13

29 juli 1989

Washington DC

Anders dan acteurs in films die alle tijd nemen om wakker te worden en een rinkelende telefoon in bed opnemen, was Ben Greenwald, directeur van de Geheime Dienst, meteen klaar wakker en greep de telefoon nog voor deze voor de tweede keer kon bellen.

'Greenwald.'

'Dag,' zei de bekende stem van Oscar Lucas. 'Sorry dat ik je wakker maak, maar ik weet dat je heel graag de uitslag van het voetbal wilt weten.'

Greenwald zette zich schrap. Een boodschap van de Geheime Dienst die begon met het woord 'dag' betekende het begin van een dringend, zeer geheim verslag over een kritieke of ernstige toestand. De zin die volgde had niets te betekenen; dat was uit voorzichtigheid voor het geval de telefoonverbinding niet veilig was - een reële mogelijkheid daar Kissingers ministerie van Buitenlandse Zaken de Russen toegestaan had hun nieuwe ambassade te bouwen op een heuvel die over de stad uitkeek, wat hun mogelijkheden om telefoons af te luisteren sterk vergrootte.

'En,' zei Greenwald die zijn stem zo veel mogelijk een conversatietoon gaf. 'Wie heeft er gewonnen?'

'Je hebt je weddenschap verloren.'

"Weddenschap' was weer een sleutelwoord dat aangaf dat de volgende vermelding in dubbele gesprekscode kwam.

'Jasper College, een,' ging Lucas verder, 'Drinkwater Tech, nul. Drie van de Jasperspelers moesten eruit wegens blessures.'

Het verschrikkelijke nieuws kwam als een donderslag voor Greenwalds oren. Jasper College was de code voor ontvoering van een president. De verwijzing naar de spelers die eruit waren betekende dat de drie opvolgers in successie ook gepakt waren.

Het was een code waarvan Greenwald in zijn wildste dromen nog niet had gedacht hem ooit te zullen horen.

'Geen vergissing?' vroeg hij en hij was bang voor het antwoord.

'Nee,' antwoordde Lucas op vlijmscherpe toon.

'Wie van de anderen op kantoor weten de uitslag?'

'Alleen Blackowl, McGrath en ik.'

'Houd dat zo.'

'Om aan de veilige kant te blijven,' zei Lucas, 'heb ik een onmiddellijke beoordeling gemaakt van de tweederangsspelers en de toekomstige nieuwelingen.'

Greenwald snapte meteen wat Lucas bedoelde. De vrouwen en kinderen van de vermisten waren gelokaliseerd en werden beschermd, evenals de mannen die de volgende in successie waren voor het opvolgen van de president.

Hij zuchtte diep en ordende snel zijn gedachten. Snelheid was van groot belang. Als de Russen achter de kidnapping van de president zaten om een aanleiding te hebben voor een preventieve kernoorlog, dan was het zelfs nu al te laat. Anderzijds was er kans, daar de hoogste vier mannen van de Amerikaanse regering weg waren, dat het een komplot was om de regering omver te werpen.

Er mocht geen tijd meer verloren gaan door veiligheid. 'Amen,' zei Greenwald die Lucas een seintje gaf dat hij de dubbelcodering vergat.

'Begrepen.'

Een plotselinge afschuwelijke gedachte schoot door Greenwalds hoofd.

'En de bagagedrager?' vroeg hij gespannen.

'Verdwenen met de anderen.'

'O lieve God', schreeuwde Greenwald bij zich zelf. De ene ramp na de andere. 'Bagagedrager' was de oneerbiedige bijnaam voor de officier die dag en nacht aan de zijde van de president was en het tasje droeg dat de codes bevatte die bevrijdingsboodschappen werden genoemd die de 10.000 strategische nucleaire kernkoppen van het land op voorgeselecteerde doelen in Rusland konden loslaten. Als de zeer geheime codes in vreemde handen vielen waren de gevolgen onvoorstelbaar afschuwelijk.

'Waarschuw de voorzitter van de verenigde stafchefs,' beval hij. 'Stuur dan een boodschap naar de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie en ook de nationale veiligheidsadviseur en laat ze vlug naar het Witte Huis komen.'

'Iemand van de presidentiële staf?'

'Goed, laat Dan Fawcett komen. Maar laten we het nu een gesloten club noemen. Hoe minder mensen weten dat de "Man" weg is, en wij de zaken kunnen uitzoeken, des te beter is het.'

'In dat geval,' zei Lucas, 'zou het verstandig kunnen zijn de bijeenkomst ergens achteraf in het Witte Huis te houden. De pers houdt het Witte Huis voortdurend in de gaten. Ze zouden als zwermen sprinkhanen op ons afkomen als de leidende staatslieden plotseling bij elkaar kwamen op deze tijd van de ochtend.'

'Goed bedacht,' antwoordde Greenwald. Hij zweeg even, zei daarna: 'Neem het observatorium.'

'De verblijfplaats van de vice-president?'

'Auto's van de pers zie je daar bijna nooit.'

'Ik kan heel snel iedereen ter plekke hebben.'

'Oscar?'

'Ja?'

'Heel kort, wat gebeurde er?'

Heel even aarzelde hij en toen zei Lucas: 'Ze zijn allemaal verdwenen van het presidentiële jacht.'

'Ik begrijp het,' zei Greenwald moeizaam, maar het was duidelijk dat hij er niets van begreep.

Greenwald verdeed geen tijd meer met praten. Hij hing op en kleedde zich haastig aan. Tijdens de rit naar het observatorium kreeg hij maagkrampen, een verlate reactie op het catastrofale nieuws. Het duizelde hem voor de ogen en hij overwon een zeer sterke drang tot overgeven.

Hij reed in een geestelijke mist de verlaten straten van de stad door. Behalve een enkele vrachtwagen was er bijna geen verkeer en de meeste verkeerslichten knipperden alleen oranje.

Te laat zag hij een veegwagen plotseling keren vanaf de rechterkant van de weg. Door de voorruit zag hij plots alleen maar het wit van het voertuig. In de cabine sprong de chauffeur opzij bij het gillen van banden, zijn ogen wijdopen tegen het grote licht uit Greenwalds koplampen.

Er was een geknars van scheurend metaal en het uiteenspatten van vliegend glas. De motorkap sloeg dubbel, klapte naar boven en het stuurwiel ramde in Greenwalds borst en vermorzelde zijn borstkas.

Greenwald zat vastgeprikt op zijn stoel terwijl het water van de gescheurde radiator op de motor siste en stoomde. Zijn ogen waren open en leken vaag onverschillig naar de abstracte barsten in de voorruit te kijken.

Oscar Lucas stond voor de hoekschouw in de woonkamer van het landhuis van de vice-president en beschreef de kidnapping van de president. Om de paar seconden keek hij op zijn horloge en vroeg hij zich af wat Greenwald zo ophield. De vijf mannen die in de kamer zaten luisterden naar hem met onverholen verbazing.

De minister van Defensie, Jesse Simmons, klemde zijn kiezen om de steel van een niet aangestoken meerschuimen pijp. Hij was nonchalant gekleed in zomercolbert en sportpantalon, evenals Dan Fawcett en de adviseur voor de nationale veiligheid, Alan Mercier. Generaal Clayton Metcalf was in uniform, terwijl Douglas Oates, de minister van Buitenlandse Zaken, er zeer goed verzorgd bij zat in een donker kostuum met stropdas.

Lucas was klaar met zijn mededelingen en wachtte op het vragenvuur dat hij zeker verwachtte. In plaats daarvan bleef het lange tijd stil. Daar zaten ze, stom en onbeweeglijk.

Oates was de eerste die de zwijgende verbazing doorbrak. 'Goede God!' bracht hij uit. 'Hoe kon zoiets gebeuren? Hoe kon iedereen op het jacht zomaar verdwijnen?'

'Dat weten we niet,' antwoordde Lucas hulpeloos. 'Ik heb om veiligheidsredenen nog geen onderzoekcommissie naar de plek gestuurd. Ben Greenwald heeft geheimhouding over de zaak opgelegd tot jullie allemaal ingelicht konden worden. Buiten deze kamer zijn alleen drie personen van de Geheime Dienst, waaronder Greenwald, van de feiten op de hoogte.'

'Er moet een logische verklaring zijn,' zei Mercier. De adviseur van de president voor nationale veiligheid stond op en liep de kamer door. 'Twintig mensen werden niet weggevoerd door bovennatuurlijke machten of wezens vanuit de ruimte. Als, en ik benadruk, als de president en de anderen inderdaad vermist zijn op de Eagle moet het een zeer goed georganiseerde samenzwering zijn.'

'Ik verzeker u, meneer,' zei Lucas die Mercier recht in de ogen keek, 'dat mijn plaatsvervanger de boot volkomen verlaten vond.'

'U zei dat de mist erg dik was,' vervolgde Mercier.

'Zo beschreef agent Blackowl hem.'

'Kunnen ze op de een of andere manier door de beveiliging heen zijn gedrongen en weggevaren zijn?'

Lucas schudde zijn hoofd. 'Zelfs als ze erin slaagden mijn veiligheidsdetachement te ontwijken in de mist, dan zouden hun bewegingen toch opgemerkt zijn door de gevoelige alarmsystemen die we om het landgoed aangebracht hebben.'

'Blijft alleen de rivier over,' merkte Jesse Simmons op. De minister van Defensie was een zwijgzaam man die altijd in telegramstijl sprak. Zijn gelooide gezicht was het bewijs van zijn weekenden als een vurig waterskiër. 'Veronderstel dat de Eagle geënterd is en dat ze gedwongen werden op een ander schip over te stappen?'

Oates keek Simmons onzeker aan. 'Je doet net of er een piraat verantwoordelijk is.'

'De pier en de oever stonden onder bewaking van agenten,' legde Lucas uit. 'De passagiers en bemanning zouden op geen enkele wijze zonder enig geluid overmeesterd en weggevoerd kunnen worden.'

'Misschien werden ze verdoofd,' veronderstelde Dan Fawcett.

'Dat zou kunnen,' gaf Lucas toe.

'Laten we het nuchter bekijken,' zei Oates. 'Beter dan te speculeren over hoe de ontvoering gebeurde, denk ik dat we ons moeten beraden op de reden ervoor en wie de verantwoordelijkheid draagt, voordat we een plan kunnen bedenken hoe we de actie kunnen beantwoorden.'

'Daar ben ik het mee eens,' zei Simmons. Hij wendde zich tot Metcalf. 'Generaal, is er enige aanwijzing dat de Russen hier achter zitten om tijd te kunnen winnen voor een eerste klap?'

'Als dat het geval was,' antwoordde Metcalf, 'zouden hun strategische raketten ons een uur geleden getroffen hebben.'

'Dat komt misschien nog.'

Metcalf maakte een flauwe ontkennende beweging met zijn hoofd. 'Niets wijst erop dat ze in staat van paraatheid zijn. Onze inlichtingenbronnen in het Kremlin rapporteren geen tekenen van toegenomen activiteit in of bij de tachtig ondergrondse commandoposten in Moskou en onze satellietwaarnemingen tonen geen troepenconcentraties aan de grens van het Oostblok. Bovendien is president Antonov op staatsbezoek in Parijs.'

'Dat was dan de Derde Wereldoorlog,' zei Mercier en hij keek opgelucht.

'Maar we zijn nog niet uit troebel water,' zei Fawcett. 'De officier die de codes bij zich heeft voor de aanwijzingen van een nucleaire aanval is ook verdwenen.'

'Wat dat betreft hoeven we ons niet bezorgd te maken,' zei Metcalf, die voor de eerste keer glimlachte. 'Zodra Lucas hier me van de situatie op de hoogte bracht, heb ik opdracht gegeven de alfabetische volgorde van de woorden te veranderen.'

'Wat weerhoudt iemand ervan die ze heeft om de oude codewoorden te gebruiken om de nieuwe te ontcijferen?'

'Met welk doel?'

'Chantage, of misschien een krankzinnige poging om de Russen de eerste klap te geven.'

'Dat kan niet,' antwoordde Metcalf eenvoudig. 'Er zijn te veel ingebouwde veiligheden. Zelfs de president kan om de donder onze atoomwapens niet in zijn eentje lanceren in een aanval van krankzinnigheid. De order om een nucleaire oorlog te beginnen moet doorgegeven worden door minister van Defensie Simmons en de verenigde chefs van staven. Als een van ons zeker zou weten dat de order onjuist was, zouden we een tegenorder geven.'

'Goed dan,' zei Simmons, 'we zetten een Russische samenzwering of een oorlogsdaad even opzij. Wat houden we dan over?'

'Verdomd weinig,' gromde Mercier.

Metcalf keek Oates recht in het gezicht. 'Bij deze stand van zaken, meneer de minister, bent u de opvolger volgens de grondwet.'

'Hij heeft gelijk,' zei Simmons. 'Tot de president, Margolin, Larimer en Moran levend teruggevonden zijn, bent u de dienstdoende president.'

Een paar seconden was het stil in de bibliotheek. Het sierlijke en krachtige gezicht van Oates rimpelde een ietsje en hij leek plotseling vijf jaar ouder te worden. Dan herstelde hij zich even plotseling en zijn ogen kregen een koele, diepliggende uitdrukking.

'Het eerste wat we moeten doen,' zei hij op vlakke toon, 'is te doen alsof er niets is gebeurd.'

Mercier deed zijn hoofd achterover en staarde zonder iets te zien naar het hoge plafond. 'Toegegeven dat we geen persconferentie kunnen houden en de wereld bekendmaken dat we de vier hoogste leiders van het land kwijt zijn geraakt. Ik moet niet denken aan de gevolgen als het nieuws uitlekt. Maar we kunnen de feiten niet langer dan een paar uur voor de pers verborgen houden.'

'En we moeten rekening houden met de waarschijnlijkheid dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de ontvoering ons een ultimatum zullen stellen of een losgeld zullen eisen via de nieuwsmedia,' voegde Simmons eraan toe.

Metcalf keek twijfelend. 'Volgens mij zal er zonder trompetgeschal contact gezocht worden met minister Oates en een eis zal voor iets anders zijn dan geld.'

'Dat lijkt me niet verkeerd gedacht, generaal,' zei Oates. 'Maar onze eerste prioriteit is toch de feiten verborgen te houden zolang we de president niet gevonden hebben.'

Mercier keek alsof hij een atheïst was die een bloem in zijn knoopsgat had gekregen van een Hare Krishna op een vliegveld. 'Lincoln zei het al: Je kunt het volk niet altijd voor de gek houden. Het zal niet gemakkelijk zijn de president en de vice-president voor het publiek weg te houden voor meer dan een dag hoogstens. En je kunt Larimer en Moran niet zomaar wegvlakken: ze lopen te veel in het oog in Washington. En dan moeten we nog rekening houden met de bemanning van de Eagle. Wat vertellen we hun families?'

'Jack Sutton!', riep Fawcett alsof hij een openbaring kreeg.

'Wie?' vroeg Simmons.

'De acteur, het evenbeeld van de president die hem speelt in tv-spots en blijspelen.'

Oates ging rechtop zitten. 'Ik geloof dat ik weet wat je bedoelt. De gelijkenis is opmerkelijk, maar je kunt niet ontkennen dat het van vlakbij zo is. Suttons stem is verre van een volmaakte imitatie en ieder die dagelijks nauw met de president in aanraking komt zou het bedrog doorzien.'

'Ja, maar van tien meter afstand kan zijn eigen vrouw het verschil niet zien.'

'Waar wilt u naar toe?' vroeg Metcalf aan Fawcett.

De stafchef van het Witte Huis gaf zijn visie. 'Perssecretaris Thompson kan een persbericht doen uitgaan dat de president een werkvakantie neemt op zijn boerderij in New Mexico om de reacties in het Congres op zijn hulpprogramma voor het Oostblok te bestuderen. De persmensen van het Witte Huis zullen een beetje op een afstand gehouden worden - een niet ongebruikelijke toestand als de president weinig zin heeft om vragen te beantwoorden. Ze zullen hem alleen op een met touwen afgezette afstand - in dit geval de acteur Sutton - in een helikopter zien stappen voor de vlucht naar Andrews Air Force Base, om vandaar te vertrekken met de Air Force One. Ze kunnen natuurlijk met een later toestel volgen, maar toegang tot de boerderij zal hun ontzegd worden.'

'Waarom dan ook niet een namaak vice-president met Sutton mee?' stelde Mercier voor.

'Ze mogen niet samen in hetzelfde vliegtuig,' bracht Lucas hem in herinnering.

'Goed, stuur hem dan vanavond met een toestel,' hield Mercier vol. 'Er wordt niet veel bericht over de reizen van Margolin. Niemand zou opmerken dat het een plaatsvervanger is.'

'Niemand heeft belangstelling voor hem,' voegde Oates eraan toe, daarbij doelend op de publieke apathie ten opzichte van vice-presidenten.

'Ik kan de zaken in het Witte Huis wel regelen,' bood Fawcett aan.

'Dat zijn er twee,' zei Simmons. 'En Larimer en Moran?'

'Het is een gek jaar,' zei Mercier die enthousiast werd voor het plan. 'Het Congres gaat de hele maand augustus op reces - dat is al over twee dagen. Daar hebben we geluk bij. Waarom bedenken we niet een gezamenlijk vistochtje of een picknick in een of andere afgelegen streek?'

Simmons schudde zijn hoofd. 'Vergeet dat partijtje vissen maar.'

'Waarom?'

Simmons glimlachte stijfjes. 'Omdat iedereen in de regering weet dat Moran en Larimer bij elkaar passen als water en vuur.'

'Geeft niet. Een conferentie onder een partijtje vissen om buitenlandse betrekkingen te bespreken klinkt logisch,' zei Oates. 'Ik zal de boodschap schrijven voor het ministerie van Buitenlandse Zaken.'

'Wat vertelt u de directeuren?'

'Het is zaterdag; we hebben twee dagen om het zaakje op te lossen.'

Simmons begon aantekeningen te maken op een blocnote. 'Dat zijn er vier. Nu nog de bemanning van de Eagle.'

'Ik denk dat ik met een geschikte verklaring kan komen,' bood Metcalf aan. 'Ik doe dat via de kustwachtcommandant. De familie van de bemanning kan verteld worden dat het jacht opdracht kreeg voor een niet-geplande vaart in verband met een zeer geheime militaire bijeenkomst. Verdere details hoeven niet te worden gegeven.'

Oates keek zijn metgezellen aan. 'Zijn er nog vragen?'

'Wie betrekken we nog meer bij de grap?' vroeg Fawcett.

'Een slechte woordkeus, Dan,' zei Oates. 'Laten we het een "afleiding" noemen.'

'Het spreekt vanzelf,' zei Metcalf, 'dat Emmett van de FBI het onderzoek ter plaatse aan moet pakken. En natuurlijk moet Brogan van de CIA erbij gehaald worden om het aspect van internationale samenzwering te onderzoeken.'

'U komt op een onzalige gedachte, generaal,' zei Simmons.

'Wat bedoelt u, meneer?'

'Veronderstel dat de president en de anderen al heimelijk het land uitgevoerd zijn?'

Simmons speculatie kreeg geen onmiddellijke reactie. Het was een grimmige mogelijkheid die niemand nog onder ogen had durven zien. Met de president buiten bereik van hun internationale middelen, zou de effectiviteit van hun onderzoek verkleind worden.

'Ze zouden ook dood kunnen zijn,' zei Oates met beheerste stem. 'Maar we gaan ervan uit dat ze leven en ergens in de Verenigde Staten worden vastgehouden.'

'Lucas en ik zullen Emmett en Brogan op de hoogte brengen,' waagde Fawcett.

Er werd geklopt. Een geheim agent kwam binnen, liep naar Lucas en fluisterde hem iets in het oor. Lucas trok zijn wenkbrauwen op en hij verbleekte een beetje. Daarna ging de agent de kamer uit en deed de deur achter zich dicht.

Oates keek Lucas vragend aan. 'Een nieuwe ontwikkeling, Oscar?'

'Ben Greenwald,' antwoordde Lucas met lege stem. 'Hij werd een half uur geleden gedood. Zijn auto botste op een wagen van de gemeentereinigingsdienst.'

Oates uitte geen woorden van sympathie. 'Uit naam van de functie die ik tijdelijk bekleed benoem ik jou tot de nieuwe directeur van de Geheime Dienst.'

Lucas deinsde zichtbaar terug. 'Nee, alsjeblieft, ik denk niet dat ik . . .'

'Het heeft geen zin om iemand anders te zoeken,' interrumpeerde Oates hem. 'Of je het leuk vindt of niet, Oscar, jij bent de enige die in aanmerking komt voor die post.'

'Het lijkt mij eigenlijk niet zo juist om gepromoveerd te worden voor het verliezen van de mannen die ik gezworen heb te zullen beschermen,' zei Lucas neerslachtig.

'Dat is mijn schuld,' zei Fawcett. 'Ik heb je de tocht van het jacht opgedrongen, voordat je mensen helemaal voorbereid waren.'

'Er is geen tijd voor zelfverwijten,' zei Oates scherp. 'We hebben allemaal onze taak voor ons liggen. Ik stel voor dat we aan de gang gaan.'

'Wanneer komen we weer bij elkaar?' vroeg Simmons.

Oates keek op zijn horloge. 'Over vier uur,' antwoordde hij.

'In de situatiekamer van het Witte Huis.'

'We lopen dan wel erg in de gaten, als iedereen op dezelfde tijd komt,' zei Fawcett.

'Er is een ondergrondse tunnel die van de kelder van het ministerie van Financiën onder de straat door naar het Witte Huis loopt,' legde Lucas uit. 'Misschien kunnen enkelen van u onopgemerkt van die kant komen.'

'Goed idee,' gaf Metcalf toe. 'We kunnen bij het ministerie aankomen in dienstauto's zonder bijzondere kenmerken, door de tunnel onder de straat door gaan en de lift nemen naar de situatiekamer.'

'Afgesproken dan,' zei Oates en stond op. 'Als een van u ooit gedroomd heeft om bij het toneel te gaan, dit is uw grote kans. En ik hoef jullie niet te vertellen, dat als de voorstelling een flop is, niet alleen het doek valt, maar het hele land.'

14

Na de frisse lucht van Alaska voelde de vochtige atmosfeer van Zuid Carolina aan als een sauna. Pitt hield een telefoongesprek en huurde daarna een auto op Charleston Airport. Hij reed in zuidelijke richting over Highway 52 naar de stad en nam de afslag naar de uitgestrekte marinebasis. Ongeveer anderhalve kilometer nadat hij rechtsaf gegaan was, de Spruill Avenue op, kwam hij bij een groot bakstenen gebouw met een oud roestend bord hoog op het dak met reclame van de Alhambra Iron and Boiler Company.

Hij parkeerde de auto en liep onder een hoge ijzeren poort door met een bord waarop het jaartal 1861 stond. De ontvangsthal verraste hem. Het meubilair was ultramodern. Overal zag je chroom. Hij voelde zich of hij een foto uit Architectural Digest was binnengelopen.

Een leuk jong meisje keek op, liet een heel klein glimlachje zien en zei: 'Kan ik u helpen, meneer?'

Pitt keek in de mosgroene magnolia-ogen en stelde zich haar voor als een toekomstige koningin uit vroeger tijd. 'Ik heb gebeld vanaf het vliegveld en een afspraak gemaakt met meneer Hunley. Ik ben Pitt.'

Automatisch herkende ze de naam en de glimlach veranderde geen millimeter. 'Ja, hij verwacht u. Wilt u mij volgen?'

Ze leidde hem naar een kantoor dat helemaal in bruine tinten ingericht was. Pitt was plotseling verpletterd door een gevoel alsof hij in havermout verdronk. Een mollige, glimlachende kleine man stond op van achter een enorm niervormig bureau en stak zijn hand uit.

'Meneer Pitt. Ik ben Charlie Hunley.'

'Meneer Hunley,' zei Pitt en gaf hem een hand. 'Ik dank u voor de ontvangst.'

'Geen dank. Uw telefoontje wekte mijn nieuwsgierigheid. U bent de eerste die vraagt naar onze ketelfabricage in, gossie, wel veertig jaar.'

'U maakt ze niet meer?'

'Hemel nee. We stopten ermee in de zomer van eenenvijftig. Het einde van een tijdperk, kun je wel zeggen. Mijn overgrootvader maakte pantserplaat voor de gepantserde vloot van de bondgenoten. Na de Tweede Wereldoorlog vond mijn vader dat de tijd was gekomen voor verandering. Hij richtte de fabriek opnieuw in en begon met het fabriceren van metalen meubels. Het is gebleken dat het een verstandige beslissing was.'

'Hebt u misschien wat van uw oude productielijsten bewaard?' vroeg Pitt.

'Anders dan jullie yankees, die alles weggooien,' zei Hunley glimlachend, 'hangen wij aan alles, inclusief aan onze vrouwen.'

Pitt lachte beleefd en deed geen moeite om te vragen hoe hij met zijn Californische opvoeding gekwalificeerd kon worden als een yankee.

'Nadat u gebeld had,' ging Hunley verder, 'heb ik vlug gezocht in onze voorraadadministratie. U gaf me geen datum, maar daar we slechts veertig stoomketels hebben gemaakt van het soort dat u noemde voor Liberty schepen, vond ik de notitie van het desbetreffende serienummer binnen een kwartier. Jammer genoeg kan ik u niet meer vertellen dan u al weet.'

'Werd de ketel naar de firma gestuurd die de motoren bouwde of direct naar de scheepswerf voor de installatie?'

Hunley pakte het vergelende papier van zijn bureau en bekeek het even. 'Hier staat dat we het stuurden naar de Georgia Shipbuilding Corporation in Savannah op 14 juni 1943.' Hunley pakte een ander papier. 'Hier is een rapport van een van onze mannen die de ketels inspecteerden nadat ze in het schip geïnstalleerd waren en verbonden met de machines. Het enige van belang dat genoemd wordt is de naam van het schip.'

'Ja, die weet ik,' zei Pitt. 'Het was de Pilottown.'

Het gezicht van Hunley toonde een vreemde trek van verbazing toen hij nog eens in het rapport van de inspecteur keek. 'Dan hebben wij het over twee verschillende schepen.'

Pitt keek hem aan. 'Kan het geen vergissing zijn?'

'Alleen als u het verkeerde nummer opgeschreven hebt.'

'Ik heb het nauwkeurig gedaan,' zei Pitt overtuigd.

'Dan weet ik niet wat ik u zeggen moet,' zei Hunley die hem het papier over het bureau aangaf. 'Maar volgens het inspectierapport is ketel nummer 38874 in een Liberty-schip geplaatst met de naam de San Marino.'

15

Congreslid Loren Smith zat in de hal te wachten toen Pitts vliegtuig van Charleston op Washington Airport aankwam. Ze zwaaide om zijn aandacht te trekken en hij glimlachte. Het gebaar was niet nodig. Ze was een vrouw die je makkelijk herkende.

Loren was ruim een meter zeventig lang. Haar kaneelkleurig haar was lang en hing langs haar gezicht, wat haar uitstekende jukbeenderen accentueerde en ze had donker violetkleurige ogen. Ze was gekleed in een roze gebreid katoenen tuniekpak met staande kraag en opgerolde mouwen. Als sierlijk detail droeg ze een ceintuur met Chinese motieven.

Ze had een frisse verfijning en toch merkte je daarbij iets van een wildebras. Ze was volksvertegenwoordigster voor de staat Colorado en was in haar tweede termijn. Loren hield van haar werk; het was haar leven. Hoewel ze echt vrouwelijk was en met zachte stem sprak, kon ze als een losgelaten tijgerin zijn in het Congres als ze een onderwerp aanpakte. Haar collega's respecteerden haar om haar scherpzinnigheid en om haar schoonheid. Ze leefde erg op zichzelf, meed feestjes en etentjes, tenzij ze politiek van belang waren. Haar enige activiteit buiten haar werk om was een 'aan-uit'-relatie met Pitt.

Ze liep naar hem toe en kuste hem vluchtig op zijn mond. 'Welkom thuis, reiziger.'

Hij sloeg een arm om haar heen en ze begaven zich op weg naar de bagageafdeling. 'Fijn dat je me afhaalt.'

'Ik heb een van je wagens geleend. Hopelijk vind je dat niet erg.'

'Dat hangt ervan af,' zei hij. 'Welke?'

'Mijn favoriete, de blauwe Talbot-Lago.'

'De coupé met de Saoutchik-carrosserie? Je hebt een dure smaak. Dat is een auto van $200 000.'

'Och heden, ik hoop dat er geen deuken in komen op de parkeerplaats.'

Pitt keek haar ernstig aan. 'Als dat zo is, dan heeft de staat Colorado een vacante zetel in het Congres.'

Ze kneep in zijn arm en lachte. 'Je vindt je auto's belangrijker dan je vrouwen.'

'Auto's zeuren en klagen nooit.'

'Ik weet nog wel meer dingen die ze niet doen,' zei ze met een meisjesachtige glimlach.

Ze zochten hun weg door de drukke hal en wachtten bij de bagageafdeling. Eindelijk kwam de lopende band in beweging en Pitt zocht zijn twee koffers uit. Ze gingen naar buiten in een grijze, saaie ochtend en vonden de blauwe Talbot-Lago 1948 vredig onder het toeziend oog van een bewaker van het vliegveld. Pitt ging op zijn gemak op de passagiersstoel zitten en Loren glipte achter het stuur. De chique auto had rechts stuur en Pitt vond het altijd weer een vreemd gevoel om links te zitten en door de ruit naar het tegemoetkomend verkeer te kijken zonder iets te doen.

'Heb je Perlmutter gebeld?' vroeg hij.

'Ongeveer een uur voor je aankwam,' antwoordde ze. 'Hij was heel aardig voor iemand die uit een gezonde slaap wordt gehaald. Hij zei dat hij in zijn bibliotheek zou zoeken naar gegevens over de schepen waar je naar vroeg.'

'Als er iemand schepen kent, is het St. Julien Perlmutter.'

'Door de telefoon lijkt hij me een typische man.'

'Dat is zacht uitgedrukt. Wacht maar tot je hem ontmoet.'

Pitt keek even naar het voorbijglijdende landschap en zei niets. Hij staarde naar de Potomac terwijl Loren noordwaarts over de George Washington Memorial Parkway reed en de Francis Scott-brug naar Georgetown over ging.

Pitt hield niet van Georgetown: 'Valse stad', noemde hij het. De vale bakstenen huizen van de stad leken allemaal uit dezelfde koekvorm te zijn gekomen. Loren stuurde de Talbot N-Street in. Het stond er vol geparkeerde auto's. De goten lagen vol vuil, de struiken langs de trottoirs waren niet gesnoeid en toch was dit maar een paar straten van de duurste huizen in het land. Kleine huizen, dacht Pitt, vol met gigantische ego's, rijkelijk bedekt met bedrieglijk vernis.

Loren stuurde de auto op een lege parkeerplaats en zette het contact af. Ze sloten de wagen af en liepen tussen de twee met wingerd bedekte huizen naar een koetshuis erachter. Voor Pitt een koperen klopper kon optillen die de vorm van een scheepsanker had, werd de deur opengegooid door een monsterachtige, grote man die naar schatting tegen de 180 kilo woog. Zijn hemelsblauwe ogen schitterden en zijn rode gezicht werd grotendeels bedekt door een dikke bos grijs haar en baard. Behalve zijn tulpvormige neusje leek hij op een verwaarloosde kerstman.

'Dirk,' bulderde hij vriendelijk. 'Waar heb jij gezeten?'

St. Julien Perlmutter was gekleed in een paarse zijden pyjama onder een rood met goud paisley jas. Hij omarmde Pitt en tilde hem van de stoep in een bere-omhelzing, zonder merkbare inspanning. Lorens ogen werden groot van verbazing. Ze had Perlmutter nooit persoonlijk ontmoet en was er niet op voorbereid.

'Kus me, Julien,' zei Pitt streng, 'dan trap ik je in je kruis.'

Perlmutter liet een diepe lach horen en liet Pitts 80 kilo los. 'Kom toch binnen. Ik heb een ontbijt gemaakt. Jullie moeten uitgehongerd zijn na dat reizen.'

Pitt stelde Loren voor. Perlmutter kuste met een zwierige zwaai haar hand en leidde hen toen in een kamer die diende als woonkamer, slaapkamer en studeerkamer. Planken die het gewicht droegen van duizenden boeken, van de vloer tot het plafond aan alle wanden, zakten door. Ze lagen zelfs opgestapeld op een groot waterbed dat in een nis kabbelde.

Perlmutter bezat volgens deskundigen de mooiste collectie historische literatuur over schepen die ooit verzameld was. Minstens twintig scheepvaartmusea waren constant aan het vissen om een donatie te krijgen voor hun bibliotheken als hij na een leven met te veel calorieën naar zijn graf zou gaan.

Hij beduidde Pitt en Loren aan een smeedijzeren tafel te gaan zitten die gedekt was met sierlijk zilver en porselein dat het vignet droeg van een Franse transatlantische scheepvaartmaatschappij.

'Wat mooi allemaal,' zei Loren bewonderend.

'Van de beroemde Franse Normandie,' legde Perlmutter uit. 'Ik vond het allemaal in een pakhuis waar het opgeslagen had gelegen van voordat het schip in de haven van New York verbrandde en zonk.'

Hij diende hun een Duits ontbijt op, te beginnen met schnaps, dungesneden Westfaalse ham gegarneerd met augurken en geserveerd met pompernikkelbrood. Als toespijs had hij vlug aardappelknoedels gemaakt met een vulling van pruimedanten en boter.

'Dat smaakt heerlijk,' zei Loren. 'Ik houd ervan om eens wat anders te eten dan eieren met spek.'

'Ik ben verslaafd aan de Duitse keuken,' lachte Perlmutter en klopte op zijn geweldige buik. 'Daar zit veel meer in dan in die Franse liflafjes. De Franse keuken is niet anders dan een exotische manier om afval te bereiden.'

'Heb je iets gevonden over de San Marino en de Pilottown? vroeg Pitt die het onderwerp van gesprek bracht op wat hem bezighield.

'Ja, inderdaad.' Perlmutter verhief zijn gestalte van tafel en kwam al gauw terug met een groot stoffig boek over Liberty-schepen. Hij zette een leesbril op en zocht een gemerkte bladzij op.

'Hier is het. De San Marino, te water gelaten door de George Shipbuilding Corporation in juli 1943. Rompnummer 2356, geclassificeerd als vrachtschip. Voer in konvooien over de oceaan tot het eind van de oorlog. Door een onderzeetorpedo van de U-573 beschadigd. Bereikte Liverpool op eigen kracht en werd gerepareerd. Na de oorlog verkocht aan Bristol Steamship Company in Bristol, Engeland. In 1956 verkocht aan de Manx Steamship Company te New York, onder Panamese vlag. Verdween met alle opvarenden in de Stille Zuidzee in 1966.'

'Dat was dus haar einde?'

'Misschien, misschien niet,' zei Perlmutter. 'Er is een naschrift. Ik vond een verslag in een andere bron. Ongeveer drie jaar nadat het schip als vermist was opgegeven, merkte een zekere meneer Rodney Dewhurst, die als zeeverzekeringsbeambte voor het kantoor van Lloyd in Singapore was, een schip op dat in de haven lag en dat hem vaag bekend voorkwam. De laadbomen waren van een ongebruikelijk ontwerp, zoals hij alleen kende van één ander Liberty-schip. Hij wist met een smoesje aan boord te komen en na een kort onderzoek vertrouwde hij het zaakje niet. Jammer genoeg was het een vrije dag en het kostte hem uren voor hij de havenautoriteiten bereiken kon en hen overtuigen dat ze het schip in de haven moesten vastleggen voor onderzoek. Tegen de tijd dat ze de haven bereikten was het vaartuig onder stoom ergens op zee. Een controlelijst van de douane toonde dat ze de Belle Chasse was, onder Koreaanse vlag, eigendom van de Sosan Trading Company te Inchon, Korea. Haar volgende bestemming was Seattle. Dewhurst telegrafeerde een waarschuwing naar de havenpolitie in Seattle, maar de Belle Chasse is daar nooit aangekomen.'

'Waarom vond Dewhurst haar verdacht?' vroeg Pitt.

'Hij had de San Marino geïnspecteerd voor hij haar verzekerde en was er volkomen zeker van dat zij en de Belle Chasse een en hetzelfde schip waren.'

'De Belle Chasse kwam toch wel in een andere haven opduiken?' vroeg Loren.

Perlmutter schudde zijn hoofd. 'Ze verdween uit de boeken tot twee jaar daarna, toen ze afgedankt werd in Poesan in Korea.' Hij zweeg en keek over de tafel. 'Heb je er iets aan?'

Pitt nam nog een slokje van de schnaps. 'Dat is het hem juist, ik weet het niet.' Hij vertelde in het kort de ontdekking van de Pilottown, maar vermeed de lading zenuwgas te noemen. Hij beschreef het vinden van het serienummer op de ketel van het schip en de controle ervan in Charleston.

'Dus de oude Pilottown is eindelijk ontdekt,' zuchtte Perlmutter weemoedig. 'Zij bevaart de zeeën niet meer.'

'Maar met haar ontdekking kwam er nog meer geheimzinnigs aan het licht,' zei Pitt. 'Waarom had ze een ketel waarvan de fabrikant opgaf dat die in de San Marino geïnstalleerd was? Dat klopt niet. Beide schepen werden waarschijnlijk op naast elkaar gelegen hellingen gebouwd en ongeveer tegelijk te water gelaten. De controleur daar moet in de war zijn geweest. Hij schreef gewoon op dat de ketel in de andere romp werd gebouwd.'

'Ik vind het niet leuk om je humeur te bederven,' zei Perlmutter, 'maar misschien heb je ongelijk.'

'Bestaat er geen verband tussen beide schepen?'

Perlmutter keek Pitt over zijn bril heen aan als een geleerde. 'Ja, maar niet wat je denkt.' Hij keek weer in het boek en begon voor te lezen: 'Het Liberty-schip Bart Pulver, later de Rosthena en Pilottown, gebouwd door Astoria Iron and Steel Company in Portland, Oregon, in november 1942 . . .'

'Werd het gebouwd aan de westkust?' interrumpeerde Pitt verrast.

'Ongeveer 4000 kilometer van Savannah, hemelsbreed,' antwoordde Perlmutter indirect, 'en negen maanden eerder dan de San Marino.' Hij wendde zich tot Loren. 'Wil u een kopje koffie, dame?'

Loren stond op. 'Praten jullie maar door, ik haal het wel.'

'Het is espresso.'

'Ik weet hoe dat werkt.'

Perlmutter keek Pitt aan en knipoogde vrolijk. 'Ze is geweldig.'

Pitt knikte en ging door. 'Het is niet logisch dat een ketelbouwer in Charleston een ketel door het hele land zou vervoeren naar Oregon als er in Savannah op slechts 150 kilometer afstand een werf is.'

'Helemaal niet logisch,' stemde Perlmutter in.

'Wat weten we nog meer over de Pilottown?'

Perlmutter las verder. 'Rompnummer 793, ook in de klasse vrachtschip. Na de oorlog verkocht aan de Kassandra Phosphate Company Limited in Athene. Griekse registratie. Liep aan de grond met een vracht fosfaat, bij Jamaica, in juni 1954. Voer vier maanden later weer. In 1962 verkocht aan de Sosan Trading Company.'

'In Inchon, Korea,' maakte Pitt af. 'Daar is het eerste verband.'

Loren kwam terug met een blad met kopjes en schonk de espresso koffie in.

'Dit is inderdaad een traktatie,' zei Perlmutter galant. 'Ik ben nog nooit bediend door een lid van het Congres.'

'Ik hoop dat ik het niet te sterk heb gemaakt,' zei Loren die het brouwsel probeerde en een gezicht trok.

'Een beetje koffiedik op de bodem scherpt een wazige geest,' stelde Perlmutter haar filosofisch gerust.

'Om terug te komen op de Pilottown,' zei Pitt. 'Wat gebeurde er na 1962 mee?'

'Er is niets over te vinden tot 1979, toen is genoteerd dat ze tijdens een storm in de Stille Zuidzee met de hele bemanning gezonken is. Daarna werd ze een soort cause célèbre door bij een aantal gelegenheden langs de kust van Alaska te verschijnen.'

'Daarna werd ze vermist in hetzelfde zeegebied als de San Marino,' zei Pitt nadenkend. 'Misschien nog een nauw verband.'

'Je jaagt zeepbellen na,' zei Loren. 'Ik zie niet in wat je er aan hebt.'

'Dat denk ik ook,' knikte Perlmutter. 'Er is geen concreet patroon te vinden.'

'Ik denk van wel,' zei Pitt overtuigd. 'Wat begon als een simpele verzekeringsfraude ontknoopt zich als een dekmantel voor iets veel omvangrijkers.'

'Waarom ben je er zo in geïnteresseerd?' vroeg Perlmutter en hij keek Pitt in zijn ogen.

Pitt staarde in de verte. 'Dat kan ik je niet vertellen.'

'Een geheim overheidsonderzoek misschien?'

'Ik doe dit alleen, maar het heeft te maken met een streng geheim project.'

Perlmutter gaf zich vriendelijk gewonnen. 'Goed, beste vriend, ik stel geen nieuwsgierige vragen meer.' Hij schepte zich nog een knoedel op. 'Als je denkt dat het schip dat onder de vulkaan begraven ligt de San Marino is en niet de Pilottown, waar ga je dan van hier heen?'

'Naar Inchon in Korea. De Sosan Trading Company heeft misschien de sleutel.'

'Verknoei je tijd niet. Zo'n firmanaam is zo goed als zeker een dekmantel, een naam op een registerkaart. Zoals met de meeste rederijen het geval is, eindigt elk spoor van eigendom bij een geheimzinnig postbusnummer. Als ik jou was, zou ik het als een verloren zaak opgeven.'

'Jij zou nooit een goede voetbalcoach zijn,' zei Pitt lachend. 'Je toespraak in de pauze zou de ploeg zo ontmoedigen dat ze met een drie-nul voorsprong nog zouden verliezen.'

'Nog een glaasje schnaps graag,' mompelde Perlmutter en Pitt schonk in. 'Ik zal je vertellen wat ik doe. Twee van mijn correspondentievrienden over zeevaartonderzoek zijn Koreanen. Ik zal vragen of ze die Sosan Trading voor je nagaan.'

'En de Poesanse scheepswerven of er rapporten zijn over het slopen van de Belle Chasse.'

'Goed, dat vraag ik ze ook.'

'Ik ben dankbaar voor je hulp.'

'Ik garandeer niets.'

'Dat verwacht ik ook niet.'

'Wat ga je nu doen?'

'Een persbericht uitgeven.'

Loren keek verbaasd op. 'Een wat?'

'Persberichten,' antwoordde Pitt terloops, 'om de ontdekking aan te kondigen van zowel de San Marino als de Pilottown en over de plannen van NUMA om de wrakken te inspecteren.'

'Wanneer ben je op die gekke stunt gekomen?' vroeg Loren.

'Ongeveer tien seconden geleden.'

Perlmutter keek Pitt aan als een psychiater die gevraagd is een verklaring van hopeloos geval te geven. 'Ik kan het nut er niet van inzien.'

'Niemand ter wereld is immuun voor nieuwsgierigheid,' riep Pitt uit met een slinkse blik in zijn groene ogen. 'Iemand van de moedermaatschappij die de schepen in bezit had zal uit de sluier van anonimiteit naar voren komen om het verhaal te controleren. En als dat gebeurt, heb ik ze te pakken.'

16

Toen Oates de situatiekamer van het Witte Huis binnenging, stonden de mannen die om de vergadertafel zaten, op. Het was een teken van respect voor de man die nu de grote problemen van de onzekere toekomst van het land op zijn schouders droeg. De verantwoordelijkheid voor verreikende besluiten in de eerstkomende dagen en misschien wel langer, rustte alleen op hem. Er waren in deze kamer enkelen die zijn koele hooghartigheid en zijn gecultiveerde indruk van eerbiedwaardigheid hadden gewantrouwd. Nu lieten ze persoonlijke antipathieën vallen en schaarden ze zich aan zijn zijde.

Hij nam de stoel aan het hoofd van de tafel. Hij beduidde de anderen om te gaan zitten en wendde zich tot Sam Emmett, de nors sprekende chef van de FBI en Martin Brogan, de stadse, intellectuele directeur van de CIA.

'Zijn jullie allemaal geheel op de hoogte gebracht?'

Emmett knikte tegen Fawcett die aan het andere eind van de tafel zat. 'Dan heeft de toestand beschreven.'

'Heeft een van jullie er iets over te zeggen?'

Brogan schudde langzaam zijn hoofd. 'Onvoorbereid kan ik wel zeggen dat ik me niet herinner dat ik enige aanwijzing of gerucht vernomen heb dat zou wijzen op een operatie van deze omvang. Maar dat betekent niet dat er niets verkeerd is uitgelegd.'

'Ik sta er eigenlijk net zo voor als Martin,' zei Emmett. 'Het is volkomen onbegrijpelijk dat de ontvoering van de president onder onze neus kon gebeuren zonder dat we van iets wisten.'

Oates' volgende vraag was aan Brogan gericht. 'Hebben we enige informatie die tot verdenking van de Russen zou kunnen leiden?'

'Sovjet-president Antonov beschouwt onze president niet half zo gevaarlijk als Reagan. Hij zou een massale confrontatie riskeren als het Amerikaanse volk ooit te weten zou komen dat zijn regering er iets mee te maken heeft. Dat zou je kunnen vergelijken met een stok in een wespennest steken. Ik zie niet in wat de Russen ermee zouden kunnen winnen.'

'Wat is jouw instinctieve reactie, Sam?' vroeg Oates aan Emmett. 'Kan het iets met terrorisme te maken hebben?'

'Te ingewikkeld. Deze operatie vereiste een geweldige hoeveelheid voorbereiding en geld. De zaak zit ongelooflijk knap in elkaar. Het gaat veel verder dan wat een terroristische beweging zou kunnen.'

'Iemand een idee?' vroeg Oates in het algemeen.

'Ik ken minstens vier Arabische leiders die een motief kunnen hebben om de Verenigde Staten te chanteren,' zei generaal Metcalf. 'En Chadaffi van Libië staat bovenaan de lijst.'

'Ze hebben natuurlijk wel de financiële bronnen,' zei minister van Defensie Simmons.

'Maar nauwelijks de kundigheid,' voegde Brogan eraan toe.

Alan Mercier, de adviseur voor de Nationale Veiligheid, beduidde met zijn hand dat hij iets wilde zeggen. 'Naar mijn schatting is de samenzwering eerder van binnenlandse, dan van buitenlandse oorsprong.'

'En wat voor redenen hebt u daarvoor?' vroeg Oates.

'Onze afluisterapparatuur voor land en ruimte houdt elke telefoonverbinding en radio over de hele wereld in de gaten, en het is voor de hier aanwezigen geen geheim dat onze nieuwe tiende generatie computers elke code kan breken die de Russen of onze bondgenoten ontwerpen. Het is begrijpelijk dat een ingewikkelde actie als deze een stroom van internationale communicatie nodig maakt, van tevoren en voor een verslag van het succes erna.' Mercier zweeg even om tot zijn conclusie te komen. 'Onze analisten hebben geen buitenlandse communicatie onderschept die ook maar in het geringste verband kan staan met de verdwijning.'

Simmons zoog hoorbaar aan zijn pijp. 'Ik denk dat Alan sterk staat.'

'Goed,' zei Oates. 'Buitenlandse chantage lijkt niet waarschijnlijk. Wat hebben we vanuit een binnenlandse gezichtshoek?'

Dan Fawcett die tot nu toe gezwegen had, zei: 'Het lijkt misschien vergezocht, maar we kunnen een samenzwering om de regering omver te werpen niet uitsluiten.'

Oates ging achterover zitten en trok zijn schouders naar achteren. 'Misschien niet zo vergezocht als we denken. De president ging nogal ongenadig tekeer tegen de financiële instellingen en de multinationals. Zijn belastingprogramma's eisten een flink deel van hun winsten op. Ze pompen geld in de campagne van de oppositie en dat doen ze sneller dan hun banken de cheques kunnen drukken.'

'Ik heb hem gewaarschuwd tegen zijn idee om de armen te helpen door de rijken te belasten,' zei Fawcett. 'Maar hij weigerde te luisteren. Hij vervreemdde de zakenmensen van zich evenals de werkende middenklasse. Politici schijnen maar niet te kunnen snappen dat een zeer groot deel van de Amerikaanse gezinnen waarvan de vrouw werkt in de klasse van vijftig procent belasting valt.'

'De president heeft machtige vijanden,' gaf Mercier toe. 'Het lijkt mij echter onvoorstelbaar dat een onderneming de president zou kunnen ontvoeren en ook nog congresleiders, zonder dat er iets van uitlekt naar een wetshandhavende instantie.'

'Dat ben ik met je eens,' zei Emmett. 'Daarvoor waren er te veel mensen bij nodig. De een of ander zou de grond wel te heet onder de voeten geworden zijn en het plan bedorven hebben.'

'Ik denk dat we beter kunnen ophouden met speculeren,' zei Oates. 'Laten we op het spoor terugkomen. De eerste stap is een gedegen onderzoek in te stellen terwijl we voor de wereld doen alsof er niets aan de hand is. Gebruik daarvoor elk verhaal dat geloofwaardig lijkt. Als het enigszins mogelijk is, moet u zelfs uw belangrijkste mensen niet op de hoogte stellen.'

'Wat denk je van een centrale commandopost tijdens dit onderzoek?' vroeg Emmett.

'We gaan door met hier elke acht uur bijeen te komen om binnenkomend bewijsmateriaal te beoordelen en de inspanningen van uw desbetreffende onderzoeksorganisaties te coördineren.'

Simmons schoof naar voren op zijn stoel. 'Ik heb een probleem. Volgens plan moet ik vanmiddag naar Caïro vliegen om te confereren met de Egyptische minister van Defensie.'

'Ga in ieder geval,' antwoordde Oates. 'Laat alles gewoon lijken. Generaal Metcalf kan voor u waarnemen op het Pentagon.'

Emmett verschoof op zijn stoel. 'Ik word verondersteld morgenochtend een toespraak te houden bij een rechtscollege in Princeton.'

Oates dacht even na. 'Zeg dat u griep hebt en niet kunt komen.' Hij wendde zich tot Lucas. 'Oscar, neem me niet kwalijk dat ik het zeg, maar jij kunt het beste gemist worden. Val in voor Sam. Er zal zeker niemand tot de verdenking komen dat de president ontvoerd is als de nieuwe directeur van de Geheime Dienst de tijd kan nemen om een toespraak te houden.'

Lucas knikte. 'Ik zal ervoor zorgen.'

'Goed.' Oates keek de tafel rond. 'Laat iedereen ervoor zorgen hier om twee uur terug te zijn. Misschien weten we dan iets.'

'Ik heb al een laboratoriumteam van deskundigen naar het jacht gestuurd,' meldde Emmett. 'Met een beetje geluk vinden zij wat sporen van belang.'

'Laten we daarvoor bidden.' Oates' schouders zakten en hij leek door het tafelblad heen te staren. 'Mijn God,' mompelde hij kalm. 'Moet je zo een regering leiden?'

17

Blackowl stond op de pier en zag dat een groep FBI-agenten over de Eagle zwermde. Elke man was een specialist op zijn bijzondere gebied van wetenschappelijk onderzoek. Ze spraken zo weinig mogelijk met elkaar terwijl ze het jacht doorzochten van de kiel tot de radiomast.

Constant liepen ze over de pier naar vrachtwagens die langs de oever stonden geparkeerd en droegen meubels, kleding, alles dat niet spijkervast was, en dat was heel wat. Elk voorwerp was zorgvuldig in plastic verpakt en geïnventariseerd.

Er kwamen nog meer agenten. Die breidden het onderzoek uit tot anderhalve kilometer rond het landhuis van de eerste president. Ze onderzochten elke vierkante centimeter grond, de bomen en de struiken. Anderen zochten op de modderige bodem naast het jacht.

De agent die op wacht stond kreeg Blackowl in de gaten die nieuwsgierig stond te kijken naar het verladen over de pier en kwam naar hem toe. 'Hebt u toestemming om hier in de buurt te komen?' vroeg hij.

Blackowl liet hem zonder iets te zeggen zijn identiteitskaart zien.

'Wat doet de Geheime Dienst in het weekend nu in Vermont?'

'Een oefening,' antwoordde Blackowl op gewone toon. 'En de FBI?'

'Ook. De directeur moet gedacht hebben dat we lui waren geworden, dus heeft hij toen een oefening met hoge prioriteit bedacht.'

'Zoeken jullie naar iets in het bijzonder,' vroeg Blackowl die een onverschillige belangstelling veinsde.

'Alles wat we kunnen vinden over de laatste mensen die aan boord zijn geweest: identificatie door vingerafdrukken, waar ze vandaan kwamen, weet je wel.'

Voordat Blackowl kon antwoorden, stapte Ed McGrath van het grindpad het dek op. Zijn voorhoofd glom van het zweet en zijn gezicht gloeide. Blackowl veronderstelde dat de man hardgelopen had.

'Neem me niet kwalijk, George,' bracht hij hijgend uit. 'Heb je even?'

'Zeker.' Blackowl wuifde naar de agent. 'Tot ziens.'

Zo gauw ze buiten gehoorsafstand waren, vroeg Blackowl zacht: 'Wat is er aan de hand, Ed?'

'De jongens van de FBI hebben iets gevonden dat je moet zien.'

'Waar?'

'Ongeveer 130 meter stroomopwaarts, verborgen tussen de bomen. Ik zal het je laten zien.'

McGrath leidde hem over een pad dat langs de rivier liep. Toen het een bocht maakte naar de buitengebouwen van het landgoed, stonden ze voor een gemaaid gazon. Daarna klommen ze over een hek en liepen het struikgewas in aan de andere kant. Ze baanden zich een weg door een dicht bosschage en stonden plotseling voor twee FBI-agenten die gehurkt zaten te kijken naar twee grote tanks die verbonden waren met wat elektrische generatoren leken.

'Wat zijn dat verdomme voor dingen?' vroeg Blackowl zonder te groeten.

Een van hen keek op. 'Het zijn rookbommen."

Blackowl keek vragend. Daarna gingen zijn ogen wijd open. 'Rookbommen!' riep hij uit. 'Dingen waar je mist mee maakt!'

'Ja juist. Mistgeneratoren. De marine gebruikte ze op torpedojagers om rookgordijnen te leggen.'

'Jezus!' bracht Blackowl uit. 'Dus zó deden ze dat!'

18

Het ambtelijke Washington is in de weekenden een spookstad. De regeringsmachinerie stopt om vijf uur vrijdagmiddag en slaapt tot maandagmorgen als het weer tot leven komt met de tegenzin van een koude motor. Als de schoonmaakploegen gekomen en gegaan zijn liggen de reusachtige gebouwen erbij als mausoleums. Het verbazingwekkende is dat de telefoonlijnen afgesloten zijn.

Alleen de toeristen zijn in de weer, krioelen over de Mall, gooien met frisbees en zwermen langs het Capitool, klimmen de lange trappen op en staren met open mond omhoog naar de koepel.

Enkelen gluurden door het ijzeren hek om het Witte Huis, toen omstreeks twaalf uur de president naar buiten kwam, vlug over het gazon liep en zwierig wuifde voor hij in een helikopter stapte. Hij werd gevolgd door een groepje aides en agenten van de Geheime Dienst. Enkele van de belangrijkste persmensen waren aanwezig. De meesten keken thuis naar baseball op de tv of waren aan het golfen.

Fawcett en Lucas stonden in de zuidelijke portico en keken tot het lompe toestel opsteeg over E Street en langzaam een stip werd terwijl het zijn weg zocht naar Andrews Air Force Base.

'Dat ging vlug,' zei Fawcett kalm. 'Je hebt die verwisseling binnen vijf uur voor elkaar gekregen.'

'Mijn kantoor in Los Angeles spoorde Sutton op en stopte hem in de cockpit van een F-20 bommenwerper van de marine, binnen veertig minuten nadat ze waren gewaarschuwd.'

'En Margolin?'

'Een van mijn agenten lijkt redelijk veel op hem. Hij gaat zodra het donker wordt aan boord van een regeringsvliegtuig naar New Mexico.'

'Kun je erop vertrouwen dat je mensen dit niet laten uitlekken?'

Lucas keek Fawcett scherp aan. 'Ze zijn erop getraind om te zwijgen. Als het uitlekt, komt dat van de presidentiële staf.'

Fawcett glimlachte fijntjes. Hij wist dat hij zwak stond. De loslippigheid van het personeel van het Witte Huis was een gemakkelijk bereikbare bron voor de persmensen. 'Ze kunnen niet vertellen wat ze niet weten,' zei hij. 'Pas nu zullen ze merken dat de man in het vliegtuig niet de president is.'

'Ze zullen goed bewaakt worden op de boerderij,' zei Lucas. 'Als ze daar zijn komt niemand meer van het terrein af en ik heb ervoor gezorgd dat alle communicatie gecontroleerd wordt.'

'Als er een correspondent is die het spel door heeft, zal Watergate er maar kinderspel bij zijn.'

'Hoe nemen de vrouwen het op?'

'Werken voor honderd procent mee,' antwoordde Fawcett. 'De First Lady en mevrouw Margolin blijven vrijwillig in hun slaapkamers met de mededeling dat ze een virus hebben.'

'En nu?' vroeg Lucas. 'Wat kunnen we verder doen?'

'Wachten,' antwoordde Fawcett met wezenloze stem. 'We houden het geheim tot we de president gevonden hebben.'

'Ik denk dat je de lijnen overbelast,' zei Don Miller, Emmetts plaatsvervangend directeur van de FBI.

Emmett keek niet op bij Millers negatieve opmerking. Binnen een paar minuten nadat hij terug was op het hoofdkwartier aan Pennsylvania Avenue en 10th Street alarmeerde hij alle bureaus, gevolgd door een waarschuwing om paraat te zijn voor spoedactie van de hoogste prioriteit aan alle kantoren in de vijftig staten en alle agenten met opdrachten in het buitenland. Vervolgens kwamen er orders om dossiers, rapporten en signalementen van alle misdadigers of terroristen die gespecialiseerd waren in ontvoering op te zoeken.

Zijn smoes hiervoor aan de 6000 agenten van het Bureau was dat de Veiligheidsdienst bewijzen had gevonden van een plan om minister van Buitenlandse Zaken Oates te ontvoeren en andere nog niet met name genoemde ambtsdragers van hoog regeringsniveau.

'Het zou een grote samenzwering kunnen zijn,' zei Emmett ten slotte op vage toon. 'We kunnen het er niet op aan laten komen dat de Geheime Dienst het mis heeft.'

'Ze hebben het wel vaker mis gehad,' zei Miller.

'Deze keer niet.'

Miller keek Emmett nieuwsgierig aan. 'Je hebt verdomd weinig informatie gegeven om mee te kunnen werken. Waarom zo geheimzinnig?'

Emmett gaf geen antwoord, dus vroeg Miller niet verder. Hij gaf drie mappen aan over het bureau. 'Hier zijn de laatste gegevens over de PLO-acties wat ontvoeringen betreft, de vijandige activiteiten van de Mexicaanse Zapata Brigade en een waarvan ik niets weet.'

Emmett keek hem koel aan. 'Kun je wat duidelijker zijn?'

'Ik betwijfel of er een verband bestaat, maar daar ze vreemd deden ...

'Over wie heb je het?' vroeg Emmett die de map pakte en opensloeg.

'Een Russische vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Aleksei Loegovoy

'Een vooraanstaand psycholoog,' merkte Emmett op bij het lezen.

'Ja, en meerdere leden van zijn staf bij de Wereld-Gezondheidsorganisatie worden vermist.'

Emmett keek op. 'Vermist bij ons?'

Miller knikte. 'Onze agenten bij de Verenigde Naties rapporteerden dat de Russen het gebouw vrijdagavond verlieten

'Het is nu pas zaterdagmorgen,' viel Emmett hem in de rede. 'Je hebt het over een paar uur geleden. Wat is daar zo verdacht aan?'

'Ze deden hun uiterste best om hun schaduwen kwijt te raken. De speciale agent van het New Yorkse bureau ging het na en ontdekte dat geen van de Russen in hun appartementen of hotels terugkeerden. Ze verdwenen met z'n allen uit het gezicht.'

'Iets over Loegovoy?'

'Alles duidt erop dat hij eerlijk is. Hij lijkt niets te maken te hebben met de KGB-agenten van de Russische missie.'

'En zijn personeel?'

'Van hen is ook geen spionage activiteit bekend.'

Emmett keek even nadenkend. Normaal zou hij het rapport gewoon opzij geschoven hebben of op zijn hoogst een nader routine-onderzoek bevolen hebben. Maar het zat hem niet lekker. De verdwijning van de president en Loegovoy op dezelfde avond kon een loutere toevalligheid zijn. 'Ik zou graag willen weten wat jij ervan denkt, Don,' zei hij ten slotte.

'Moeilijk te zeggen,' antwoordde Miller. 'Misschien komen ze maandagmorgen allemaal weer tevoorschijn alsof er niets is gebeurd. Aan de andere kant, ik kan me ook voorstellen dat de brandschone indruk die Loegovoy en zijn staf gemaakt hebben ook een camouflage kan zijn.'

'Met welk doel?'

Miller haalde zijn schouders op. 'Ik zou het niet weten.'

Emmett deed de map dicht. 'Zet het bureau van New York hierop. Ik wil met hoogste prioriteit de laatste gegevens zodra die er zijn.'

'Hoe langer ik erover denk,' zei Miller, 'hoe meer het me interesseert.'

'Waarom?'

'Wat voor belangrijke geheimen zou een stel Russische psychologen willen stelen?'

19

Geslaagde rederijmagnaten bevaren de glanzende wateren van de internationale jetset in grootse stijl. Met exotische jachten tot privé-vliegtuigen, van magnifieke villa's tot de meest luxe hotelsuites, zo zwerven ze over de wereld in een nooit eindigende jacht naar macht en rijkdom.

Min Koryo Bougainville hield niet van een leventje van nietsdoen. Elk uur dat ze wakker was bracht ze door in haar kantoor en de nachten in een kleine maar chique woongelegenheid op de verdieping erboven. In de meeste dingen was ze sober, haar enige zwak was dat ze verzot was op Chinees antiek.

Toen ze twaalf was, verkocht haar vader haar aan een Fransman die een rederijtje had met drie oude stoomschepen die op de kusthavens voeren tussen Poesan en Hong Kong. Het ging goed met de rederij en Min Koryo schonk René Bougainville drie zonen. Daarna kwam de oorlog en de Japanners vielen China en Korea binnen. René werd gedood bij een bombardement en de drie zonen raakten vermist ergens in de Stille Zuidzee, nadat ze gedwongen waren in het keizerlijke Japanse leger dienst te nemen. Alleen Min Koryo en een kleinzoon, Lee Tong, overleefden.

Na de Japanse overgave borg ze een van de schepen van haar man die tot zinken waren gebracht in de haven van Poesan. Langzaam aan bouwde ze de Bougainville-vloot op. Ze kocht oude afgedankte vrachtschepen en betaalde nooit meer dan hun waarde als oudijzer. Er was weinig winst, maar ze hield vol tot Lee Tong afstudeerde aan de universiteit van Pennsylvania's Wharton School of Business en toen de dagelijkse leiding op zich nam. Op bijna wonderbaarlijke manier werd de Bougainville Maritime Lines een van de grootste vloten. Toen de armada 138 vrachtschepen en tankers telde, verhuisde Lee Tong de voornaamste kantoren naar New York. Met een rituele terugblik over dertig jaar zat hij 's avonds plichtsgetrouw naast haar bed de lopende zaken van hun wijdverbreide financiële imperium te bespreken.

Lee Tong had het misleidende uiterlijk van een aardige Chinese boer. Zijn ronde bruine gezicht vertoonde voortdurend een glimlach die in ivoor gebeiteld leek. Als het ministerie van Justitie en de helft van de gezagdragende instellingen hun achterstallige werk betreffende onopgeloste maritieme misdaden hadden willen inhalen, zouden ze hem aan de dichtstbijzijnde lantaarnpaal hebben laten ophangen, maar gek genoeg kwam hij in geen enkel dossier voor. Hij leefde in de schaduw van zijn moeder en stond zelfs niet geregistreerd als directeur of werknemer van Bougainville Maritime. Toch was hij het, het anonieme lid van de familie, die de vuile trucjes uithaalde en de maatschappij verder uitbouwde.

Hij was te precies om zijn vertrouwen te stellen op ingehuurde krachten en gaf er de voorkeur aan de zeer winstgevende ongeoorloofde operaties aan te voeren. Hij ging vaak over lijken. Lee Tong pleegde gerust een moord om winst te behalen. Hij voelde zich evenzeer op zijn gemak als hij een zakenlunch had als wanneer hij iemand de keel doorsneed.

Hij zat op eerbiedige afstand van haar bed, een lang zilveren sigarettepijpje tussen zijn onregelmatige gebit geklemd. Zij had een hekel aan zijn rookgewoonte, maar hij bleef erbij, niet zozeer voor zijn plezier, maar om een bepaalde mate van onafhankelijkheid.

'Morgen zal de FBI weten hoe de president is verdwenen,' zei Min Koryo.

'Dat betwijfel ik,' zei Lee Tong zelfverzekerd. 'De chemisch analisten zijn goed, maar ook niet zó goed. Volgens mij duurt het eerder drie dagen. En dan nog een week om het schip te vinden.'

'Is dat lang genoeg zodat er geen sporen naar ons kunnen leiden?'

'Tijd genoeg, aunumi,' zei Lee Tong die haar met het Koreaanse woord voor moeder aansprak. 'Wees maar gerust, alle sporen leiden naar het graf.'

Min Koryo knikte. De gevolgtrekking was zo helder als glas: het uitgelezen groepje van zeven man dat Lee Tong had geholpen bij de ontvoering was door hem eigenhandig vermoord.

'Nog geen nieuws uit Washington?' vroeg ze.

'Geen woord. Het Witte Huis doet net alsof er niets gebeurd is. Ze gebruiken een dubbelganger voor de president.'

Ze keek hem aan. 'Hoe ben je dat te weten gekomen?'

'In het nieuws van zes uur. De tv-camera's lieten de president zien die aan boord ging van de Air Force One voor een vlucht naar zijn boerderij in New Mexico.'

'En de anderen?'

'Die schijnen ook vervangers te hebben.'

Min Koryo nipte van haar thee. 'Het is gek dat we afhankelijk zijn van de minister van Buitenlandse Zaken Oates en het kabinet van de president om een succesvolle maskerade te leveren tot Loegovoy klaar is.'

'Ze kunnen niet anders,' zei Lee Tong. 'Ze durven geen enkele aankondiging te doen tot ze weten wat er met de president is gebeurd.'

Min Koryo staarde naar de theeblaadjes op de bodem van haar kopje. 'Toch ben ik bang dat we een te grote vis gevangen hebben.'

Lee Tong knikte begrijpend. 'Dat snap ik, aunumi. De congresleden zaten toevallig in hetzelfde net.'

'Maar Margolin niet. Jij hebt ervoor gezorgd dat hij een boodschap kreeg om naar het jacht te gaan.'

'Dat is waar, maar Aleksei Loegovoy heeft verklaard dat zijn experimenten elf van de vijftien keer succes hebben. Dat is niet echt een volmaakt gemiddelde. Als het niet lukt met de president, heeft hij een extra proefkonijn om het gewenste resultaat te behalen.'

'Je bedoelt drie proefkonijnen.'

'Als je Larimer en Moran bij de opvolgers rekent, ja.'

'En als Loegovoy in alle gevallen slaagt?' vroeg Min Koryo.

'Des te beter,' antwoordde Lee Tong. 'Onze invloed zal dan verder reiken dan we durfden hopen. Maar ik vraag me wel eens af, aunumi, of het geldelijk gewin het risico van gevangenis en het verliezen van ons bedrijf waard is.'

'Vergeet niet, kleinzoon, dat de Amerikanen mijn man gedood hebben, jouw vader en zijn twee broers.'

'Wraak is maar een armzalig spelletje.'

'Des te meer reden om onze belangen te beschermen tegen een dubbelspel van de Russen. President Antonov zal doen wat hij kan om ons deel niet te betalen.'

'Zouden ze zo dom zijn om ons in dit belangrijke stadium te bedriegen? Ze zouden hun hele project daarmee verliezen.'

'Zo denken ze niet,' zei Min Koryo ernstig. 'De communistische geest leeft uit wantrouwen. Integriteit kennen ze totaal niet.

Ze gaan altijd langs slinkse wegen. En dat, mijn kleinzoon, is hun zwakke punt.'

'Wat denkt u?'

'We gaan door met de rol te spelen van eerlijke maar onnozele partner.' Ze zei even niets en dacht na.

'En als Loegovoy klaar is met zijn project?' vroeg Lee Tong haar.

Ze keek op en een listige glimlach gleed over haar oude gezicht. Haar ogen hadden een sluwe glans. 'Dan zullen we ze te pakken nemen.'

20

Alle identificatiekaarten en horloges van de Russen werden afgenomen toen Bougainvilles mannen hen overbrachten van de Staten Island-veerboot. Ze werden geblinddoekt en gewatteerde hoofdtelefoons werden over hun oren geplaatst waaruit rustige kamermuziek klonk. Een paar minuten later waren ze in de lucht, opgetild boven het donkere havenwater door een watervliegtuig met straalaandrijving.

De vlucht leek lang en vermoeiend en eindigde op wat volgens Loegovoy, te oordelen naar de zachte landing, een meer was. Na een rit van twintig minuten werden de Russen die elk gevoel voor richting en plaats verloren hadden, over een ijzeren loopplank naar een lift geleid. Pas toen ze uit de lift waren gestapt en over een beklede gang naar hun slaapkamers waren gebracht, werden hun blinddoeken en hoofdtelefoons afgedaan.

Loegovoy was diep onder de indruk van de faciliteiten die de Bougainvilles boden. De elektronische en laboratoriumuitrusting waren veel geavanceerder dan die hij in Rusland had gezien. Elk van de verscheidene honderden zaken waarom hij had gevraagd was aanwezig en geïnstalleerd. Er was ook aan alle gemakken voor zijn personeel gedacht. Ze kregen ieder aparte slaapkamers aangewezen met privé-badkamers, terwijl aan het eind van de centrale gang zich een grote eetzaal bevond waar werd geserveerd door een uitstekende Koreaanse kok en twee obers.

De inrichting, inclusief koelkasten en ovens, kantoormeubels en de computerkamer hadden harmonische kleuren met wanden en kleden in koele blauwe en groene tinten. Ontwerp en uitvoering van elk detail waren even exotisch als compleet.

En toch was deze van alles voorziene woonomgeving ook een luxueuze gevangenis. Loegovoys personeel mocht er niet uit. De liftdeuren waren altijd gesloten en er waren geen bedieningsknoppen aan de buitenkant. Hij onderzocht alle afdelingen maar ontdekte nergens ramen of een zichtbare spleet van een uitgang naar buiten. Er drongen van buiten geen geluiden door.

Verder onderzoek werd plotseling afgebroken door de komst van zijn proefpersonen. Ze waren half bewusteloos door de effecten van verdoving en zich niet bewust van hun omgeving. Alle vier waren ze geprepareerd en in aparte kubussen gelegd, zogenaamde cocons. De beklede binnenzijden waren naadloos, met afgeronde hoeken, die het oog geen plekje boden om op gericht te blijven. Gedimd licht kwam van indirecte verlichting die de cocon egaal grijs kleurde. Speciaal geconstrueerde wanden schermden alle geluid en elektrische stroom af die invloed konden hebben op de hersenactiviteit of die konden versterken.

Loegovoy zat bij een paneel met twee van zijn assistenten en bestudeerde de rij videomonitoren die de proefpersonen in hun cocons toonden. De meesten bleven in een trance-achtige toestand. Een werd er echter tot dicht bij bewustzijn gebracht, gevoelig voor suggesties en geestelijk gedesoriënteerd. Er waren middelen ingespoten die zijn spierbeheersing verlamden; elke lichaamsbeweging werd effectief verlamd. Zijn hoofd was bedekt met een plastic schedelkap.

Loegovoy vond het nog steeds moeilijk te bevatten wat voor macht hij bezat. Hij trilde inwendig bij de gedachte dat hij aan een van de grootste experimenten van de eeuw begon. Wat hij de komende dagen deed, kon even radicale gevolgen hebben voor de wereld als de ontwikkeling van atoomenergie.

'Dr. Loegovoy?'

Loegovoys concentratie werd verstoord door een vreemde stem en hij keerde zich verrast om. Hij zag een zwaargebouwde man met ruwe Slavische trekken en ruig zwart haar die door een muur leek te stappen.

'Wie bent u?' riep hij uit.

De vreemdeling praatte heel zacht alsof hij niet afgeluisterd wilde worden. 'Soevorov, Paul Soevorov, veiligheidsdienst buitenland.'

Loegovoy verbleekte. 'Mijn God, bent u van de KGB? Hoe bent u hier gekomen?'

'Puur geluk,' mompelde Soevorov sarcastisch. 'U werd toegewezen aan mijn veiligheidsafdeling voor observatie vanaf de dag dat u in New York aankwam. Na uw verdachte bezoek aan de kantoren van Bougainville Maritime nam ik zelf het volgen over. Ik was aanwezig toen u contact had met de mannen die u hier brachten. Omdat het donker was had ik er geen moeite mee me

tussen uw personeel te mengen en meegenomen te worden op het reisje naar weet ik waar we zijn. Sinds we aangekomen zijn ben ik in mijn kamer gebleven.'

'Hebt u enig idee waar u uw neus ingestoken hebt?' zei Loegovoy en zijn gezicht was rood van woede.

'Nog niet,' zei Soevorov onverstoord. 'Maar het is mijn plicht dat uit te zoeken.'

'Deze operatie komt van de hoogste regionen. De KGB heeft er niets mee te maken.'

'Dat beoordeel ik wel

'U eindigt in Siberië,' siste Loegovoy. 'Als u zich met mijn werk hier bemoeit.'

Soevorov leek lichtelijk geamuseerd door Loegovoys geërgerde toon. Het werd hem langzamerhand duidelijk dat hij zijn boekje te buiten was gegaan. 'Misschien kan ik u van dienst zijn.'

'Hoe dan?'

'U zou een van mijn speciale kundigheden kunnen gebruiken.'

'Ik heb de diensten van een moordenaar niet nodig.'

'Ik dacht meer aan ontsnappen.'

'Er is geen reden om te ontsnappen.'

Soevorov begon zich meer en meer te ergeren. 'U moet mijn positie proberen te begrijpen.'

Loegovoy had nu de leiding. 'Er zijn belangrijkere problemen om me mee bezig te houden dan uw bureaucratische stoornis.'

'Zoals?' Soevorov zwaaide met zijn hand in het rond. 'Wat is hier eigenlijk aan de hand?'

Loegovoy keek hem even nadenkend aan voor hij ijdel werd. 'Een project voor gedachten-beïnvloeding.'

Soevorov trok zijn wenkbrauwen op. 'Gedachten-beïnvloeding?'

'Hersenbeheersing als u wilt.'

Soevorov keek naar de videomonitor en knikte naar het beeld. 'Is dat de reden voor de kleine helm?'

'Op het hoofd van de proefpersoon?'

'Die ja.'

'Een micro-elektronisch geïntegreerd circuitmodule met 110 voelers die de inwendige lichamelijke functies meet van gewoon de pols tot de hormoonafscheidingen. Het onderschept ook gegevens die door de hersenen van de persoon gaan en brengt die over naar de computers hier in deze kamer. De taal van de hersenen bij wijze van spreken overgezet in een begrijpelijke taal.'

'Ik zie geen elektrodeterminals.'

'Die zijn uit de tijd,' antwoordde Loegovoy. 'Alles wat we willen registreren kan overgebracht worden door de atmosfeer. We zijn niet langer afhankelijk van de onnodige ballast van draden en terminals.'

'Kunt u echt verstaan wat hij denkt?' vroeg Soevorov ongelovig.

Loegovoy knikte. 'De hersenen spreken een eigen taal en die taal openbaart de innigste gedachten van de persoon. De hersenen spreken dag en nacht, zonder ophouden, en leveren ons een helder beeld van de werking van de geest, hoe iemand denkt en waarom. De indrukken zijn onderbewust en zo snel als het licht, zodat alleen een computer die ontworpen is om te kunnen werken in picoseconden ze kan onthouden en ontcijferen.'

'Ik had er geen idee van dat de kennis van de hersenen al zo hoog ontwikkeld was.'

'Nadat we zijn hersenritmen vastgesteld en in kaart gebracht hebben,' ging Loegovoy verder, 'kunnen we zijn bedoelingen voorspellen en ook zijn lichamelijke bewegingen. We kunnen vertellen wat hij gaat zeggen of dat hij zich gaat vergissen. En wat het belangrijkste is, we kunnen op tijd ingrijpen om hem ergens van te weerhouden. In minder dan een oogwenk kan de computer zijn verkeerde bedoeling uitwissen en zijn gedachten opnieuw formuleren.'

Soevorov was vol ontzag. 'Een religieuze kapitalist zou u beschuldigen van het schenden van de mensenziel.'

'Ik ben net als u een trouw lid van de communistische partij, kameraad Soevorov. Ik geloof niet in de redding van de ziel. In dit geval kunnen we echter niet een drastische bekering toestaan. Er zal geen verstoring van zijn fundamentele denkprocessen zijn. Geen verandering in spreekpatronen of gewoontes.'

'Een vorm van gecontroleerde hersenspoeling.'

'Dit is geen gewone hersenspoeling,' antwoordde Loegovoy verontwaardigd. 'Onze deskundigheid is veel verder ontwikkeld dan alles wat de Chinezen uitgevonden hebben. Zij geloven nog steeds in het vernietigen van het eigen ik van iemand om hem opnieuw op te kunnen voeden. Hun experimenten met medicijnen en hypnose hebben nog maar weinig succes gehad. Hypnose is te onduidelijk, te onzeker om blijvende waarde te hebben. En medicijnen hebben bewezen gevaarlijk te zijn doordat ze per ongeluk een plotselinge verandering van persoonlijkheid en gedrag kunnen veroorzaken. Als ik met deze proefpersoon klaar ben, komt hij weer terug in de werkelijkheid en zal hij zijn persoonlijke levensstijl weer aannemen alsof er niets gebeurd is. Alles wat ik probeer te doen is zijn politiek perspectief veranderen.'

'Wie is die persoon?'

'Weet u dat niet? Herkent u hem niet?'

Soevorov keek aandachtig naar het videobeeld. Zijn ogen gingen geleidelijk verder open en hij ging twee stappen dichter naar het scherm. Zijn gezicht stond strak, zijn mond ging als vanzelf open. 'De president?' Zijn stem klonk fluisterend en ongelovig. 'Is dat echt de president van de Verenigde Staten?'

'In eigen persoon.'

'Hoe . . . waar . . .?'

'Een geschenk van onze gastheren,' legde Loegovoy vaag uit.

'Zal hij geen bijverschijnselen hebben?' vroeg Soevorov als in een nevel.

'Geen enkel.'

'Zal hij zich er iets van kunnen herinneren?'

'Hij zal zich alleen herinneren dat hij naar bed gegaan is als hij over tien dagen wakker zal worden.'

'Is dat werkelijk mogelijk, echt waar?' vroeg Soevorov met de volharding van een veiligheidsman.

'Ja . . .' zei Loegovoy met een zelfbewuste glans in zijn ogen. 'En nog veel meer.'

21

Een hevig vleugelgeklepper verbrak de ochtendstilte toen twee fazanten de lucht in gingen. Sovjet-president Georgi Antonov drukte het dubbelloops Purdey-geweer tegen zijn schouder en haalde de twee trekkers snel achter elkaar over. De twee knallen echoden door het nevelachtige bos. Een van de vogels hield plotseling op met vliegen en viel neer.

Vladimir Polevoi, hoofd van de Staatsveiligheidscommissie, wachtte een ogenblik tot hij zeker wist dat Antonov de tweede fazant gemist had voor hij die met één schot neerlegde.

Antonov staarde zijn KGB-directeur met harde blik aan. 'Moet je je baas weer overtroeven, Vladimir?'

Polevoi merkte wel dat de boosheid van Antonov spottend was. 'Uw schot was moeilijk, kameraad president. Het mijne was heel gemakkelijk.'

'Je had bij het ministerie van Buitenlandse Zaken moeten gaan werken in plaats van bij de geheime politie,' zei Antonov lachend. 'Je diplomatie staat op één lijn met die van Gromyko.' Hij keek zwijgend rond door het bos. 'Waar is onze Franse gast?'

'President L'Estrange is zeventig meter links van ons.' Polevois mededeling werd bevestigd door een salvo van geweerschoten ergens onzichtbaar achter de lage begroeiing.

'Goed,' bromde Antonov. 'Dan kunnen we een paar minuten praten.' Hij gaf de Purdey aan Polevoi die de lege hulzen eruit haalde en de veiligheidspal overhaalde.

Polevoi kwam dichterbij en praatte zacht. 'Ik zou oppassen al te vrijuit te spreken. De Franse inlichtingendienst heeft overal afluister apparaten.'

'Geheimen bestaan niet lang tegenwoordig,' verzuchtte Antonov.

Polevoi glimlachte begrijpend. 'Ja, onze agenten registreerden de vergadering van gisteravond tussen L'Estrange en zijn minister van Financiën.'

'Iets opzienbarends dat ik moet weten?'

'Niets belangrijks. Het grootste deel van hun gesprek ging over het overhalen van u om het financiële hulpprogramma van de Amerikaanse president te accepteren.'

'Als ze zo stom zijn om te geloven dat ik geen voordeel zal putten uit de naïeve goedgeefsheid van de president, zijn ze ook dom genoeg om te denken dat ik erin toegestemd heb hierheen te komen vliegen om erover te praten.'

'Wees gerust, de Fransen weten helemaal niets over de ware aard van uw bezoek.'

'Nog nieuws uit New York?'

'Alleen dat Huckleberry Finn onze plannen overtroffen heeft.' Polevoi sprak met zijn Russische accent Huckleberry uit als Gukleberry.

'En alles gaat goed?'

'Alles gaat goed.'

'Dus die oude teef kreeg voor elkaar wat wij onmogelijk achtten.'

'Het is een raadsel hoe ze het deed.'

Antonov keek hem aan. 'Weten we dat niet?'

'Nee meneer. Ze weigerde ons in vertrouwen te nemen. Haar kleinzoon schermde de operatie af als met de Kremlinmuur. Tot dusver zijn we er nog niet in door kunnen dringen.'

'Die Chinese hoer,' snauwde Antonov. 'Wie denkt ze wel voor zich te hebben, een stelletje domme schoolkinderen?'

'Ik geloof dat ze van Koreaanse afkomst is,' zei Polevoi.

'Maakt geen verschil.' Antonov zweeg en liet zich op een houtblok neerzakken. 'Waar gebeurt het experiment?'

Polevoi schudde zijn hoofd. 'Ook dat weten we niet.'

'Heb je geen contact met kameraad Loegovoy?'

'Hij en zijn staf verlieten vrijdagavond Manhattan Island op de veerboot naar Staten Island. Ze zijn niet uitgestapt toen de boot aankwam. We hebben alle contact verloren.'

'Ik wil weten waar ze zijn,' zei Antonov effen. 'Ik wil precies de plaats weten van het experiment.'

'Ik heb er mijn beste agenten op gezet.'

'We kunnen niet accepteren dat ze ons in het duister laat tasten, vooral niet omdat er een miljard Amerikaanse dollars mee gemoeid is.'

Polevoi keek de voorzitter van de communistische partij sluw aan. 'Bent u van plan haar te betalen?' 'Smelt het ijs in de Wolga in januari?' antwoordde Antonov met een brede grijns.

'Ze zal niet makkelijk te vangen zijn.'

Er waren voetstappen in het struikgewas te horen. Antonovs ogen flikkerden in de richting van de jachtopzieners die naderden met de fazanten en toen weer naar Polevoi. 'Zorg dat u Loegovoy vindt,' zei hij zacht, 'en de rest komt vanzelf wel.'

Zes kilometer verderop in een geluidswagen zaten twee mannen voor een ingewikkelde microgolfontvanger. Naast hen namen twee bandrecorders het gesprek van Antonov en Polevoi in het bos op.

De mannen waren specialisten in elektronische detectie van de SDECE, de Franse inlichtingendienst. Ze konden beiden zes talen vertalen, waaronder Russisch. Tegelijk deden ze hun hoofdtelefoons af en wisselden nieuwsgierige blikken.

'Heb jij enig idee waar dat over ging?' zei de een.

De tweede man haalde op Franse manier zijn schouders op. 'Wie zal het zeggen? Waarschijnlijk een soort Russische onzin.'

'Zou een analist er iets van belang uit kunnen halen?'

'Belangrijk of niet, dat zullen we nooit te weten komen.'

De eerste man zweeg, hield even een hoofdtelefoon tegen zijn oor en legde hem weer neer. 'Ze praten nu met president L'Estrange. Meer krijgen we dus niet.'

'Goed, laten we dan ophouden en de opnamen naar Parijs sturen. Ik heb om zes uur een afspraak.'

22

De zon was twee uur geleden opgegaan boven de oostelijke rand van de stad toen Sandecker een achteringang van Washington Airport binnenreed. Hij zette de auto naast een schijnbaar verlaten hangar die op een met onkruid overwoekerd deel van het veld stond, ver achter de onderhoudsgebouwen. Hij liep naar een zijdeur waarvan het verweerde hout sinds lang zijn verf verloren had en drukte op een knopje naast een verroest hangslot. Na een paar seconden zwaaide de deur open.

Het grotachtige binnenste was glanzend wit geverfd. Het zonlicht dat door grote ruiten in het dak naar binnen viel werd sterk gereflecteerd. Het leek wel een transportmuseum. De gladde cementen vloer bevatte vier lange rijen antieke en klassieke auto's. De meeste glommen net zo mooi als op de dag dat de koetsmakers er de laatste hand aan legden. Een paar waren er in diverse stadia van restauratie. Sandecker bleef staan bij een majestueuze Rolls-Royce van 1921, Silver Ghost met koetswerk van Park Ward en een grote rode Isotta-Fraschini met een torpedovormige carrosserie van Sala.

De twee die middenin stonden waren een oud Fordvliegtuig dat luchtvaartliefhebbers kenden als de 'Tinnen gans' en een vroeg-twintigste-eeuwse Pullman-spoorwagon met de woorden MANHATTAN LIMITED in vergulde letters op de zijkant.

Sandecker zocht zijn weg een ijzeren wenteltrap op naar een glazen appartement dat de bovenste verdieping van de ene kant van de hangar besloeg. De woonkamer was versierd met maritieme antiquiteiten. Tegen een wand waren schappen waarop prachtige scheepsmodellen in vitrines stonden.

Hij vond Pitt voor een kachel staan kijken naar een vreemd uitziend mengseltje in een braadpan. Pitt droeg een korte kakibroek, versleten tennisschoenen en een T-shirt met de woorden RAISE THE LUSITANIA op de voorkant.

'U bent precies op tijd voor het eten, admiraal.'

'Wat heb je daar?' vroeg Sandecker die het brouwsel wantrouwig bekeek.

'Niets bijzonders. Een pittige Mexicaanse omelet.'

'Geef mij maar een kop koffie met een halve grapefruit.'

Pitt serveerde op een keukentafel en schonk koffie in. Sandecker fronste zijn voorhoofd en zwaaide met een krant. 'Je hebt pagina twee gehaald.'

'Ik hoop dat ik het ook zo goed doe in andere kranten.'

'Wat probeer je te bewijzen?' vroeg Sandecker. 'Een persconferentie houden en beweren dat je de San Marino gevonden hebt, wat niet zo is, en de Pilottown, wat supergeheim geacht wordt. Heb je je verstand verloren?'

Pitt zei tussen twee happen omelet door: 'Ik heb niets gezegd over dat zenuwgas.'

'Gelukkig heeft het leger het gisteren in stilte begraven.'

'Kon geen kwaad. Nu de Pilottown leeg is, is het ook alleen maar een roestend wrak.'

'De president kijkt er anders tegenaan. Als hij niet in New Mexico was, zouden we nu onze spullen aan het pakken zijn.'

Sandecker werd onderbroken door een zoemend geluid. Pitt stond op en drukte op een knop op een paneeltje.

'Is er iemand aan de deur?' vroeg Sandecker.

Pitt knikte.

'Dit is een grapefruit uit Florida,' mopperde Sandecker en spuwde een pit uit.

'En wat is daarmee?'

'Ik heb ze liever uit Texas.'

'Ik zal het noteren,' zei Pitt met een grijns.

'Om op jouw verhaal terug te komen,' zei Sandecker die de laatste druppels sap met een lepel uitdrukte. 'Ik zou graag weten waarom.'

Pitt vertelde het hem.

'Waarom zou je het ministerie van Justitie het niet uit laten zoeken?' vroeg Sandecker. 'Daar worden ze voor betaald.'

De blik van Pitt werd harder en hij stak dreigend zijn vork omhoog. 'Omdat de mensen van Justitie er nooit bij gehaald worden voor een onderzoek. De regering zal onder geen enkele voorwaarde toegeven dat er 300 doden zijn geweest door gestolen zenuwgas dat niet zou bestaan. Processen en schadelijke publiciteit zouden jaren duren. Ze willen de hele zaak in de doofpot stoppen. De uitbarsting van de vulkaan Augustine kwam net op tijd. Vandaag nog zal de secretaris van de president een verzonnen verhaal uitgeven waarin het fosforgas verantwoordelijk is voor de doden.'

Sandecker keek hem even strak aan. Daarna zei hij: 'Wie heeft je dat verteld?'

'Ik,' zei een vrouwenstem in de deuropening.

Lorens gezicht was een en al ontwapenende glimlach. Ze had jogging gedaan en was gekleed in een korte rode satijnen broek met een bijpassend hemdje en hoofdband. De vochtige lucht hier in Virginia had haar aan het transpireren gemaakt en ze was nog een beetje buiten adem. Ze droogde haar gezicht met een kleine handdoek af die tussen haar ceintuur was gestoken.

Pitt stelde ze aan elkaar voor. 'Admiraal James Sandecker, congreslid Loren Smith.'

'We hebben tegenover elkaar gezeten bij maritieme commissievergaderingen,' zei Loren en stak haar hand uit.

Sandecker hoefde niet helderziend te zijn om de relatie tussen Pitt en Loren te begrijpen. 'Nu begrijp ik waarom u mijn NUMA begrotingsvoorstellen altijd zo positief beoordeelde.'

Als Loren al verlegenheid voelde door zijn insinuatie, liet ze dat niet merken. 'Dirk kan heel overtuigend lobbyen,' zei ze vriendelijk.

'Wil je koffie?' vroeg Pitt.

'Nee, dank je. Ik heb te veel dorst voor koffie.' Ze ging naar de koelkast en schonk zich een glas karnemelk in.

'Weet je al waarover het persbericht van perssecretaris Thompson gaat?' vroeg Sandecker haar.

Loren knikte. 'Mijn persman en zijn vrouw zijn goede maatjes met de Thompsons. Ze hebben samen gedineerd gisteravond. Thompson zei dat het Witte Huis de Alaska-tragedie in de doofpot wilde stoppen, maar dat was alles. Hij noemde geen details.'

Sandecker wendde zich tot Pitt. 'Als je doorgaat met je wraakactie, trap je op heel wat tenen.'

'Ik geef het niet op,' zei Pitt ernstig.

Sandecker keek Loren aan. 'En u, congreslid Smith?'

'Loren.'

'Loren,' zei hij gehoorzaam. 'Mag ik vragen wat u ervan vindt?'

Ze aarzelde een onderdeel van een seconde en zei toen: 'Laten we zeggen dat ik alleen beroepsmatig nieuwsgierig ben naar een mogelijk regeringsschandaal.'

'Je hebt haar de ware bedoeling achter de Alaska-expeditie niet verteld?' vroeg Sandecker aan Pitt.

'Nee.'

'Ik denk dat je het haar vertellen moet.'

'Heb ik je officiële toestemming?'

De admiraal knikte. 'Het is altijd gemakkelijk om een vriend in het Congres te hebben voordat je jacht voorbij is.'

'En u, admiraal, wat is uw mening?' vroeg Pitt hem.

Sandecker staarde over de tafel heen Pitt aan, bestudeerde elk rimpeltje van zijn gezicht als zag hij het voor het eerst, en vroeg zich af wat voor soort man zover buiten de normale grenzen zou gaan zonder er eigen voordeel bij te hebben. Hij zag alleen maar felle vastbeslotenheid. Dat was een expressie die hij zo vaak gezien had in de jaren dat hij Pitt al kende.

'Ik sta achter je tot de president opdracht geeft om je neer te knallen,' zei hij eindelijk. 'Dan sta je alleen.'

Pitt had bijna een zucht van verlichting geslaakt. Het kwam wel goed. Meer dan goed.

Min Koryo keek in haar krant op het bureau. 'Wat denk je hiervan?'

Lee Tong boog zich over haar schouder en las de eerste regels van het artikel hardop. 'Gisteren werd aangekondigd door Dirk Pitt, directeur speciale projecten van NUMA, dat twee schepen die al meer dan twintig jaar vermist worden, gevonden zijn. De San Marino en de Pilottown, beide Liberty-schepen gebouwd in de Tweede Wereldoorlog, werden ontdekt op de zeebodem in de Noordelijke Oceaan bij Alaska.'

'Bluf!' snibde Min Koryo. 'Iemand in Washington, waarschijnlijk van het ministerie van Justitie, had niets beters te doen. Daarom hebben ze een proefballonnetje opgelaten. Ze zijn alleen maar aan het vissen, meer niet.'

'Ik denk dat u maar half gelijk hebt, aunumi,' zei Lee Tong nadenkend. 'Ik heb het vermoeden dat ze op het schip stuitten met het zenuwgas terwijl NUMA zocht naar de oorzaak van de doden in de wateren van Alaska.'

'En deze bekendmaking zou dan een plannetje zijn om de echte eigenaren van het schip uit hun tent te lokken,' voegde Min Koryo eraan toe.

Lee Tong knikte. 'De regering gokt erop dat wij een onderzoek gaan doen waardoor ze ons op het spoor kunnen komen.'

Min Koryo zuchtte. 'Jammer dat het schip niet kon zinken zoals gepland was.'

Lee Tong kwam dichterbij en ging op een stoel voor het bureau zitten. 'Pech,' zei hij en dacht eraan terug. 'Nadat de explosieven niet wilden springen, sloeg de storm toe en kon ik niet meer aan boord komen.'

'Jij kunt ook niets doen aan de grillen van de natuur,' zei Min Koryo gelaten. 'De ware schuld ligt bij de Russen. Als ze niet teruggekomen waren van hun plan om het zenuwgas S te kopen, zou het niet nodig zijn geweest het schip te laten zinken.'

'Ze waren bang dat het gas te onstabiel was om het door Siberië te transporteren naar hun chemisch wapenarsenaal in de Oeral.'

'Het is nu de vraag hoe NUMA verband legt tussen de twee schepen.'

'Dat weet ik ook niet, aunumi. We hebben er zorgvuldig elke identificatie van verwijderd.'

'Doet er niet toe,' zei Min Koryo. 'Het feit blijft dat het artikel in de krant een lokeend is. We moeten ons stil houden en niets doen wat onze anonimiteit in gevaar kan brengen.'

'Wat denk je van de man die de aankondiging deed?' vroeg Lee Tong. 'Die Dirk Pitt?'

Haar smalle gezicht kreeg een lange koude, piekerende blik. 'Onderzoek zijn motieven en ga zijn gangen na. Zie uit te vissen waar hij in het plaatje past. Als hij een gevaar voor ons,blijkt te zijn, regel dan zijn begrafenis.'

De grijze nevel van de schemering verzachtte de scherpe lijnen van Los Angeles en de lichten tegen de gebouwen gingen aan als rode puistjes. Het verkeerslawaai nam toe en drong door tot het ouderwetse schuifraam. Het hout was kromgetrokken en bedekt met minstens tien verflagen. Het was in geen dertig jaar open geweest. Buiten rammelde een airconditioner.

De man zat in een oude draaistoel en staarde zonder iets te zien door het vuile raam. Hij keek met ogen die het slechtste hadden gezien dat de stad te bieden had. Het waren harde, grimmige ogen, nog helder en onuitgeblust na zestig jaar. Hij zat in hemdsmouwen, het versleten leer van een holster hing over zijn linkerschouder. De loop van een automatisch .45 pistool stak eruit. Hij was groot en zwaar gebouwd. De spieren waren weker geworden met de jaren, maar hij kon nog steeds een man van honderd kilo van de straat pakken en tegen de muur smijten.

De stoel kraakte toen hij ronddraaide en zich over een bureau boog dat beschadigd was door ontelbare schroeiplekken van sigaretten. Hij pakte een opgevouwen krant en las het artikel over de ontdekking van de schepen voor misschien wel de tiende keer. Hij trok een la open, haalde er een verkreukeld papier uit en keek er een tijdje naar. Lang geleden had hij elk woord dat erin stond uit zijn hoofd geleerd. Samen met de krant stopte hij het in een versleten aktentas.

Hij stond op en liep naar een waskom die in een hoek van de kamer hing en spoelde zijn gezicht af met koud water. Daarna pakte hij een jas en een gehavende gleufhoed, deed het licht uit en verliet het kantoor.

In de gang bij de lift werd hij omringd door de geuren van het oude gebouw. Het leek steeds meer te schimmelen en te rotten. Vijfendertig jaar op dezelfde plaats was een hele tijd, mijmerde hij, te lang.

Hij werd in zijn gedachten gestoord door het gerammel van de liftdeur. De man die de lift bediende en wel zeventig leek glimlachte met gele tanden tegen hem. 'Zit het erop voor vandaag?' vroeg hij.

'Nee, ik neem de goedkope vlucht naar Washington.'

'Nieuwe zaak?'

'Een oude.'

Hij vroeg niets meer en ze gingen zwijgend verder met de lift. In de hal knikte hij tegen de man. 'Tot over een paar dagen, Joe.'

Daarna ging hij de hoofdingang uit en verdween in het duister.

23

Voor de meesten was hij Hiram Yaeger. Voor een kleine groep heette hij Pinocchio omdat hij zijn neus in een groot aantal computernetwerken kon steken en de software ervan kon overnemen. Zijn speelterrein was de tiende verdieping van het communicatie- en informatienetwerk van de NUMA.

Sandecker huurde hem in om alle gegevens te verzamelen en op te slaan die ooit over oceanen werden geschreven, wetenschappelijk of historisch, feiten of theorie. Yaeger pakte de zaak met grote toewijding aan en binnen vijf jaar had hij een reusachtige computerbibliotheek over de kennis van de zee.

Yaeger werkte op onregelmatige uren, soms kwam hij bij zonsopgang en werkte dan door tot de volgende zonsopgang. Hij verscheen nooit op departementsvergaderingen, maar Sandecker liet hem maar begaan, want er was geen betere. En omdat Yaeger een griezelig vermogen had om geheime ingangen te vinden in een groot deel van de computernetwerken over de gehele wereld.

Hij had altijd een spijkerpak aan en droeg zijn lange blonde haar in een knot. Een onverzorgde baard gecombineerd met zijn doordringende ogen gaven hem het voorkomen van een man die in de woestijn over de volgende heuvel kijkt of daar het eldorado is.

Hij zat bij een computerterminal die weggestopt was in een hoekje van het elektronische labyrint van NUMA. Pitt stond met belangstelling naar de groene letters op een scherm te kijken.

'Dat is alles wat we uit het hoofdopslagsysteem van de Maritieme Administration kunnen halen.'

'Daar is niets nieuws bij,' gaf Pitt toe. 'Kun je de documenten van het hoofdkwartier van de Kustwacht aftappen?'

Yaeger glimlachte grimmig. 'Kan tante cake bakken?'

Hij raadpleegde een dik zwart notitieboek, vond na een minuut wat hij zocht en tikte het nummer aan op een drukknoptelefoon. Het systeem van de Kustwacht antwoordde en accepteerde Yaegers toegangscode. De groene letters vlogen over het scherm: 'UW VRAAG ALSTUBLIEFT.'

Yaeger keek Pitt vragend aan.

'Vraag naar een uittreksel over de Pilottown,' droeg Pitt op.

Yaeger knikte en stopte de vraag in de terminal. Het antwoord flitste op het scherm en Pitt bekeek het nauwkeurig, noteerde alle transacties met het schip sinds het was gebouwd, wie de eigenaar was gedurende de tijd dat het een geregistreerd schip was dat onder Amerikaanse vlag voer, en de hypotheken die erop rustten. De gegevens waren uitgebreid. De Pilottown was uitgeschreven toen het schip verkocht was aan een buitenlander, in dit geval de Kassandra Phosphate Company in Athene.

'Iets interessants?' vroeg Yaeger.

'Weer geen moer,' bromde Pitt.

'En Lloyds of London? Die zullen het ook in hun register hebben.'

'Goed, probeer maar eens.'

Yaeger verbrak het contact met het kustwachtsysteem, keek weer in zijn boek en verbond de terminal met de computerbank van de grote zeevaartverzekeringsmaatschappij. De gegevens kwamen met een snelheid van 400 tekens per seconde op het scherm. Ditmaal werd de geschiedenis van de Pilottown meer gedetailleerd gegeven. En toch bleek maar weinig ervan te gebruiken. Opeens trok een regel onderaan het scherm de aandacht van Pitt.

'Ik denk dat we daar iets hebben.'

'Voor mij lijkt het allemaal op elkaar,' zei Yaeger.

'De regel na Sosan Trading Company.'

'Waar ze genoteerd staan als exploitanten. Dat hebben we toch al eerder gezien?'

'Als eigenaars, niet als exploitanten. Daar zit verschil in.'

'Wat bewijst dat?'

Pitt ging rechtop staan en zijn blik werd nadenkend. 'De reden waarom eigenaars hun schip registreren met wat je noemt een "nationaliteit die het beste uitkomt" is om kosten te besparen, belastingen en beperkende exploitatieregels te ontlopen. Een andere reden is dat ze minder gemakkelijk nagegaan kunnen worden. Ze zetten dus een façade op en nemen als adres voor het hoofdkantoor een postbusnummer, in dit geval Inchon in Korea. Als ze een contract aangaan met een exploitant om vracht en bemanning te krijgen voor het schip, moet er geld overgemaakt worden van de een naar de ander. Er moet gebruik gemaakt worden van bankfaciliteiten. En banken noteren alles.'

'Akkoord, maar laten we zeggen dat ik een moedermaatschappij ben. Waarom zou ik dan de exploitatie overlaten aan een of ander smerig zaakje als we sporen nalaten via de bankrelaties? Ik kan daar het nut niet van zien.'

'Verzekeringszwendel,' antwoordde Pitt. 'De exploitant doet het vuile werk terwijl de eigenaren het geld opstrijken. Neem bijvoorbeeld het geval van de Griekse tanker van een paar jaar geleden. Een wrak met de naam Trikeri vertrok uit Soerabaja in Indonesië met de olietanks gevuld tot de rand. Nadat het Kaapstad in Zuid-Afrika bereikt had, legde het stiekem aan bij een pijpleiding buiten de kust en loste alle olie op een paar duizend liter na. Een week later zonk het zeer mysterieus voor de kust van West-Afrika. Er werd een claim ingediend bij de verzekering voor het schip en de volle lading olie. De onderzoekers waren ervan overtuigd dat het schip met opzet tot zinken werd gebracht, maar ze konden het niet bewijzen. De exploitant van de Trikeri werd het te heet onder de voeten en trok zich rustig uit de zaken terug. De geregistreerde eigenaars inden de verzekeringsuitkering en hevelden het via een gemeenschappelijke doolhof over naar de topmensen van het bedrijf.'

'Gebeurt dat wel vaker?'

'Meer dan je denkt,' antwoordde Pitt.

'Wil je in de bankzaken van de Sosan Trading Company neuzen?'

Pitt vroeg maar liever niet aan Yaeger of hij dat kon. Hij zei alleen maar 'Ja'.

Yaeger ontkoppelde van het Lloyds computernetwerk en liep naar een ladenkast. Hij kwam terug met een groot boekhoudregister.

'Geheime bankcodes,' zei hij zonder omslag.

Yaeger ging aan het werk en drong binnen twee minuten binnen in de computer van de Sosan Trading's Bank. 'Hebbes!' riep hij uit. 'Een onbekende vestiging van een grote bank met hoofdkantoor in Seoel. De rekening werd zes jaar geleden gesloten.'

'Zijn de boekingen nog opgeslagen?'

Zonder te antwoorden drukte Yaeger op de toetsen van de terminal en ging toen rechtop zitten, de armen over elkaar en keek naar de prints. De gegevens werden zichtbaar met het rekeningnummer en een verzoek om de gewenste maandelijkse nota's. Hij keek Pitt verwachtingsvol aan.

'Van maart tot september 1976,' gaf Pitt aan.

De computer van de bank in Korea gehoorzaamde.

'Heel eigenaardig,' zei Yaeger die de data verslond. 'Slechts twaalf transacties in een periode van zeven jaar. Sosan Trading moet haar vaste uitgaven en loonkosten contant betaald hebben.'

'Waar kwamen de overboekingen vandaan?' vroeg Pitt.

'Blijkt een bank te zijn in Bern, Zwitserland.'

'Een stap dichterbij.'

'Ja, maar het wordt moeilijker,' zei Yaeger. 'De codes van de Zwitserse banken zijn ingewikkelder. En als deze zaak zo gesloten is als ze lijkt, goochelen ze waarschijnlijk met bankrekeningen als was het een circusnummer.'

'Ik zal koffie halen terwijl jij begint te speuren.'

Yaeger keek Pitt even nadenkend aan. 'Jij geeft het nooit op, wel?'

'Nee.'

Yaeger was verrast door de plotselinge koele klank van Pitts stem. Hij haalde zijn schouders op. 'Goed, maat, maar dit wordt geen makkie. Het kan wel de hele nacht duren en niks opleveren. Ik moet steeds verschillende cijfercombinaties uitzenden tot ik de goede codes tref.'

'Heb je iets beters te doen?'

'Nee, maar als je koffie haalt, zou ik graag willen dat je er wat koeken bij opscharrelt.'

De bank in Bern bleek een teleurstelling. Elk spoor naar de Sosan Trading moedermaatschappij eindigde daar. Ze namen steekproeven bij zes andere Zwitserse banken, in de hoop dat ze geluk zouden hebben als een schatzoeker die de kaart met de locatie van een scheepswrak dat hij zoekt in de verkeerde la van een archief vindt. Maar ze vonden niets nuttigs. De gegevens van alle banken in Europa na te gaan was niet te doen. Er waren er duizenden.

'Dat ziet er triest uit,' zei Yaeger na vijf uur op het scherm staren.

'Dat is zo,' zei Pitt.

'Zal ik blijven porren?'

'Als je het niet erg vindt.'

Yaeger stak zijn armen omhoog en rekte zich uit. 'Zo krijg ik mijn kicks. Maar jij ziet eruit of je aan het eind bent. Waarom nok je niet af en ga je wat slapen? Als ik ergens op stuit, dan bel ik je wel.'

Dankbaar verliet Pitt Yaeger op het NUMA-hoofdkwartier en reed over de brug naar het vliegveld. Hij stopte de Talbot-Lago voor zijn hangardeur, haalde een zendertje uit zijn jaszak en drukte een voorgeselecteerde code in. De veiligheidsalarmsystemen werden achtereenvolgens uitgeschakeld en de zware deur ging ruim twee meter omhoog. Hij zette de auto binnen en zette de alarmsystemen weer in werking. Daarna ging hij moe de trap op, de woonkamer in en deed de lampen aan.

Er zat een man in Pitts favoriete leesfauteuil. Hij had zijn handen gevouwen op een aktentas die op zijn schoot lag. Hij zat daar bijna met dodelijk geduld, met slechts een zweem van een onverschillige glimlach. Hij droeg een ouderwetse gleufhoed en een op maat gesneden jas, speciaal om een dodelijke bult te verbergen, was net ver genoeg losgeknoopt dat de loop van een automatische .45 te zien was.

Een ogenblik keken ze elkaar aan zonder dat ze iets zeiden, als boksers die de tegenstander opnemen.

Ten slotte verbrak Pitt de stilte. 'Ik denk dat ik behoor te zeggen: wie bent u dan wel?'

De flauwe glimlach verbreedde zich tot een grijns. 'Ik ben particulier detective, meneer Pitt. Casio, Sal Casio.'

24

'Geen moeilijkheden om binnen te komen?'

'Uw veiligheidssysteem is goed, niet geweldig, maar goed genoeg om de meeste inbrekers en jonge vandalen te ontmoedigen.'

'Dat betekent dat ik gezakt ben?'

'Niet helemaal. Ik zou u een zeven geven.'

Pitt ging heel langzaam naar een ijskast van antiek eiken die hij omgebouwd had tot drankkast en deed de deur open. 'Wilt u wat drinken, meneer Casio?'

'Een scheut Jack Daniëls met ijs graag.'

'Dat komt goed uit. Ik heb toevallig een fles.'

'Ik had al gekeken,' zei Casio. 'O, en tussen twee haakjes, ik ben zo vrij geweest om het magazijn uit het pistool te halen.'

'Pistool?' vroeg Pitt onschuldig.

'De .32-kaliber automatische Mauser, serienummer 922374 die zo slim achter de halve fles gin zat geplakt.'

Pitt keek Casio een tijdje aan. 'Hoe lang had u nodig?'

'Om rond te kijken?'

Pitt knikte zwijgend en opende de ijskast om het ijs te pakken.

'Ongeveer veertig minuten.'

'En hebt u de andere twee pistolen gevonden die ik weggestopt had?'

'Het waren er drie.'

'U gaat wel grondig te werk.'

'Niets dat in een huis verstopt is, is onvindbaar. En de een heeft meer talent om iets te vinden dan een ander. Het is een kwestie van techniek.' Casio's stem klonk helemaal niet opschepperig. Hij zei het op een manier of het om een algemene constatering ging.

Pitt schonk in en bracht het glas op een blad naar de zitkamer. Casio nam het glas aan met zijn rechterhand. Plotseling liet Pitt het blad vallen en had hij een vestzakpistool ,25-kaliber automaat in de hand, op het voorhoofd van Casio gericht.

Casio's enige reactie was een flauwe glimlach. 'Heel goed,' zei hij goedkeurend. 'Er waren er in totaal dus vijf.'

'In een leeg melkpak,' legde Pitt uit.

'Goed gedaan, meneer Pitt. Dat was heel slim om te wachten tot mijn pistoolhand het glas vasthield. Daaraan kan ik zien dat u nadacht. Ik zal u toch een acht moeten geven.'

Pitt haalde de veiligheidspal over en liet het pistool zakken. 'Als u hier bent gekomen om mij te doden, meneer Casio, had u dat kunnen doen toen ik binnenkwam. Wat wilt u eigenlijk?'

Casio knikte naar zijn aktentas. 'Mag ik?'

'Gaat uw gang.'

Hij zette het glas neer, deed de tas open en haalde er een dik kartonnen omslag uit waar elastiekjes om heen zaten. 'Een zaak waar ik sinds 1966 aan gewerkt heb.'

'Dat is een hele tijd. U moet een doorzetter zijn.'

'Ik zie er niet graag van af,' gaf Casio toe. 'Het is net zoiets als ophouden met een legpuzzel voor hij af is, of een goed boek dichtslaan. Vroeg of laat krijgt een speurder een zaak die hem 's nachts naar het plafond doet staren, de zaak die hij nooit op kan lossen. Deze heeft een persoonlijke kant, meneer Pitt. Het begon twintig jaar geleden toen een meisje, een geldtelster genaamd Arta Casilighio, $128.000 stal uit een bank in Los Angeles.'

'Waarom heeft dat iets met mij te maken?'

'Ze werd voor het laatst gezien toen ze aan boord was van een schip met de naam San Marino.'

'Goed, u hebt dus het krantenverhaal over de ontdekking van het wrak gelezen.'

'Ja.'

'En u denkt dat dit meisje met de San Marino is verdwenen?'

'Dat weet ik zeker.'

'Dan is uw zaak toch opgelost? De dief is dood en het geld voor altijd verdwenen.'

'Zo eenvoudig ligt het niet,' zei Casio die in zijn glas staarde. 'Ongetwijfeld is Arta Casilighio dood, maar het geld is niet voor altijd verdwenen. Arta heeft pas gedrukte bankbiljetten genomen van de Federale Bank. Alle serienummers werden opgenomen, dus het was eenvoudig om de vermiste biljetten te verantwoorden.' Casio keek Pitt zwijgend over zijn glas heen aan. 'Twee jaar geleden kwam het vermiste geld eindelijk te voorschijn.'

Ineens vlamde er interesse op in Pitts ogen. Hij ging in een stoel tegenover Casio zitten. 'Alles?' vroeg hij voorzichtig.

Casio knikte. 'Het verscheen met kleine beetjes, 5000 in Frankfurt, 1000 in Caïro, alles bij buitenlandse banken. Niets in de Verenigde Staten, behalve één biljet van honderd dollar.'

'Dan kwam Arta niet om op de San Marino.'

'Ze is wel met het schip verdwenen. De FBI ontdekte dat ze een gestolen paspoort had dat toebehoorde aan ene Estelle Wallace. Met dat gegeven konden ze haar volgen tot San Francisco. Daar raakten ze haar spoor bijster. Ik bleef zoeken en vond een zwerver die soms met een taxi reed als hij geld nodig had voor drank. Hij herinnerde zich dat hij haar naar de loopplank van de San Marino had gebracht.'

'Kun je het geheugen van een zuiplap vertrouwen?'

Casio glimlachte zelfverzekerd. 'Arta gaf hem een splinternieuw honderd-dollarbiljet voor de rit. Hij kon het niet wisselen en ze liet het hem houden. Geloof me, het kostte hem weinig moeite zich dat te herinneren.'

'Als gestolen geld van de staatsbank een zaak van de FBI is, wat hebt u daar dan mee te maken? Waarom blijft u zo lang een misdadiger achtervolgen waarvan de sporen koud zijn?'

'Voordat ik mijn naam om zakelijke redenen korter maakte, heette ik Casilighio. Arta was mijn dochter.'

Er was even een pijnlijke stilte. Door de ramen kwam van buiten het gedreun van een straalvliegtuig dat opsteeg. Pitt stond op en ging naar de keuken waar hij een kop koffie schonk uit een koude pot en in een microgolfoven zette.

'Wilt u nog een glas, meneer Casio?'

Casio schudde zijn hoofd.

'Het komt er uiteindelijk op neer dat u denkt dat er iets vreemds is aan de verdwijning van uw dochter?'

'Zij noch het schip kwamen ooit in enige haven aan, maar het geld dat ze gestolen had, komt op zo'n manier terug dat je veronderstelt dat het met kleine beetjes tegelijk in omloop wordt gebracht. Vindt u dat niet eigenaardig, meneer Pitt?'

'Ik kan niet ontkennen dat het een goede gevolgtrekking is.' Het oventje zoemde en Pitt haalde de warme kop koffie. 'Maar ik weet nog niet wat u van mij wilt.'

'Ik heb een paar vragen.'

Pitt ging zitten. Zijn belangstelling werd meer dan nieuwsgierigheid. 'Verwacht geen gedetailleerde antwoorden.'

'Dat begrijp ik.'

'Vraag dan maar.'

'Waar hebt u de San Marino gevonden? Ik bedoel, in welk deel van de oceaan?'

'Vlak bij de zuidkust van Alaska,' antwoordde Pitt vaagjes.

'Dat is een beetje ver weg voor een schip dat van San Francisco naar Nieuw-Zeeland vaart, vindt u niet?'

'Heel ver.'

'2500 kilometer?'

'En nog wat.' Pitt nam een slok koffie en trok een vies gezicht. Het was zo bitter als gal. Hij keek op. 'Voor we verder gaan, u zult moeten betalen.'

Casio keek hem verwijtend aan. 'U leek me al niet het type dat iets voor niets doet.'

'Ik wil graag de namen van de banken in Europa die het gestolen geld uitgaven.'

'Hebt u daar bijzondere redenen voor?' vroeg Casio die geen moeite deed om zijn verwarring te verbergen.

'Daar kan ik niets over zeggen.'

'U werkt niet erg mee.'

Pitt wilde antwoorden, maar de telefoon die op een tafeltje stond, rinkelde luid.

'Hallo.'

'Dirk, met Yaeger. Ben je nog wakker?'

'Fijn dat je belt. Hoe is het met Sally? Is ze al van de intensive care af?'

'Je kunt niets zeggen, hè?'

'Niet zo veel.'

'Maar wel luisteren.'

'Geen probleem.'

'Slecht nieuws. Ik kan niets vinden. Ik zou meer kans hebben als ik een spel kaarten in de lucht zou gooien en dan een grote straat opvangen.'

'Misschien kan ik je helpen. Even geduld.' Pitt wendde zich tot Casio. 'Over die lijst van banken.'

Casio stond langzaam op, schonk zich nog een Jack Daniëls in en stond met zijn rug naar Pitt.

'Handel, meneer Pitt. De lijst van banken voor wat u weet over de San Marino.'

'Het grootste deel van mijn inlichtingen is in opdracht van de regering geheim.'

'Het kan mij niet verdommen, al stond het op de binnenkant van de onderbroek van de president gedrukt. We handelen of ik ben weg.'

'Hoe weet u dat ik niet lieg?'

'Mijn lijst kan ook vervalst zijn.'

'Dan moeten we elkaar maar vertrouwen,' zei Pitt met een grijns.

'Dat moeten we zeker,' gromde Casio. 'Geen van ons heeft enige keus.'

Hij haalde een papier uit de map en gaf dat aan Pitt, die op zijn beurt de namen over de telefoon voor Yaeger oplas.

'En nu?' vroeg Casio.

'Nu zal ik u vertellen wat er gebeurde met de San Marino. En als we aan het ontbijt toe zijn, kan ik u waarschijnlijk ook zeggen wie uw dochter vermoord heeft.'

25

Een kwartier na zonsopgang schakelden alle foto-elektrische regulateurs van de straatverlichting in Washington al hun circuits uit. Een voor een, met een verschil van niet meer dan een paar seconden, doofden de gele en rode stralen van de hogedruk-natriumlampen, om te wachten tot een kwartier voor zonsondergang, als de lichtgevoelige regulateurs ze weer leven in zouden blazen.

Onder de gedimde gloed van de straatverlichting kon Sam Emmett de geluiden van het verkeer horen toen hij door de tunnel ging. Er was geen escorte van de marine of veiligheidsdienst. Hij kwam alleen, net als de anderen. De enige die hij tegengekomen was sinds hij uit zijn wagen was gestapt onder het ministerie van Financiën was de wachtpost van het Witte Huis die bij de kelderdeur stond.

Voor in de gang die naar de situatiekamer leidde werd Emmett begroet door Alan Mercier.

'Je bent de laatste,' deelde Mercier hem mee.

Emmett keek op zijn horloge en zag dat hij vijf minuten voor tijd was.

'Iedereen?' vroeg hij.

'Iedereen behalve Simmons die in Egypte is en Lucas die jouw speech houdt in Princeton.'

Bij het binnenkomen gaf Oates hem een teken dat hij naast hem moest komen zitten, terwijl Dan Fawcett, generaal Metcalf, CIA-directeur Martin Brogan en Mercier zich om de conferentietafel zetten.

Emmett gaf papieren aan iedereen aan tafel, stond daarna op, ging naar een schoolbord en pakte een stukje krijt. Hij tekende vlug en op schaal de rivier, het land bij Mount Vernon en het presidentiële jacht vastgelegd aan de pier. Daarna vulde hij de details in en schreef de namen van de verschillende gebieden op.

De tekening had iets heel echts en deed vermoeden dat Emmett talent had voor architectuur.

Toen hij ten slotte tot zijn tevredenheid alles op de juiste plaats had keerde hij zich om naar zijn gehoor.' 'We volgen de gebeurtenissen chronologisch,' legde hij uit. 'Ik zal ze in het kort vermelden terwijl u de details bestudeert die in het rapport staan. Een gedeelte van wat ik ga zeggen is gebaseerd op feiten en harde bewijzen. Een ander deel is veronderstelling. We moeten de open plekken zo goed mogelijk invullen.'

Emmett noteerde een tijd in de linker bovenhoek van het bord.

'18.25 uur: De Eagle komt bij Mount Vernon aan, waar de Veiligheidsdienst zijn beveiligingsnetwerk opgesteld heeft en zijn patrouilles begint.

20.15 uur: De president en zijn gasten zetten zich aan het diner. Op hetzelfde uur beginnen de officieren en de bemanning aan hun maaltijd in de bemanningseetzaal. De enigen die dienst deden waren de chef-kok, een assistent en de hofmeester. Dat is belangrijk omdat we denken dat de president, zijn gasten en de bemanning bedwelmd werden.'

'Bedwelmd of vergiftigd?' zei Oates opkijkend.

'Niet iets dat zo drastisch is als vergiftiging,' antwoordde Emmett. 'Een licht bedwelmingsmiddel werd waarschijnlijk aan hun voedsel toegediend door de chef of de hofmeester die bediende, waardoor geleidelijk een staat van sufheid ontstond.'

'Dat klinkt praktisch,' zei Brogan. 'Het zou niet handig zijn als er overal aan dek lichamen lagen.'

Emmett vatte zijn gedachten samen. 'De agent van de Geheime Dienst die op post stond aan boord van het jacht, in het uur voor middernacht, meldde dat de president en de vice-president zich als laatsten terugtrokken. Dat was om 23.10 uur.'

'Dat is te vroeg voor de president,' zei Dan Fawcett. 'Ik heb hem zelden eerder dan om twee uur naar bed zien gaan.'

'00.25 uur: Er drijft een lichte mist uit het noordoosten. Die wordt om 01.35 uur gevolgd door een zware mist veroorzaakt door twee rookbommen afkomstig uit marine surplus, verborgen in de struiken, 150 meter stroomopwaarts vanaf de Eagle.'

'Konden ze daarmee het gehele gebied bedekken?' vroeg Oates.

'Onder de juiste atmosferische omstandigheden - in dit geval geen wind - kunnen de rookbommen die door de ontvoerders ter plaatse achtergelaten zijn wel bijna een hectare bedekken.'

Fawcett was erg onder de indruk. 'Mijn God,' zei hij, 'deze operatie moet wel door een heel legertje uitgevoerd zijn.'

Emmett schudde zijn hoofd. 'Naar onze berekeningen waren er maar zeven, en op zijn hoogst tien man bij betrokken.'

'De Geheime Dienst heeft natuurlijk de omgeving van Mount Vernon afgezocht voor de president aankwam,' zei Fawcett. 'Hoe is het mogelijk dat ze de rookbommen niet hebben gezien?'

'Die werden pas om 17.00 uur geplaatst op de avond van de ontvoering,' antwoordde Emmett.

'Hoe konden de bedieners van de apparaten zien wat ze deden in het donker,' vroeg Fawcett nadrukkelijk. 'Waarom werden hun activiteiten en het geluid van de generatoren niet gehoord?'

'Infrarood-gevoelige nachtuitrusting is het antwoord op je eerste vraag. En het geluid van de uitrusting werd gesmoord door het geloei van koeien.'

Brogan schudde zijn hoofd. 'Hoe kom je op zo'n idee?'

'Iemand,' zei Emmett. 'Ze lieten een bandrecorder en een versterker achter bij de rookbommen.'

'Hier staat dat het enige dat de veiligheidsmensen opmerkten was dat de mist een olieachtig geurtje had.'

Emmett knikte. 'De rookmaker verhit een ontgeurde kerosine-achtige brandstof tot die een hoge druk heeft en in zeer fijne druppeltjes door een sproeier geblazen wordt, waardoor de mist ontstaat.'

'Volgende gebeurtenis,' zei Oates.

'01.50 uur: De kleine volgboot legt aan bij de pier omdat er zo weinig zicht is. Drie minuten later meldt de boot van de Kustwacht aan agent Blackowl op de commandopost van de Geheime Dienst dat een sterk signaal hun radarontvangst stoort. Ze stellen Blackowl ook in kennis van het feit dat voor hun beeldscherm gestoord werd het enige contact op hun oscilloscoop een boot van de stadsreiniging was, een sleepboot die afvalschuiten trok. Die ging aan de oever liggen om te wachten tot de mist voorbij zou zijn.'

Metcalf keek op. 'Hoe ver weg lagen die gemeerd?'

'180 meter stroomopwaarts.'

'Dan lag die sleepboot buiten de kunstmatige mist.'

'Een belangrijk punt,' gaf Emmett toe, 'waar we later aan toe komen.'

Hij wendde zich weer naar het bord en schreef weer een tijdstip op. De kamer werd stil. De mannen zaten aan een lange

tafel doodstil te wachten tot Emmett de laatste conclusie zou trekken over de ontvoering van de president.

'02.00 uur: De agenten gaan naar hun volgende wachtposten. Agent Lyle Broek neemt zijn positie in op de Eagle nadat agent Karl Polaski hem op de toegang tot de pier afgelost heeft. Wat het belangrijkste is, is dat gedurende deze tijd de Eagle buiten zijn gezichtsveld lag. Later liep hij naar de loopplank van het jacht en praatte daar met iemand die naar hij dacht Broek was. Maar Broek was toen al dood of bewusteloos. Polaski merkte niets verdachts op, behalve dat Broek zijn volgende post vergeten leek te zijn.'

'Wist Polaski niet dat hij met een vreemde sprak?' vroeg Oates.

'Ze praatten op minstens vier meter afstand met elkaar op fluisterende toon opdat ze niemand op het jacht zouden storen. Toen de wachtpostwisseling kwam om 03.00 uur, versmolt Broek letterlijk in de mist. Agent Polaski verklaart dat hij niet meer dan een vage gestalte heeft kunnen zien. Pas om 03.48 uur ontdekte agent Edward McGrath dat Broek niet op de afgesproken post was. McGrath waarschuwde toen Blackowl die hij vier minuten later op de Eagle tegenkwam. Het jacht werd afgezocht en leeg gevonden, op Polaski na die aan boord was gegaan om Broek af te lossen.'

Emmett legde het krijtje in het bakje en klopte de kalk van zijn handen. 'De rest is vanzelfsprekend en volgens plan. Wie er gewaarschuwd werd en wanneer . . . het resultaat van een vruchteloos zoeken op de rivier en in de omgeving van Mount Vernon . . . het tevergeefs zoeken naar de vermiste mannen . . . enzovoort.'

'Wat was de positie van de sleepboot en de vuilnisschuiten na het alarm?' vroeg Metcalf slim.

'De schuiten werden gemeerd aan de rivieroever gevonden,' antwoordde Emmett, 'de sleepboot was verdwenen.'

'Dat zijn de feiten,' zei Oates. 'De grote vraag is: hoe werden bijna twintig mannen van het jacht getoverd onder de ogen van een leger van veiligheidsagenten en hoe kwamen ze door het meest geavanceerde alarmsysteem dat voor geld te koop is?'

'Het antwoord, meneer de minister, is dat ze niet werden weggetoverd.'

Oates trok zijn wenkbrauwen op. 'Hoe dan?'

Emmett merkte een zelfvoldane trek op op het gezicht van Metcalf. 'Ik denk dat de generaal er wel achter is.'

'Ik wou dat iemand het me vertelde,' zei Fawcett.

Emmett haalde diep adem voor hij begon te praten. 'Het jacht dat de agenten Blackowl en McGrath verlieten is niet hetzelfde als waarop de president met zijn gasten waren.'

'Alle mensen!' bracht Mercier uit.

'Dat is nauwelijks te geloven,' zei Oates sceptisch.

Emmett pakte het krijtje weer en begon te tekenen. 'Ongeveer een kwartier nadat de rookbommen mist begonnen te maken boven de rivier en Mount Vernon, zonden de ontvoerders uit op de frequentie van de Kustwacht en schakelden die uit. Stroomopwaarts maakte de sleepboot - die in dit geval geen sleepboot was maar een jacht dat in alle details volkomen identiek was met de Eagle - zich los van de vuilnisschuiten die we leeg gevonden hebben, en voer langzaam stroomafwaarts. De radar ervan werkte natuurlijk op een andere golflengte dan die van de Kustwacht.'

Emmett tekende de koers van het naderende jacht. 'Toen het vijfenveertig meter van de pier was en de achtersteven van de Eagle, werden de motoren afgezet en dreef het op de stroom, die een snelheid van ongeveer één knoop had, verder. Daarna hebben de ontvoerders...

'Wat ik zou willen weten, is hoe ze aan boord zijn gekomen,' onderbrak Mercier.

Emmett maakte een gebaar met zijn handen dat hij dat ook niet wist. 'We weten het niet. We kunnen gissen dat ze eerder op de dag de bemanning gedood hebben en hun plaatsen innamen, gebruikmakend van vervalste kustwachtpapieren en orders.'

'Ga door met uw bevindingen,' drong Oates aan.

'De ontvoerders op het jacht,' vervolgde Emmett, 'maakten de touwen los en lieten de Eagle rustig van de pier afdrijven om plaats te maken voor haar dubbelganger. Polaski hoorde vanaf zijn post op de oever niets, omdat een paar vreemde geluiden werden overstemd door het gezoem van de generatoren van de machinekamer. Toen het valse jacht aan de pier gemeerd was, roeide de bemanning ervan die waarschijnlijk uit niet meer dan twee man bestond, met een rubberbootje naar de Eagle en ontsnapte met de anderen stroomafwaarts. Een echter bleef er achter, om de plaats in te nemen van agent Broek. Toen Polaski met deze man praatte was de verwisseling al achter de rug. Bij de volgende postwisseling smeerde de man die zich Broek noemde 'm en voegde zich bij de mannen die de rook apparaten bedienden. Vandaar zijn ze samen weggereden over de weg naar Alexandria. We weten dat door voetsporen en sporen van banden.'

Allemaal behalve Emmett richtten ze hun aandacht op het bord, alsof ze zich voor wilden stellen hoe het gegaan was. Het ongelooflijke tijdschema, het gemak waarmee de beveiliging van de president werd doorbroken, het gladjes verlopen van de hele operatie deed iedereen verstomd staan.

'Ik moet de uitvoering wel bewonderen,' zei generaal Metcalf. 'Ze moeten zich er lang op voorbereid hebben.'

'Naar onze schatting drie jaar,' zei Emmett.

'Waar hebben ze een identieke boot kunnen vinden?' mompelde Fawcett tegen niemand in het bijzonder.

'Mijn onderzoeksteam heeft daar ook over gedacht. Ze hebben oude scheepsregisters opgezocht en vonden dat de scheepsbouwer van de Eagle tegelijkertijd een zusterschip bouwde, de Samantha. De laatst geregistreerde eigenaar van de Samantha was een makelaar in Baltimore. Hij verkocht het jacht ongeveer drie jaar geleden aan een vent genaamd Dunn. De Samantha werd nooit geregistreerd onder de nieuwe eigenaar. Beiden verdwenen ze uit het gezicht.'

'Was het in alle opzichten identiek met de Eagle?' vroeg Brogan.

'Een knap staaltje van vervalsing. Elk meubelstuk, alle beschilderingen en alle uitrustingsstukken zijn volkomen gelijk.'

Fawcett tikte zenuwachtig met een pen op tafel. 'Hoe ben je erachter gekomen?'

'Iedere keer als je een kamer in- of uitgaat, laat je deeltjes achter. Haar, roos, pluisjes, vingerafdrukken - en die kunnen allemaal teruggevonden worden. Mijn laboratoriummensen konden geen enkel spoor vinden dat de president of de anderen ooit aan boord waren geweest.'

Oates ging rechtop zitten. 'De FBI heeft een geweldige prestatie geleverd, Sam. We zijn zeer dankbaar.'

Emmett knikte kort en ging zitten.

'Het verwisselen van het jacht geeft een nieuw gezichtspunt,' ging Oates verder. 'Hoe gruwelijk het moge klinken, we moeten er rekening mee houden dat ze allen vermoord zijn.'

'We moeten het jacht vinden,' zei Mercier grimmig.

Emmett keek hem aan. 'Ik heb al opdracht gegeven om op het water en in de lucht te zoeken.'

'Op die manier zul je het niet vinden,' onderbrak Metcalf. 'We hebben te maken met heel slimme mensen. Ze zullen het niet ergens laten liggen waar het gevonden kan worden.'

Fawcett stak zijn pen omhoog. 'Bedoelt u te zeggen dat het jacht vernietigd is?'

'Dat zou best het geval kunnen zijn,' zei Metcalf van wie de blik bezorgder werd. 'Als dat zo is, moeten we erop voorbereid zijn dat we lijken kunnen vinden.'

Oates leunde op zijn ellebogen en wreef met zijn handen over het gezicht. Hij wilde dat hij op dit ogenblik ergens anders was dan in deze kamer. 'We moeten onze aandacht verdelen,' zei hij ten slotte. 'De beste man die ik ken voor een onderwateronderzoek is Jim Sandecker van de NUMA.'

'Daar ben ik het mee eens,' zei Fawcett. 'Zijn speciale projectteam is net klaar met een gevaarlijk onderzoek bij de kust van Alaska, waar ze een schip hebben gevonden dat verantwoordelijk was voor een vergiftiging over een groot gebied.'

'Wil jij hem op de hoogte stellen?' vroeg Oates aan Emmett.

'Ik ga hier vandaan meteen naar hem toe.'

'Goed, dat is het dan voorlopig, denk ik,' zei Oates van wie de stem vermoeidheid begon te verraden. 'Hoe dan ook, we hebben een spoor. God mag weten wat we zullen zien als de Eagle gevonden wordt.' Hij aarzelde, keek naar het bord en zei: 'Ik ben niet jaloers op de man die het eerst voet aan boord zet.'

26

Elke ochtend, ook op zaterdagen en zondagen, liep admiraal Sandecker de tien kilometer van zijn appartement in Watergate naar het hoofdkwartier van NUMA. Hij was net onder de douche vandaan naast zijn kantoor toen de stem van zijn secretaresse uit een luidsprekertje boven de wastafel klonk: 'Admiraal, hier is meneer Emmett voor u.'

Sandecker was net bezig met een handdoek zijn haar droog te wrijven en hij wist niet zeker of hij de naam goed verstaan had. 'Sam Emmett van de FBI?'

'Ja meneer. Hij vroeg of hij u meteen kon spreken. Hij zegt dat het buitengewoon belangrijk is.'

Sandecker zag zijn ongelovige gezicht in de spiegel. De geachte directeur van de FBI kwam niet om acht uur 's morgens op kantoor op bezoek. Het spel van de bureaucratie van Washington had zijn eigen regels. Ieder, zelfs de president en allen onder hem, hielden zich daaraan. Emmetts onaangekondigde bezoek kon alleen een zeer ernstig noodgeval betekenen.

'Laat hem meteen binnenkomen.'

Hij had nauwelijks gelegenheid om een jas van badstof aan te trekken en het water droop nog van zijn lijf, toen Emmett al binnenstapte.

'Jim, we hebben een heel moeilijk geval.' Hij gaf niet eens een hand ter begroeting. Hij legde snel zijn aktentas op Sandeckers bureau, deed hem open en gaf de admiraal een map. 'Ga zitten en bekijk dit eens, daarna praten we erover.'

Sandecker bekeek de inhoud van de map zonder iets te zeggen minstens twintig minuten lang. Emmett zat aan de andere kant van het bureau en lette op of hij geschokt of boos zou kijken. Maar nee, Sandecker bleef raadselachtig. Ten slotte sloeg hij de map dicht en zei eenvoudig: 'Wat kan ik doen?'

'De Eagle zoeken.'

'Denk je dat ze haar hebben laten zinken?'

'Een speurtocht op het water en vanuit de lucht heeft nog niets opgeleverd.'

'Goed, ik zet er mijn beste mensen aan.' Sandecker maakte een beweging naar de intercom. Emmett maakte een afwerend gebaar.

'Ik hoef je natuurlijk niet te zeggen wat een chaos er ontstaat als dit uitlekt.'

'Ik heb nog nooit gelogen tegen mijn mensen.'

'Je zult ze nu in het ongewisse moeten laten.'

Sandecker knikte kort en zei in de intercom: 'Sylvia, graag meneer Pitt aan de lijn.'

'Pitt?' vroeg Emmett op een officiële toon.

'Hij is mijn speciale projectdirecteur. Hij zal het onderzoek leiden.'

'Vertelt u hem alleen het noodzakelijke?' Het was meer een order dan een vraag.

Een geel waarschuwingslampje flikkerde in Sandeckers ogen. 'Dat maak ik zelf wel uit.'

Emmett wilde nog iets zeggen maar werd geïnterrumpeerd door de intercom.

'Admiraal?'

'Ja Sylvia?'

'De lijn van meneer Pitt is bezet.'

'Blijf proberen, tot hij antwoord geeft,' zei Sandecker nors. 'Of liever, bel de telefoniste en laat zijn lijn verbreken. Zeg dat het een spoedgesprek van de regering is.'

'Bent u in staat om vanavond een onderzoek op grote schaal te beginnen?' vroeg Emmett.

Sandeckers lippen vormden een brede grijns. 'Voor zover ik Pitt ken, zal hij nog vóór de lunch een groep in de diepten van de Potomac aan het zoeken hebben.'

Pitt praatte met Hiram Yaeger toen de telefoniste de lijn verbrak. Hij draaide daarna het nummer van de admiraal. Na een paar ogenblikken gewacht te hebben legde hij de hoorn weer op de haak.

'En?' vroeg Casio vol verwachting.

'Het geld werd gewisseld, niet op de bank gezet,' zei Pitt die treurig naar de vloer keek. 'Dat is alles. Er is verder geen spoor meer.'

Er was maar een flits van teleurstelling op Casio's gezicht. Die was er al eerder geweest. Hij slaakte een lange zucht en keek op zijn horloge. Hij kwam Pitt voor als een man die weinig van zijn emoties toonde.

'Ik waardeer uw hulp,' zei hij rustig. Hij knipte zijn tas dicht en stond op. 'Dan ga ik maar. Als ik opschiet, kan ik de volgende vlucht naar L.A. halen.'

'Het spijt me dat ik het niet kon oplossen.'

Casio pakte Pitts hand stevig vast. 'Niemand bereikt altijd de honderd procent. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de dood van mijn dochter en uw vriend hebben een fout gemaakt. Ergens moeten ze iets over het hoofd gezien hebben. Ik ben blij dat ik u aan mijn kant heb, meneer Pitt. Het is erg eenzaam werk geweest tot nu toe.'

Pitt was echt ontroerd. 'Ik blijf doen wat ik kan.'

'Meer kan ik niet vragen.' Casio knikte en liep toen de trap af. Pitt keek hoe hij door de hangar schuifelde, een trotse, geharde oude man die tegen zijn eigen windmolen vocht.

27

De president zat rechtop in een chromen stoel met zwarte leren kussens, zijn lichaam stevig op de plaats gehouden door nylon gordels. Zijn ogen staarden in de verte, in het niets. Draadloze voelers waren op zijn borst en voorhoofd geplakt die de fysische kenmerken van acht verschillende levensfuncties uitzonden naar een computer.

De operatiekamer was klein, niet groter dan twaalf vierkante meter, en stond propvol met elektronische controleapparatuur. Loegovoy en vier leden van zijn chirurgisch team bereidden zich kalm en efficiënt voor op de moeilijke operatie. Paul Soevorov stond in de enige lege hoek. Hij zag er niet op zijn gemak uit in zijn groene steriele jas. Hij zag hoe een van de technici van Loegovoy, een vrouw, een naaldje in de zijkant van de hals van de president stak en daarna in de andere kant.

'Een gekke plaats voor een verdoving,' merkte Soevorov op.

'Voor de eigenlijke penetratie gebruiken we een plaatselijke verdoving,' antwoordde Loegovoy die op een scherm keek met een vergroot röntgenbeeld. 'Maar een kleine dosis Amytal in de halsslagaderen brengt de linker- en rechterhelft van de hersenen in een slaperige toestand. Dit procédé is bedoeld om elke herinnering aan de operatie te elimineren.'

'Moet u zijn hoofd niet scheren?' vroeg Soevorov die naar het haar van de president wees dat door een opening in de metalen helm op de schedel stak.

'We moeten de normale chirurgische procedure vermijden,' antwoordde Loegovoy geduldig. 'Om voor de hand liggende redenen kunnen we zijn uiterlijk niet veranderen.'

'Wie leidt de operatie?'

'Wie zou u denken?'

'Dat vraag ik u, kameraad.'

'Ik.'

Soevorov keek vragend. 'Ik heb uw dossier bestudeerd en die van alle leden van de staf. Ik kan de inhoud bijna uit mijn hoofd opzeggen. Uw terrein is de psychologie, de meeste anderen zijn elektronici en een is er biochemicus. Geen van jullie is gekwalificeerd als chirurg.'

'Dat is ook niet nodig.' Hij liet Soevorov voor wat hij was en bestudeerde weer het tv-scherm. Hij knikte. 'We kunnen nu beginnen. Zet de laser op zijn plaats.'

Een technicus drukte zijn gezicht tegen het rubberen oogstuk van een microscoop die bevestigd was op een argonlaser. De machine was verbonden met een computer en gaf een aantal coördinaten weer in oranje cijfers onderaan de instelling van de microscoop. Toen de cijfers allemaal nullen waren, was de plaats exact goed.

De man bij de laser knikte. 'Instelling klaar.'

'Beginnen,' zei Loegovoy.

Een vleugje rook zo klein dat alleen de operateur het in de microscoop kon zien, gaf aan dat er contact was van de onmerkbaar dunne, blauwgroene straal met de schedel van de president.

Het was een vreemd schouwspel. Iedereen stond met zijn rug naar de patiënt gekeerd naar de monitor te kijken. De beelden werden vergroot tot de straal te zien was als een draad in een spinneweb. Met een precisie die ver boven het menselijk vermogen uitging leidde de computer de laserstraal en sneed een gaatje van een dertigste millimeter in het bot, waarbij alleen het hersenvlies werd doorboord en de vloeistof daaronder. Soevorov ging gefascineerd dichterbij staan.

'Wat gaat er nu gebeuren?' vroeg hij hees.

Loegovoy wees naar een elektronenmicroscoop. 'Kijkt u zelf maar.'

Soevorov tuurde door de beide lenzen. 'Ik zie alleen een donkere vlek.'

'Stel de focus op uw ogen af.'

Soevorov deed dat en de vlek werd een chip, een geïntegreerd circuit.

'Een microminiature implantatie die hersensignalen kan uitzenden en ontvangen. We gaan die in zijn hersenschors planten, waar de denkprocessen thuishoren.'

'Wat voor energiebronnen gebruikt het apparaatje?'

'De hersenen zelf produceren tien watt elektriciteit,' verklaarde Loegovoy. 'De hersengolven van de president kunnen door een zendertje naar een controle-eenheid overgebracht worden op duizenden kilometers afstand, dan vertaald worden en de nodige commando's kunnen teruggezonden worden. Je zou kunnen zeggen dat het zoiets is als het overschakelen op een ander tv-station met een afstandsbediening.'

Soevorov deed een stapje achteruit en keek Loegovoy aan. 'De mogelijkheden zijn veel groter dan ik dacht,' mompelde hij. 'We zullen in staat zijn om elk geheim van de Amerikaanse regering te weten te komen.'

'We zullen ook in staat zijn om zijn dagen en nachten te manipuleren, zo lang hij leeft,' vervolgde Loegovoy. 'En door middel van de computer zijn persoonlijkheid zo te leiden dat hij noch iemand in zijn directe omgeving het zal merken.'

Er kwam een technicus achter hem staan. 'We zijn klaar om de implantatie in te brengen.'

Hij knikte. 'Ga je gang.'

Een robotachtige machine werd op de plaats van de laser gezet. Het ongelooflijk kleine apparaatje werd van onder de microscoop weggepakt en vastgemaakt aan het eind van een enkel dun draadje dat uit een mechanische arm stak. Het werd daarna bij de opening in de schedel van de president gebracht.

'Penetratie begint . . . nu!' dreunde de stem van de man die bij het bedieningspaneel zat.

Door middel van de kijker op de laser volgde hij een serie nummers op een scherm. Het hele procédé was voorgeprogrammeerd. Geen mensenhand kwam eraan te pas. Gestuurd door de computer bracht de robot de draad precies door het beschermende vlies in de zachte plooien van de hersenen. Na zes minuten verscheen er op het scherm: 'EINDE OPDRACHT'.

Loegovoys ogen weken niet van het kleurenscherm van het röntgenapparaat. 'Uitschakelen en draad terugtrekken.'

'Over en uit,' echode een stem.

Nadat de draad was verwijderd werd hij vervangen door een miniatuur buisvormig instrumentje dat een klein plugje bevatte met drie haren met wortels, uit het hoofd gehaald van een Russische technicus die ongeveer dezelfde haarinplanting had als de president. De plug werd in het kleine gaatje geplaatst dat zo precies geboord was door de laserstraal. Toen de robot teruggetrokken werd, kwam Loegovoy vlakbij en bestudeerde het resultaat met een vergrootglas.

'Een heel klein roofje dat bij het transpireren binnen een paar dagen verdwijnt,' merkte hij op. Tevreden ging hij weer staan en keek op de door de computer gestuurde schermen.

'De implantatie werkt,' deelde zijn vrouwelijke assistent mee.

Loegovoy wreef zich van plezier in de handen. 'Mooi, dan beginnen we met de tweede penetratie.'

'Gaat u nog een implantatie doen?' vroeg Soevorov.

'Nee, een kleine hoeveelheid RNA injecteren in de hippocampus.'

'Kunt u me iets wijzer maken in gewone termen?'

Loegovoy reikte met een hand over de schouder van de man die bij het computerpaneel zat en draaide aan een knop. Het beeld van de hersenen van de president werd vergroot tot het hele scherm gevuld was.

'Daar,' zei hij en tikte op het scherm. 'Die rimpel die op een zeepaardje lijkt loopt onder de hoorns van de laterale hersenholtes, een vitaal deel van het limbisch systeem van de hersenen. Het heet de hippocampus. Daar worden nieuwe herinneringen ontvangen en verspreid. Door het inspuiten van RNA - ribonucleïsch zuur, dat de genetische instructies doorgeeft - in een proefpersoon die met bepaalde gedachten is geprogrammeerd kunnen we bereiken wat we "geheugenoverdracht" noemen.'

Soevorov had aandachtig in zich opgenomen wat hij zag en hoorde, maar hij kon het niet bijhouden. Hij kon het niet allemaal bevatten. Hij keek nu onzeker naar de president.

'Kunt u werkelijk het geheugen van de ene man overbrengen naar de ander?'

'Precies,' zei Loegovoy nonchalant. 'Wat denkt u dat er gebeurt in de ziekenhuizen voor geesteszieken waar de KGB de vijanden van de staat instopt? Ze worden niet allemaal heropgevoed tot goede partijleden. De RNA die we straks in de hippocampus gaan brengen bijvoorbeeld komt van een artiest die erop stond om steeds maar onze leiders af te beelden in vervelende en oneervolle poses. . . . Hoe heet hij ook al weer?'

'Belkaya?'

'Ja, Oskar Belkaya. Een sociologisch misbaksel. Zijn schilderijen waren of meesterstukken van moderne kunst of nachtmerrieachtige abstracties, dat hangt van je smaak af. Nadat uw collega's van de geheime dienst hem arresteerden in zijn studio, werd hij in het geheim naar een afgelegen herstellingsoord in de buurt van Kiev gebracht. Daar werd hij in een cocon geplaatst, zo een als we hier hebben. Daar bleef hij twee jaar in. Met nieuwe technieken voor het opslaan van nieuwe herinneringen, ontwikkeld door de biochemie, werd zijn geheugen uitgewist en geïndoctrineerd met politieke opvattingen die we de president willen laten uitvoeren in zijn regering.'

'Maar kunt u niet hetzelfde bereiken met het ingeplante controleapparaat?'

'De implantering, met zijn computernetwerk, is uiterst ingewikkeld en kan makkelijk onklaar raken. De herinneringstransplantatie dient als ondersteuningssysteem. Onze experimenten hebben ook aangetoond dat het controleproces efficiënter werkt als de proefpersoon de gedachte zelf produceert en de implantering daarna een positief of negatief antwoord geeft.'

'Zeer indrukwekkend,' zei Soevorov ernstig. 'En dat is het einde?'

'Niet helemaal. Als toegevoegde veiligheidsmarge zal iemand van mijn staf, een zeer bekwame hypnotiseur, de president in trance brengen en daarin alle onderbewuste gevoelens wegvegen die hij opgedaan zou kunnen hebben tijdens onze verzorging. Hij wordt ook voorzien van een verhaal over waar hij deze tien dagen geweest is, tot in de kleinste details.'

'Zoals de Amerikanen altijd zeggen, u hebt zich overal voor ingedekt.'

Loegovoy schudde zijn hoofd. 'Het menselijk brein is een magisch universum dat we nooit volkomen zullen begrijpen. We kunnen denken dat we uiteindelijk de ruim anderhalve kilo grijs-roze massa onder controle hebben, maar de grillige aard ervan is zo onvoorspelbaar als het weer.'

'U bedoelt dat de president misschien niet zo zal reageren als u wilt dat hij zal doen?'

'Dat is mogelijk,' zei Loegovoy ernstig. 'Het is ook mogelijk dat zijn verstand de grenzen van de werkelijkheid overschrijdt, ondanks onze controle en hem iets laat doen dat voor ons allen verschrikkelijke gevolgen zal hebben.'

28

Sandecker stopte zijn auto op het parkeerterrein van een kleine jachtwerf zestig kilometer ten zuiden van Washington. Hij kwam achter het stuur vandaan en stond over de Potomac te kijken. De lucht was helderblauw en het donkergroene water stroomde oostwaarts naar de Chesapeake Baai. Hij liep een hangende trap af naar een drijvende pier. Aan het eind ervan lag een oude schuit gemeerd, de roestende tangen hingen aan een dekboom als de klauwen van een gevaarlijk dier.

De romp was haveloos door veeljarig gebruik en de meeste verf was verdwenen. De dieselmotor pufte rookwolkjes uit die van de top van de schoorsteen sprongen en oplosten in een zacht briesje. Haar naam, nauwelijks waarneembaar boven achterstevendwarsbalk, was Hoki Jamoki.

Sandecker keek op zijn horloge. Het was twintig voor twaalf. Hij knikte goedkeurend. Slechts drie uur nadat hij Pitt ingelicht had, was de speurtocht naar de Eagle begonnen. Hij sprong aan dek en groette de twee monteurs die de sonarvoeler verbonden met de recorderkabel, ging daarna het stuurhuis in. Hij vond Pitt bezig met het bekijken van een grote satellietfoto met een vergrootglas.

'Is dit de beste?' vroeg Sandecker.

Pitt keek op en grinnikte vrolijk. 'Bedoelt u de boot?'

'Ja.'

'Niet van het peil en naar de eisen van de marine, maar ze zal haar dienst doen.'

'Was er geen van onze onderzoekingsboten beschikbaar?'

'Jawel, maar ik heb deze oude tobbe om twee redenen gekozen. Ten eerste is het een verdomd goed werkbootje; ten tweede, als iemand een regeringsschip aantreft met een groep VIP's aan boord en naar de kelder stuurt, dan kan hij een groot onderwateronderzoek verwachten en kijkt daar naar uit. Op deze manier zijn we er en zijn we weer weg voordat ze het weten.'

Sandecker had hem verteld dat een boot van de marinewerf was gestolen van de pier bij Mount Vernon en er werd aangenomen dat ze was gezonken. Niet veel meer. 'Wie heeft er iets gezegd over VIP's aan boord?'

'Leger- en marinehelikopters zwermen als sprinkhanen over ons heen, en je kunt de rivier oversteken door van de ene kustwachtboot op de andere te springen. Er zit meer aan dit onderzoekproject vast dan u losgelaten hebt, admiraal. Heel wat meer.'

Sandecker antwoordde niet. Hij moest alleen toegeven dat Pitt een heel eind vooruitdacht. Zijn zwijgen, dat wist hij, zou Pitts vermoedens alleen maar versterken. Op een ander onderwerp overstappend zei hij: 'Heb je al enig idee, omdat je zo ver ten zuiden van Mount Vernon begint te zoeken?'

'Genoeg om ons vier dagen te besparen en vijfentwintig mijl,' antwoordde Pitt. 'Ik dacht dat onze boot wel waargenomen zou worden door een van onze ruimtecamera's, maar welke? Militaire spionage satellieten hebben geen baan over Washington en weerkaarten uit de ruimte bevatten geen kleinere details.'

'Waar heb je die vandaan?' vroeg Sandecker.

'Van een vriend van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Een van hun patrouillesatellieten vloog op 100 km hoogte over en nam een infrarode foto van de Chesapeake Baai en de aangrenzende rivieren. Tijd: 4.40 uur op de ochtend van de verdwijning van de boot. Als je door het vergrootglas kijkt naar de vergroting van dit deel van de Potomac, is de enige boot die zichtbaar is van de Mount Vernon een mijl verder dan deze pier.'

Sandecker tuurde naar het witte stipje op de foto. De vergroting was ongelooflijk scherp. Hij kon elk stukje van het dek onderscheiden en twee mensengedaanten. Hij keek Pitt aan.

'Er is geen twijfel aan dat het de boot is waar we naar zoeken,' zei hij met vlakke stem.

'Ik ben ook niet op mijn achterhoofd gevallen, admiraal. Dat is het presidentiële jacht de Eagle.'

'Ik zal je niet voor de gek houden,' zei Sandecker kalm, 'maar ik kan je niet meer vertellen dan ik al gedaan heb.'

Pitt haalde zijn schouders op en zei niets.

'Dus waar denk je dat het is?'

De groene ogen van Pitt werden donkerder. Hij keek Sandecker schalks aan en pakte een verdeelpasser. 'Ik heb de gegevens van de Eagle opgezocht. Haar topsnelheid was veertien knopen.

Nou, de foto werd om 4.40 uur genomen. Dat was anderhalf uur voor het dag werd. De bemanning die het schip stal kon niet het risico nemen dat het gezien werd, dus lieten ze haar onder bescherming van de duisternis. Dat alles in aanmerking genomen kan ze maar eenentwintig mijl afgelegd hebben voor zonsopgang.'

'Dat kan dan alle kanten op zijn.'

'Ik denk dat we het kunnen beperken.'

'Door in de vaargeul te blijven?'

'Ja meneer, in diep water. Als ik de baas van dat circus was, zou ik haar diep laten zinken om toevallige ontdekking te voorkomen.'

'Wat is de gemiddelde diepte van je zoeker?'

'Tien tot dertien meter.'

'Niet genoeg.'

'Dat is waar, te oordelen naar de dieptecijfers op de vaarkaarten zijn er verschillende gaten die meer dan dertig meter zijn.'

Sandecker keek zwijgend uit de stuurhut naar Al Giordino die langs de pier liep met een paar luchttanks op zijn zware schouders. Hij wendde zich weer tot Pitt en keek hem nadenkend aan.

'Als je er naar duikt,' zei Sandecker koel, 'mag je er niet in. Ons werk is alleen het zoeken en identificeren, verder niets.'

'Wat is daar dan beneden dat we niet mogen zien?'

'Vraag maar niets.'

Pitt glimlachte wrang. 'Doe me een lol. Ik ben zo nieuwsgierig-'

'Dat ben je zeker,' gromde Sandecker. 'Wat denk jij dat erin zit?'

'Maak van wat maar wie.'

'Maakt dat wat uit?' vroeg Sandecker op zijn hoede. 'Het is waarschijnlijk leeg.'

'U houdt me voor de gek, admiraal. Dat weet ik zeker. Als we het jacht gevonden hebben, wat dan?'

'Dan neemt de FBI het over.'

'Dus wij doen ons taakje en doen dan een stapje opzij.'

'Zo luiden de orders.'

'Laat ze barsten.'

'Ze?'

'De machten die zulke geheimzinnige spelletjes spelen.'

'Geloof me, het is geen kleinigheid.'

Er kwam een harde blik in Pitts ogen. 'Dat zullen we wel eens zien als we het jacht vinden, hè?'

'Geloof mijn woorden,' zei Sandecker, 'je zou niet eens willen zien wat er misschien in het wrak zit.'

Zodra hij de woorden gezegd had, wist Sandecker dat hij met een vlag naar een stier gezwaaid had. Als Pitt eenmaal zou duiken, was het dunne commandolijntje verbroken.

29

Zes uur later en twintig kilometer verder stroomafwaarts kroop doel nummer zeventien over het scherm van de Klein High Resolution Sonar. Het lag in 36 meter water tussen Persimmon en Mathias, recht tegenover Popes Creek en drie kilometer voor de Potomac brug.

'Afmetingen?' vroeg Pitt aan de sonarbedieningsman.

'Ongeveer 36 meter lang en zeven meter breed.'

'Wat voor maat zoeken wij?' vroeg Giordino.

'De Eagle heeft een totale lengte van 36 meter en een boegspriet van zeven meter,' antwoordde Pitt.

'Dat klopt dan,' zei Giordino.

'Ik denk dat we haar hebben,' zei Pitt terwijl hij de gegevens van de sonar bekeek. 'Laten we nog eens peilen - deze keer ongeveer twintig meter van stuurboord - en een boei uitgooien.'

Sandecker die buiten stond op het achterdek en de sensorkabel in de gaten hield, stak zijn hoofd in de stuurhut. 'Heb je iets?'

Pitt knikte. 'Eerste contact.'

'Ga je het natrekken?'

'Nadat we een boei uitgegooid hebben, gaan Al en ik beneden kijken.'

Sandecker keek naar het verweerde dek en zei niets. Daarna keerde hij zich om en liep terug naar de achtersteven, waar hij Giordino hielp bij het hijsen van een gewicht van 25 kilo lood dat vastzat aan een helderoranje boei op de verschansing van de Hoki Jamoki.

Pitt nam het roer en bracht de boot op de juiste plek. Toen het doel begon te rijzen op de dieptemeter riep hij: 'Nu!'

De boei werd overboord gegooid terwijl de boot vaart minderde. Een van de technici liep naar de boeg en liet het anker zakken. De Hoki Jamoki dreef nog iets verder en bleef toen met haar boeg tegen de stroom in liggen.

'Erg jammer dat je er geen onderwater tv-camera bijgedaan hebt,' zei Sandecker die Pitt in zijn duikpak hielp. 'Je had jezelf het duiken kunnen besparen.'

'Dat zou niet gelukt zijn,' zei Pitt. 'Het zicht onder water hier wordt in centimeters aangegeven.'

'De stroom is ongeveer twee knopen,' schatte Sandecker.

'Als we weer omhooggaan, zal de stroom ons naar de achtersteven drijven. We kunnen beter een reddingslijn van 100 meter met een drijvende boei uitgooien om ons aan boord te trekken.'

Giordino maakte zijn gewichtsgordel vast en lachte luchtig. 'Ik ben klaar, jij ook?'

Sandecker legde een hand op Pitts schouder. 'Denk eraan wat ik heb gezegd over het binnengaan van het wrak.'

'Ik zal proberen niet zo erg goed te kijken,' zei Pitt effen.

Voordat de admiraal kon antwoorden maakte Pitt zijn gezichtsmasker vast en liet zich achterover in de rivier vallen.

Het water sloot zich boven hem en de zon vervaagde tot een groenachtige oranje vlek. De stroom trok aan zijn lichaam en hij moest er diagonaal tegenin zwemmen tot hij de boei vond. Hij stak zijn hand uit en greep de lijn. Hij keek naar beneden. Minder dan een meter van hem af verdween het nylon koord in de ondoorschijnende duisternis.

Pitt gebruikte die lijn als gids en houvast en gleed in de diepte van de Potomac. Draden wier en fijne drijvende deeltjes schoten langs zijn masker. Hij knipte zijn duiklamp aan, maar de gedimde straal voegde maar een paar centimeter toe aan zijn gezichtsveld. Hij pauzeerde even om zijn kaken te bewegen en de groter wordende druk op zijn oorkanalen gelijk te maken.

De dichtheid nam toe naarmate hij dieper kwam. Opeens werd de temperatuur van het water tien graden lager en werd het zicht ongeveer drie meter. De koude laag werkte als een kussen tegen de warmere laag erboven. De bodem werd zichtbaar en Pitt onderscheidde aan zijn rechterkant de donkere omlijning van een boot. Hij draaide zich om en maakte een gebaar naar Giordino die bevestigend knikte.

Alsof hij uit een mist opkwam nam de bovenbouw van de Eagle vorm aan. Ze lag daar als een levenloos dier, eenzaam in spookachtige stilte en waterige glans.

Pitt zwom om de ene kant van de romp terwijl Giordino om de andere kant ging. Het jacht stond precies rechtop zonder iets van slagzij te vertonen. Op een dun laagje alg na dat op de witte verf begon te groeien, zag ze er net zo uit als toen ze op het water voer.

Ze kwamen bij de achterkant bij elkaar en Pitt schreef op zijn bordje: 'Iets beschadigd?'

Giordino schreef terug: 'Niets.'

Daarna zochten ze langzaam hun weg over de dekken, langs de donkere raampjes van de kapiteinshut en andere hutten naar de brug. Er was niets te zien dat aan dood of ellende deed denken. Ze richtten hun lamp door de ramen op de brug in het donkere binnenste, maar al wat ze zagen was een vreemde verlatenheid. Pitt zag dat de telegraaf van de machinekamer aangaf: ALLES STOP.

Hij aarzelde heel even en schreef een nieuwe boodschap: 'Ik ga naar binnen.'

Giordino's ogen glansden achter het glas van zijn gezichtsmasker en hij krabbelde terug: 'Ik ga mee.'

Uit gewoonte keken ze hun luchtslangen na. Er was genoeg tijd over om twaalf minuten te duiken. Pitt probeerde de deur van het stuurhuis. Zijn hart bonsde in zijn keel. Zelfs met Giordino bij zich drukte de angst op hem. Het slot draaide en hij duwde de deur open. Pitt haalde diep adem en zwom naar binnen.

Het koper glom dof bij het licht van de duiklampen. Pitt was verbaasd over de lege aanblik die de ruimte bood. Er was niets van zijn plaats. De vloer was schoon en er lag helemaal geen rommel. Het deed hem denken aan de Pilottown.

Ze zagen niets bijzonders en stapten verder een trap af naar de eetzaal van het dekhuis. In de vloeibare duisternis leek de grote ruimte tot in het oneindige door te lopen. Er heerste overal dezelfde netheid. Giordino richtte zijn lamp omhoog. De bovenbalken en de mahonie panelen zagen er kaal uit. Pitt realiseerde zich toen wat er mis was. Het plafond had natuurlijk vol moeten zijn met drijvende dingen. Alles wat naar boven had kunnen drijven en naar de kust moest verwijderd zijn.

Vergezeld van het gegorgel van hun luchtuitlaatslangen zweefden ze door de gang tussen de hutten. Het zag er overal even netjes uit; zelfs de bedden en matrassen waren leeg. Hun lichten schenen over meubilair dat allemaal nauwkeurig vastgemaakt was op de beklede vloer. Pitt keek in de badkamers terwijl Giordino de toiletten nakeek. Toen ze bij de hutten van de bemanning kwamen, hadden ze nog maar voor zeven minuten lucht over. Ze maakten even een gebaar naar elkaar en gingen toen ieder een andere kant op. Giordino keek in de kombuis en voorraadkamers en Pitt in de machinekamer.

Hij vond een luik boven de machinekamer gesloten en vastgezet. Zonder een seconde te wachten haalde hij zijn mes uit de beenschede en priemde de pinnen uit de scharnieren. Het deksel dat losraakte en omhooggedrukt werd door zijn drijfkracht, zeilde langs Pitt heen.

Ook een opgezwollen lijk dat door het luikgat schoot als een duiveltje uit een doosje.