De verdwenen slang

De opzichter brieste van woede. ’Mooie boel hier! Een gifslang zoek. En al die mensen die hier rondlopen!’

Frank die zich nogal kalm gedroeg vroeg: ’Zouden we niet beter op zoek kunnen gaan naar die slang?’

’Verdorie ja, laten we die slang gaan zoeken, maar die waker is zijn baantje kwijt. Tony!’ riep hij naar een jongen. ’Ga de baas eens halen. Vlug!’

De circuseigenaar kwam onmiddellijk. Met een woedend gelaat liep hij op hen toe. ’Wat hoor ik over een ontsnapte slang?’ siste hij.

’Deze jongeman zegt dat er een verdwenen is,’ gromde de opzichter en wees naar Joe. ’Een vergiftige nog wel.’

’Lieve help, man! Weet je wat het betekent als het publiek er de lucht van krijgt?’ schreeuwde Grote Hinchman. ’Niemand zal er meer komen. Ga onmiddellijk het hele terrein afzoeken,’ beval de eigenaar. Zijn stem daalde tot een hees gefluister.

’Wat jullie ook doen, laat de mensen niets merken.’

Zowel de beide Hardy’s als de circusmensen kamden het hele terrein uit, doch het vermiste reptiel werd niet gevonden. tenslotte gaven ze het op. De Hardy’s trokken zich terug en bespraken de gebeurtenissen van de afgelopen uren.

’Ik geloof dat die slang gestolen is,’ concludeerde Joe.

’Er was geknoeid aan het slot en dat is gedaan door degene die het gebroken lemmet van de kruisriddersdegen bezit.’

Frank sloeg zich op de knieën, ’Ik wil wedden dat dat Moe Gordon is!’ riep hij en vertelde Joe het verhaal van de clown. ’Gordon had een wrok tegen Hinchman en hoe kon hij hem beter dwarszitten dan door een gevaarlijke slang los te laten op een drukbevolkt circusterrein. Bovendien zei die clown dat Moe goed bekend was met de messen en degens, dus ’t is heel waarschijnlijk dat hij dat lemmet gebruikte om de kooi open te maken.’

’Dat lijkt me een juiste theorie,’ zei Joe. ’En dan is dus volgens Bartjens Moe Gordon ook degene die de gestolen estoque aan Castillo heeft verkocht.’

’Ja, de stukjes van de legpuzzel beginnen nu in elkaar te passen,’ gaf Frank toe.

’Vertel me nog eens wat van die jongeman, die Marko,' vroeg Joe. ’Je zou inderdaad zeggen dat het Narvey moest zijn.’

Frank herhaalde de woorden van de clown en vertelde hoe deze van mening was geweest dat de arme, verlamde circusjongen geheel onder invloed van de schurk had gestaan. 'Waarschijnlijk is die schurk nog steeds in zijn buurt en perst hem geld af, dat hij op de een of andere manier van zijn vader moet zien los te krijgen,’ voegde hij eraan toe. ’Dat zou dan tevens verklaren, waarom Narvey’s toestand niet verbetert. Hij leeft natuurlijk in een voortdurende angst voor die Gordon en wordt door hem gedwongen zijn vader geld afhandig te maken. Geen wonder dat die arme jongen zo van streek is. Iedereen zou ’t daarvan op zijn zenuwen krijgen.’

'Zullen we nog een keer naar High Point gaan om ’t een en ander met meneer Webster te bespreken?’ vroeg Joe. ’We kunnen dan proberen er achter te komen of Narvey inderdaad zichzelf Marko noemde en misschien wil hij dan ook wel vertellen of Gordon hem nog steeds opzoekt. Deze keer zullen we die vent hebben!’ De jongens besloten de volgende dag te gaan en toen ze ’s avonds hun loon ontvingen, zeiden ze meteen hun baantje op.

Na een goede nachtrust in het hotel te hebben genoten, belden ze in de morgen hun ouderlijk huis op. Meneer en mevrouw Hardy waren nog steeds niet thuis, deelde tante Gertrude mee. De jongens vroegen haar hun ouders te vertellen dat ze naar meneer Webster zouden gaan.

’Jullie doen maar,’ zei de oude dame zuur. ”t Wordt anders tijd dat je weer eens een behoorlijke maaltijd thuis krijgt. Al dat restaurant-eten is niets gedaan!’ en ze gooide de hoorn op de haak.

Lachend haastten de jongens zich naar de eetzaal van het hotel om te ontbijten. Joe kocht een ochtendblad. Toen hij het opensloeg, uitte hij een kreet van verbazing. Op de voorpagina stond in grote letters:


VRACHTAUTODIEVEN GESNAPT.


Opgewonden sprong Frank op. ’Kijk Joe, een foto van Matty Storch! En nog een heel stel andere boeven. Vader heeft ze gevangen.’ Gespannen vlogen hun ogen over de regels, waarin verteld werd hoe hun beroemde vader op briljante wijze de bende opgerold had. Alleen aan het eind werd vermeld dat de twee leiders nog steeds op vrije voeten waren.

’Charlie Hinchman en Moe Gordon!’ riep Frank. ’Laten we hopen dat we die ook binnen niet al te lange tijd te pakken krijgen!’ Na een rit van enige uren bereikten ze ’High Point’. Vol spanning belden ze aan en wachtten tot de butler de deur voor hen zou openen.

’Môge heren,’ begroette de zwarte bediende hen een ogenblik later. ’Meneerrr Webster is in zijn studeerkamer.’

De miljonair kwam hen tegemoet toen zij het vertrek binnenkwamen. Hij zag er mager en uitgeput uit. ’Morgen, jongens. Ga zitten,’ zei hij zwakjes.

’Hoe is het met Narvey?’ viel Joe met de deur in huis.

’Nog niets beter,’ was het treurige antwoord. ’Eerder slechter,’ ging meneer Webster voort.

De Hardy’s hadden diep medelijden met de verdrietige man en wilden hem van hun vermoedens vertellen. Eerlijkheidshalve besloten ze echter er eerst met de jonge Narvey over te praten.

Toen ze de trap opliepen om hem even alleen te spreken, fluisterde Joe. 'Ik ben bang dat hij ons niets zal vertellen. Als die Gordon zoveel invloed op hem heeft, durft hij vast de waarheid niet te zeggen.’

’Ja,’ zei Frank op gedempte toon. 'Ik geloof dat ’t het beste is hem te overvallen en net te doen of we alles weten.’

Toen ze bij Narvey’s kamer aangekomen waren, duwde de oudste broer de deur een eindje open en riep met een hese stem:

’Hallo, Marko!’

’Gordon,’ kwam een zwak geluid vanaf het bed.

’Ga weg! Laat me met rust! Ik heb nu geen geld meer. Je zei dat je morgen pas zou terugkomen.’

Deze woorden deden de jongens van gedachten veranderen. Op hun tenen slopen ze weg en keerden terug naar de studeerkamer van meneer Webster. Daar voerden zij een lang gesprek met Narvey’s vader en vertelden hem alles wat ze in het circus te weten waren gekomen.

De man vertelde hun dat hij zijn zoon de laatste tijd grote geldbedragen had gegeven in de hoop hem daarmee een plezier te doen.

'Ik had er geen idee van wat hij met het geld van plan was,’ zei de man, ’maar ik vroeg er niet naar. Hij kan het onmogelijk uitgegeven hebben, want hij heeft het huis niet verlaten.’

’Is hij ook niet in de tuin geweest?’ vroeg Frank. ’Hij zal toch niet altijd binnen geweest zijn?’

’M’n zoon is een paar keer alleen naar buiten gegaan,’ antwoordde de vader. ’Eén keer maakte ik me een beetje ongerust omdat hij al een half uur weg was en toen ben ik hem gaan zoeken. Er bleek niets met hem aan de hand te zijn toen ik hem vond, maar hij leek me wel erg opgewonden en vroeg me hem nooit meer te volgen.’

‘Waarschijnlijk had hij toen een ontmoeting met Gordon gehad,’ zei Joe. ’In ieder geval weten we zeker dat die schurk morgen komt. Dan loopt hij recht in de val.’

Meneer Webster smeekte de jongens High Point niet te verlaten. Zijn ogen stonden zo angstig en zijn toon klonk zó overredend dat ze erin toestemden. Ze besteedden de rest van de dag met de tuin te onderzoeken en vroegen zich af waar Narvey en Gordon hadden afgesproken elkaar te ontmoeten. Ze vonden verscheidene afgelegen plekjes die hiervoor in aanmerking kwamen.

’Ik denk dat ik morgen de wacht houd bij ’t tuinhuisje,’ zei Joe. ”t Lijkt me een geschikte ontmoetingsplaats.’

Narvey verscheen aan de avondmaaltijd en toonde enige gedwongen belangstelling voor de Hardy’s.

Ze vertelden hem dat ze zouden blijven slapen doch verzwegen dat ze ook de hele volgende dag op High Point van plan waren door te brengen. De jongen sprak nauwelijks gedurende het avondeten en keerde direct daarna terug naar zijn kamer.

’Hij is er inderdaad niet op vooruit gegaan,’ zei Frank later tegen Joe onder het uitkleden, ’Ik geloof dat het enige wat Narvey’s geest kan herstellen, een of andere grote schok is.’

’Kan wel!’ geeuwde Joe. ’Welterusten,’ voegde hij eraan toe en tuimelde zijn bed in.

De dorpsklok had net twaalf uur geslagen toen een zacht ruisend geluid vanuit de struiken onder meneer Webster’s slaapkamerraam weerklonk. Een schaduw maakte zich los van de muur en even later klom een gestalte langs de wingerd omhoog naar het openstaande raam.