Dankwoord

Ditmaal zijn er heel wat mensen die ik moet bedanken. Zoals altijd dank ik Larry Mirkin en Beverley Slopen, die de eerste versies met een kritisch maar welwillend oog doorlazen. Ze voorzagen me van kostbare adviezen. Ook gaat mijn dank uit naar Judith Curr, Emily Bestler, Sarah Branham, Laura Stern, Louise Burke, David Brown en alle andere mensen van Atria Books, die zo hard werken om mijn boeken in de Verenigde Staten tot een succes te maken, en naar John Neale, Brad Martin, Maya Mavjee, Kristin Corchran, Val Gow, Lesley Horlack, Adria Iwasutiak en het overige personeel van Doubleday, Canada, een dochter van Random House in Canada. Mijn nederige dank gaat ook uit naar al mijn uitgevers, redacteuren en vertalers overal ter wereld. Ik ben jullie allen erg erkentelijk. En ook Corinne Assayage van WorldExposure.com, die zulke schitterende dingen heeft gedaan met mijn website. En Tracy Fisher en haar assistente Elizabeth Reed van de Willam Morris Agency. Je had geen gemakkelijke taak, Tracy, en ik weet zeker dat Owen erg trots is op wat je hebt gepresteerd. Ik in elk geval wel.

Mensen vragen me vaak hoeveel research ik in mijn boeken steek en dan moet ik altijd erkennen dat ik er een hekel aan heb en mijn verhalen het liefst verzin. Maar soms kom ik er niet onderuit om dingen echt uit te zoeken en zonder hulp van de volgende personen was het me niet gelukt om Roerloos te schrijven: dr. Alan Marcus, die me van een lading aantekeningen voorzag over wat er allemaal kan gebeuren met iemand die door een auto is aangereden, met inbegrip van de verschillende tests, operaties en procedures die dan in het ziekenhuis kunnen worden uitgevoerd; dr. Keith Meloff, die me bijzonderheden verstrekte over wat er gebeurt met de hersenen van iemand die in coma ligt; en dr. Terry Bates, die me antwoord gaf op heel veel vragen van terloopsere aard. Deze drie heren hebben me zeer hoffelijk en vriendelijk bijgestaan en daarvoor wil ik hen nogmaals danken.

Mijn bijzondere dank gaat uit naar dr. Eddy Slotnick en zijn vrouw Vicki die me heel veel informatie over Philadelphia en zijn voorsteden hebben verschaft. Ik heb vaak gebruikgemaakt van de aantekeningen van mijn gesprekken met hen en ik hoop dat mijn weergave van details klopt.

Mijn dank – plus knuffels en kussen – gaat uiteraard ook uit naar mijn man en dochters. Shannon wil ik nog eens extra bedanken voor haar hulp met mijn e-mail. En Aurora natuurlijk, omdat je mijn leven zoveel gemakkelijker maakt en er ook nog eens voor zorgt dat ik goed te eten krijg. En tot slot dank ik jullie, lezers. Jullie steun en jullie brieven ter aanmoediging zijn voor mij een voortdurende bron van blijdschap en voldoening. Als jullie nu blijven lezen, dan blijf ik schrijven.