34

‘“Ze verroerde zich niet, en hij kwam met een gezicht dat meer twijfel en schroomuitdrukte dan ze ooit eerder bij hem had gezien naar haar toe,”’ las Janine hardop voor. ‘“Hij verkeerde in een toestand van onzekerheid waardoor hij bang was dat een blik of woord van zijn kant hem opnieuw zou veroordelen tot meer afstand van haar; en Dorothea was bang voor haar eigen gevoelens. Ze keek alsof ze in de ban was van een betovering waardoor ze zich niet kon verroeren en die haar belette haar handen van elkaar te halen, terwijl er een intense, diepe hunkering in haar ogen lag opgesloten.” Gaat het wel?’ vroeg Janine, terwijl ze het boek omgekeerd op haar schoot legde en Caseys hand in de hare nam.

‘Het gaat geweldig met haar,’ zei Gail vanaf haar stoel bij de haard. ‘Ja toch, Casey?’

‘Ze wil alleen als de wiedeweerga weg uit Middlemarch,’ zei Drew, die zich naar voren boog om het vuur op te porren. Enkele gloeiende spaanders kwamen terecht op het donkere parket van haar woonkamer. Drew trapte ze onmiddellijk uit met de zolen van haar hooggehakte zwarte Manolo-laarsjes. ‘Ongelofelijk, dat jullie dat boek nou nog niet uit hebben.’

‘Nog maar drieëntwintig bladzijden. Kom op, jij wilt ook weten hoe het verder gaat. Geef het nou maar toe.’

‘Wilde je soms beweren dat er in de eerste zeshonderd bladzijden al iets gebeurd is?’ vroeg Drew. ‘Oké, oké, ik geef het toe. Het is genieten. Godallemachtig, betekent dat soms dat ik eindelijk volwassen word?’

‘Het overkomt zelfs de besten onder ons.’

‘Ja, maar daar hoor ik helemaal niet bij.’

‘Ook niet bij de slechtsten,’ zei Gail.

‘Dank je voor deze opmerking.’

‘De laatste vier maanden ben je een heel ander mens geworden,’ zei Janine.

‘Dat zegt mijn therapeut ook.’

‘Volgens Casey is die geweldig,’ zei Gail. ‘Ze zegt dat ze jullie echt helpt om dichter bij elkaar te komen.’

De vrouwen keken alledrie tegelijk in Caseys richting, met een brede glimlach op hun gezicht.

‘We komen er wel uit samen,’ zei Drew. ‘Ja toch, Casey?’

‘Wil er iemand thee?’ vroeg Gail.

‘Ik graag,’ zei Janine.

‘Ik zet wel even,’ bood Drew aan.

‘Nee, nee, ik doe het wel,’ zei Gail. ‘Vertel me maar waar je alles hebt staan.’

‘De theezakjes liggen in de provisiekast, bekers staan in het kastje rechts naast het fornuis en de ketel staat gewoon op het fornuis,’ zei Drew. ‘Ik ben tegenwoordig zo huiselijk, het is echt niet te geloven.’

‘Wat ik ongelofelijk vind, is dat het ineens zo koud is geworden,’ zei Janine.

‘Vlak voor Halloween is het altijd koud.’ Gail hees zich uit haar stoel overeind en liep naar de keuken. ‘Die arme kinderen sterven ieder jaar zowat van de kou. Stan zegt dat zijn kinderen altijd hun jas aan moeten over hun kostuum, zodat niemand ooit ziet als wat ze verkleed zijn.’

‘Ga je dit keer ook met Lola langs de deur?’ vroeg Janine aan Drew.

‘Ja, ze gaat als kat.’

‘Als kat? Ik zou denken dat ze een prinsesje wil zijn.’

‘Prinsesjes zijn helemaal uit dit jaar. Ze wil een kat zijn.’ Drews gezicht was één trotse glimlach. ‘Net haar moeder,’ zei ze stralend. ‘Ik wilde ook altijd kat zijn met Halloween. Weet je nog, Casey?’

Casey glimlachte bij de herinnering aan lang geleden.

‘Als Lola uit school komt, gaan we kattenoren maken.’

‘O, enigjes,’ zei Janine met een stalen gezicht.

‘Gail gaat met ons mee. En Casey ook. Die gaan ook als kat.’

Janine richtte haar aandacht weer op Casey. ‘Is dat de prijs die je moet betalen om hier te mogen blijven tot je weer helemaal beter bent?’

‘Ze vindt het hier heerlijk. Hè, Casey?’ zei Drew. ‘Ze gaat nooit meer weg.’

‘Weet je wel zeker dat je zoveel drukte aankunt?’

‘Volgens Jeremy kan het best,’ antwoordde Drew in Caseys plaats. ‘We doen maar een paar straten.’

‘Hoe gaat het nu met Jeremy?’

‘Prima. Zijn schouder is bijna genezen; begin volgend jaar hoopt hij weer aan het werk te kunnen.’

‘En hoe gaat het tussen jullie tweeën?’

‘Kan niet beter,’ zei Drew met een meisjesachtige giechel die niet onderdeed voor die van Gail.

‘Wat leuk,’ zei Janine. Het klonk gemeend. ‘Ik ben heel blij voor jullie. En voor jou ook,’ zei ze tegen Gail, die de woonkamer weer binnenkwam. ‘Al is ze de laatste tijd niet te genieten door al die seks.’

‘Jij komt ook nog wel iemand tegen,’ zei Gail.

‘Het heeft niet direct prioriteit,’ zei Janine, terwijl ze een kneepje in Caseys hand gaf.

‘Hoe gaat het op de zaak?’ vroeg Drew. Ze liet zich neerzakken op de koffiekleurige bank bij het raam dat uitzicht bood op het meer.

‘Het begint een beetje aan te trekken. O, je raadt nooit wie ik laatst tegenkwam. Richard Mooney! Blijkbaar heeft hij nu een baan bij Goodman & Francis.’

‘Zijn dat niet die lui die Warren hebben verdedigd?’ vroeg Gail.

‘Nee, dat was de firma Goodman & Latimer. Die zijn beter dan Goodman & Francis. Niet dat Warren er veel aan gehad heeft.’

‘Ze konden ook weinig beginnen toen Nick Margolis wel tegen hem wilde getuigen om de doodstraf van tafel te krijgen.’

‘Ik kan nog steeds niet geloven dat hij van plan was Casey te vermoorden en toen die arme verpleeghulp heeft gewurgd,’ zei Gail na een korte stilte. Haar normale gegiechel had plaats gemaakt voor diep gezucht.

‘Ach, ik weet niet,’ zei Janine. ‘Ik had soms ook wel zin om die meid haar nek om te draaien.’

‘Ik vind het echt niet te geloven dat je zoiets over je lippen krijgt.’ Gail duwde een ontsnapte lok terug achter haar oor, haar ogen wijdopen van ontzetting.

‘Wat? Wat zei ik dan voor ergs?’

‘Warren heeft in elk geval zijn verdiende loon gekregen,’ zei Gail.

‘Nou, niet echt,’ ging Drew ertegenin. ‘Hij leeft immers nog?’

‘Hij zit de rest van zijn leven achter de tralies. Als je dat leven wilt noemen…’

‘Het is altijd nog beter dan je hele leven in coma liggen. Vind je ook niet, Casey?’ vroeg Drew. ‘Jammer dat mijn zus zo'n beroerde schutter is. Als die kogel een paar centimeter verder naar rechts naar binnen was gegaan, dan hadden we nu dit gesprek niet gehad.’

In de keuken begon de ketel te fluiten.

‘Eropaf,’ zei Gail en ging de kamer uit.

‘Ik help je wel,’ zei Drew, die achter haar aan liep.

‘Je bent zo stil vandaag,’ zei Janine tegen Casey na een stilte van enkele seconden. ‘Raak je van streek als je ons hoort praten over wat er gebeurd is?’

‘Niet echt,’ zei Casey, langzaam en vol aandacht de woorden uitsprekend. Ze moest nog steeds wennen aan het geluid van haar eigen stem, net zoals haar lichaam nog moest wennen aan de bewegingen waartoe ze steeds meer in staat was.

‘Wat ik net zei klonk nogal grof, vrees ik.’

‘Ik weet het,’ zei Casey langzaam.

‘Sorry, ik wilde niet…’

‘Van jou en Warren,’ verduidelijkte Casey. ‘Ik weet ervan.’

Het was even stil. Toen knikte Janine, alsof het geen compleet on verwachte onthulling was. ‘Haat je me?’

‘Nee.’

‘Ik zou jóú wel haten,’ zei Janine.

‘Dat weet ik ook.’

‘Wil je dat ik wegga?’

Casey schudde haar hoofd. ‘Je kunt niet weg. Je moet nog drieëntwintig pagina's.’

Janine glimlachte droevig, haar mondhoeken gingen iets omhoog. ‘Jij hebt mij niet nodig om ze je voor te lezen.’

‘Integendeel,’ zei Casey. ‘Ik denk echt niet dat ik er zonder jou doorheen zou komen.’

Janine boog haar hoofd en barstte in snikken uit. ‘O, Casey, het spijt me zo verschrikkelijk.’

‘Dat weet ik.’

‘Ik ben zo stom geweest.’

‘Dat klopt, ja.’

‘En ik heb de pest aan stommeriken.’

Casey glimlachte. ‘Warren heeft iederéén voor de gek gehouden, Janine.’

‘Ik wou dat ik het kon overdoen…’

‘Dat kan niet.’

‘Ik weet het. We moeten verder.’

‘Als er iets was waarmee ik het goed kon maken dan zou ik het doen, dat weet je.’

‘Je kunt vanavond met ons mee gaan langs de deuren,’ opperde Casey.

‘Wat?’

‘Ik weet zeker dat Lola het geen probleem vindt om nog een paar oren te maken.’

‘Je haat me wél,’ zei Janine.

Casey begon hardop te lachen.

‘Wat een heerlijk geluid,’ zei Drew, die terugkwam in de kamer met een geëmailleerd oranje dienblad met daarop een schaal met koekjes in pompoenvorm, vier bekers en een suikerpot. Gail kwam vlak achter haar aan met de theepot. Drew zette het blad neer op de bruinleren poef voor de bank en knielde op het ruwe crèmekleurige vloerkleed. Gail liet zich naast haar op haar knieën zakken. Casey verhief zich van de dikke zitting van haar met beigebruin fluweel beklede stoel en kwam bij hen op de grond zitten.

‘Kijk toch uit,’ zei Janine.

‘Voorzichtig nou,’ zei Gail.

‘Het gaat prima,’ zei Casey, terwijl ze haar ene been over het andere kruiste.

‘Hoe doe je dat toch?’ vroeg Janine, terwijl Gail zoetgeurende kruidenthee in de bekers schonk. ‘Als ik mijn benen over elkaar sla, zitten mijn knieën het volgende moment tegen mijn oren aan.’

‘Over oren gesproken,’ zei Casey. ‘Janine heeft besloten om vanavond met ons mee te gaan.’

‘Fantastisch,’ zei Drew.

‘Te gek,’ viel Gail haar bij.

‘Ik kan de kans om met de ineens zo populaire poesjesrage mee te doen toch zeker niet laten liggen?’ zei Janine grijnzend, en de andere vrouwen lachten.

‘Als je je maar van dat soort praat onthoudt in het bijzijn van mijn dochter,’ waarschuwde Drew haar. ‘Hier, probeer mijn koekjes eens. Ik heb ze zelf gebakken.’

‘O, hemel, is er iets ergers dan een bekeerde junkie?’ vroeg Janine retorisch, terwijl ze haar tanden in een koekje zette. ‘Mmm, ze zijn lekker.’ Ze nam nog een hap.

‘Het is een recept van mezelf,’ zei Drew. ‘Pindakaas, suiker, een beetje hasj. Grapje,’ zei ze, terwijl de anderen weer in de lach schoten. ‘Echt waar, Casey, ik maak maar een grapje.’

Casey lachte met de anderen mee. Ze voelde de heerlijke gloed van het haardvuur in haar rug. ‘Op mijn zus,’ zei ze, terwijl ze de beker voorzichtig met haar rechterhand optilde en naar haar lippen bracht. ‘Mijn zus, die mijn leven heeft gered.’

‘Op mijn zus,’ echode Drew zachtjes, ‘die het mijne heeft gered.’

Casey streek over het zilveren schoentje dat aan het kettinkje om haar hals hing. Kon ze zich maar altijd zo veilig voelen als op dat moment. Ze nam kleine slokjes van haar thee; haar smaakpapillen absorbeerden het subtiele aroma van aardbeien en vanille, terwijl de vloeistof haar tong omspoelde om vervolgens moeiteloos in haar keelgat te verdwijnen. Ze haalde even diep adem. Haar ogen gingen liefdevol heen en weer tussen haar zus en haar twee dierbaar ste vriendinnen. En ze zuchtte nog een keer, intens gelukkig.