Anna had voor het eerst in tijden diep en droomloos geslapen. Dat wil zeggen, toen ze eenmaal in slaap was gevallen. Dan en zij hadden uren gepraat en besloten de wonden te laten helen, al zou dat een tijd duren. Ze hadden besloten om weer voor elkaar te kiezen.
Ze ging op haar zij liggen en strekte haar arm uit. Daar lag Dan en in plaats van zich af te wenden pakte hij haar hand en legde die op zijn borst. Glimlachend voelde ze hoe de warmte zich door haar lichaam verspreidde, van haar tenen naar haar buik en… Ze snelde het bed uit, vluchtte naar de badkamer en kon nog net het wc-deksel omhoog doen voordat haar maag zich omkeerde.
‘Hoe gaat het, schat?’ vroeg Dan bezorgd vanuit de deuropening. Ondanks het ellendige van de situatie kreeg ze tranen van geluk in haar ogen omdat hij haar ‘schat’ noemde.
‘Ik denk dat het buikgriep is. Ik heb er al een poosje last van.’ Ze kwam op trillende benen overeind, liet water in de wastafel lopen en spoelde haar mond. Ze had nog steeds een vieze smaak, dus deed ze tandpasta op de tandenborstel en begon te poetsen.
Dan kwam achter haar staan en keek haar in de spiegel aan. ‘Hoe lang al?’
‘Ik weet het niet precies, maar ik ben al een paar weken misselijk. Het is net of het niet echt wil doorzetten,’ zei ze met de tandenborstel in haar mond. Ze voelde Dans hand op haar schouder.
‘Maar zo gaat het toch niet bij buikgriep? Heb je niet aan iets anders gedacht?’ Hun blikken ontmoetten elkaar en Anna hield opeens op met poetsen. Ze spuugde de tandpasta uit, draaide zich om en staarde hem aan.
‘Wanneer was je voor het laatst ongesteld?’ vroeg hij.
Ze dacht koortsachtig na. ‘Dat is alweer een poosje geleden. Maar ik dacht dat het door… ja, door de stress kwam. Denk je dat…? Het was maar één keer.’
‘Eén keer kan genoeg zijn, dat weet je toch wel?’ Hij glimlachte en legde zijn hand op haar wang. ‘Zou het niet geweldig zijn als het zo was?’
‘Ja,’ zei ze en ze voelde de tranen achter haar oogleden branden. ‘Ja, dat zou geweldig zijn.’
‘Zal ik naar de apotheek gaan voor een zwangerschapstest?’
Anna knikte alleen maar. Ze wilde nergens op hopen voor het geval het toch een gewone buikgriep zou blijken te zijn.
‘Oké, dan ga ik meteen.’ Dan kuste haar op haar wang.
Ze ging op het bed zitten wachten en voelde aan haar lichaam. Waren haar borsten inderdaad niet een beetje gevoelig en gezwollen? En was haar buik niet ietsepietsie opgezet? Had er echt iets kunnen ontkiemen in het schrale landschap dat haar lichaam was geworden? Als dat zo was zou ze nooit meer iets vanzelfsprekend vinden, nooit meer zoiets zeldzaams en waardevols op het spel zetten, dat beloofde ze zichzelf.
Ze schrok op uit haar gedachten toen Dan buiten adem de slaapkamer binnenkwam.
‘Alsjeblieft,’ zei hij en hij gaf haar een zakje van de apotheek.
Met bevende handen haalde ze het doosje eruit, keek Dan even nerveus aan en ging toen naar de badkamer. Ze ging op de wc zitten, hield de strip tussen haar benen en probeerde goed te mikken. Daarna legde ze de strip op de wastafel en waste haar handen. Die beefden nog steeds en ze kon haar blik niet van het venstertje afhouden dat hun toekomst zou bepalen, dat zou laten zien of ze wel of niet een nieuw leven mochten verwelkomen.
Ze hoorde de deur opengaan. Dan kwam naar binnen, ging achter haar staan en sloeg zijn armen om haar heen. Samen staarden ze naar de strip. En wachtten.
Erica had een paar uur onrustig geslapen. Ze was het liefst meteen op pad gegaan, maar ze wist dat ze Laila op z’n vroegst om tien uur kon spreken als ze niet van tevoren een afspraak had gemaakt. Bovendien moest ze de kinderen eerst naar de crèche brengen.
Ze strekte zich uit in bed. Haar lichaam was stijf en traag van vermoeidheid. Ze ging met haar hand over de lege plek naast zich. Patrik was nog steeds niet thuis en ze vroeg zich af wat er op de boerderij was gebeurd, of Molly en Marta waren gevonden en wat Jonas had gezegd. Maar ze wilde hem niet storen, hoewel zij nu ook iets belangrijks te vertellen had. Hopelijk zou hij tevreden zijn over wat ze had ontdekt. Soms raakte hij geïrriteerd als ze zich met zijn werk bemoeide, maar dat was alleen uit bezorgdheid en deze keer had hij echt zelf om hulp gevraagd. Ze liep trouwens geen enkel gevaar. Ze zou alleen met Laila gaan praten en daarna zou ze alle informatie aan Patrik geven, zodat hij die voor het onderzoek kon gebruiken.
Slechts gekleed in haar nachthemd en met haar haar nog in de war van het slapen sloop ze zachtjes de kamer uit en de trap af. Ze vond het heerlijk om in alle rust een kopje koffie te kunnen drinken voordat de kinderen wakker werden. Ze had een paar uitdraaien meegenomen die ze nog een keertje wilde doorlezen. Het was belangrijk om goed voorbereid naar de inrichting te gaan. Maar ze was nog maar net begonnen of ze hoorde al geschreeuw van boven. Met een zucht stond ze op om voor haar veel te wakkere kinderen te zorgen.
Nadat ze alles had afgehandeld wat er ’s ochtends moest gebeuren en ze de kinderen naar de crèche had gebracht, had ze nog wat tijd over en ze besloot nog een paar dingen een tweede keer te checken. Ze liep naar haar werkkamer en keek opnieuw naar de kaart van Zweden. Ze stond een hele tijd te turen, maar kon geen patroon ontdekken. Toen kneep ze haar ogen half dicht en schoot in de lach. Dat ze het niet eerder had gezien. Het was zo eenvoudig.
Ze pakte de telefoon en belde Annika op het politiebureau. Toen ze vijf minuten later ophing, was ze er nog meer van overtuigd dat ze gelijk had.
Het beeld werd steeds duidelijker en als Erica vertelde wat ze gisteren had uitgedokterd, kon Laila niet blijven zwijgen. Deze keer moest ze het hele verhaal vertellen.
Vol nieuwe hoop ging ze naar buiten en stapte in de auto. Voordat ze wegreed controleerde ze nog een keer of ze de ansichtkaarten bij zich had. Die zou ze nodig hebben om Laila de geheimen te laten onthullen die ze al zo lang met zich meedroeg.
Toen ze bij de inrichting was gearriveerd meldde ze zich bij de bewaker.
‘Ik wil graag Laila Kowalska spreken. Ik heb geen afspraak, maar kunt u haar vragen of ze me toch wil ontvangen? Zeg maar dat ik over de ansichtkaarten wil praten.’
Erica hield haar adem in terwijl ze voor het traliehek wachtte. Even later ging het met een zoemend geluid open en met bonzend hart liep ze naar het gebouw. De adrenaline stroomde door haar bloed, waardoor ze snel en oppervlakkig ademhaalde. Ze bleef even staan en haalde een paar keer diep adem om rustig te worden. Het ging nu niet alleen om een oude moordzaak, maar om vijf verdwenen meisjes.
‘Wat wil je?’ zei Laila zodra Erica de bezoekersruimte binnenstapte. Ze stond met haar rug naar haar toe en keek naar buiten.
‘Ik heb de ansichtkaarten gezien,’ zei Erica en ze ging zitten. Ze haalde ze uit haar handtas en legde ze op de tafel.
Laila bleef staan en de zon scheen op haar stekeltjeshaar, waardoor haar schedel duidelijk te zien was.
‘Die hadden niet bewaard moeten worden. Ik heb uitdrukkelijk gezegd ze weg te gooien.’ Ze klonk niet boos, eerder gelaten, en Erica meende ook iets te bespeuren wat op opluchting leek.
‘Dat is niet gebeurd. En ik denk dat je weet wie ze heeft gestuurd. En waarom.’
‘Ik vermoedde al dat je er vroeg of laat achter zou komen. Ik denk dat ik daar diep in mijn hart ook op hoopte.’ Laila draaide zich om en liet zich langzaam op de stoel tegenover Erica zakken. Met neergeslagen blik keek ze naar haar handen, die ineengestrengeld op de tafel rustten.
‘Je durfde niets te zeggen omdat de kaarten verkapte bedreigingen waren. Ze bevatten een boodschap die alleen jij zou begrijpen. Klopt dat?’
‘Ja. En wie zou me geloven?’ Laila haalde haar schouders op en haar handen trilden licht. ‘Ik moest het enige wat ik nog heb beschermen. Het enige wat nog iets betekent.’
Ze sloeg haar blik op en keek Erica met haar ijsblauwe ogen aan.
‘Jij weet het ook, hè?’ voegde ze eraan toe.
‘Dat Peter leeft en dat jij denkt dat hij misschien in gevaar is? Dat je hem beschermt? Ja, dat is inderdaad mijn conclusie. En ik denk dat jij en je zus veel meer om elkaar geven dan jullie hebben laten blijken. Dat de onmin tussen jullie slechts een rookgordijn was om te verhullen dat zij voor Peter ging zorgen toen jullie moeder overleed.’
‘Hoe ben je erachter gekomen?’ vroeg Laila.
Erica glimlachte. ‘Je vertelde in een van onze gesprekken dat Peter lispelde en toen ik je zus belde, werd er opgenomen door een man die zei dat hij haar zoon was. Hij lispelde ook en eerst dacht ik dat het een licht Spaans accent was. Het duurde een tijd voordat ik de link legde, en het was natuurlijk een gok.’
‘Hoe klonk hij?’
Het deed Erica pijn in haar hart toen ze besefte dat Laila haar zoon al die jaren niet had gezien of gesproken. Spontaan legde ze haar hand op die van Laila.
‘Hij klonk aardig en sympathiek. Ik hoorde zijn kinderen op de achtergrond.’
Laila knikte, ze haalde haar hand niet weg. Haar ogen werden vochtig en Erica zag dat ze tegen haar tranen vocht.
‘Wat gebeurde er toen hij moest vluchten?’
‘Hij kwam thuis en trof mijn moeder, zijn oma, dood aan. Hij begreep wie het had gedaan en realiseerde zich dat hij zelf in gevaar verkeerde. Daarom nam hij contact op met mijn zus, die hem hielp naar Spanje te komen. Ze heeft voor hem gezorgd alsof hij haar eigen zoon was.’
‘Maar hoe heeft hij zich al die jaren zonder identiteitspapieren en zo kunnen redden?’ vroeg Erica.
‘Agneta’s man is een hooggeplaatste politicus. Hij heeft op de een of andere manier kunnen regelen dat Peter nieuwe papieren kreeg, als hun zoon.’
‘Heb jij het verband tussen de poststempels op de kaarten begrepen?’ vroeg Erica.
Laila keek haar verbaasd aan en trok haar hand terug. ‘Nee, ik heb er niet eens over nagedacht. Ik weet alleen dat ik steeds een kaart kreeg als er iemand was verdwenen, omdat er een paar dagen later een brief met een krantenknipsel volgde.’
‘O ja? Waar waren die verstuurd?’ Erica kon haar verbazing niet verbergen. Dit had ze niet geweten.
‘Geen flauw idee. Er stond geen afzender op en ik heb de enveloppen weggegooid. Maar het adres was gestempeld, net als op de ansichtkaarten. Ik werd natuurlijk doodsbang. Want ik begreep dat Peter was gevonden en dat hij nu misschien aan de beurt was. Ik kon de voorstellingen op de kaarten niet op een andere manier interpreteren.’
‘Ik begrijp het. Maar hoe interpreteerde je de krantenknipsels?’ Erica keek haar nieuwsgierig aan.
‘Volgens mij konden ze maar één ding betekenen. Dat Meisje leefde en zich op mij wilde wreken door Peter van me af te pakken. De krantenknipsels waren waarschijnlijk bedoeld om mij te laten weten waartoe ze in staat was.’
‘Hoe lang weet je al dat ze leeft?’ vroeg Erica zachtjes, maar de vraag weerkaatste toch in de kamer.
In de ijsblauwe blik die op haar gericht was waren al die jaren van geheimen, verdriet, verlies en woede verzameld.
‘Sinds ze mijn moeder heeft vermoord,’ antwoordde Laila.
‘Maar waarom heeft ze dat gedaan?’ Erica maakte geen aantekeningen en luisterde alleen maar. Op dit moment was het niet belangrijk of ze materiaal voor haar boek kreeg of niet. Ze wist niet eens of ze wel in staat zou zijn het te schrijven.
‘Wie zal het zeggen?’ Laila haalde haar schouders op. ‘Wraak? Omdat ze het wou en ervan genoot? Ik heb nooit begrepen wat zich in haar hoofd afspeelde. Ze was een vreemd wezen, anders dan anderen.’
‘Wanneer merkte je dat er iets mis was?’
‘Vroeg, bijna meteen al. Moeders weten het wanneer iets niet is zoals het moet zijn. Maar ik had nooit…’ Ze wendde haar hoofd af, maar Erica kon nog net de pijn op haar gezicht zien.
‘Maar waarom…?’ Erica wist niet hoe ze haar vragen moest formuleren. Het was moeilijk om ze te stellen en de antwoorden zouden onder alle omstandigheden ook moeilijk te begrijpen zijn.
‘We hebben het niet goed gedaan. Ik weet het. Maar we wisten absoluut niet hoe we ermee om moesten gaan. En Vladek kwam uit een wereld met heel andere gewoonten en ideeën.’ Ze keek Erica smekend aan. ‘Hij was een goed mens, maar werd geconfronteerd met iets wat hij niet kon hanteren. En ik deed niets om hem tegen te houden. Alles werd alsmaar erger, onze onkunde en angst namen het over en ik moet bekennen dat ik haar uiteindelijk haatte. Ik haatte mijn eigen kind.’ Laila snikte even.
‘Wat voelde je toen je begreep dat ze nog leefde?’ vroeg Erica voorzichtig.
‘Ik was verdrietig toen ik hoorde dat ze dood was. Geloof me, dat is echt zo. Al was dat misschien eerder om de dochter die ik nooit had gehad.’ Ze keek Erica aan en haalde diep adem. ‘Maar ik was nog verdrietiger toen ik begreep dat ze ondanks alles leefde en dat ze ook mijn moeder had vermoord. Ik hoopte alleen maar dat ze niet ook Peter van me af zou pakken.’
‘Weet je waar ze is?’
Laila schudde heftig haar hoofd. ‘Nee. Voor mij is ze niet meer dan een kwade schaduw die zich buiten de muren van de inrichting beweegt.’ Toen versmalden haar ogen zich. ‘Weet jij het wel?’
‘Ik weet het niet, maar ik heb zo mijn vermoedens.’
Erica legde de ansichten met de achterkant naar boven op de tafel. ‘Kijk. Ze zijn ergens tussen de plaatsen waar de meisjes verdwenen en Fjällbacka afgestempeld. Dat ontdekte ik omdat ik alles op de kaart van Zweden heb gemarkeerd.’
Laila keek naar de ansichten en knikte.
‘Oké, maar wat betekent dat?’
Erica realiseerde zich dat ze verkeerd was begonnen. ‘Ik zal het uitleggen. De politie heeft onlangs ontdekt dat er op de dag dat de meisjes werden ontvoerd een paardrijwedstrijd werd gehouden in de plaats waar ze verdwenen. Omdat Victoria verdween toen ze van de manege van Jonas en Marta naar huis ging, hebben zij altijd in het onderzoek gefigureerd. En toen bleek dat de paardrijwedstrijden de gemeenschappelijke noemer waren en ik bovendien ontdekte hoe het met de poststempels zat, begon ik me af te vragen…’
‘Wat?’ zei Laila ademloos.
‘Ik zal het je vertellen, maar eerst wil ik horen wat er gebeurde op de dag dat Vladek stierf.’
Eerst was het heel lang stil. Toen begon Laila te vertellen.