Hoofdstuk 12

 

 

Sophie keek om zich heen naar de gasten op hun huwelijksfeest, een onwaarschijnlijke mix van lachende gezichten. In de verte kleurde de ondergaande zon de gekartelde bergtoppen een glanzend lila. Het was een liefdevolle kleur, zoals de beloften die zij en Levi hadden uitgewisseld boven de schitterende kloof bij Xanadu, glanzend als de blik in de ogen van haar kersverse echtgenoot.

Ze glimlachte tegen haar vrienden, de vrouwen in hun zonnejurkjes en hun door de zon gebruinde mannen met hun beste hoeden op en gepoetste laarzen aan. Ook Levi’s vrienden waren er, in maatpakken en haute couturejaponnen. Ze genoot van de manier waarop de twee groepen zich vrolijk met elkaar onderhielden onder de kale takken van de reusachtige apenbroodboom.

Een boom die steeds dikker was geworden gedurende de duizend jaar dat hij onder de blauwe hemel van de Kimberley had gestaan. Hij had elke wending van het lot gadegeslagen die dit grootse oude complex had meegemaakt sinds het door haar overgrootvader was gebouwd en daarna voor twee generaties verloren was geweest. Nu zouden de kinderen van haar en Levi, en misschien die van Smiley en Odette, op bezoek komen, en op een dag zouden deze opgroeiende kinderen leren van hun erfdeel te gaan houden.

Het gekrijs van zwavelgele kaketoes vulde de lucht op deze late namiddag. Sophie hief haar hoofd om het geluid in haar geheugen te prenten terwijl ze de geur opsnoof van de frangipane in haar bruidsboeket. De sterke geur paste beter bij haar huwelijk dan welk parfum ook dat nog door mensen bedacht moest worden.

Ze zou zich wel gaan thuis voelen in de stad. Naast haar stond Levi, haar man, lang en rechtop. Hij keek haar aan met zo’n intense blik van trots en liefde in zijn donkerblauwe ogen dat er tranen begonnen te prikken achter de mascara die ze van Odette had moeten aanbrengen. Ze moest zichzelf dwingen niet in haar ogen te wrijven.

Levi moest de glinstering die ze probeerde te verbergen gezien hebben, want zijn duim streelde zachtjes haar handpalm. Hij wist al wat ze dacht, en de tranen verdwenen als bij toverslag toen zijn vingers zich met de hare verstrengelden. Hij keek naar haar ring met de indrukwekkende roze diamant die ze bij de Kimberley-mijn hadden uitgezocht. Zijn blik volgend, mompelde ze afkeurend: ‘Je hebt te veel geld.’

Hij moest lachen. ‘Wil je dat ik het allemaal weggeef?’ De woorden klonken luchtig, maar de blik in zijn ogen verzekerde haar dat hij volkomen serieus was. Haar hart begon te bonzen omdat deze man zover zou willen gaan om haar gelukkig te maken.

Ze knipperde de tranen weg, want ze wilde niet huilen op haar trouwdag, zelfs geen vreugdetranen. ‘Ik zou je erbij kunnen helpen.’ Lachend keek ze naar hem op. ‘Er zijn heel wat dingen die ik hier zou willen verbeteren.’ Ook al ben ik niet hier om het resultaat te zien, dacht ze, maar het speet haar niet echt.

Vol liefde trok hij haar tegen zich aan. ‘Ik merk dat ik een dure vrouw heb getrouwd.’ Ze voelde zijn arm om haar heen, sterk en zeker van hun liefde, en de waarheid werd haar duidelijk. Hier was ze thuis. In Levi’s armen. Niet in Xanadu, niet in het drukke Sydney, of waar zijn werk hem ook mocht brengen – overal was ze thuis zolang ze Levi naast zich had.

 

Het kleine vliegtuig – Levi had er met een glimlach en een blik op zijn vrouw van afgezien de helikopter te nemen – vertrok de volgende ochtend. Met haar hand in de zijne zag Sophie zonder gevoelens van spijt de bruine aarde onder zich voorbijglijden. De tijdloze bergen en de steile kloven zouden er altijd zijn. Xanadu zou de wacht houden over het land tot ze terugkeerde.

Nu kon ze naar de toekomst kijken, naar nieuwe avonturen met de man die ze met haar hele hart vertrouwde.

Die avond dineerden ze in Sydney, in een exclusief restaurant met uitzicht over de haven. Sophie kon begrijpen waarom Levi er zo graag kwam.

‘Dit was mijn lievelingsplek om uit eten te gaan,’ zei hij, kijkend naar het panoramische schouwspel van de havens en daarna weer naar zijn vrouw. Vervolgens keek hij naar zijn bord, en ze besefte dat hij dacht aan hun trektocht door de hete outback. ‘Je hebt me nieuwe dingen leren eten.’

‘Hebben ze hier ook larven?’ vroeg ze plagend. Over het keurige witte tafellaken stak ze haar hand naar hem uit. Er gebeurde iets magisch tussen hen, en om haar mond speelde het lachje dat ze sinds de afgelopen nacht voortdurend had getoond. Hoe had ze kunnen weten wat haar in zijn armen wachtte? Wat had haar kunnen voorbereiden op de gevoelens die hij had opgeroepen toen hij haar alles had laten zien wat liefde te bieden had? Haar huid tintelde nog steeds, en zelfs een vluchtige aanraking als deze riep herinneringen en gevoelens op waarvan ze niet had kunnen dromen. Hun ringen glinsterden terwijl ze hun vingers door elkaar vlochten. Haar ogen smeulden, en ze voelde kriebels in haar buik.

‘Je bloost, lieverd,’ zei hij plagend.

Ze waaierde zichzelf koelte toe met haar hand. ‘Dat moet van het eten komen.’

‘Vreemd, eten is het laatste waar ik aan denk. Voor jou zou ik zelfs een vette larf opeten.’

Gelukkig was dit een discreet restaurant, maar ze moest van onderwerp veranderen voor haar ondeugende man nog meer schaamteloze opmerkingen maakte. Daarom wees ze naar de delicatessen die hij voor haar had besteld. ‘Ik zal het je niet vragen als ik van jou die oester niet hoef op te eten.’

Lachend pakte hij het schelpdier van haar bord. ‘Ik heb iets beters voor je.’ Met vragend opgetrokken wenkbrauwen zag ze hem zijn hand in zijn borstzak steken en er een lange witte envelop uit halen die dik en in reliëf bedrukt was. Hij legde hem zo verwachtingsvol in haar hand dat ze zich verbaasde. ‘Voor mijn schat van een vrouw, met veel liefs.’

Een vluchtig moment hoorde ze een echo van wantrouwen en angst, overgebleven van haar verhouding met Brad, maar ze zette die van zich af omdat ze wist dat Levi onvoorwaardelijk van haar hield. Wat had hij nu weer bedacht? Fronsend keek ze naar de envelop en daarna weer naar hem. ‘Wat is dit?’ Ze woog de envelop in haar hand, nieuwsgierig omdat die zo zwaar was.

‘Maak open.’

Ze probeerde het, maar het zegel was moeilijk te verbreken. Levi gaf haar een mes om de envelop open te snijden. Ze keek nog eens naar hem. Wat het ook was, hij genoot hiervan. Toen de envelop ten slotte geopend was, haalde ze het dikke pak papier eruit en vouwde het open. Het kon niet waar zijn! Ze sperde haar ogen wijd open terwijl ze haar plotseling droog geworden lippen bevochtigde.

‘Veertigduizend hectare?’ Ze keek hem aan en zag dat zijn blauwe ogen dansten van vrolijkheid en liefde. ‘Dat kun je me niet als huwelijkscadeau geven.’

Hij leunde achterover en keek nog eens naar buiten. ‘Waarom niet?’

‘Het is te veel.’ Ze keek naar hem, niet zeker hoe hij haar volgende woorden zou opvatten. ‘Ik wil Smiley de helft geven.’

Hij grinnikte, heel tevreden met zichzelf. ‘Ik dacht wel dat je zoiets zou zeggen, maar hij heeft erin toegestemd zich te laten uitkopen.’

Ze fronste haar voorhoofd. ‘Xanadu moet goed geleid worden. Wij wonen in Sydney.’

‘Misschien hoeven we maar zes maanden per jaar in Sydney te wonen.’

Hij genoot hiervan, besefte ze, genoot ervan om haar aan het lijntje te houden. Niettemin merkte ze dat haar opwinding bij elke verwarde gedachte toenam. ‘En waar wonen we dan de rest van het jaar?’

‘Raad eens.’ Hij tilde haar hand op en liet zijn vingers over de zachte huid glijden voor hij zachtjes, maar zo hartstochtelijk dat haar gezicht begon te gloeien, haar pols kuste. ‘We gaan dat geld uitgeven waarvan je zei dat ik het moest weggeven.’

‘Door Smiley uit te kopen?’

Hij schudde zijn hoofd en kuste haar nog een keer. Ze kreeg kippenvel op haar armen en wenste dat hij dit niet nu deed omdat ze zich dan moeilijk kon concentreren. En ze wilde het begrijpen.

‘Door een oogkliniek te openen voor het achterland. De Sophie Pearson Mobiele Oogkliniek, om precies te zijn,’ zei hij lachend. ‘Het zal je genoegen doen te weten dat zo’n investering een flinke deuk in onze rijkdom maakt.’

Haar hoofd tolde. Ze was overweldigd door zijn idee, maar hij was nog niet uitgesproken.

‘Ik dacht dat als je het ermee eens bent, we tijdens de droge periode van mei tot oktober naar het noorden konden reizen om afgelegen nederzettingen en missieposten te bezoeken.’

Ze zag de gedrevenheid in zijn ogen. Hij bood haar de kans om goed werk te doen. Ze voelde tranen in haar ogen opwellen, omdat ze het geluk had een man gevonden te hebben op wie ze heel trots kon zijn. Ze gooide haar hoofd achterover en durfde te wedden dat dezelfde opwinding die ze in zijn ogen las uit de hare straalde. ‘We hebben natuurlijk een basis nodig vanwaaruit we kunnen werken, en Xanadu is daar perfect geschikt voor.’

Met moeite bedwong ze haar tranen terwijl ze probeerde het beeld voor ogen te krijgen dat hij had bedacht. ‘Dat is geweldig.’

‘En mocht je je met iets anders bezig moeten houden…’ zijn blik gleed naar haar buik, ‘dan kan ik een assistente nemen en kun jij thuis, met ons gezin, op me wachten. In Xanadu.’

Hij had dit voor haar gedaan. ‘Je hebt aan alles gedacht.’

Zijn ogen werden donker, en ze bloosde tot haar tenen, op alle plekjes die hij de afgelopen nacht had ontdekt. ‘Als we kinderen krijgen, zullen die van beide woonplaatsen gaan houden.’

De warmte die ze ervoer doordat hij haar alleen maar aankeek, werd sterker, tot ze zichzelf voelde gloeien. ‘Je hebt echt overal aan gedacht.’

‘Ik hou me gewoon aan de regels.’ Hij leunde over de tafel heen en kuste haar op haar lippen. ‘Altijd de waarheid spreken. En de waarheid is dat ik altijd van mijn lieve vrouw zal blijven houden, van nu tot in de eeuwigheid.’