7
Investeren in de relatie:
wederzijdse zelf-amputatie
In een ego-liefdesrelatie zijn beide partners er van meet af aan en geheel automatisch op gericht hun angst voor verlating toe te dekken met allerlei garanties die belemmerend zijn voor de liefde. Dat begint al met de verwachting dat een liefdesrelatie in principe voor altijd is. Natuurlijk beseft iedereen dat een relatie ook kan stuklopen, maar dit gegeven wordt van meet af aan genegeerd, of beschouwd als een mislukking die koste wat kost voorkomen dient te worden. Vanuit ego’s perspectief is dit heel begrijpelijk: de relatie is de belangrijkste toedekking van mijn diepste gevoelens van behoeftigheid en angst voor verlating, en die gevoelens wil ik nooit meer voelen, dus mag de relatie nooit meer ophouden. Alleen al deze hoge verwachting dat ze altijd blijft duren is voldoende om de liefde geleidelijk aan om zeep te helpen. Ze vormt namelijk een flagrante ontkenning van de werkelijkheid waarin immers alles altijd verandert en niets eeuwig duurt. En zodra de werkelijkheid ontkend wordt, begint het lijden. De ellende die dit oplevert wordt soms zichtbaar als we een echtpaar op leeftijd zien voor wie de liefde al jaren geleden een sluimerende dood is gestorven, maar die beiden te bang zijn om elkaar te verlaten. Een vriendin van mij vroeg op het 60-jarig huwelijksfeest van haar ouders aan haar moeder: ‘Vertel nou eens ma, wat is je geheim?’ Haar moeder antwoordde met een verbeten trek op haar gezicht: ‘Heel veel slikken!’ Ook mijn eigen ouders zijn tot op hoge leeftijd bij elkaar gebleven, hoewel ze de laatste twintig jaar van hun relatie nauwelijks nog met elkaar spraken. Ik had hun beiden zo graag nog een nieuw leven en een nieuwe liefde gegund.
Hoewel relaties tegenwoordig veel vaker eindigen in een scheiding dan vroeger, lijkt iedere nieuwe relatie toch weer met dezelfde hoge verwachting te beginnen. Vroeger was dit verpakt in de vorm van een huwelijk dat voor het oog van God werd afgesloten, zodat het ook nog eens zondig was om uit elkaar te gaan. Dat doen we tegenwoordig niet meer: moderne mensen praten in termen van commitments: een relatie is pas een relatie als beide partners er helemaal voor gáán! Zo’n commitment houdt in feite in dat je de relatie belangrijker vindt dan je persoonlijke belangen, belangrijker zelfs dan je persoonlijke en spirituele groei. In feite is ‘commitment aan de relatie’ het recept van ego om zich te vrijwaren van de angst voor verlating. En inderdaad wordt die angst telkens weer toegedekt als je ziet dat de ander iets van zichzelf opgeeft voor het in stand houden van de relatie. Zo was ik voor mijn huwelijk muzikant in allerlei bandjes. Dat was in de jaren zeventig en ik woonde toen in Den Haag, indertijd de ‘popstad’ van Nederland. Ik leidde een wild leven met veel drugs en veel seks. Toen ik een relatie kreeg vond mijn lief dat wilde leven van mij tamelijk bedreigend, en ik was graag bereid het nachtelijke bandleven vaarwel te zeggen om haar niet van me te vervreemden. Dat wordt ook wel ‘investeren in de relatie’ genoemd, en het gebeurt op allerlei manieren, soms heel subtiel. De vrouw die haar danscarrière opgeeft omdat de man zenuwachtig wordt van zoveel lichaamscontact met andere mannen. De man die een bepaalde vrijgevochten vriendin niet meer opzoekt omdat zijn lief daar onzeker van wordt. Het opgeven van je eigen fijne woonplek omdat de ander steeds meer belang hecht aan samenwonen. Meegaan naar je schoonfamilie terwijl het helemaal niet klikt met die lui, om te voorkomen dat je partner anders telkens kritiek van haar familie krijgt. Soms plegen we zulke ‘zelf-amputaties’ zelfs al vóórdat de ander er moeilijk over doet, gewoon omdat we het conflict erover liever uit de weg gaan. Soms lijkt het zelfs alsof we dit uit liefde doen omdat het in eerste instantie een prettig gevoel van saamhorigheid geeft. Telkens als jij iets van jezelf opgeeft, lijkt dat een extra reden op te leveren waarom de ander jou niet meer in de steek zal laten. Telkens als de ander iets van zichzelf voor jou opgeeft, word je bevestigd in de wens dat deze relatie altijd zal blijven duren. Geleidelijk ontstaat hier het standaard beeld van een relatie: twee mensen die hun eigenheid opgeven voor een symbiotische vergroeiing met elkaar. En dat allemaal voor een veilige toedekking van onze verlatingsangst.
Maar het merkwaardigste komt nog: deze veiligheid is ook nog eens een schijnveiligheid! Relaties lopen juist sneller stuk als de partners meer van zichzelf opgeven om de relatie te redden. En hoe enorm is de pijn als de ander ervandoor gaat nadat je zelf je eigen leven voor die ander hebt opgegeven! Hoeveel verwijt en slachtofferschap vloeien hieruit voort! Totdat je in gaat zien dat de ander er misschien wel vandoor is gegaan omdat je zelf heel je eigen leven hebt opgegeven.
Omdat liefde zonder garanties te onveilig aanvoelt, bedekken we onze angst voor verlating met veiligheidsgaranties. De liefde wordt hierdoor verstikt, maar niet meteen, er zit een vertraging in. Aanvankelijk lijkt deze strategie daardoor succesvol: terwijl gewerkt wordt aan de veiligheid, is er een tijdlang nog voldoende liefde over om te genieten van de relatie. Maar het is een hellend vlak, een eenrichting-strategie. Elke veiligheidsafspraak die je weer ongedaan wilt maken, levert de verlatingsangst op die je ermee probeerde toe te dekken. Sterker nog: het ongedaan maken van één veiligheidsafspraak triggert meteen de volledige verlatingsangst die je met alle veiligheidsafspraken hebt toegedekt. Immers, zodra je partner één afspraak wil cancelen, lijkt het alsof hij de relatie in twijfel trekt. Het voornemen om toch weer in een band te gaan spelen, om opnieuw aan een danscarrière te beginnen, om vanaf nu niet meer mee te gaan naar de schoonfamilie, of om toch weer een eigen woonplek te willen, het zijn allemaal voornemens die op enorme weerstand kunnen rekenen bij de partner, en daardoor tevens bij onszelf verlatingsangst opwekken.
BERNADETTE (34, zeven jaar een relatie met Kees):
‘Het voelde zo logisch om niet meer met mijn vriendinnengroep uit te gaan toen ik met Kees ging samenwonen. Volgens mij kwam dat destijds wel uit liefde voort. Maar kennelijk toch niet alléén uit liefde. Want nu, iedere keer wanneer hij wél iets leuks gaat doen met zijn vrienden, dan ben ik niet te harden. Zure opmerkingen, echt niet normaal meer. Eigenlijk wil ik dan ook weer met mijn vriendinnen stappen, maar dat gaat er altijd nogal los aan toe en ik ben dan ook weer bang dat hij dat als excuus ziet om het niet zo nauw te nemen met andere vrouwen... Hmm, dus eigenlijk is het ook wel angst.
CARLA (43, weg bij Gert-Jan na een huwelijk van zeventien jaar):
Ik hoef hem nooit meer te zien. Heb ik mijn werk op een laag pitje gezet om meer voor de kinderen te zorgen zodat Gert-Jan zich op zijn carrière kon concentreren – tijdelijk, tot de kinderen groter zijn. Wat denk je? Valt hij voor een ‘geweldige’ collega... Hij liet zich ontvallen dat zij zo zelfstandig is – die woorden maken me nog steeds razend.
Hoe kwetsbaar is onze ego-strategie! Terwijl we ons lijden ermee willen voorkomen en ons geluk ermee willen vasthouden, gebeurt precies het tegenovergestelde. En dan ook nog eens op een heel versluierde manier. Het kan heel lang duren voor je deze contraproductieve reflex in je aangeleerde zelfbeeld begint te doorzien. Er is heel veel relatie-ellende voor nodig voordat we doorkrijgen dat we die zelf veroorzaken door de manier waarop we het proberen te voorkomen. Maar dan is het einde ervan ook in zicht. Dan wordt de uitweg uit deze vicieuze beknelling zichtbaar: het overstijgen van ons aangeleerde zelfbeeld. Door onszelf en de ander te leren zien zonder ego-bril wordt steeds duidelijker wat we in werkelijkheid zijn en altijd al waren: volmaakte liefde.
MARIJKE (34):
Ik heb ’m nog, die dikke stapel artikelen en boeken over ‘hoe een man te veroveren’. Het kostte tien turbulente jaren voor ik inzag dat die gaan over krijgen (terwijl je ondertussen natuurlijk de man in de waan laat dat hij aan het veroveren is), over hebben en dan vervolgens natuurlijk over ‘houden’: trucs om een man aan je te binden. Desnoods met veel veinzen en verbergen; het woord liefde komt er eigenlijk weinig in voor, zeker niet echte liefde die van binnenuit komt. Maar toen ik dat verschil eindelijk begreep, wilde ik natuurlijk dat laatste. Dus legde ik een nieuwe stapel artikelen en boeken aan (serieus, nog dikker dan de eerste stapel), vooral over ‘echte’ of spirituele liefde. En iedere man die me wel geschikt leek, duwde ik het boek in handen waar ik op dat moment enthousiast over was. Dat het met geen van hen wat werd, zag ik als bewijs dat die mannen er kennelijk nog niet aan toe waren. Ik vertelde dan aan mijn vriendinnen (met de nodige afkeuring) dat het maar beter was om dat van tevoren te weten. Tot ik van een man een artikel terugkreeg... over vrouwen die altijd maar wat willen van mannen, en ze niet gewoon lekker zichzelf laten zijn. Opgevouwen in een boek over geluk, als boekenlegger bij het hoofdstuk over zelfstandigheid. Beledigd dat ik was! Mijn trots was zó gekrenkt en ik was zó boos dat ik niet eens meer iets van me heb laten horen. Ook de vriendin die voorzichtig opperde dat er misschien wel wat in zat, heeft een moeilijke tijd met me gehad. Maar omdat ik ook met meditatie was begonnen, viel het kwartje na een maand of zo alsnog. Met een paar eindeloze huilbuien. Ai. Confronterend. Ik zag hoe ik nog steeds mannen probeerde te veranderen en te manipuleren, om maar een ‘echte’ relatie te krijgen. Want tja, ik moet er toch aan, ik ben in mijn eentje niet gelukkig. Dus al die boeken... nu pas zie ik dat ze eigenlijk allemaal over mezelf gaan.
Zoals het kind leert voldoen
aan de voorwaarden van de ouders,
zo leren we onszelf ontrouw te zijn,
en zien dat aan voor liefde.