Dankwoord

Graag wil ik Stefanie Kremser, Jordi Cornudella, Enric Gomà, Ignacio Martínez de Pisòn, Mònica Martín, Toni Munné en Eugènia Broggi bedanken; ieder van hen heeft in verschillende fases meegelezen en me enorm geholpen met z’n opmerkingen, twijfels, vragen en suggesties.

      Xavier Folch en Bernat Puigtobella hoorden als eersten over het verhaal van de drie door europa rondrijdende vrachtwagenchauffeurs. Dat was in 2003. En in plaats van me uit m’n hoofd te praten dit verhaal op te schrijven, moedigden ze me aan het in te sturen voor de Octavi Pellissaprijs. De jury van deze prijs wil ik bedanken voor het ondersteunen van het project.

      Rita da Costa heeft het boek in het Spaans vertaald en haar scherpe blik heeft me heel wat hoofdbrekens bespaard en me geholpen het Catalaanse origineel te polijsten. Ik wil ook graag mijn Spaanse uitgeefster, Sigrid kraus, bedanken voor al het vertrouwen dat ze de afgelopen jaren in me heeft gesteld.

      Mercè Gil bedank ik voor haar jeugdherinneringen aan de periode dat ze als klein meisje in La Casa de la Caritat woonde, in de jaren vijftig. Albert Romero heeft me van de nodige herinneringen, foto’s en informatie over de situationisten en mei ’68 voorzien.

      Ik bedank Miranda Lee en Terry N. Hill, Lise Schubart en Jan Streyffert, Montse Ingla en Arcàdia voor hun gastvrijheid en de mogelijkheid die ze boden om in een andere omgeving te schrijven.

      Ook bedank ik Beatrice Monti della Corte voor de uitnodiging om mijn roman in de lente van 2009 te voltooien in het pand van de Santa Maddalena Foundation in Toscane, een stichting die gewijd is aan de schrijver Gregor von Rezzori. Tevens dank aan Bill Swainson en Nayla el Amin voor hun steun.

      De volgende vier inspiratiebronnen waren van belang voor het schrijven van de roman: Barcelona blanc i negre van Xavier Miserachs (1964), het fotoboek dat de christoffels op de boekenmarkt van Sant Antoni kopen (deel een, hoofdstuk vijf). Camp de la Bota, het kunstproject dat Francesc Abad in 2004 initieerde en dat nog steeds op internet voortgezet wordt. ‘The Year of the Magical thinking’ (2005), een essay over pijn geschreven door Joan Didion. Gabriels oorontsteking en het bezoek aan de kno-arts (deel twee, hoofdstuk vijf) zijn hierop geïnspireerd. Het beeld van de Russische roulette (deel twee, hoofdstuk zes) is gebaseerd op een optreden van acteur Hugh Laurie in een uitzending van het televisieprogramma Saturday Night Live, 25 november 2006. 

      Ten slotte moet ik nog het digitale archief van La Vanguardia en het tijdschrift Triunfo noemen. Ze hebben vaak gefungeerd als tijdmachine en gaven op veel vragen antwoord.