze had zich erop voorbereid niets te doen behalve aan Andrews zijde zitten. 'Laat mij het woord maar voeren,' had haar echtgenoot gezegd en daarmee had ze ingestemd omdat als er tijdens haar huwelijk één ding duidelijk was geworden, het wel was dat ze geen enkel idee had van wat er in Mimi's hoofd omging en dat Andrew tenminste wist hoe hij met haar moest omgaan, ook al bevatte zijn hele trukendoos maar één veelgebruikte strategie: geef haar wat ze wil. Maar Andrew kon niet of wilde niet praten. Waardoor het woord nu aan Becky was.

Ze keek naar Mimi, die weer was gaan zitten en hen beiden met vuur in haar ogen aanstaarde. De vrouw die haar bruiloft had verziekt, die haar en haar familie had beledigd, haar moeder afsnauwde, haar man een schuldgevoel aanpraatte en haar dochter aankleedde als 's werelds jongste straathoer. Ze ademde diep door haar neus in. Voel je verbinding met alles wat leeft en groeit, herinnerde ze zich dat Theresa tijdens yoga had gezegd toen zij en haar vriendinnen op het punt stonden moeder te worden. Ze dwong zichzelf langzaam te ademen en de vrouw die voor haar zat niet te zien, met haar vogelbotjes en broze zwarte haar, haar bedreigingen, eisen en pretenties. Ze dwong zichzelf in plaats daarvan zich Mimi voor te stellen als baby, een Mimi ter grootte van Ava, die huilend in haar ledikantje stond met haar handjes om de spijlen. Huilend en huilend en niemand die haar optilde, niemand die haar kwam helpen.

Het beeld werd zo helder dat Becky het bijna kon aanraken: de doorweekte luier en natte pyjama, de tranen op het kindergezichtje. En ze hoorde de baby huilen, op dezelfde verontwaardigde, starre toon die ze van Mimi was gewend... Maar door zich voor te stellen dat het van een baby kwam, maakte dat ze het geschreeuw anders hoorde. Ze stelde zich baby Mimi's natte gezichtje voor, haar trillende lippen, de manier waarop haar adem zich in een hik in haar keel zou samenballen voor ze weer begon te huilen. Huilen en huilen en niemand die haar kwam helpen.

'Het spijt me,' zei ze zacht. En ze had spijt voor het meisje in het plaatje. Waar waren haar ouders? Andrew had haar niet veel over Mimi's ouders verteld. Ze waren gestorven voor hij was geboren, toen Mimi een tiener was, een jaar voor ze aan haar eerste huwelijk was begonnen. Mimi's vader was kort vreselijk succesvol geweest en had alles toen verloren: slechte investeringen, een partner die hem bedroog, iets over verduistering. En gevangenis. Voor de grootvader of de partner? Andrew wist het niet zeker. Mimi's moeder was vreemd geweest. 'Op wat voor manier?' had Becky gevraagd en Andrew had zijn hoofd geschud, zijn schouders opgehaald en hij had tegen haar gezegd dat Mimi nou niet bepaald een betrouwbare vertelster was en dat hij er waarschijnlijk nooit achter zou komen hoe het verhaal echt in elkaar zat. Het enige wat ze hadden, was het bewijs vóór zich en dat bewijs suggereerde schade. Wat had Lia haar al die maanden geleden gezegd? Ze gedraagt zich zo omdat ze is gekwetst.

Becky keek op. 'Het spijt me,' zei ze nogmaals.

Mimi staarde haar razend aan, ze zag eruit alsof ze elk moment vuur kon gaan spugen. 'Wat zei je daar?' zei ze met een schrille stem.

Becky keek naar haar zonder haar te zien. Ze zag nog steeds dat kleine meisje, achtergelaten in haar ledikantje. Kom hier, kleintje, zou ze zeggen en haar in haar armen nemen, zoals ze dat al duizend keer met Ava had gedaan. Ze zou haar luier verschonen, haar andere kleertjes aantrekken, haar voeden, troosten en haar in slaap zingen. Bye and bye, bye and bye, the moon is half a lemon pie.

Andrew kneep zo hard in haar knie dat ze zeker wist dat ze een blauwe plek zou krijgen. Becky probeerde zich vogels met gebroken vleugeltjes voor te stellen, honden met verbrijzelde poten en de baby in het ledikantje, schreeuwend en huilend om ouders die niet kwamen. Ze dacht aan hoe het zou zijn om op te groeien zonder die ene zekerheid die iedere baby verdient: als ik pijn heb, of het koud heb of als ik bang ben, komt er iemand om voor me te zorgen, en hoe het gebrek aan die zekerheid je zo kon beschadigen dat je uithaalde naar iedereen van wie je hield, dat je ze allemaal wegjaagde terwijl je alleen maar bij hen wilde zijn. En op dat moment meende ze ieder woord van haar excuses.

'Het spijt me vreselijk als ik overgevoelig op Kerstmis heb gereageerd,' zei ze. 'Ik zie nu wat het voor je betekent.'

Mimi's lippen gingen open en dicht als die van een vis.

'Ik denk niet dat ik het prettig zou vinden om een boom in mijn huis te hebben, maar volgend jaar help ik je graag met een feestmaal hier,' zei Becky. 'Je hebt hier sowieso meer ruimte. En je hebt twee ovens.'

'Ik... je... we hebben mijn kleindochters eerste kerstfeest al gemist,' zei Mimi. Haar gemanicuurde handen grepen spastisch naar de leuningen van haar stoel. Ze zag er verward uit, klein, oud en wanhopig ongelukkig. 'Je bent wel naar je eigen moeder geweest!'

'Ja,' zei Becky rustig. 'Maar dat we bij mijn moeder op bezoek gaan, betekent niet dat we niet om jou geven. Ava kan volgend jaar ook haar eerste kerstfeest vieren,' zei ze. Ze krulde haar tenen in haar schoenen en probeerde wanhopig baby Mimi voor zich te blijven zien, probeerde zich te bedenken hoe Mimi moest hebben geleden, in plaats van zich te herinneren hoe Mimi hen had gekwetst. 'Andrew en ik weten hoeveel je van Ava houdt,' zei ze. 'Ze heeft geluk met zo'n grootmoeder als jij.'

Mimi boog haar hoofd. Becky keek toe hoe de andere vrouw de leuningen van haar stoel greep. En toen zag ze iets wat ze zich nooit had kunnen voorstellen. Mimi's oogleden trilden snel. Ze legde een knokige hand op haar gezicht en trok die toen terug, naar het vocht op haar vingers starend alsof ze spontaan was gaan lekken. Becky vroeg zich af wanneer Mimi voor het laatst iets anders dan krokodillentranen had gehuild.

'Ik moet wat aan mijn gezicht doen’ zei ze en rende weg.

'Oké’ riep Becky tegen haar rug. 'Gelukkig nieuwjaar!' En toen, ze wilde haar geluk niet op de proef stellen, trok ze Andrew overeind en werkte hem snel de deur uit.

Het was koud maar zonnig en de wind waaide hard tegen Becky's wangen terwijl ze over de ijzige veranda naar hun auto liepen. 'Wat was dat nou?' vroeg Andrew, die er zo verbijsterd uitzag als een man die vastgebonden en met een prop in zijn mond staat te wachten tot de beul met zijn machinegeweer begint te schieten om erachter te komen dat er alleen kauwgomballen uitkomen.

'Dat weet ik niet. De melk van menselijk mededogen?' Ze glimlachte. Dat was Sarahs grapje over de tres leches-cake die ze bij Mas serveerden. Als mensen vroegen wat die drie soorten melk waren, zei ze: 'verdampte, gecondenseerde en de melk van menselijk mededogen.'

'De melk van menselijk mededogen,' herhaalde Andrew.

'Je hoeft niet zo geschokt te kijken. Ik heb echt met haar te doen, hoor.' Ze greep Andrews arm terwijl ze om een plas bevroren water heen liep. 'Ze moet vreselijk eenzaam zijn. En ze heeft vast geen idee hoe kleine meisjes zijn, of wat ze willen, dus daarom trekt ze Ava waarschijnlijk al die slettenpakjes aan...'

'Al die wat?'

o jee. 'Nou ja, je weet wel, al die kleertjes waar sexy en lekker ding en zo op staat.'

'Ze denkt waarschijnlijk gewoon dat dat modieus is.'

'Ik heb met haar te doen. Echt,' zei Becky. Andrew hield het portier voor haar open en hielp haar in de auto. 'En ik dacht aan mijn vriendinnen. Als Ayinde Richard kan vergeven en met dat meisje uit Phoenix kan praten. En als Lia...' Ze zuchtte en boog haar hoofd. 'We hebben het hartstikke goed, wist je dat?' Ze gaapte en rekte zich uit in haar stoel. 'Maar voel je vooral vrij om me hier de volgende keer dat ze iets schandaligs doet aan te helpen herinneren.' Maar zelfs terwijl ze het zei, vroeg ze zich af of die er zou komen. Ze vermoedde - of misschien hoopte ze het alleen - dat alle vechtlust uit haar schoonmoeder was geslagen.

Of misschien was dat iets te optimistisch. Misschien moest ze het maar per dag, per week, per feestdag bekijken, van de ene crisis naar de volgende ontploffing springen in een eindeloze cirkel van verwijten en razernij. Misschien zou Mimi zich afschuwelijk tegen hen blijven gedragen tot de dag dat ze stierf. Maar met zo veel geluk in haar leven, besloot Becky, mocht er ook best een beetje ellende zijn. Het was als de mierikswortel op het Paschabord: de bitterheid hielp je eraan herinneren hoe zoet het leven was.

Andrew reed de snelweg op. 'Dus je bereidt volgend jaar een kerstdiner?'

'Waarom niet?' zei Becky. 'Ik overleef het wel als ik een ham moet maken, als ze dat zo graag wil. En wat betreft de dingen die wij graag willen: waar we op vakantie gaan, waar we wonen, waar we ons geld aan uitgeven of hoe we onze kinderen noemen...'

'Wat doen we daarmee?' vroeg hij. 'Gaan we tegen haar liegen?'

'We vertellen haar alleen wat ze moet weten,' zei ze. 'En dan doen we gewoon wat we willen. Wat het beste voor ons en Ava is.' Ze klopte met zijn hand op haar buik. 'En voor het kaboutertje.'

'Ah. Het kaboutertje.' Hij keek Becky stralend aan. 'Wanneer vertellen we Mimi over de geplande aankomst?'

'Laten we er nog even mee wachten, goed?' Hoe warm en gezellig ze zich ook naar Mimi voelde, ze wist dat vijfenhalve maand ondervraagd worden over dieet en gewichtstoename en waarom ze nog steeds borstvoeding gaf omdat dat toch niet gezond kon zijn, meer zou zijn dan ze zou aankunnen.

'Ik vind je geweldig,' zei Andrew. Hij schraapte zijn keel. 'Op de dag dat Ava werd geboren, dacht ik dat ik nooit méér van je zou kunnen houden dan ik toen deed, maar dat is wel zo.' Hij leunde naar haar toe, raakte haar gezicht aan en kuste haar zacht. 'Je blijft me verbijsteren.'

'Ik hou ook van jou,' fluisterde ze. Ze deed haar stoel naar achteren en zette de ventilator zo dat de warme lucht tegen haar knieën blies. 'Wat ben ik toch moe,' gaapte ze.

'Doe dan even een dutje,' zei hij en schraapte zijn keel. 'En dankjewel. Als ik dat later vergeet te zeggen. Ontzettend bedankt.'

'Geen probleem,' zei Becky. Ze legde haar handen ineengestrengeld op haar buik en deed haar ogen dicht. Ze viel in slaap en toen ze wakker werd, was Andrew achteruit een parkeerplaats in aan het rijden.

'Andrew?'

'Hmm?' vroeg hij terwijl hij over zijn schouder keek om goed in te sturen.

'Denk je dat we goede ouders zullen worden?'

Hij draaide de sleutel van het contact om en wendde zich tot zijn vrouw. 'Ik denk dat we dat al zijn.'