VOORBIJE VROUWEN: CHARMAINE
Doodgaan is iets raars, man! Er komt geen eind aan. Waar moet dit naartoe? Wanneer mag je weg uit je gevallen lijf ? Het voelt opeens aan alsof je verpletterd wordt onder het vlees van het lichaam van een ander.
‘Dat is ook geen compliment, sweetie. Ik ben in tegenstelling tot jou geen grammetje bijgekomen. I’m still a lean, mean fucking machine.’
Groene amandelogen kijken van griezelig kortbij in de mijne. Een jonge vrouw met een zee van glanzend notenbruin haar laat zich van mij afrollen. Ze vlijt zich dicht tegen mijn roerloze lichaam aan terwijl ze tegen mij praat. Als in duizend en één nacht. Ik weet alles nog tot in het kleinste detail: Dubai! De shopping mall die ik had getekend zou plechtig geopend worden. Er waren alleen mannen, hoewel dit gebouw een gouden kooi voor hun vrouwen en dochters zou worden. Het waren sjeiks vooral, en andere mannen met gewicht die zich ondanks hun status niet te goed voelden om rond te lopen met zo’n keukenhanddoek op het hoofd. Zo veel eer als mij die dag werd bewezen heeft een architect bij ons nog nooit gekregen. Of toch: honderd jaar na zijn dood. Maar daar in Dubai leek het alsof we met zijn allen Nuyensdag vierden. Niet al te uitbundig weliswaar: er waren theetjes en veel zoet gebak. Toen de mall goed en wel was ingewijd, verhuisden we naar de kelderverdieping van een vijfsterrenhotel voor de afterparty. Het rommelde namelijk nogal in de buik van die op het eerste gezicht zo strikte maatschappij. Man, als mijn shopping mall de vrouwen hier evenzeer zou bekoren als de accommodatie van die kelder hun mannen leek te bevallen, dan zaten we goed. Champagnefonteinen, whiskybars, waterpijpen, luxueuze ligbedden, dienbladen vol chique canapés, echte palmbomen die wuifden in de wind van de discrete ventilatie , op -3 onder de grond. Op het kruispunt in het midden van de vier enorme zalen fonkelde een zwembad. Er zwommen meisjes in, olijfkleurige sirenes met gouden bikinitopjes en bijpassende vissenstaarten. Genodigden gooiden gouden munten in het zwembad, waar de meisjes dan achteraan gingen. Voor wat meer van die munten mocht zo’n oude woestijnvos het bikinitopje van deze elegante speeltjes losmaken en in het water gooien. Telkens opnieuw, want ook die topjes werden telkens gracieus weer opgediept. Het was een hallucinant kitschfeest: alles blonk, de overheersende kleur was goud, en alles leek bezaaid met glinsterende stenen. Hier was de aanwezigheid van vrouwen blijkbaar geen probleem, maar er was er geen enkele ouder dan pakweg 25. Bij het binnenkomen, en voor ik de esbattementen van de dames in het zwembad had opgemerkt, had ik in mijn onnozelheid even gedacht dat ze allemaal hun dochters hadden meegebracht, maar ik wist genoeg af van de plaatselijke zeden en gewoonten om te weten dat dochters het huis niet uit mochten in de weinig verhullende avondjurken die deze schoonheden droegen. Ik stond erbij en ik keek ernaar. Ik had Karen eigenlijk na de inwijding een sms willen sturen om haar te laten weten dat ze geen idee had waarin ik hier terecht was gekomen, en dat ik later uitgebreid verslag zou uitbrengen van de festiviteiten. Maar drie verdiepingen onder de grond heb je geen verbinding met welk netwerk dan ook – behalve met het goeddraaiende netwerk dat dit soort party’s voorziet van wulpse figuranten. Rachid, één van onze medewerkers, die behoorlijk Engels sprak en alle onderhandelingen had gevoerd, had opgemerkt hoe ik wat onwennig stond te dralen aan de rand van de actie. Hij wenkte een prachtige vrouw in een smaragdgroene jurk met een ruguitsnijding tot aan de welving van haar billen. Hij stelde haar voor als ‘Charmaine’. Als dat geen artiestennaam à la tête du client was! Charmant was ze. Hij stopte haar een badge in de hand en wenste mij ‘a very good night’. Charmaine nam mij bij de hand. We namen de lift naar de 74ste verdieping, en stapten uit in een penthouse on top of the World. We hadden nog geen woord gewisseld. Wat viel er ook te zeggen, behalve ‘wauw’ – en de charme van die uitroep is zelfs voor pubers beperkt. Charmaine liep recht op het panoramische venster af. Haar loopje had iets van een panter. Ze maakte de bandjes van haar jurk los en liet hem sierlijk om haar enkels vallen. Ze droeg geen slipje. Er waren dus blijkbaar vrouwen die zonder onderbroek rondliepen!? Nu ja, dit was ook eigenlijk wel een heel warm land.
Met haar goudlederen stiletto’s schopte ze achteloos de smaragdgroene jurk opzij en bleef met haar rug naar mij toe naar buiten staan kijken. Ik bleef midden in de ruimte staan en genoot ook van het uitzicht. Ze had de mooiste welvingen ooit, en dan heb ik het nog maar alleen over haar achter-aanzicht. Ik was in een dure parfumreclame terechtgekomen, zo leek het. Ze keek om en wenkte me. Ik ging pal achter haar staan en keek over haar schouder mee naar de duizenden lichtjes van de stad. Ze rook naar amber. Chamaine reikte achter zich naar mijn handen en legde ze op haar heupen. Ze begonnen als vanzelf langzaam en nadrukkelijk over haar zachte huid te dwalen. Ik zag ons spiegelbeeld in de ruit en werd gek. Gek van verlangen om zo’n vrouw te bezitten. Een totaal onbekende, verrukkelijke vrouw, die niets van mij vroeg en mij alles aanbood. Ik nam niet eens de tijd om kleren uit te trekken, ritste mijn broek los en nam haar. Onze handpalmen lieten zweterige sporen na op het vensterglas. Het leek alsof ik de hele stad neukte. Dubai ik pak je, ik heb je, ik kom godverdomme!
Na afloop werd ik meteen overvallen door postcoïtale schaamte. Ik ging op zoek naar de badkamer op en bleef daar lang met gebogen hoofd staan onder de eerste regenwouddouche die ik ooit had gezien. Toen ik weer de suite in durfde, was ze daar nog. Ze droeg alleen een zijden sjaal die ik eerder over een van de ligbanken had zien hangen. Soms verhult een ‘grand foulard’ verdomd weinig. Ik negeerde haar uit onbehouwenheid en ging op het ronde kingsize bed in het midden van de loft zitten. Ze kwam naast me liggen, steunend op een elleboog, bedekte mijn wang met vele vederlichte vlinderkusjes, keek me begripvol in de ogen en sprak met toe met haar onweerstaanbare accent.
Ze vroeg of ik gelukkig was met haar. Die vraag moet een kleine enquête geweest zijn in het kader van de kwaliteitscontrole van haar dienstverlening, maar in haar exotische Engels klonk het alsof ze na jaren huwelijk peilde naar de staat van mijn vrede met onze relatie. Ik knikte heftig van ja, als een kind dat bevestigt dat de sint alle goeie dingen had gebracht. Op dat moment gelukkig zijn, was poepsimpel. Zelfs samen. We hadden geen verleden, geen toekomst, geen kinderen, geen vrienden, geen doelen, geen gewoonten, geen conflicten, geen verwijten, geen voorkennis, geen bedenkingen, geen rekeningen, geen tijdsbesef. Niets hebben dan het nu en elkaar is een sleutel tot gelukzaligheid. Waarom was zoiets in een gangbare, historisch gegroeide relatie dan niet te reconstrueren? Al was het maar voor even, als een welverdiende time-out voor allebei… Toen ik na deze trip thuiskwam, nog vol van mijn successtory, vroeg ik Karen ’s avonds om naakt bij het raam te gaan staan. Ze keek me verbaasd aan, maar liet alvast haar pyjamajasje op de vloer glijden. Net toen ze een hand tussen haar heup en de veel te ruime pyjamabroek had geschoven om ook die af te werpen, bedacht ze zich. De buren! De buren konden haar misschien zien, stel dat die ook toevallig in het midden van de nacht voor hun raam stonden…
De buren… konden verrekken.
‘Ik moet gaan, Mark, of liever: jij moet gaan… ‘
Het lichaam dat het mijne zo comfortabel bedekte lost op, als een hersenschim, als de diafane zijden sluier van Charmaine.
Ongrijpbaar maar net zo goed onuitwisbaar.