Index

Voorwoord

Inleiding

A – E
Wie a zegt, moet ook b zeggenAl draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk dingAls apen hoger klimmen willen, dan ziet men juist hun blote billenHet zijn niet allen apostelen die wandelstokken dragenDe appel valt niet ver van de boomEen rotte appel in de mand maakt al het gave fruit te schandWie appelen vaart, die appelen eetArbeid adeltAs is verbrande turfHoe later op de avond, hoe schoner het volkWie kaatst, moet de bal verwachtenHet zijn sterke benen die de weelde kunnen dragenEen goed begin is het halve werkAlle begin is moeilijkBelofte maakt schuldAls de berg niet naar mohammed komt, moet mohammed naar de berg komenBerouw komt na de zondeWie wat bewaart, die heeft watNieuwe bezems vegen schoonBezint eer ge begintWie zijn billen brandt, moet op de blaren zittenHet bloed kruipt waar het niet gaan kanWat de boer niet kent, dat vreet hij nietEen oude bok lust nog wel een groen blaadjeRuwe bolster, blanke pitDe boog kan niet altijd gespannen staanHoge bomen vangen veel windBoontje komt om zijn loontjeWie het breed heeft, laat het breed hangenWiens brood men eet, diens woord men spreektDe brutalen hebben de halve wereldEen goede buur is beter dan een verre vriendAl te goed is buurmans gekElke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaarJe moet de dag niet prijzen voor het avond isEens gestolen, altijd een diefAl doende leert menDe een zijn dood is de ander zijn broodDromen zijn bedrogWie voor een dubbeltje geboren is, zal nooit een kwartje wordenEen dubbeltje kan raar rollenDe duivel schijt altijd op de grootste hoopAls je het over de duvel hebt, trapje hem op zijn staartEendracht maakt machtEenvoud is het kenmerk van het wareEre wie ere toekomtEerlijk duurt het langstVele eersten zullen de laatsten zijnEen half ei is beter dan een lege dopEind goed, al goedEen ezel stoot zich in ‘t gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen

F – J
Van je familie moet je het maar hebbenGasten en vis blijven maar drie dagen frisGeduld is een schone zaakDe geest is gewillig, maar het vlees is zwakÉén gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoordenGeld maakt niet gelukkigGeld moet rollenGeld stinkt nietDe gelegenheid maakt de diefTwee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussenHet geluk is met de dommenZonder geluk vaart niemand welGemak dient de mensHet eerste gewin is kattengespinGezelligheid kent geen tijdGestolen goed gedijt nietGoedkoop is duurkoopHet is niet alles goud wat er blinktEigen haard is goud waardBeter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaaldVele handen maken licht werkHardlopers zijn doodlopersWaar het hart vol van is, loopt de mond van overZachte heelmeesters maken stinkende wondenHet hemd is nader dan de rokDe hemel geeft, wie vangt die heeftAls twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heenBlaffende honden bijten nietJe moet geen slapende honden wakker makenHonger maakt rauwe bonen zoetWie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebruikenWie niet horen wil, moet maar voelenVan dik hout zaagt men plankenJe moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten isJe kunt geen ijzer met handen brekenJe moet het ijzer smeden als het heet isJong geleerd, oud gedaan

K – O
Als het kalf verdronken is, dempt men de putAls de kat van huis is, dansen de muizen op tafelAls de katjes muizen, mauwen ze nietEen kat in het nauw maakt rare sprongenKeulen en aken zijn niet op één dag gebouwdKinderen en dronkaards zeggen de waarheidEen kinderhand is gauw gevuldVan een kale kip kun je geen veren plukkenWie het kleine niet eert, is het grote niet weertKleren maken de manZoals het klokje thuis tikt, tikt het nergensJe kunt nooit weten hoe een koe een haas vangtMen noemt geen koe bont of er is wel een vlekje aanHet zijn niet allen koks die lange messen dragenWie het eerst komt, het eerst maaltDe kost gaat voor de baat uitDe kruik gaat zolang te water tot ze barstWie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf inBeter laat dan nooitWie het laatst lacht, lacht het bestVele laatsten zullen de eersten zijnIn het land der blinden is eenoog koningLedigheid is des duivels oorkussenEerst gedaan en dan gedacht heeft menigeen veel leed gebrachtHet moet uit de lengte of uit de breedte komenLest bestAl is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar welWie dan leeft, die dan zorgtDe liefde van de man gaat door de maagLiefde is blindOude liefde roest nietDe laatste loodjes wegen het zwaarstEen gewaarschuwd man telt voor tweeEen man een man, een woord een woordBij het scheiden van de markt, leert men de kooplui kennenDe meester in zijn wijsheid gist, de leerling in zijn waan beslistDe mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreestDe mens wikt, god beschiktIeder zijn meugHet middel is soms erger dan de kwaalBeter hard geblazen dan de mond gebrandGelijke monniken, gelijke kappenHet zijn niet allen monniken die zwarte kappen dragenDe morgenstond heeft goud in de mondBij nacht zijn alle katjes grauwWie zijn neus schendt, schendt zijn aangezichtGeen nieuws is goed nieuwsAls de nood het hoogst is, is de redding nabijIn nood leert men zijn ware vrienden kennenNood breekt wetOefening baart kunstOnbekend maakt onbemindWie het onderste uit de kan wil, krijgt het deksel op de neusEen ongeluk komt zelden alleenEen ongeluk zit in een klein hoekjeOnkruid vergaat nietHet oog van de meester maakt het paard vetHet oog wil ook watOog om oog, tand om tandUit het oog, uit het hartVreemde ogen dwingenOost west, thuis bestZoals de ouden zongen, piepen de jongenOuderdom komt met gebrekenOverdaad schaadt

P – T
Je moet een gegeven paard niet in de bek kijkenWie met pek omgaat, wordt ermee besmetWie mooi wil zijn, moet pijn lijdenDe pot verwijt de ketel dat hij zwart zietOp ieder potje past een dekseltjeKleine potjes hebben grote orenPraatjes vullen geen gaatjesGoede raad is duurNa regen komt zonneschijnJe moet roeien met de riemen die je hebtWaar rook is, is vuurRust roestAls er één schaap over de dam is, volgen er meerEr gaan veel makke schapen in een hokDriemaal is scheepsrechtEen schip op het strand is een baken in zeeWie de schoen past, trekke hem aanSchoenmaker blijf bij je leestGedeelde smart is halve smartOmwille van de smeer likt de kat de kandeleerDe soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediendWaar gehakt wordt, vallen spaandersHaastige spoed is zelden goedEen spreekwoord is een waar woordWie niet sterk is, moet slim zijnDe beste stuurlui staan aan walDe tijd heelt alle wondenKomt tijd, komt raadTijd is geldZo de tronk zo het jonkWie zijn eigen tuintje wiedt, ziet ‘t onkruid bij een ander niet

U – Z
Elk meent zijn uil een valk te zijnVan uitstel komt afstelAl regent het varkens, jan salie krijgt er geen borsteis vanVeel varkens maken de spoeling dunVieze varkens worden niet vetHolle vaten klinken het hardstWat in het vat zit, verzuurt nietVerandering van spijs doet etenJe vangt meer vliegen met stroop dan met azijnBeter één vogel in de hand, dan tien in de luchtIeder vogeltje zingt zoals het gebekt isVoorkomen is beter dan genezenVoorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkelEen vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn strekenGedeelde vreugd is dubbele vreugdEen vrouw zonder man is als een vis zonder fietsZo de waard is, vertrouwt hij zijn gastenWie niet waagt, die niet wintStille wateren hebben diepe grondenDe weg naar de hel is geplaveid met goede voornemensDe wens is de vader van de gedachteAls de wijn is in de man, is de wijsheid in de kanGoede wijn behoeft geen kransWaar een wil is, is een wegWie wind zaait, zal storm oogstenZo de wind waait, waait zijn jasjeGedane zaken nemen geen keerHoe meer zielen, hoe meer vreugdSpreken is zilver, zwijgen is goudVoor niets gaat de zon opZuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelenÉén zwaluw maakt nog geen zomerWie zwijgt, stemt toe

Al regent het varkens…: De herkomst van Nederlandse spreekwoorden
Cover.html
Txt_001.html
Outline.html
Txt_002.html
Txt_003.html
Txt_004.html
Txt_005.html
Txt_006.html
Txt_007.html
Txt_008.html